I paf bijv.naamw. Verbuigingen: paffer Verbuigingen: pafst 1) verbaasd staand 2) opgeblazen Voorbeeld: 'Ik loop voor het Mariabeeld om de gang in, en opeens wordt de paffe stilte gespleten door een schreeuw.' II de paf zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: paffen (meerv.) Verbuigingen: pafje (verkleinwoord) 1) ...
1) Apathisch 2) Bedremmeld 3) Beduusd 4) Benauwd 5) Dik 6) Geluidsnabootsing 7) Getroffen 8) Klap 9) Loom 10) Lusteloos 11) Onthust 12) Onthutst 13) Ontsteld 14) Opgeblazen 15) Opgezet 16) Overbluft 17) Perplex 18) Pof 19) Slag 20) Sprakeloos 21) Stom 22) Stomverbaasd 23) Verbaasd 24) Verbluft 25) Verbouwereerd 1) Geluid 2) Getroffen 3) Geluid van een explosie 4) Geluid van een vuurwapen 5) Geluid van een geweerschot 6) Klanknabootsing 7) Klap 8) Knal van een vuurwapen 9) Knal 10) Korte knal 11) Korte ontploffing 12) Kort geluid van een schot 13) Ontdaan 14) Onthutst 15) Ontsteld 16) Ontzet 17) Opgeblazen 
geluid (toon de herkomst via de etymologiebank)
tussenwerpsel: nabootsing van geluid
opgeblazen - Jaar van herkomst: 1782 (WNT )