Zie ook:
stuntel

stuntelen werkw. Uitspraak: [ ˈstʏntələ(n) ] Afbreekpatroon: stun·te·len Vervoegingen: stuntelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestunteld (volt.deelw.)
(iets) onhandig doen Voorbeeld: 'Ik zit te stuntelen met de opmaak van de tekst.' Synoniemen: : hannesen, klunzen Synoniemen: hannesen haspelen klungelen klunzen knoeien prut...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/stuntelen

1) Hannesen 2) Haspelen 3) Klooien 4) Kloothannesen 5) Kloten 6) Klungelen 7) Klunzen 8) Knoeien 9) Krukken 10) Missers begaan 11) Moeizaam hannesen 12) Onbeholpen werken 13) Onhandig bezig zijn 14) Onhandig doen 15) Onhandig te werk gaan 16) Onhandig werken 17) Prutsen 18) Schutteren 19) Stumperen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Stuntelen/1

1) Haspelen 2) Klooien 3) Klungelen 4) Klunzen 5) Knoeien 6) Krukken 7) Otteren 8) Prutsen 9) Schutteren 10) Stumperen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Stuntelen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.