
uitstoten werkw. Uitspraak: [ œytstɔtə(n) ] Afbreekpatroon: uit·sto·ten Vervoegingen: stootte uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgestoten (volt.deelw.) 1) naar buiten brengen of afgeven Voorbeelden: 'broeikasgassen uitstoten' , 'De vulkaan blijft aswolken uitstoten.' 2) (iemand) uit je omgeving wegjagen
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitstoten

1) Afscheiden 2) Afvoeren 3) Bannen 4) Bezweren 5) Elideren 6) Emitteren 7) Lozen 8) Ouderwets stukken verdrijven 9) Uit een kring verdrijven 10) Uitbannen 11) Uitbrengen 12) Uitdrijven 13) Uitduwen 14) Uitscheiden 15) Uitwerpen 16) Uitwijzen 17) Uitzetten 18) Verbannen 19) Verdere omgang weigeren 20) Verdrijven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitstoten/1
krachtig laten horen vb: hij stootte enkele onverstaanbare kreten uit
uit de groep verdrijven vb: Yehudi is door zijn familie uitgestoten
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=uitstoten
Geen exacte overeenkomst gevonden.