vatten werkw. Uitspraak: [ ˈvɑtə(n) ] Afbreekpatroon: vat·ten Vervoegingen: vatte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevat (volt.deelw.) 1) vastpakken Voorbeeld: 'iemand bij de schouders vatten' kou vatten (verkouden worden) 2) begrijpen Voorbeeld: 'Ik vat het nog steeds niet.' Synoniemen: : bevatten, snapp... Gevonden op https://woorden.org/woord/vatten
het kunnen volgen met je verstand vb: ik kan jou niet vatten Synoniemen: begrijpen snappen verstaan vastpakken vb: ik vatte hem in zijn kraag Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/