verblijven werkw. Uitspraak: [ vərˈblɛivə(n) ] Afbreekpatroon: ver·blij·ven Vervoegingen: verbleef (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft/is verbleven (volt.deelw.) (ergens) gedurende een bepaalde tijd wonen of logeren Voorbeeld: 'U verblijft in een hotel in het centrum van de stad.' Synoniemen: blijven leven logeren overblijven resi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verblijven