
vooruitlopen werkw. Uitspraak: [ vor'œytlopə(n) ] Afbreekpatroon: voor·uit·lo·pen Vervoegingen: liep vooruit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vooruitgelopen (volt.deelw.)
als eerste of voor anderen lopen Voorbeeld: 'Loop jij maar vooruit want wij weten niet welke richting we uit moeten.' Synoniem: vooroplopen Synoniemen: antici...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/vooruitlopen

1) Vooraanlopen 2) Voorlopen 3) Vooroplopen 4) Preluderen 5) Prejudiciëren 6) Anticiperen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vooruitlopen/1
vooraf rekening houden met wat er kan gebeuren vb: ik wil niet vooruitlopen op het besluit
Synoniem: anticiperen
voor de anderen uit lopen vb: bij het wandelen lopen de kinderen steeds vooruit
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.