
aandraaien werkw. Uitspraak: [ 'andrajə(n) ] Afbreekpatroon: aan·draai·en Vervoegingen: draaide aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangedraaid (volt.deelw.)
vaster draaien Voorbeeld: 'een schroef aandraaien' Synoniemen: aandoen aanzetten door draaien vastmaken inschakelen
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aandraaien

1) Aansmeren 2) Aanzakken 3) Aanzwengelen 4) Aanzetten 5) Aandoen 6) Vastzetten 7) Bevestigen 8) Vaster zetten 9) Inschakelen 10) Vastmaken 11) Vastschroeven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aandraaien/1
1> bij het maken van een bindsel een draaier of spaanspil gebruiken om deze strak rond het voorwerp te kunnen leggen. Herkomst: Mr. J. van Lennep Zeemanswoordenboek 1856.
2> het inhalen van de lijnen aan de zegen , waarmee men dan de zegen naar zich toe trekt. Dit kan zowel op de hand, als met een paard, als met de spil gebeuren. Ook ...
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/index.php?woord=a#aandraaien
Geen exacte overeenkomst gevonden.