ruw bijv.naamw. Uitspraak: [ ryw ] 1) (van een oppervlak) ongelijk Voorbeeld: 'ruwe schors' Antoniem: glad 2) (van producten) nog onbewerkt Voorbeelden: 'ruwe aardolie' , 'een ruwe diamant' 3) niet precies Voorbeeld: 'een ruwe schatting' Antoniem: nauwkeurig Synoniem: grof 4) (van iemand)...
1) Cru 2) Woest 3) Rauwig 4) Rauw 5) Beest 6) Arrig 7) In grote trekken 8) In grove trekken 9) Indelicaat 10) Inegaal 11) Eigenzinnig 12) Buizig 13) Met een ruige oppervlakte 14) Met oneffenheden 15) Gaal 16) Wild 17) Ongezeglijk 18) Onzuiver 19) Onzacht 20) Onvoltooid 21) Onvertogen 22) Ontstuimig 
ruig
onbewerkt, ruig; globaal (toon de herkomst via de etymologiebank)
met een grof oppervlak vb: schuurpapier voelt ruw aan Tegenstellingen: glad vlak [3] egaal effen gelijk
•grof, onbesuisd. •oneffen, niet glad.
Het kenmerk van een gevarieerd oppervlak met kleine uitstekende deeltjes, punten en onregelmatigheden, waardoor het bij beschouwing en aanraking een harde of oneffen indruk wekt. (AAT)
ruig
(oneffen) Ruw (oneffen) is ongepolijst, grof. [basiswoordenlijst groep 7]
wrang.
Wijn met agressieve tannines en te weinig finesse. In feite het tegenovergestelde van soepel en zacht. Een ruwe wijn is nog niet drinkrijp of een wijn die eenvoudig en weinig genuanceerd is en niet zachter en drinkbaarder wordt door rijping.