
toneelspelen werkw. Uitspraak: [ to'nelspelə(n) ] Afbreekpatroon: to·neel·spe·len Vervoegingen: speelde toneel (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft toneelgespeeld (volt.deelw.)
1) een toneelstuk opvoeren, meestal met anderen Voorbeeld: 'een cursus toneelspelen volgen' Synoniem: acteren
2) doen alsof Voorbeeld...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/toneelspelen

1) Spelen 2) Acteren 3) Komespelen 4) Voorwenden
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Toneelspelen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.