KNMI - Woordenlijst

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Meteorologie en Astronomie > Meteorologie
Datum & Land: 24/10/2014, NL offline
Woorden: 421


Zeer warm
Zeer warm weer houdt volgens de terminologie van het KNMI in dat de maximumtemperatuur van een dag minstens 8 graden hoger is dan het langjarig gemiddelde over het meest recente tijdvak van dertig jaar. Bovendien moet het maximum minstens 23 graden zijn. Klimatologisch is sprake van een zeer warm tijdvak, bijvoorbeeld een maand of seizoen, als het gemiddelde over dat tijdvak een plaats verovert in de top tien.

Zichtbepaling
Het zicht kan op verschillende manieren zijn bepaald. Als het op een meetstation is waar mensen de waarneming verrichten wordt het zicht onder meer bepaald met behulp van zogenaamde zichtkenmerken. De KNMI-waarnemer op Schiphol kan in heel schone en heldere lucht bijvoorbeeld de Euromast in Rotterdam zien, en weet dan hoeveel kilometer hij in die richting kan kijken; of hij kan ver naar het westen een top van een goed ontwikkelde buienwolk zien waarvan met behulp van radar de afstand bekend is.Op waarneemstations met automatische meetapparatuur wordt het zicht bepaald met behulp van zogenaamde transmissometers, meters die de doorlaatbaarheid van de lucht meten tussen een zender en een ontvanger die op enkele tientallen meters van elkaar staan. De gemeten doorlaatbaarheid tussen zender en o...

Zicht
Het meteorologisch zicht is de grootste afstand waarop een zwart object te zien en te herkennen is. Het zicht kan in verschillende richtingen verschillen. Een vermindering van het zicht kan optreden door stof, rook of kleine waterdruppeltjes. Een weertype met veel stof of rook wordt heiig genoemd. Bij zichtafname door waterdruppeltjes wordt gesproken van nevel of mist. Bij nevel is het zicht beperkt tot 1 of 2 kilometer en bij mist bedraagt het zicht minder dan 1 kilometer. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen dichte mist (tussen 50 en 200 meter zicht) en zeer dichte mist (minder dan 50 meter). Voor de scheepvaart wordt daarnaast ook een andere indeling gebruikt. In het weerbericht van het KNMI via de marifoon spreekt men van goed zicht (good) als het in het algemeen beter is dan 10...

Zomer
Het begin van de zomer, de zomerzonnewende, valt rond 21 juni. De zon bereikt dan de kreeftskeerkring waarna de dagen in het noorden weer korter worden. Meteorologen rekenen juni, juli en augustus tot de zomer, maar ook voor en na die tijd kan het zomers zijn. Het zomerhalfjaar duurt van mei tot en met oktober.

Zon
De diameter van de zon is 1,4 miljoen kilometer, dat is drie keer de afstand van de aarde tot de maan en 109 keer de diameter van de aarde. Het volume is ook niet gering: de aarde past meer dan een miljoen keer in de zon. De zon bestaat voornamelijk uit waterstof (78%) en helium (20%) en slechts voor 2% uit andere elementen. In feite is het een gasbol die in 25 dagen (aan de evenaar) tot 36 dagen (aan de polen) om zijn as draait. In de kern van de zon heerst een temperatuur van 15 miljoen graden Kelvin. De zon zendt behalve zichtbaar licht ook alle andere elektromagnetische straling uit: gamma-, röntgen-, ultraviolet-, infrarood- en ook radostraling. Daarnaast worden snelle, hoogenergetische deeltjes uitgestraald: protonen, neutronen en neutrino's. Deze deeltjesstroom vormt de zonnew...

Zonkracht
De zonkracht (UV-index) kan in ons land variëren van 0, wanneer er geen UV is tot 8 voor de maximale hoeveelheid UV-zonlicht. In landen dichter bij de evenaar en in de bergen kan de zonkracht een waarde van 15 of hoger halen. Bij een lage zonkracht (0-4) verbrandt de huid minder snel dan bij een hoge zonkracht (7 en hoger). De zonkracht hangt ook af van de hoeveelheid bewolking: op een zonnige dag is er meer UV-zonlicht dan wanneer er bewolking is. In de zonkracht schaal is globaal aangegeven hoe lang de huid van een gemiddelde Nederlander midden op de dag zon kan verdragen. Voor wie snel verbrandt is de tijd korter, voor wie van nature een getinte huid heeft langer. De vermelde tijd geeft aan na hoeveel minuten een onbeschermde huid volgens KWF Kankerbestrijding zoveel UV heeft gekregen ...

Zomertijd
De zomertijd begint tegenwoordig op de laatste zondag van maart en eindigt op de laatste zondag van oktober. In de nacht van zaterdag op zondag eind maart worden de klokken om 2 uur een uur vooruit gezet, dus van 2 naar 3 uur (ezelsbruggetje: in het VOORjaar gaat de klok een uur VOORuit, zie www.ezelsbrug.nl. Door de zomertijd wordt het niet in het holst van de nacht licht. Een groot voordeel is ook dat we 's avonds een uur langer van daglicht kunnen profiteren. Zonder zomertijd zou het eind juni tegen half vier licht worden en tegen half tien 's avonds donker. In Nederland is de zomertijd in 1977, vanwege de oliecrisis, opnieuw ingevoerd; ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Uitvinder in 1907 is de Londense aannemer William Wil...

Zomerstorm
In de zomer duren stormen minder lang dan en zijn ze minder heftig dan in de winter, maar dat maakt het niet minder gevaarlijk. Zomerstormen komen vaak plotseling opzetten en kunnen met name watersporters en houders van strandtenten in de problemen brengen. Bomen die vol in blad staan kunnen de wind moeilijk verdragen, vooral als het ook hevig regent. Stormdepressies die via het Kanaal naar ons land koersen worden ook wel kanaalratten genoemd. De laatste jaren zijn de weermodellen steeds beter in staat om deze kleinschalige maar venijnige storingen goed in te schatten.

Zonsopkomst en zonsondergang
Van zonsopgang spreken we als het bovenste randje van de zon boven de horizon verschijnt. Van zonsondergang spreken we als het bovenste zonsrandje onder de horizon verdwijnt. Zodra de zon 's avonds is ondergegaan begint de burgerlijke schemering. Dan is kunstverlichting nodig en verschijnen de eerste heldere sterren en planeten. De zon komt in het oosten op en gaat in het westen onder. Die bewering, die we vaak horen, geldt eigenlijk slechts voor twee dagen in het jaar: de dag waarop de astronomische lente begint en de dag waarop de astronomische herfst begint. Bij het begin van de zomer komt de zon in het midden van Nederland, op een breedtegraad van 52 graden Noorderbreedte, vrijwel in het noordoosten op en gaat zij in de buurt van het noordwesten onder. Bij het begin van de winter ...

Zonnestraling
De aarde ontvangt twee soorten straling, directe straling rechtstreeks van de zon en diffuse straling uit andere richtingen bijvoorbeeld straling weerkaatst door de wolken. De som van directe en diffuse straling wordt globale straling genoemd. Deze wordt gemeten met een stralingsmeter, een pyranometer, in kilojoules per vierkante centimeter en gebruikt voor berekeningen van het aantal zonuren. Zie ook straling.

Zonnevlek
Het oppervlak van de zon kent donkere vlekken, zonnevlekken genaamd. Het aantal zonnevlekken is een maat voor de activiteit van de zon: hoe meer er te zien zijn, hoe actiever de zon. Een actieve zon produceert korte explosies van energie waarbij geladen deeltjes vrijkomen. Als die deeltjes de aardse atmosfeer binnendringen kunnen ze poollicht veroorzaken. De kans op poollicht is het grootst in jaren met veel zonne-activiteit. Uit onderzoek op het KNMI blijkt dat de waargenomen opwarming in de eerste helft van de 20e eeuw grotendeels verklaard kan worden uit een combinatie van een afname van vulkaanactiviteit (vulkanen hebben een koelend effect) en een toename van de zonne-activiteit, louter natuurlijke oorzaken dus. In de tweede helft van de 20e eeuw is de temperatuur nog veel sneller opge...

Zonsverduistering
Soms schuift de maan voor de zon langs zodat de heldere zon deels of totaal wordt afgedekt. Een totale zonsverduistering ontstaat als zon, maan en aarde -in die volgorde- precies op een lijn staan. De schaduw van de maan scheert over de aarde. Je moet op de juiste plek op aarde staan om de schaduw volledig over je heen te krijgen. Bij een ringvormige verduistering staat de maan zo ver van de aarde dat de maanschijf te klein is om de zonneschijf volledig af te dekken: tijdens de totaliteit blijft er een ring zonlicht zichtbaar rond de maanschijf. Op 3 oktober 2005 was in Europa opnieuw een ringvormige zonsverduistering te zien, maar dan in Spanje. Het fenomeen was toen ook in Noord-Afrika zichtbaar. In ons land is de eerstvolgende eclips, vergelijkbaar met die van 11 augustus 1999,...

Zomerse dag
Een zomerse dag is een dag met een maximumtemperatuur van 25,0 graden of hoger. Mei levert normaal (gemiddeld over 1971-2000) 3 zomerse dagen op, juni 4, juli 7, augustus 7 en september 1, in totaal 22 per jaar dus. In het zuiden komt zomerse warmte met temperaturen van 25,0 graden of hoger soms al eind maart voor, terwijl het daar ook eind oktober nog zomers kan zijn. In De Bilt is 15 april de vroegste datum: in 1904 werd die dag 26,4 graden gemeten. De 10e oktober 1921 was met 26,7 graden in ruim honderd jaar de laatste zomerse dag in het najaar. Zomerse temperaturen van 25 graden of hoger komen in het binnenland op gemiddeld 20 tot 25 dagen per jaar voor. Aan de kust worden gewoonlijk 5 à 10 zomerse dagen gehaald, maar in warme zomers kan dat aantal ook daar tot 20 of 30 dagen en plaat...

Zonkrachtschaal
In de tabel van de zonkracht is globaal aangegeven hoe lang de huid van een gemiddelde Nederlander midden op de dag zon kan verdragen. Voor wie snel verbrandt is de tijd korter, voor wie van nature een getinte huid heeft langer. De vermelde tijd geeft aan na hoeveel minuten volgens KWF Kankerbestrijding een onbeschermde huid zoveel UV heeft gekregen dat deze na 8 tot 24 uur rood kleurt. Dat is het maximum voor wie verstandig wil zonnen. De zonkrachtschaal van het KNMI* Zonkracht Omschrijving in het weerbericht Roodkleuring onbeschermde huid na x minuten Huid verbrandt 1 - 2 vrijwel geen 100 - 50 - 3 - 4 zwak 35 - 25 - 5 - 6 matig 25 - 15 gemakkelijk 7 - 8 sterk 15 - 10 snel 9 - 10 en hoger zeer sterk minder dan 10 zeer snel *in samenwerking met KWF Kankerbe...

Zomertijd, waar wel waar niet
Europa is eensgezind over de zomertijd maar wereldwijd worden de klokken niet overal verzet. In een strook rond de evenaar is verschil in zomer- en wintertijd niet nodig omdat de zomer- en winterdagen daar vrijwel even lang duren. In Canada is de provincie Saskatchewan de enige uitzondering in dat land en ook Japan en China doen niet aan zomertijd. Australië kent een aantal regio's zonder zomertijd. In de Verenigde Staten doen Arizona en Hawaï niet mee. De tropische ligging van Hawaï levert geen grote verschillen in uren daglicht op. In Arizona is het zo warm dat de grotere behoefte aan airco's de energiebesparingen door de zomertijd teniet zou doen (bron NRC).

Zuil
De zuil is een halo die soms te zien als de zon (nog) nét onder de horizon staat. Het verschijnsel ontstaat doordat zonlicht wordt gereflecteerd op horizontale spiegelende facetten van ijskristalletjes die in de lucht zweven. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren in hogere bewolking. Het effect is te vergelijken met de lichtbaan die te zien is als de zon op een licht golvend wateroppervlak schijnt. De zuil verschijnt meestal bij een zeer laagstaande zon, als een lange, verticale band die dwars door de zon heenloopt. Als de zon roodgekleurd is, kleurt ook de zuil rood.

Zuidpool
Ook Antarctica genaamd. Het Antarctisch continent wordt verdeeld in een oostelijk deel ten zuiden van Afrika en Australië en een westelijk deel ten zuiden van het Amerikaanse continent. Bijna heel Antarctica is bedekt door ijs, alleen langs de kusten komen gebieden zonder ijs voor. De ijskap bevat voldoende water om bij afsmelten de zeespiegel met 30 meter te doen stijgen. Klimatologisch zijn vooral de lage temperaturen opvallend: aan de pool liggen de maandelijkse temperaturen gemiddeld tussen -29 en -59 graden en soms vriest het meer dan 80 graden. Bovendien waait het hard met op sommige plaatsen een jaargemiddelde windsnelheid van bijna 20 m-sec (windkracht 8). De neerslag valt in de vorm van sneeuw en door de harde wind is er vaak sprake van driftsneeuw.

Zuidelijk halfrond
Ook wel zuiderhalfrond genaamd. Het gebied van de aarde ten zuiden van de evenaar dus tussen de evenaar en de Zuidpool. Het weer op het noordelijk en zuidelijk halfrond wordt begrensd door de Inter Tropische Convergentie Zone (ITCZ), een ontmoetingsgebied van lucht uit het zuiden en het noorden met bewolking en soms zware regen.

Zware regen
Van zware regen is sprake als het zicht tijdens de neerslag terugloopt tot 1 à 4 kilometer. Wordt het zicht minder dan 1 kilometer dan is de regen zeer zwaar. Een willekeurige plaats in ons land krijgt gemiddeld vijf keer per jaar een hoeveelheid van minstens 20 en 24 mm binnen een etmaal; een etmaalsom van minstens 26 tot 32 mm komt ongeveer twee keer per jaar voor en eens per tien jaar valt er minstens 50 tot 62 mm op een dag. De meeste regen valt in de zomer, vooral wanneer een aantal onweersbuien na elkaar komen. Aanhoudend zware regen met enkele tientallen millimeters regen binnen een etmaal kan aanleiding geven tot wateroverlast op wegen en aquaplaning (watergladheid). Tijdens hevige regen kan het zicht vooral bij hoge rijsnelheid flink teruglopen, op de weg in combinatie met opspat...

Zware storm
Zware storm of windkracht 10 op de schaal van Beaufort levert windsnelheden op tussen 89 en 102 km-uur (24,5 - 28,4 meter per seconde). Zo'n storm gaat vergezeld van zeer zware windstoten van meer dan 100 km-uur en soms worden snelheden bereikt van circa 150 km-uur. Een zware storm leidt tot grote schade aan gebouwen, bomen kunnen worden ontworteld en flinke takken breken af. In de volle wind is het ook voor volwassenen moeilijk om je staande te houden. Ook in het verkeer is een storm hinderlijk met extra risico's voor (brom)fietsers, motorrijders, vrachtauto's, auto's met aanhanger en caravans. Alle vogels blijven bij windkracht 10 aan de grond. Op zee gaat een storm vergezeld van zeer hoge golven met lange verstortende schuimkammen en zware overslaande rollers. De...

Aërosolen
Aerosolen zijn kleine stof- of vloeistofdeeltjes die in de lucht zweven, bijvoorbeeld roetdeeltjes afkomstig van verkeer, zanddeeltjes uit de Sahara of rookdeeltjes van bosbranden. Samen met schadelijke gassen zoals zwaveldioxide, stikstofdioxiden, ammoniak en vluchtige organische stoffen (VOS) vormen aerosolen luchtvervuiling. In deze context noemen we aerosoldeeltjes ook wel fijnstof. Aerosolen spelen een belangrijke maar complexe rol in onze atmosfeer, in luchtvervuiling en klimaatverandering. Welke rol ze precies spelen in ons klimaat is nog onduidelijk. Door gebruik te maken van satellietwaarnemingen komen we meer te weten over het gedrag van aerosolen en hun precieze rol in de atmosfeer. Daarbij is het niet alleen nodig om te kijken naar aerosolen en verschillende typen aerosolen zel...