NOVA Informatie Centrum - sterrenkunde-encyclopedie
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Meteorologie en Astronomie > Astronomie
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 412
donkere materie
Materie die niet door optische middelen is waar te nemen, slechts indirect (door zwaartekrachtsverschijnselen bijvoorbeeld). Er is ongeveer 4 maal zoveel donkere materie als ‘normale’ materie: zie sterrenstelsels /> donkere materie.
Doppler effect
Engels voor Dopplereffect.
Dopplereffect
Het effect dat de door een waarnemer gemeten golflengte anders is dan de uitgezonden golflengte van een golfbron die een snelheid heeft ten opzichte van de waarnemer. Wanneer de bron naar de waarnemer toe beweegt, worden de golven ‘ingedrukt’ en zal de frequentie hoger en de golflengte kleiner zijn (zie blauwverschuiving). Met beweging van de waarnemer af is het effect omgekeerd: zie roodverschuiving. Dit effect komt voor bij golfverschijnselen zoals geluid en licht.
dubbelster
Term voor sterren die aan de hemel zeer dicht bij elkaar staan. De term wordt meestal gebruikt voor ‘fysische dubbelsterren’: de sterren staan werkelijk dicht bij elkaar en draaien om elkaar heen. Als er sprake is van een schijnbare nabijheid, spreekt men van een ‘optische dubbelster’ (de sterren staan in dezelfde richting maar de een is veel verder weg dan de ander). Zie sterren /> dubbelsterren.
Earth
Engels voor Aarde.
eccentricity
Engels voor excentriciteit.
eclips
Zie verduistering.
eclipse
Engels voor eclips.
eclipserende dubbelster
Een dubbelster waarbij de twee sterren elkaar vanaf de Aarde gezien beurtelings bedekken en daardoor dus in helderheid varieert.
eclipsing binary
Engels voor eclipserende dubbelster.
electromagnetic radiation
Engels voor elektromagnetische straling.
electromagnetic spectrum
Engels voor elektromagnetisch spectrum.
electron
Engels voor elektron.
electron volt
Engels voor elektronvolt.
elektromagnetisch spectrum
Het spectrum van elektromagnetische straling (licht). Van lage naar hoge energie: radio-, radar-, infrarood-, zichtbare, ultraviolette , röntgen- en gammastraling. Zie overige onderwerpen /> straling en spectra.
elektromagnetische straling
Synoniem voor licht, al wordt licht vaak voor zichtbaar licht gebruikt. Zie _foton. Zie ook overige onderwerpen /> straling en spectra.
elektron
Een subatomair deeltje met een negatieve lading, dat zich bij neutrale atomen en ionen samen met meerdere elektronen in een wolk om de kern van het atoom-ion bevindt. Elektronen kunnen ook ongebonden tussen atoomkernen doorbewegen als de temperatuur daarvoor hoog genoeg is.
elektronvolt
Eenheid van energie, afkorting eV. 1 eV = 1.6 x 10-19 Joule. Vaak gebruikt voor de energie van afzonderlijke deeltjes, zoals protonen.
ellips
Uitgerekte cirkel. De mate van uitrekking wordt aangegeven met de excentriciteit.
ellipsis
Engels voor ellips.
elliptical galaxy
Engels voor elliptisch sterrenstelsel.
elliptisch sterrenstelsel
Sterrenstelsel dat er vanuit een willekeurige richting bekeken uitziet als een ellips, dus zonder duidelijke structuur van spiraalarmen of balkvormen. Zie sterrenstelsels (in de encyclopedie).
emissie
Term voor het uitzenden van straling en-of deeltjes.
emission
Engels voor emissie.
erg
Eenheid van energie, 1 erg = 10-7 J. Wordt gebruikt in plaats van Joule in het cgs systeem.
escape velocity
Engels voor ontsnappingssnelheid.
eV
Zie elektronvolt.
event horizon
(Engels) De afstand vanaf het centrum van een zwart gat waarbinnen niets kan ontsnappen (zelfs licht niet). De ontsnappingssnelheid op de event horizon is gelijk aan de lichtsnelheid. Door de wetten van de algemene relativiteitstheorie zal een waarnemer nooit een object dat van buitenaf richting het zwarte gat valt voorbij deze grens zien gaan. Zie sterren /> het leven van een ster /> de dood /> zwarte gaten.
excentriciteit
Mate voor de afwijking van een baan ten opzichte van een cirkelbaan. Een waarde van 0 betekent precies een cirkelbaan. Voor een ellips is de excentriciteit de waarde van de korte as minus de waarde van de lange as gedeeld door de som van beide assen, een waarde tussen 0 en 1 dus: hoe dichter bij 1 hoe meer elliptisch. Een parabolische baan heeft waarde 1. Een hyperbolische baan heeft een waarde groter dan 1.
exo-planeet
Een planeet in een ander zonnestelsel dan het onze.
exo-planet
Engels voor exo-planeet.
expansie
Zie uitdijing.
expansion
Engels voor uitdijing.
extragalactic
Engels voor extragalactisch.
extragalactisch
Zich buiten de Melkweg bevindend of afkomstig van buiten de Melkweg.
falling star
Engels voor vallende ster.
foton
‘Lichtdeeltje’. Licht heeft een dualistisch karakter. Het heeft eigenschappen van golven, maar ook van deeltjes. Afhankelijk van het experiment openbaart zich de golf- of deeltjesaard. Wanneer men licht als deeltje beschrijft, heeft men het over fotonen. Dit zijn een soort golfpakketjes met een vaste energie die de kleur, golflengte en frequentie van de straling ook vastlegt (zie overige onderwerpen /> straling en spectra). Het foton is ook het deeltje verantwoordelijk voor de elektromagnetische wisselwerking (zie overige onderwerpen /> grand unification theory).
fotosfeer
Eerste van de drie buitenlagen van de zon, vóór de chromosfeer en corona. 400 km dik en van buiten naar binnen ~4300 K tot ~9000 K. De fotosfeer is de plek waar het zichtbare licht van de zon vandaan komt. De fotosfeer heeft het spectrum van een zwarte straler met een temperatuur van ~4300 K. De zonnevlekken op het zonsoppervlak zijn te zien in deze laag. Ook de granulatie bevindt zich in de fotosfeer. In het algemeen wordt met het zonsoppervlak de buitengrens van de fotosfeer bedoelt.
frequency
Engels voor frequentie.
frequentie
Bij een periodiek verschijnsel geeft de frequentie aan hoe vaak het verschijnsel voorkomt in een bepaalde tijdseenheid. Vaak met eenheid ‘per seconde’. Vaak gebruikt voor golven, waarbij de frequentie het aantal passerende golven per seconde is.
fusie
Zie kernfusie.
fusion
Engels voor fusie.
galactic
Engels voor galactisch.
galactisch
Afkomstig of zich bevindend in de Melkweg.
galaxy
Engels voor sterrenstelsel.
gamma radiation
Engels voor gammastraling.
gamma ray burst
Engels voor gammaflits.
gammaflits
Meest energierijke fenomeen in het heelal. Ze bestaan uit flitsen van onder andere gammastraling die van seconden tot uren kunnen duren. Waarschijnlijk afkomstig van superzware sterren die ineenstorten tot een zwarte gat tijdens een extreem intense supernova-explosie (een hypernova) of van twee compacte objecten die op elkaar botsen. Zie sterren /> het leven van een ster /> de dood /> Gamma-Ray Bursts.
gammastraling
Straling aan de hoge energiekant van het elektromagnetisch spectrum, vanaf een golflengte van ~0.01 nm. Zie overige onderwerpen /> straling en spectra.
gebeurtenishorizon
Zie event horizon.
general relativity
Engels voor algemene relativiteit.
globular cluster
Engels voor bolhoop.
gluon
Lijmdeeltje dat in atoomkernen de protonen en neutronen met de sterke kernkracht bij elkaar houdt. Gluonen zijn bosonen.
golflengte
Bij golven is de golflengte de afstand tussen twee opeenvolgende golven. Veel gebruikt als maat voor de energie van straling.
GR
‘General Relativity’, zie algemene relativiteit.
grand unification theory
Engels voor grote unificatie theorie.
granulatie
Snel veranderende korrelstructuur in de fotosfeer van de zon. De korrels (granulen) hebben een levensduur van rond de 10 minuten en grootte van 500-1000 km. De granulen hebben een 100-200 K hogere temperatuur dan de omgeving en worden door convectie omhooggestuwd tot ze afgekoeld zijn en weer naar beneden zakken.
granulen
Korrelvormige structuren in de granulatie.
gravitatie
Zie zwaartekracht.
gravitatiestraling
Wanneer een bewegend object de ruimtetijd periodiek verandert, spreekt men van gravitatiestraling-gravitatiegolven. Deze vervormingen planten zich voort met de lichtsnelheid.
gravitational lensing
Zie zwaartekrachtslens.
GRB
‘Gamma-Ray Burst’, zie gammaflits.
grote unificatie theorie
Natuurkundige theorie die probeert de vier natuurkrachten te verenigen in één overkoepelende theorie: zie overige onderwerpen /> grand unification theory.
GUT
‘Grote unificatie theorie-grand unification theory’.
halo
Het bolvormige gebied rondom een spiraalstelsel waar de sterdichtheid veel lager is dan in de platte schijf van het stelsel.
helderheid
Maat voor de hoeveelheid straling die van een object wordt ontvangen. De helderheid van een ster of sterrenstelsel wordt uitgedrukt in magnitude, deze logaritmische eenheid is afhankelijk van de afstand tot het object. Om onderlinge helderheden te kunnen vergelijken, bestaat de absolute magnitude.
helioseismologie
Het door trillingen aan het zonsoppervlak onderzoeken wat er zich binnenin de zon afspeelt, net als gewone seismologen die hetzelfde proberen bij de Aarde.
helium
Het lichtste element in het heelal na waterstof. De atoomkern bestaat uit twee protonen en twee neutronen. Twee elektronen vliegen rond de kern. Helium wordt voornamelijk geproduceerd in de kern van sterren waar het door kernfusie van waterstof gevormd wordt. Symbool 2He.
Hertzsprung-Russel-diagram
Een diagram met de oppervlaktetemperatuur van sterren uitgezet tegen hun helderheid. De verschillende types sterren zijn makkelijk te identificeren in het HR-diagram. Zie sterren /> het leven van een ster /> levensloop.
hoofdreeks
De schuine band in het Hertzsprung-Russel-diagram waarin alle sterren zich bevinden wanneer ze in de kern waterstof tot helium fuseren. Zie sterren /> het leven van een ster /> levensloop.
hoofdreeksster
Ster op de hoofdreeks in het HR-diagram.
horizon
Zie event horizon.
HR-diagram
Zie Hertzsprung-Russel-diagram.
Hubble constante
De constante uit de Hubble wet die aangeeft hoe snel ver weg gelegen sterrenstelsels door de universele uitdijing van ons afbewegen. De Hubble constante heeft een waarde van ongeveer 70 km-s-Mpc. Een sterrenstelsel op 1 Gpc (109 pc) beweegt dus met een snelheid van 70 x 103 km-s van de Melkweg af.
Hubble law
Engels voor Hubble wet.
Hubble wet
De wet van universele uitdijing. Deze wet geeft de snelheid van een sterrenstelsel ten opzichte van de Melkweg door de universele uitdijing: v [km-s] = H × d [Mpc]. v = snelheid van het sterrenstelsel (in km-s) op afstand d (in 106 pc), met H de Hubble constante. Zie ontstaan van het heelal /> inflatie & uitdijing.
hydrogen
Engels voor waterstof.
hypernova
Extreem sterke supernova-explosie.
inflatie
Zeer snelle uitdijing van het heelal vlak na de big bang. Zie ontstaan van het heelal /> inflatie & uitdijing.
inflation
Engels voor inflatie.
infraroodstraling
Straling met golflengtes tussen 700 en 1000 nm. Net buiten het zichtbare stralingsgebied van het elektromagnetische spectrum aan de kant van het rood, dat wil zeggen met een lagere energie dan zichtbaar licht. Zie overige onderwerpen /> straling en spectra.
interference
Engels voor interferentie.
interferentie
Wanneer gelijksoortige golven zich door hetzelfde medium verplaatsen, treden er op plaatsen waar beide golven dezelfde fase hebben versterking van de opgetelde golf op, en op plaatsen met tegengestelde fase uitdoving. Afhankelijk van de frequentie, amplitude en fase van de golven vormt zich een interferentiepatroon, waar informatie over de golven uit af te leiden is.
interferometrie
Observatiemethode die gebruik maakt van interferentie om een zeer hoge beeldresolutie te krijgen. Meer dan één lichtbundel van dezelfde bron is nodig. Interferometrie werkt het beste met straling van een lage energie, oftewel een lange golfengte, zoals radiostraling.
interferometry
Engels voor interferometrie.
ion
Een atoom waarbij één of meer elektronen te veel of te weinig in de elektronenwolk rondom de kern zitten, zodat het atoom een netto lading heeft. Missen er elektronen, dan is het een positief geladen ion; zijn er elektronen teveel, dan is het een negatief geladen ion.
IR
Zie infraroodstraling.
IR radiation
Engels voor IR straling.
IR straling
Zie infraroodstraling.
isotoop
Het aantal protonen in een atoomkern bepaalt het chemische element, maar het aantal neutronen dat naast de protonen in de kern zit bepaald het isotoop van dat element. Isotopen hebben onderling verschillende eigenschappen (al dan niet radioactief etc.) ondanks dat ze hetzelfde element zijn. Ook delen isotopen eigenschappen, zoals de lading van de kern. Deuterium is een voorbeeld van een isotoop van waterstof.
jet
Krachtige en sterk gerichte uitstoting van materie, voorkomend in AGN, maar ook bij lichtere zwarte gaten. Heeft de vorm van een zeer smalle kegel, vergelijkbaar met de uitstoot van uitlaatgassen bij een straalmotor.
Jupiter
De vijfde, grootste en zwaarste planeet vanaf de zon. Grotendeels gasvormig. Jupiter heeft 16 manen. Zie planeten /> ons zonnestelsel /> onze planeten.
kernfusie
Het samensmelten van atoomkernen in een kernreactie. Het resultaat is een zwaardere atoomkern. Afhankelijk van de massa’s van de atoomkernen die samensmelten wordt er energie geproduceerd of verbruikt voor de reactie. Tot aan het vormen van het element ijzer (56Fe) komt er energie vrij. Voor het vormen van zwaardere elementen dan ijzer moet energie toegevoegd worden.
komeet
Object dat meestal met een zeer excentrische ellipsbaan rondom de zon vliegt. De kern bestaat uit een bal van stof, gruis en bevroren gassen (bijv. ijs) en is niet groter dat een tiental kilometers. Zie planeten /> ons zonnestelsel /> kometen.
kosmische achtergrondstraling
De straling die afkomstig is van het moment dat het heelal doorzichtig werd voor straling na de big bang (zie: ontstaan van het heelal /> big bang) en nu zeer roodverschoven isotroop om de Aarde heen waargenomen wordt. Deze straling is uitgezonden bij een temperatuur van ~4500 K en nu meten wij de achtergrondstraling door de roodverschuiving op 2.73 K.
kosmische straling
Geladen deeltjes (vooral protonen) die vanuit de ruimte met hoge tot zeer hoge energieën (tussen de 1010 en 1019 eV) botsen met atomen in de dampkring. Zie overige onderwerpen /> kosmische straling.
kosmologie
Deel van de sterrenkunde gewijd aan het onderzoeken van eigenschappen (bouw, ontstaan, evolutie) van het heelal als geheel en niet zozeer van de afzonderlijke elementen als sterren.
krater
Een putvormige depressie in het landschap ontstaan door vulkanische activiteit of door de inslag van een komeet, planetoïde of meteoriet.
Kuiper belt
Engels voor Kuiper gordel.
Kuiper gordel
Het stuk van het zonnestelsel buiten de baan van de planeet Neptunus. Daar bevinden zich een groot aantal ijsachtige objecten. Soms komt een van deze objecten in de binnenste delen van het zonnestelsel en zien we het als een komeet. Zie planeten /> ons zonnestelsel /> kuipergordel.