Delta LLoyd - Pensioen abc
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > Pensioen
Datum & Land: 07/10/2007, NL
Woorden: 561
Objectieve rechtvaardigingsgronden
Als er sprake is van een indirecte of directe (leeftijds)discriminatie, waarvoor geen wettelijke uitzondering geldt, zal het gehanteerde onderscheid slechts toegestaan zijn, indien hiervoor objectieve rechtvaardigingsgronden kunnen worden aangevoerd. Hiervan is sprake indien:
Objectieve rechtvaardiging
Een grond of reden die de werkgever of pensioenuitvoerder kan aandragen ter rechtvaardiging van een indirect onderscheid in de pensioenregeling. Een voorbeeld is een pensioenregeling die alleen geldt voor technisch personeel. Indien hierdoor voornamelijk vrouwelijke werknemers worden uitgesloten, is er sprake van indirecte discriminatie op grond van geslacht. Dit is alleen toegestaan, als er een goede reden (‘objectieve rechtvaardigingsgrond’) voor is. Hiervoor moet aan een aantal eisen worden voldaan.
Omvangskorting
Korting die een levensverzekeraar verleent op de in rekening gebrachte kostenopslag, als de jaarpremie of koopsom die voortvloeit uit het desbetreffende pensioencontract, een bepaald minimum te boven gaat.
Omslagstelsel
Financieringsvorm waarbij de werkenden premies betalen, waarmee op hetzelfde moment uitkeringen aan uitkeringsgerechtigden worden betaald. Bij omslagdekking worden de uitkeringen die in een bepaald jaar collectief zijn verschuldigd, omgeslagen over degenen die in dat jaar bijdrageplichtig zijn. Er vindt géén reservering plaats voor toekomstige uitkeringen. Dat laatste gebeurt wel bij het kapitaaldekkingsstelstel en het rentedekkingstelsel. In Nederland wordt het omslagstelsel onder meer toegepast voor de financiering van de AOW. De Pensioenwet staat omslagdekking voor toegezegde aanspraken op ouderdomspensioen niet toe. Vereist wordt dat het ouderdomspensioen wordt gefinancierd op basis van kapitaaldekking.
Omkeerregel
De omkeerregel is een bepaling in de Wet op de loonbelasting 1964, die inhoudt dat aanspraken die berusten op een pensioenregeling niet tot het loon behoren. De omkeerregel bewerkstelligt dat niet de aanspraken op grond van een pensioenregeling tot het loon behoren, maar de genoten pensioenuitkeringen. De omkeerregel geldt ook voor andere uitkeringen en aanspraken, zoals die gebaseerd op een VUT-regeling. Hieruit volgt dat niet de pensioenaanspraak wordt belast, maar de te zijner tijd te ontvangen pensioenuitkering.
Ombudsman Pensioenen
Deze onafhankelijke instantie heeft als doel het behandelen van klachten en geschillen die betrekking hebben op de uitvoering van het pensioenreglement van een pensioenfonds dat bij de OPF of de VB is aangesloten. Samen hebben zij het Instituut Ombudsman Pensioenen ingesteld. Het bestuur van het Instituut benoemt een Ombudsman Pensioenen die de klachten en geschillen afhandelt. De Ombudsman Pensioenen neemt klachten over pensioenfondsen pas in behandeling als de interne klachtenprocedure van een pensioenfonds is doorlopen.
Ombudsman Levensverzekering
De levensverzekeringsbranche heeft een Ombudsman Levensverzekering ingesteld. Mensen die klachten hebben over verzekeringsmaatschappijen of tussenpersonen kunnen hier terecht.
Ontslag
Beëindiging van het dienstverband met de werkgever anders dan door overlijden of pensionering, waardoor het deelnemerschap aan de pensioenregeling wordt beëindigd.
Ontgroening
Situatie waarin jaarlijks het aantal toetredende actieve deelnemers in een pensioenregeling bij de in die regeling geldende aanvangsleeftijd een dalende tendens vertoont. De gemiddelde leeftijd van de actieve deelnemers zal daardoor een stijgende tendens vertonen.
Ongehuwdenpensioen
Zie: Alleenstaandenpensioen.
One tier board
Een monistische bestuursvorm waarbij er binnen het bestuursorgaan onderscheid wordt gemaakt tussen bestuurders die zijn belast met de uitvoerende werkzaamheden en bestuurders die zijn belast met het toezicht op die werkzaamheden. Het toezicht wordt in dit – uit het Angelsaksische recht afkomstige – stelsel, vormgegeven binnen één bestuursorgaan. De systematiek van een one tier board kan volgens de ‘Principes voor goed pensioenfondsenbestuur’ bij een pensioenfonds worden ingevuld door de verschillende taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur in de statuten vast te leggen. Vervolgens kan het algemeen bestuur toezicht houden op het dagelijks bestuur.
Ondernemingspensioenfonds
De Pensioenwet geeft als definitie: een pensioenfonds verbonden aan een onderneming of aan een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Ondernemingspensioenfondsen hebben vrijwel altijd de rechtsvorm van een stichting. Ondernemingspensioenfondsen dient men niet te verwarren met bedrijfstakpensioenfondsen.
Ondernemer
Een zelfstandige ondernemer heeft, in tegenstelling tot een werknemer, geen dienstbetrekking. Een zelfstandig ondernemer kan daarom geen pensioenregeling voor zichzelf treffen. Hij kan wel gebruik maken van de fiscale oudedagsreserve (zie FOR).
Onderdekking
Situatie dat de middelen van het pensioenfonds niet langer toereikend zijn om de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve voor algemene risico’s te dekken. Op 30 september 2002 heeft de Nederlandsche Bank een brief aan de besturen van pensioenfondsen gestuurd met de titel “Uitgangspunten voor de financiële opzet en positie van pensioenfondsen”. Uit deze brief blijkt dat de Nederlandsche Bank een dekkingsgraad verlangt van minimaal 105%. Bij een lagere dekkingsgraad is sprake van onderdekking. In het Besluit van 27 januari 2006 (algemene maatregel van bestuur) worden nadere regels gesteld met betrekking tot het minimumbedrag van het eigen vermogen van pensioenfondsen en beroepspensioenfondsen.
Onbepaalde vrouw/man/partnersysteem
Systeem voor reservering voor partnerpensioen, waarbij op basis van huwelijks--partnerfrequenties ervan wordt uitgegaan, dat een bepaald deel van de deelnemers aan een pensioenregeling een partner heeft, voor wie een partnerpensioen moet worden verzekerd. Op het moment van overlijden van een deelnemer wordt pas onderzocht of deze al dan niet een pensioengerechtigde partner nalaat.
Onzuivere pensioenregeling
Van een onzuivere pensioenregeling is sprake als de regeling wordt uitgevoerd door een niet toegelaten pensioenuitvoerder of als de regeling het wettelijk kader van artikel 18 tot en met 18h van de Wet op de loonbelasting 1964 te buiten gaat.
Oort
Zie: Belastingoperatie-Oort.
Opties
Het recht om een aandeel te kopen (call optie) of te verkopen (put optie) tegen een vooraf vastgestelde prijs (uitoefenprijs) op een bepaald tijdstip, of binnen een bepaalde termijn. Dit recht kan normaliter alleen worden verkregen door het betalen van een bedrag (optiepremie) aan de verkoper (schrijver) van de optie.
Opgebouwde waarde
De waarde van huidige pensioenpolissen.
OPF
Afkorting van Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen.
Opdrachtbrief
Document dat in de Pensioenwet een plaats zou krijgen met daarin alle gemaakte afspraken tussen de werkgever en het pensioenfonds. In het uiteindelijke wetsvoorstel komt de opdrachtbrief niet meer voor. Hiervoor in de plaats is gekomen de uitvoeringsovereenkomst.
Opbouwkeuzevoet
De verhouding tussen het pensioen waarvan kan worden afgezien en het pensioen dat daarvoor in de plaats kan worden opgebouwd.
Opbouw-pensioenregeling
Door jaarlijks een percentage van de dan geldende pensioengrondslag als pensioenaanspraak te verlenen ontstaat uiteindelijk een pensioen dat de optelling is van de tijdens de verstreken dienstjaren opgebouwde aanspraken. Bij de opbouwpensioenregelingen is het overigens gebruikelijk om regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) de opgebouwde pensioenaanspraken aan te passen aan de algemene loontrend of inflatie.
Organogram
Een beschrijving van de interne organisatie van bijvoorbeeld een pensioenfonds. Op grond van de Pensioenwet dient een actuariële en bedrijfstechnische nota een organogram te bevatten.
Outperformance
Het verschil tussen het behaalde rendement en het rendement van de benchmark (positief of negatief). Dit verschil geeft aan hoeveel waarde is toegevoegd door middel van actief beheer. Outperformance wordt ook wel Alpha genoemd.
Ouderdomspensioen
Pensioen, bestemd voor de levenslange financiële verzorging van de gerechtigde, nadat deze de in de pensioenregeling omschreven pensioenleeftijd heeft bereikt.
Overschotmethode
Zie: Saldomethode.
Overreserve
Het deel van de reserves van een pensioenfonds waar geen pensioenverplichtingen tegenover staan (ook wel vrije of algemene reserve genoemd). Veelal is een deel van de overreserve bestemd als buffer om eventuele koersfluctuaties van de beleggingen op te kunnen vangen. Dit wordt weerstandsvermogen genoemd.
Overrentedeling
Vorm van resultatendeling waarbij op grond van het verzekeringscontract een deel van de door de verzekeringsmaatschappij behaalde overrente aan de verzekeringnemer wordt uitgekeerd in de vorm van een premierestitutie of een premieverlaging. De verzekeraar kan de overrentedeling in een depot reserveren om daarmee vervolgens toeslagen te verlenen op ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken.
Overrente
Een term die veel wordt gebruikt bij de financiering van een pensioenregeling. Actuarieel wordt doorgaans in Nederland bij pensioenfondsen gerekend met een fictieve rente van 4% of minder. Deze rente wordt vooraf in de berekeningen gehanteerd als de zogenaamde rekenrente. Aangezien deze in sommige gevallen lager is dan de werkelijke rente, kan er als het ware een extra reservoir voor de financiering van de pensioenaanspraken ontstaan. Indien de feitelijke renteaangroei van het belegde pensioenvermogen namelijk hoger is dan de vooraf berekende renteaangroei, is er sprake van een ‘meevaller’ ofwel van winst, die overrente wordt genoemd. Overrente wordt vaak gebruikt om toeslag op pensioenen te verlenen. In andere gevallen wordt de pensioenpremie ermee verlaagd. De voorschriften die hiervoor gelden zijn in de afgelopen jaren aangescherpt.
Overlijdensdekking
Risicoverzekering die een overeengekomen bedrag uitkeert bij overlijden van de verzekerde. Wordt vaak afgesloten bij levensverzekering of hypotheek.
Overlevingstafel
Zie: Sterftetafel.
Overlevingspensioen
Zie: Partnerpensioen.
Overhevelingstoeslag
De overhevelingstoeslag was een overblijfsel van de belastingoperatie-Oort in 1990. Enkele sociale premies die voorheen werden betaald door de werkgever kwamen vanaf dat moment voor rekening van de werknemer. Om te voorkomen dat werknemers er in loon op achteruit zouden gaan, moest de werkgever een overhevelingstoeslag betalen aan de werknemers. Per 1 januari 2001 is de toeslag verwerkt in de bruto salarissen en in de uitkeringen.
Overflowbepaling
Bepaling in een financieringsovereenkomst die een werkgever sluit met een aan zijn onderneming verbonden ondernemingspensioenfonds, welke inhoudt dat indien en zolang de overreserve van dat pensioenfonds een bepaalde grootte bereikt, de door de werkgever (en soms ook door de deelnemers) te betalen bijdragen worden verlaagd.
Overdrachtswaarde
De op basis van actuariële grondslagen, welke berusten op de Pensioenwet of op afspraken die binnen een Circuit van waardeoverdracht zijn gemaakt, berekende contante waarde van in het kader van waardeoverdracht over te dragen pensioenaanspraken.
Overbruggingspensioen
In veel pensioenregelingen bestaat de mogelijkheid om vóór de 65e verjaardag met pensioen te gaan. In de periode tussen de desbetreffende pensioenleeftijd en de 65e verjaardag ontvangt de gepensioneerde nog geen AOW-uitkering. Personen die jonger zijn dan 65 jaar, zijn bovendien verplicht bepaalde sociale verzekeringspremies te betalen, zoals de AOW-premie, die na de 65e verjaardag niet meer verschuldigd zijn. Om het inkomensverschil in de periode vóór de 65e verjaardag te overbruggen, bevatten veel pensioenregelingen een overbruggingspensioen. Dit kan bestaan uit enerzijds een extra uitkering die de AOW-uitkering vervangt, en anderzijds een (gebruteerde) compensatie voor nog te betalen premies volksverzekeringen.Met ingang van 1 januari 2005 worden nieuw in te voeren pensioenregelingen met een overbruggingspensioen niet meer fiscaal begunstigd. Met ingang van 1 januari 2007 dienen alle op laatstgenoemde datum bestaande overbruggingspensioenregelingen te zijn aangepast. Een uitzondering geldt voor werknemers die vóór 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren. Bij voortzetting van een overbruggingspensioen in 2006 voor 55-minners, kon de werkgever wel worden geconfronteerd met eindheffing over het bovenmatige deel.
Passief beleggen
Hieronder kan worden verstaan indexbeleggen of buy and hold beleggen. Het is gericht op het zo laag mogelijk houden van de transactiekosten. Zie ook: Actief beleggen.
Passende arbeid
In de wet- en regelgeving rondom WW-uitkering en het recht daarop wordt de maatstaf ‘passende arbeid’ gehanteerd. Hieronder valt de richtlijn van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als richtlijn voor het begrip 'passende arbeid', kunt u het volgende aanhouden: in het begin van de werkloosheid mag u zich richten op werk dat qua aard en niveau aansluit op uw opleiding en werkervaring. Hoe langer u werkloos bent, hoe meer werk wordt gezien als 'passend'. Een HBO-er met werkervaring mag zich bijvoorbeeld in het eerste half jaar van zijn werkloosheid richten op werk op HBO-niveau. Het halfjaar daarop moet hij zich ook richten op werk op MBO-niveau, totdat tenslotte ieder werk passend is geworden. Als de kans op werkloosheid groot is, zult u al vanaf het begin van uw werkloosheid de eisen rond de aard en het niveau van het werk, loon en reisduur moeten bijstellen. Het begrip is verruimd om werkzoekenden te stimuleren zoveel mogelijk kansen aan te grijpen om dreigende langdurige werkloosheid te voorkomen. Volgens de huidige regels is voor een academicus met werkervaring vanaf het begin van zijn werkloosheid ook werk op HBO-niveau passend.
Parttime percentage
Het percentage dat een parttime werknemer in dienst is van een werkgever ten opzichte van een fulltime werknemer.
Partnertoeslag
Iedere burger in Nederland krijgt zelfstandig een AOW-pensioen uitgekeerd bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Zodra uw partner ook 65 jaar wordt, ontvangt hij of zij eveneens 50% van het netto minimumloon. Samen heeft u dan een volledig AOW-pensioen. In de tussenliggende periode, dus als de jongste partner nog geen 65 jaar is, kan de gepensioneerde nu nog recht hebben op een partnertoeslag AOW. Die toeslag wordt alleen uitgekeerd als de jongste partner geen of weinig eigen inkomen heeft. Er wordt daarbij alleen gekeken naar het inkomen uit arbeid (een baan), of inkomen in verband met arbeid (een sociale uitkering of VUT).
Partnerpensioen
Benaming voor een vorm van nabestaandenpensioen ten behoeve van de (on)gehuwde partner met wie een (on)gehuwde deelnemer aan een pensioenregeling een gezamenlijke huishouding voert.
Partnerfrequentie
Dit is een actuariële term die verband houdt met de vaststelling van het basistarief van een nabestaandenpensioen. Voor alle deelnemers wordt een nabestaandenpensioen verzekerd. Echter, niet alle deelnemers zullen een partner hebben, dus gedurende de looptijd van de verzekering van het nabestaandenpensioen, tussen datum toetreding en pensioendatum, zal niet in alle gevallen een uitkering nodig zijn bij een overlijden van een deelnemer. Hierdoor kan de premie dus lager zijn. Hoeveel lager hangt af van de toegepaste, uit statistieken afgeleide partnerfrequentie, het per leeftijdscategorie procentueel voorkomen van het hebben van een partner. Daar op de pensioendatum er voor alle deelnemers sprake moet zijn van een uitruilbaar nabestaandenpensioen, bedraagt de toegepaste partnerfrequentie op de pensioendatum 100%.
PAO (Pensioenadministratie Online)
Pensioenadministratie Online (PAO) is een online applicatie voor de werkgever. De werkgever krijgt hiermee toegang tot de pensioengegevens van zijn werknemers zoals die in de administratie van Delta Lloyd zijn vastgelegd. Daarnaast heeft hij direct inzage in zijn rekening-courant (zowel op werknemer- als ook op rekeningniveau). Mutaties kunnen rechtstreeks worden doorgegeven via internet.
Performancetoets
Het gemiddelde van door een bedrijfstakpensioenfonds behaalde beleggingsresultaten, gemeten over een langere periode. De performancetoets wordt bepaald door de som van opeenvolgende jaarlijkse z-scores, gedeeld door de wortel van het aantal jaren. Als de performancetoets van een bedrijfstakpensioenfonds over een periode van vijf jaar minder is dan –1,28 kan de werkgever vrijstelling van de verplichtstelling verlangen. De eerste officiële performancetoets heeft in 2002 plaatsgevonden.
Performance attributie analyse
Methode om het behaalde rendement te analyseren. In de attributie analyse wordt het totale rendement opgesplitst en toegeschreven aan de verschillende keuzes die binnen het beleggingsproces zijn gemaakt. Zo kan bijvoorbeeld de bijdrage van de allocatiebeslissing (‘asset mix’) van de selectiebeslissing (‘stock picking’) worden gescheiden. Op deze manier komen de sterke en zwakke punten van het gevoerde beleid naar voren.
Performance
De performance van (een deel van) het vermogen is het totale rendement gewaardeerd op marktwaarde. Deze performance wordt in de regel vergeleken met de performance van de benchmark-(index). Door middel van een zogenoemde performance attributieanalyse wordt het verschil tussen deze beiden op een kwantitatieve wijze verklaard.
Pension Fund Governance
De manier waarop het pensioenfonds is georganiseerd (structuur) en de verantwoordelijkheden worden uitgevoerd (processen). De
Pensioenwet
Nieuwe wet ter vervanging van de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet
Pensioenverevening
Verdeling van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen in geval van scheiding, zoals bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Zie ook: Conversie.
Pensioenverlies
Zie: Pensioenbreuk.
Pensioenuitvoerder
Een op grond van de
Pensioentoezegging
Onder de PSW is een pensioentoezegging een toezegging van een werkgever aan een persoon die is verbonden aan zijn onderneming, om na het bereiken van de pensioen(ingangs)leeftijd door die werknemer, dan wel bij arbeidsongeschiktheid of bij overlijden van die deelnemer, een pensioen uit te keren. Dat pensioen kan worden uitgekeerd aan die werknemer zelf of aan diens nabestaanden. De Pensioenwet hanteert dit systeem ook, maar de terminologie is aangepast. De Pensioenwet spreekt van een pensioenovereenkomst. Hiermee is geprobeerd duidelijk te maken dat de afspraken die gemaakt worden op het gebied van pensioen ook een wederkerige overeenkomst is en geen eenzijdige verplichting van de werkgever.
Pensioenstichting
Pensioenfonds in de vorm van een stichting.
Pensioenshoppen
Aanwending op de pensioendatum van een bij een verzekeringsmaatschappij opgebouwd en tot uitkering komend pensioenkapitaal voor de inkoop van een periodieke pensioenuitkering bij een door de consument vrij te kiezen verzekeringsmaatschappij.
Pensioensalaris
Term waarmee in loonafhankelijke pensioenregelingen wordt aangegeven welke elementen in de totale beloning van een deelnemer meetellen bij het bepalen van de op te bouwen pensioenaanspraken.
Pensioenreglement
Het pensioenreglement is een samenstel van regels, waarin de pensioenregeling is beschreven. Het pensioenreglement is de juridische basis waaraan de betrokkenen hun aanspraken en uitkeringen ontlenen. Het pensioenreglement bevat de rechten en verplichtingen van de deelnemers, de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden. De Pensioenwet bevat enige bepalingen met betrekking tot de inhoud van het pensioenreglement.
Pensioenregister
Een register welke moet worden opgezet door de pensioenuitvoerders gezamenlijk. Het pensioenregister moet één ingang vormen voor het overzicht van alle opgebouwde aanspraken van (gewezen) deelnemers en gewezen partners. Het pensioenregister dient uiterlijk op 1 januari 2011 operationeel te zijn.
Pensioenpromotie
Een salarisverhoging die wordt gegeven aan een persoon die nog korte tijd van zijn pensioenleeftijd is verwijderd en die uitgaat boven de jaarlijkse algemene loonsverhogingen. Zeker bij een eindloonregeling leidt een pensioenpromotie tot een aanmerkelijk hogere pensioenuitkomst en dito kostenpost. Op grond van de per 1 juni 1999 in werking getreden Wet fiscale behandeling van pensioenen kan een pensioenpromotie echter nog maar in beperkte mate tot hogere pensioenuitkomsten leiden. Deze fiscale bepaling is echter discutabel in het licht van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.
Pensioenpremie
De premie die iemand maandelijks of jaarlijks betaalt voor de opbouw van een pensioen.
Pensioenpercentage
Dit percentage bepaalt het jaarlijks opgebouwde pensioen, waarbij het bijvoorbeeld gaat om 1.75% (eindloonregeling) of 2.25% (middelloonregeling) per dienstjaar (opbouwsysteem).
Pensioenoverzicht
Dit overzicht wordt periodiek verstrekt aan deelnemers aan een collectieve pensioenregeling. Hierop staan alle persoonlijke gegevens vermeld alsmede de hoogte van het reeds opgebouwde en nog op te bouwen pensioen.
Pensioenovereenkomst
De arbeidsvoorwaardelijke afspraken tussen de werkgever(organisaties) en de werknemers(organisatie), welke betrekking hebben op pensioen. Het begrip pensioenovereenkomst zal in de Pensioenwet het begrip pensioentoezegging vervangen.
Pensioenleeftijd
De leeftijd waarop krachtens de pensioenregeling het ouderdomspensioen ingaat.
Pensioenkeuring
Sinds 1 januari 1998 zijn keuringen met het oog op deelname aan een collectieve pensioenregeling verboden. Dit volgt uit de Wet op de medische keuringen, ook wel bekend als de Wet Van Boxtel. In veel pensioenregelingen werd aan potentiële deelnemers de eis gesteld, dat zij zich zouden onderwerpen aan een pensioenkeuring.
Pensioengrondslag
Het gedeelte van het loon, dat de grondslag vormt voor de pensioenopbouw van een deelnemer. Zie: Inbouw van de AOW.
Pensioengevend salaris
Zie: Pensioensalaris.
Pensioengat
Andere term voor een pensioentekort dat op verschillende manieren kan ontstaan. Pensioenbreuk door verandering van werkgever (zie: Pensioenbreuk), pensioendeling door echtscheiding (zie: Echtscheiding) en individualisering van de AOW (zie: AOW-gat) zijn de meest voorkomende oorzaken. Het afsluiten van een privé-lijfrenteverzekering is één van de mogelijkheden om een pensioengat te dichten. Ook laten sommige werkgevers hun werknemers individueel bijsparen in de pensioenregeling van de werkgever. Voor de werknemer is dit fiscaal aantrekkelijk.
Pensioenfonds
Een fonds waarin voor de veiligstelling van de pensioenaanspraken, die voortvloeien uit een pensioenregeling, gelden worden bijeengebracht. Er zijn bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen, beroepspensioenfondsen en pensioenfondsen, die individuele toezeggingen veilig stellen. In het algemeen staan pensioenfondsen onder toezicht van de overheid via de Nederlandsche Bank, tenzij het pensioenfonds uitsluitend pensioentoezeggingen veilig stelt, die niet onder het overheidstoezicht vallen. Pensioenfondsen kunnen hun verplichtingen geheel of gedeeltelijk herverzekeren. Veelal is de rechtsvorm van pensioenfondsen een stichting, soms ook een BV; in het laatste geval gaat het doorgaans om één of enkele directiepensioenen.
Pensioendatum
De leeftijd waarop krachtens de pensioenregeling het ouderdomspensioen ingaat.
Pensioenconvenant
De op 9 december 1997 tussen het Kabinet en de STAR gemaakte afspraak, inhoudende een dringend verzoek aan alle bij collectieve pensioenregelingen betrokken partijen om die regelingen kostenbeheersend te moderniseren. De evaluatie van het convenant heeft uitgewezen dat partijen voldoende gehoor hebben gegeven aan dit verzoek. Niettemin heeft de STAR in dit kader in mei 2001 geactualiseerde aanbevelingen gedaan.
Pensioenclausule
Clausule op een polis van een kapitaalverzekering die bepaalt dat te zijner tijd het bereikte kapitaal uitsluitend kan en zal worden aangewend voor de aankoop van pensioen in de zin van de Pensioenwet.
Pensioenbrief
Document waarin premievrije pensioenaanspraken zijn vastgelegd of waarin een pensioentoezegging is beschreven. Zie ook: startbrief.
Pensioenbreuk
De breuk in de pensioenopbouw die kan ontstaan als gevolg van het uittreden uit een pensioenregeling voor pensioeningangsdatum. Deze breuk kan bestaan uit:
Pensioenadministratie Online (PAO)
Pensioenadministratie Online (PAO) is een online applicatie voor de werkgever. De werkgever krijgt hiermee toegang tot de pensioengegevens van zijn werknemers zoals die in de administratie van Delta Lloyd zijn vastgelegd. Daarnaast heeft hij direct inzage in zijn rekening-courant (zowel op werknemer- als ook op rekeningniveau). Mutaties kunnen rechtstreeks worden doorgegeven via internet.
Pensioenaanspraak
Een recht op toekomstige pensioenuitkeringen. De aanspraak op pensioen wordt onderscheiden van het ingegane pensioen.
Pensioenaangroei
De pensioenaangroei is dat deel van het opgebouwde pensioen dat u volgens de Belastingdienst mag gebruiken om uw jaarruimte vast te stellen.
Pensioen-BV
Pensioenfonds in de vorm van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Meestal voert een pensioen-BV een pensioentoezegging uit, die is gedaan aan een directeur-aandeelhouder. Deze pensioenfondsen ‘genieten’ fiscaal een andere behandeling dan pensioenfondsen die pensioentoezeggingen aan werknemers uitvoeren. De pensioen-BV kan al dan niet onderworpen zijn aan het toezicht van de Nederlandsche Bank, afhankelijk van de vraag of zij al dan niet een pensioentoezegging uitvoert op een wijze als voorgeschreven in de Pensioenwet. Hoewel op grond van de Pensioenwet een pensioenfonds de rechtsvorm van een BV mag hebben, komt deze rechtsvorm bij pensioenfondsen die pensioentoezeggingen aan werknemers uitvoeren niet of nauwelijks voor. Vanaf 1 januari 1992 moeten de meeste pensioen-BV’s vennootschapsbelasting betalen. De pensioen-BV heeft hiermee gedeeltelijk zijn aantrekkelijkheid verloren.
Pensioen- & Verzekeringskamer
In 2004 zijn de Pensioen- & Verzekeringskamer en de Nederlandsche Bank gefuseerd onder de naam ‘de Nederlandsche Bank’.
Pensioen & Spaarfondsenwet
www.pensioenregelgeving.nl
Pensioen 40-deelnemingsjaren
Met ingang van 1 januari 2005 kan een 40-deelnemingsjarenpensioen worden toegezegd. In de situatie dat een werknemer 40 deelnemingsjaren kan – ongeacht het feitelijk opgebouwde pensioen – op 63-jarige leeftijd een ouderdomspensioen worden toegezegd van 70% van het laatst verdiende loon inclusief de AOW.
Pensioen
Verzamelnaam voor periodieke uitkeringen (meestal maandelijks), die het vroegere salaris vervangen in geval van ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid. Gemeenschappelijk kenmerk is dat de uitbetaling van het pensioen in elk geval eindigt zodra de rechthebbende is overleden en dat de opbouw ervan plaatsvindt in verband met het verrichten van arbeid. Het begrip ‘pensioen’ dient te worden gereserveerd voor situaties waarin sprake is van periodieke uitkeringen als bovenbedoeld, die voortvloeien uit de verhouding werkgever-werknemer. Periodieke uitkeringen bij ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid, die hun oorsprong vinden in de sociale zekerheidswetgeving en in de privésfeer getroffen voorzieningen, vallen niet onder het pensioenbegrip. De opbouw van pensioenaanspraken vloeit voort uit arbeidsvoorwaarden, het is een vorm van beloning; dit kenmerk onderscheidt pensioen duidelijk van lijfrenten en sociale zekerheidsuitkeringen.
Plus-circuit 4%
Aanduiding voor ‘Stichting 4%-plus-circuit voor Waardeoverdracht’ die tot 1 januari 1999 bestond. Per deze datum is het 4%-plus-circuit opgegaan in Het Pluscircuit.
Postnumerando
De term geeft aan dat betalingen steeds aan het einde van een deelperiode (van de totale terugbetalingstermijn) plaatsvinden. Bij jaarlijkse termijnen vindt de betaling dus steeds aan het eind van het jaar plaats. Zie ook: Annuïteit, Prenumerando.
Prolongatie(overzicht)
Het prolongatieoverzicht geeft inzicht in de te betalen bruto premies en de verzekerde bedragen (pensioen of kapitaal) van de werknemers.
Private equity
Beleggen in private equity betreft het beleggen in aandelen van niet-beursgenoteerde ondernemingen. Een private equity investering varieert van het participeren in jonge bedrijven die nog niet volgroeid zijn om via de beurs te worden verhandeld tot het financieren van de overname van gevestigde bedrijven.
Prioriteit
Een pensioenfonds kan de schade herverzekeren, die kan ontstaan door overlijden. Veel pensioenfondsen sluiten slechts een herverzekeringscontract af voor een deel van deze schade. De prioriteit is gelijk aan de grens tussen de schade die het pensioenfonds bereid is zelf te lijden en de schade die het fonds herverzekert door middel van een stop-lossverzekering.
Prepensioen
Een pensioensoort bedoeld als vervanging voor een vut-regeling. Het betreft een tijdelijke uitkering welke uiterlijk eindigt op de 65-jarige leeftijd of zoveel eerder als het ouderdomspensioen ingaat. Op grond van de Wet aanpassing fiscale behandeling Vut-prepensioen en introductie levensloopregeling kan met ingang van 1 januari 2005 geen nieuwe prepensioenregeling met fiscale begunstiging worden ingevoerd. Met ingang van 1 januari 2006 dienen bestaande prepensioenregelingen te worden afgeschaft. Het voorgaande geldt niet voor degenen die voor 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren. Voorts zal op basis van het aanvullend overgangsrecht 2006 bij instandhouding van een prepensioenregeling, de werknemer niet worden geconfronteerd met de gevolgen van een onzuivere regeling (belaste aanspraak). Wel zal de werkgever worden geconfronteerd met eindheffing van 52% over de bovenmatige prepensioenaanspraak.
Prenumerando
De term geeft aan dat betalingen (bijvoorbeeld termijnen van een ingegaan pensioen) steeds aan het begin van de deelperiode (van de totale terugbetalingstermijn) plaatsvinden. Zie ook: Annuïteit, Postnumerando.
Premievrijstelling
Zie: premievrije (pensioen-) opbouw.
Premievrije aanspraken bij ontslag
Indien het deelnemerschap aan een pensioenregeling eindigt, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioenleeftijd, verkrijgt de gewezen
Premievrije (pensioen)opbouw
Wanneer een deelnemer aan een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt, hoeft deze deelnemer in veel gevallen geen of een deel van de reglementaire pensioenpremie te betalen, terwijl de opbouw van het pensioen toch volledig wordt voorgezet.
Premievakantie
Als het pensioenfonds de aangesloten werkgever gedurende een bepaalde periode de contractuele pensioenpremie kwijtscheldt, dan spreekt men van een premievakantie.
Premiesysteem
Een systeem van financieren van een pensioenregeling waarbij, voor de veiligstelling van de aanspraken die betrekking hebben op toekomstige jaren van deelneming, telkens een premie wordt vastgesteld die in de toekomst gelijkblijvend wordt verondersteld. Voor de financiering van eventuele aanspraakverbeteringen die betrekking hebben op verstreken jaren van deelneming, worden bij een eindloonregeling eventueel afzonderlijk eenmalige koopsommen gestort.
Premiereserve
Zie: Voorziening pensioenverplichtingen.
Premieovereenkomst
Op grond van de Pensioenwet is dit een van de drie toegelaten pensioensystemen. De premieovereenkomst is een overeenkomst inzake een vastgestelde premie die uiterlijk op de pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Zie ook: beschikbare premie.
Premiekortingsgrens
Begrip dat in het nieuwe financieel toetsingskader
Premiedemping
Een methode om fluctuaties bij de vaststelling van de premie te voorkomen. Bij het toepassen van de FTK
Premie Holiday
Zie: Premievakantie.
Premie
Periodieke betaling die men aan de uitvoerder van een pensioenregeling is verschuldigd voor de financiering van een pensioenaanspraak. Indien de periodieke premiebetaling voortijdig wordt gestaakt, wordt die pensioenaanspraak verlaagd tot het zogeheten premievrije pensioen. Zie ook: Premiesysteem en Inhaalpremiesysteem.