Eerste BAC Arts - Vergelijkende Biologie

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 03/01/2008, BE
Woorden: 581


Corpus Luteum (Gele lichaampje)
Een cellencluster die ontwikkelt uit de ovarium follikel na de ovulatie. Secreert estradiol en progesteron.

corpus callosum
de grootste commissuur (zenuwweefselband, naad) v-h brein, die de neocortex gebieden aan elke zijde v-h brein onderling verbinden.

Coronaire arteries
de slagaders die de hartspier van zelf van bloed voorzien (kransslagaders).

Coping response
Een respons waarmee een organisme een negatieve stimulus kan vermijden, ontlopen of minimaliseren, waardoor de stress effecten afnemen.

Coolidge effect
Het herstellende effect van introductie van een nieuwe vrouwelijke sekspartner aan een man(netje) dat schijnbaar uitgeput was door seksuele activiteit. (vb. bij kippen)

Connectieven
verbinden de ganglia van verschillende segmenten, waardoor, samen met de commisuren een touwladderstructuur ontstaat.

Conditioned emotional response
Een klassiek geconditioneerde respons, die voorkomt wanneer een neutrale stimulus wordt gevolgd door een negatieve stimulus, die zowel automatsich, gedragsmatige als endocriene elementen bevat, zoals veranderingen in het hartritme, "freezing", secretie van stress-hormonen, …

Computerized Tomography (CT)
Het gebruik van een toestel, dat een computer gebruikt om data, bekomen via een röngenscan, te analyseren om zodoende een 2-dimensioneel beeld te bekomen van een doorsnede ("slice") van het lichaam.

Complexe cellen
Een neuron in de visuele cortex, dat reageert op de aanwezigheid van een lijnsegment met een bepaalde oriëntatie, gelokaliseerd in het receptieve veld, zeker als de lijn loodrecht beweegt naar zijn oriëntatie.

Complementaire kleuren
Kleuren die wit en grijs maken als ze worden samengevoegd.

Communicatieact
De cascade van gebeurtenissen in de vorm van: de zender zendt in onveranderlijke codetaal de aard van een probleem naar de ontvanger, die het probleem moet oplossen, en zelf dan de zender wordt om feedback te geven aan de oorspronkelijke zender.

Communicatie
Dit is overdracht van informatie, informatie zelf is onstoffelijk maar vaak zijn de boodschappers wel stoffelijk (hormonen bijv.).

Commisuur
onderdeel dat binnen elk segment de twee ganglia verbindt.

Coelomata
organismen met een volledig met mesoderm afgelijnde lichaamsholte. Aan het mesoderm kan men bij deze dieren dus een visceraal blad (endodermzijde) en een pariëtaal blad (ectodermzijde) onderscheiden. Hier is dus een echt coeloom als 2e lichaamsholte

Coelenterata
Holtedieren, diblastische organismen, ze bezitten een darmblindzak zodat extracellulaire vertering voorafgaat aan fagocytose, en grotere prooien verorberd kunnen worden.

Codon
Een opeenvolging van 3 nucleotiden die een bepaalde betekenis hebben.

Cochleaire zenuw
De tak van de gehoorzenuw die auditieve informatie doorstuurt van de cochlea naar de hersenen.

Cochleaire implantatie
Een electronisch toestel, dat via een operatie is ingeplant in het binnenoor, zodat een doof persoon toch kan horen.

Cochlea
De slakkenhuisvormige structuur in het binnenoor, dat het auditief transductiemechanisme bevat.

Cocaïne
blokkeert de reuptake van DA en NE

Curare
blokkeert de nicotine-receptor waardoor ACh niet kan worden opgenomen (spierparalyse).

Cupula
Een gelatineachtige massa, in de ampulla van de semicirculaire kanalen. Beweegt ten gevolge van de stroom van de vloeistof in de kanalen.

Cutaneous senses
Huidgevoeligheid, tast.

Cytochrome oxidase (CO) blob
De centrale regio van een deel van de primaire visuele cortex, onthuld door een vlek voor cytochrome oxidase, bevat golflengte-gevoelige neuronen. Is een deel van het parvocellulair systeem.

Cyanobacteria
prokaryote levensvorm

cytoskelet
gevormd door aan elkaar gelinkte microtubules en andere proteïnevezels die de cel haar vorm geeft

Cytoskelet
Een "skelet" in de cel van proteïnedraden. Het is een zeer belangrijk celorganel, laat cellen onder andere toe een bepaalde vorm aan te nemen, andere moleculen te verankeren en polariteit (bijvoorbeeld voor en achter) te genereren.

cytoplasma
stroperige, semi-liquide substantie in het inwendige v-e cel

Cytokenese
celdeling

Darmplooien
plooien in de binnenkant van de darm om het oppervlak te vergroten.

desynchronie
onregelmatige elektrische activiteit opgemeten van de hersenen, verbonden aan periodes van opwinding (arousal)

Desoxiribonucleïnezuur (DNA)
lange, complexe macromolecule bestaande uit twee onderling verbonden spiraalvormige strengen, samen met eiwitten; DNA-strengen die de chromosomen construeren

Deprenyl
blokkeert de activiteit van MAO-B (MAO is het enzym dat de monoamines i-d terminal buttons afbreekt, MAO-B is er een bestanddeel van).

depolarisitie
reductie (tot 0) v-h membraanpotentiaal v-e cel t.o.v. het normaal rustpot. (AP stijgt)

dendrietuitsteeksel
kleine knop a-d opp. v-e dendriet, waarmee een eindknop v-e ander neuron een synaps vormt.

Dendriet
zie Neuron.

dendriet
vertakte structuur bij het cellichaam v-e neuron; ontvangt info v-d eindknoppen of andere neuronen

delta-activiteit
regelmatige synchrone elektrische activiteit van minder dan 4Hz opgemeten in de hersenen, die voorkomt tijdens de diepste lagegolfslaapfases (slow wave). Dus in stage 3 en 4.

Deiter's cel
Een ondersteunende cel, in het orgaan van Corti, dat de haarcellen hecht aan het basilair membraan

Defeminizing effect
(Anti-vrouwelijkheidseffect) Een hormonaal effect (door het Anti-Mülleriaan hormoon), vroegtijdig in de ontwikkeling, en dat de latere ontwikkeling van typisch vrouwelijke anatomische karakteristieken of gedrag reduceert of preventeert.

Deuterostomia
organisme bij welke het mesoderm zich vormt volgens mesoderm (2).

Deuteranopia
Een erfelijke vorm van defect kleurenzicht, in dewelke rode en groene kleurschakeringen verward worden : 'groene' kegeltjes zijn gevuld met opsin van 'rode' kegeltjes.

Display rule
Een cultureel bepaalde regel die de expressie van emotie regelt in een specifieke situatie.

Dihydrotestosteron
Een androgen geproduceerd van testosteron dmv de werking van het 5 reductase enzyme.

diffusie
de beweging van moleculen van plaatsen met hoge naar plaatsen met lage concentratie.

Diffusie
De verplaatsing van stoffen opdat het concentratiegradiënt in evenwicht is tussen 2 of meer compartimenten of plaatsen.

Diastole
relaxatietoestand van het hart.

Dorsale laterale geniculate nucleus
Een groep van cellischamen in het laterale geniculate lichaam van de thalamus, krijgt inputs van het retina en projecteert naar de primaire visuele cortex.

doelcel
het type cel dat onmiddellijk wordt getroffen door een hormoon of zenuwvezel.

Drug dependency insomnia
(slapeloosheid door afhankelijkheid van slaapmiddelen) slapeloosheid veroorzaakt door de nevenwerkingen van steeds grotere dosissen slaapmiddelen

Duodenum
Twaalfvingerige darm (ongeveer 28 centimeter lang), is van de maag afgesloten met de pylorussfincter, de sluitspier. Het halfverteerde voedsel uit de maag wordt in kleine hoeveelheden hierin binnengelaten. Het HCl uit de maag wordt geneutraliseerd doordat onder invloed van het hormoon secretine de pancreas grote hoeveelheden bicarbonaationen afgeeft aan het darmlumen, in de duodenum stijgt de pH dus ook ver tot boven het optimum van perpsine dat inactief wordt.

Ductus choledocus
een soort gangetje waarmee de pancreas en de galblaas uitmonden in het duodenum.

Dubbel Labeling
Neuronen labelen, in een bepaald gebied dmv 2 verschillende wijzen, bijvoorbeeld door het gebruik van een anterograde merkstof en een label voor een bepaald enzyme.

dualisme
het geloof dat het lichaam fysisch is maar de geest (of de ziel) niet.

Echinodermata
stekelhuidigen, zoals zeesterren.

Ectoderm
Het buitenste kiemblad, gevormd door cellen van de animale pool na de gastrulatie. Zal hoofdzakelijk aanleiding geven tot vorming van de buitenste lagen van de huis of het integument, met inbegrip van alle in- en uitstulpingen.Bij chrodata zal het ectoderm dat boven de chorda gelegen is via inductie differentiëren tot de neurale plaat, wat dan over het neurale buisstadium uiteindelijk het volledige zenuwstelsel zal vormen. Dit laatste is dus ook van ectodermale oorsprong.

Elongatie
Verlenging

elektrostatische druk
de aantrekkingskracht tussen geladen atoompartikels met tegengestelde lading of de afstotingskracht tussen geladen atoompartikels met gelijke lading.

elektromyogram (EMG)
apparaat dat spieractiviteit meet. Een elektrisch potentiaal opgemeten door elektroden vastgemaakt in of aan de spieren

elektroliet
ioniserende waterige oplossing (zuur, base, zout).

Elektroencephalogram (EEG)
De registratie van elektrische hersen-potentialen, via electrodes die op de schedel geplaatst worden.

elektrode
een geleider waarmee een elektrische stimulatie wordt toegediend of waarmee het elektrisch vermogen wordt vastgelegd.

electro-oculogram (EOG)
apparaat dat oogbewegingen meet. Een elektrisch potentiaal van de ogen, opgemeten door elektroden op de huid rond de ogen

Emotional facial paresis
Gebrek aan beweging van de faciale spieren in antwoord op emoties bij mensen die geen moeilijkheid hebben om deze spieren vrijwillig te gebruiken. Wordt veroorzaakt door schade aan de insulaire prefrontale cortex, subcorticale witte stof van de frontale lob of delen van de thalamus.

Enterocoeloom
Zoals bij de diverse coelomata vermeld kan het coeloom in oorsprong gevormd worden als afsplitsing van de archenteronholte, dit enterocoeloom wordt aangetroffen bij stekelhuidigen en alle chordata.

Endosymbiose hypothese
De hypothese dat door middel van het symbiotische versmelten van kleine, toenmalig aëroob ademende en fotosythetiserende prokaryoten met een grotere cel, de latere mensencel bijvoorbeeld, er dus geinvagineerde prokaryoten waren in de cel, die later de mitochondria en eventuele chloroplasten zouden vormen.

endoplasmatisch reticulum
parallelle membraanlagen in het celcytoplasma; het ruwe bevat ribosomen en is betrokken bij de proteïneproductie afgescheiden door de cel; het gladde is de plaats v-d lipidesynthese en voorziet kanalen voor de afscheiding van moleculen betrokken in verscheidene cellulaire processen.

Endoderm
Het binnenste kiemblad, gevormd door cellen van de vegetatieve pool na de gastrulatie. Omzoomt na eventuele afsplitsing van het chordo-mesoderm bij de latere chordata enterocoelomata, het archenteron. Vermits het latere spijsverteringsstelsel met al zijn aanhangsels volledig uit het archenteron ontstaat zijn alle opbouwende cellen van endodermale oorsprong.

endocriene klier
klier met afscheiding i-d extracellullaire vloeistof rond de capillaria en i-d bloedstroom.

Enzymen
stoffen die reacties in het lichaam katalyseren, ze doen zelf niet mee aan de afbraakreactie, dat wil zeggen dat ze niet reageren en dus opnieuw gebruikt kunnen worden ( zie ook pagina 92 van het tekstboek).

enzyme
molecule die een chemische reactie controleert; combineert of deelt substanties in twee delen

enzymatische deactivatie
vernietiging v-e juist afgegeven NT door een enzyme, hiermee eindigt het postsynaptische pot., vb. afbraak (door opsplitsing in delen) van acetylcholine door acetylcholinesterase.

Epitopen
de herkennigsplaatsen van een antilichaam op het antigeen. Er zijn sequentie-epitopen, die afhangen van de volgorde van aminozuren of suikerresten, en structuur-epitopen, die afhangen van de orientatie van sequenties.

Estrous cyclus
De vrouwelijke reproductiecyclus van zoogdieren die geen primaten zijn.

Estradiol
Het belangrijkste oestrogeen voor vele zoogdieren, incl. de mens.

Eukaryoot
Een celkern bevattend

Eubacteria
prokaryote levensvorm

Evenwichtsmembraanpotentiaal
Cellen verplaatsen steeds geladen ionen (Na, K en Cl met name) naar 1 kant van de cel waardoor er steeds een spanningsverschil is, het potentiaal wat over het membraan staat als het systeem in evenwicht is, heet het Evenwichtsmembraanpotentiaal.

evolutie
graduele verandering i-d structuren e-d fysiologie van plant- & dierspeciën - alg. complexere organisme produceren - als resultaat van nat. selectie.

experimentele amputatie,wegneming (ablatie)
onderzoeksmethode waarbij de functie v-e bepaald deel v-h brein wordt afgeleid a.d.h.v. het observeren van gedrag bij dieren, dat niet meer kon worden uitgevoerd nadat 'dat' deel i-h brein was beschadigd.

Experimentele ablatatie
Het verwijderen of de vernietiging van een deel van de hersenen van een laboratoriumdier. Hierbij veronderstellend dat de functies die niet meer kunnen uitgevoerd worden, voorheen door de verwijderde regio werden gecontroleerd (= lesie).

Exons
zie Genen

exocytose
afscheiding v-e substantie door vesikels; proces waarbij neurotransmitters worden afgescheiden

Exocytose
het uitscheiden van stoffen door de cel door middel van het met de plasmalemma laten versmelten van een blaasje.

exitatorisch postsynaptische pot. (EPSP)
exitatorische depolarisatie v-h postsynaptische membraan v-e synaps veroorzaakt door de afgifte v-e NT door de eindknop.

Excitotoxisch letsel
Een hersenlesie veroorzaakt door een intracerebrale injectie van een exciterend aminozuur, zoals kainezuur.

Extrastriate cortex
Regio van visuele associatie cortex, ontvangt vezels van de primaire visuele cortex en van de superior colliculi eb projecteert deze naar de inferior temporale cortex.

extracellulair vocht
vloeistof waardoor de cel wordt omgeven. (buiten de cel)

fatale familiale slapeloosheid
Een overerfbare neurologische kwaal is fatale familiale slapeloosheid, die gekenmerkt wordt door progressieve slapeloosheid (insomnia): resulteert in beschadiging vd thalamus

Faseverschil
Het verschil in aankomsttijd van geluidsgolven in beide trommelvliezen.

Farynx
het eerste deel van het spijsverteringsstelsel, de kieuwdarm. Staat met een aantal kieuwspleten in verbinding met de buitenwereld. Bij de mens gebied tussen mond en slokdarm geworden.

fagocytose
proces waarbij cellen andere cellen of cellulaire degeneratieproducten opeten

Fagocytose
de opname van voedsel via endocytose (het opnemen van een stof door het afsnoeren van een blaasje dat versmelt met de celmembraan).

Fertilisatiemembraan
Om pelyspermie of het binnendringen van meerdere zaadcellen in dezelfde eicel te voorkomen wordt onmiddellijk na de bevruchting de vitellinemembraan omgevormd tot een ondoordringbare fertilisatiemembraan.

Feromonen
Een chemische stof die wordt vrijgemaakt door een dier en het gedrag of de psyche van een ander dier beïnvloed. Wordt meestal geroken of geproefd.

Fenfleuramine
inhibeert de reuptake en stimuleert de vrijgave van serotonine (obesitas).

Fixatief
Een chemische stof zoals formaline, gebruikt om lichaamsweefsel te bewaren.

Fluorogold
Een kleurstof die dient als een retrogade label. Wordt opgenomen door terminale knopen en terug gevoerd naar de cellichamen.

Fluoxetine (Prozac)
inhibeert de reuptake van serotonine.

Fotoreceptor
1 van de receptorcellen van het retina, doet aan transductie van de lichtenergie in electrische potentialen.