Eerste BAC Arts - Vergelijkende Biologie

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 03/01/2008, BE
Woorden: 581


PCP
(hallucinogerende drug) blokkeert de NMDA-receptor waardoor glutamaat niet kan worden opgenomen - indirect

Persistent Mülleriaans duct syndroom
Een toestand veroorzaakt door een congenitaal gebrek aan anti-Mülleriaan hormoon of receptoren voor dit hormoon bij een man. Dit veroorzaakt de ontwikkeling van beide (mannelijke en vrouwelijke) interne geslachtsorganen.

Peroxysomen
zie lysosomen

Periferaal Zenuwstelsel (PZS)
Deel van het ZS buiten het CZS, inclusief de zenuwen gehecht aan de hersenen en het ruggenmerg

peribrachiale zone
de zone rond de branchium conjunctivum, die zich bevindt in de dorsolaterale pons, bevat achenergische neuronen betrokken in de aanzet tot REM slaap. Wanneer we een kleine hoeveelheid carbachol (een drug die acetylcholine receptoren stimuleert) inspuiten in de pons ventraal vd locus coeruleus, vertoont het dier REM slaap. Stimuleert achenergische receptors.

Periaqueductale grijze stof (PAG)
De regio van de middenhersenen die de cerebrale aquaduct omgeven. Speelt een essentiële rol in de typische gedragingen van verschillende soorten, incl. vrouwelijk seksueel gedrag.

Perfusie
Het proces waarbij het bloed van een dier vervangen is door een vloeistof zoals een zoutoplossing of een fixatief, om het hersenweefsel te onderzoeken.

peptide
aminozuurketen samengehouden door peptidebindingen.

PGO-golven (pons-geniculate-occipitaal) bij labodieren
uitbarstingen van fasische elektrische activiteit die zijn oorsprong vindt in de pons, gevolgd door activiteit in de laterale geniculate nucleus en de visuele cortex, een eigenschap van de REM SLAAP

Pharynx
Zie Farynx

PHA-L
Phaseolus Vulgaris Leukoaglutinin. Dit is een proteïne, afgescheiden van lima-bonen, gebruikt als een anterograde merkstof. Wordt opgenomen door dendrieten en cellichamen, en vervoerd tot aan de einden van de axonen.

Pinocytose
hetzelfde als fagocytose, maar dan met vloeistof om te drinken, als je dat zo kunt noemen wat die haast onzichtbare beestjes doen in hun leventje.

pinocytosis
het uitknijpen v-e knop of celmembraan dat zich doorheen het inwendige v-d cel beweegt.

pijnappelklier (pineal gland)
een klier bevestigd aan het dorsale tectum, die melatonine produceert en een rol speelt in circadiaanse en seizoensritmes

Picrotoxine
blokkeert de GABAA-receptor - indirect (hoge dosis ? convulsies)

Pitch
Een perceptuele dimensie van geluid. Komt overeen met de basisfrequentie.

Plasmiden
Kleine circulaire dubbelstrengs DNA-moleculen die in vele bacteriën naast het bacterieel chromosoom, of genetofoor, worden aangetroffen.

Plasmalemma
De celmembraan, een fosfolipiden bilayer, of dubbellaag die iedere cel omgeeft. Over de binnen en buitenkant van dit membraan bestaat een spanningsverchil. Het bestaat uit moleculen met een hydrofiele kop, die zich dus naar buiten zal richten, dus richting het celplasma of de intracellulaire vloeistoffen, en een hydrofobe staart, die zich dus naast elkaar richt. In de celmembraan zijn ook zeer veel verschillende dingen aan te treffen als receptoren eiwitten, poorten en dergelijke. Het celmembraan kan dus sommige stoffen er wel of niet doorlaten, het is semi-permeabel, en zelfsluitbaar.

Plantae
Autotrofe planten, de gemiddelde boom of struik

Plaatscode
Het systeem waardoor informatie over verschillende frequenties is gecodeerd door verschillende locaties op het basilair membraan.

postsynaptische receptor
receptormolecule i-h postsynaptische membraan v-e synaps die een bindplaats bevat voor een NT.

postsynaptische potentiaal
veranderingen i-h postsynaptische neuronmembraanpot., door afgifte v-e neurotransmitter op de synaps.

postsynaptische membraan
celmembraan tgo de eindknop i-e synaps; het celmembraan dat de 'boodschap' ontvangt.

Positron Emission Tomografie (PET)
Het gebruik van een toestel dat de plaats toont van een radioactieve merkstof in levende hersenen.

Poortader
een verbinding vormend element tussen 2 orgaansystemen en begint en eindigt met een capillair net.

Polysachariden
Polymeren van glucose moleculen zoals zetmeel, cellulose en glycogeen.

Poly(ribo)somen
ribosoomsnoeren, bestaande uit ribosomen welke gezamenlijk en consecutief eenzelfde RNA vertalen.

Poly-A-staart
Bij het mRNA wordt er na de transcriptie meestal nog een lange staart van adenosinenucleotiden gevoegd. Dit zou het mRNA beschermen tegen afbraak van exonucleasen.

Proteasen
Stoffen die proteïnen afbreken tot peptiden en aminozuren.

Protanopia
Een erfelijke vorm van defect kleurenzicht, in dewelke rode en groene kleurschakeringen verward worden : 'rode' kegeltjes zijn gevuld met opsin van 'groene' kegeltjes.

Prospagnosie
Falen om specifieke mensen te herkennen, bij het zien van hun gezicht.

Prolacitine
Een van de adeno-hypofyse afkomstig hormoon, noodzakelijk voor de productie van melk. Heeft een inhiberend effect op mannelijk seksueel gedrag.

Prokaryoot
Geen celkern bevattend

Progesteron
Een steroid-hormoon geproduceerd door de ovaria (door de gele lichaampjes), dat zorgt voor de geschiktheid van het baarmoederslijmvlies tijdens het laatste deel van de menstruatiecyclus en de zwangerschap. Samen met estradiol bevordert het de innesteling van de bevruchte eicel.

presynaptische ondersteuning
actie v-e presynaptische eindknop in een axoaxonische synaptische, verhoogt de hoeveelheid NT afgegeven door de postsynaptische eindknop.

presynaptische membraan
membraan v-e eindknop die aanpalend aan het postsynaptische membraan ligt.

presynaptische inhibitie
actie v-e presynaptische eindknop in een axoaxonische synaptische, reduceert de hoeveelheid NT afgegeven door de postsynaptische eindknop.

Predation
Aanval van een dier op een individu van een andere soort, die behoort tot de prooi van het aanvallende dier. Dit soort aanvallen gaat niet gepaard met een hoger activatieniveau.

Protozoa
eencellige levensvormen die een volwaardig organisme vertegenwoordigen dat alle levensfuncties zelfstandig kan vervullen.

Protostomia
Dieren waarbij het mesoderm vormt volgens: Zie mesoderm (1)

Protonefridia
Zie solenocyten

Protoctista
Eencellige protozoa en algen, meercellige wieren, slijmzwammen en waterschimmels.

Pseudopodia
de schijnvoetjes waarmee bijvoorbeeld amoeben zich voorbewegen.

Pseudocoelomata
bij deze organismen is er wel een secundaire lichaamsholte aanwezig maar de wordt slechts aan 1 zijde, de kant van het ectoderm, door mesodermale structuren omzoomd. De secundaire lichaamsholte, aangeduid als vals of pseudocoeloom is typisch voor Aschelminthes.

Pylorus
Deel van de maag, hier zit de sluitspier van de maag die verbinding maakt met de twaalfvingerige darm.

Quinquagesima
De zondag Quinquagesima (Dominica in Quinquagesima in het Latijn) is de benaming voor de zondag vóór Aswoensdag. De naam komt oorspronkelijk uit het Latijn quinquagesimus (vijftigste), dit verwijst naar de vijftig dagen voor Goede Vrijdag. Bij de aanpassing van de liturgische kalender na het Tweede Vaticaans Concilie werden de drie zondagen van de voorvasten (Septuagesima, Sexagesima en Quinquagesima) niet meer opgenomen en vervangen door gewone zondagen door het jaar. Er zijn echter ook katholieken die de Tridentijnse liturgie vieren en de daarbij horende liturgische kalender volgen, schitterend woord voor galgje dacht ik zo.

rate-wet
principe waarbij de variaties in intensiteit v-e stimulus of andere info, overgebracht i-e axon verklaard wordt door variaties i-h tempo waarmee het axon vuurt.

Rate code
Het systeem waardoor informatie over verschillende frequenties is gecodeerd door de snelheid van het vuren van neuronen in het auditief systeem.

raphe nuclei
groep nuclei in de reticulaire formatie vd medulla, de pons en de middenhersenen, die zich bevinden langs de middenlijn; zij bevatten serotonergische neuronen

Reserpine
voorkomt de opslag van monoamines

RER (Rough endoplasmatic reticulum)
Ruw endoplasmatisch reticulum, vormt samen met het SER binnen de cel een doorlopend systeem van kanalen, holten en cysternae. In het lumen van het RER komen eiwitten terecht die gemaakt worden door de verankerde ribosomen en bestemd zijn voor secretie of membraaninbouw. Het verzekert verbinding met de parallel georganiseerde cisternae van het Golgi-apparaat waar onder meer processing en condensering van de aangevoerde eiwitten voorafgaat aan hun insluiting in vesikeltjes die uiteindelijk afsnoeren.

REM slaap
periode van gedesynchroniseerde EEG activiteit, waarbij dromen, snelle oogbewegingen en spierverlamming voorkomen, ook paradoxicale slaap genoemd

Refractaire periode
Tijdsinterval na een bepaalde actie (vb. ejaculatie) waarbij de actie niet meteen opnieuw kan plaatsvinden.

reflex
autom., stereotype beweging, die het onmiddellijk resultaat is v-e stimulus.

reductie
wet. verklaring waarbij een fenomeen beschreven wordt in termen van onderliggende, meer elementaire (basis fysiologische) processen. Men probeert gedrag te verklaren vanuit generalisatie en reductie.

Receptor potentiaal
Een trage electrische potentiaal, geproduceerd door een receptorcel als antwoord op een fysieke stimulus.

Receptieve veld
Het deel van de gezichtsveld, waarin de presentatie van visuele stimuli een verandering zal produceren in de afvuur frequentie van een specifiek neuron.

rebound fenomeen
Testen wezen uit dat ppn die telkens wakker gemaakt worden tijdens REM SLAAP steeds meer in REM SLAAP zullen gaan en na enkele dagen zonder REM SLAAP treedt het rebound fenomeen op: de toegenomen frequentie of intensiteit van een fenomeen nadat het tijdelijk werd onderdrukt, vb: de toegenomen REM SLAAP na een periode van REM slaaptekort. Er is dus een bepaalde nood aan REM SLAAP, gecontroleerd door een regelingsmechanime.

Re-uptake
terug binnenhalen v-e juist afgegeven NT door het membraan, hiermee eindigt het postsynaptische pot.

Reukepitheel (olfactory epithelium)
Epitheel weefsel van de nasale sinus die de cribiforme plaat bedekt. Bevat de cilia van de reukreceptoren. (Sesam p. 330)

Retrograde labeling methode
Een histologische methode die cellichamen labelt die terminale knopen doen ontstaan die synapsen vormen met cellen in een bepaalde gebied.

retrograad
tegenovergestelde richting als anterograad

Retinale dispariteit
Het principe: verschillende punten van een object, gelocaliseerd op verschillende afstanden van de observator, zullen op lichtjes verschillende locaties vallen op de 2 retina's, en zo de basis voorzien voor stereopsis.

Retinal
Een chemische stof, gesynthetiseerd uit vitamine A. Bindt samen met een opsin tot fotopigment.

Retina
Neurale stof en fotoreceptieve cellen, gelocaliseerd op het binnenste oppervlak van het posterior gedeelte van het oog.

Rhodopsin
Een specifieke opsin, gevonden in kegeltjes.

Riemgebied (belt region)
Het eerste niveau van de auditieve associatieve cortex. Omringt de primaire auditieve cortex.

ribosoom
cytoplastische structuur, bestaande uit eiwitten, in de nucleus die genetische informatie draagt.

Ribosomen
korrelige structuren, hetzij ronddrijvend in het cytoplasma, hetzij op het ruw endoplasmatisch reticulum, ze vertegenwoordigen complexen van ribosomale RNA's en ribosomale eiwitten, en zorgen dus voor de eiwitsynthese, oftewel translatie.

Rond venster
Een opening in het been rond de cochlea van het binnenoor, dat toelaat om trillingen door te geven, via het ovale venster, tot in de vloeistof van de cochlea.

rustvermogen
het membraanpotentiaal v-e neuron als het niet wordt veranderd door opwekking of verhindering van postsynaptische potentialen; bij benadering -70mV in het grote axon v-d pijlinktvis.

Rugae
plooien in de maag die het oppervlak vergroten

saltatorische conductie
sprongsgewijze conductie (saltatorische conductie): conductie van actiepot. door gemyelineerde axons. Het actiepot. springt v-d ene knoop van Ranvier naar de volgende.

Saccule
Eén van de vestibulaire zakken.

Saccadische beweging
Snelle, schokkende beweging van de ogen, gebruikt om de omgeving te scannen.

Saturatie
1 van de perceptuele dimensies van kleur : zuiverheid.

Schwann cel
Cel in het PZS, gewikkeld rond een gemyelineerd axon, voorziet 1 segment van zijn myelinekoker

Schizocoeloom
bij andere coelomata dan stekelhuidigen en chordata, ontstaat het coeloom door splijting, het creëren van holtes in het mesoderm. Dit schizocoeloom vinden we terug bij Annelida, de Molusca en de Arthropoda.

Schijnletsel
een placebo-procedure die al de stappen volgt van een hersenlesie, behalve die stap die de schade zou aanrichten.

Schijf van Merkel
Een tastgevoelig eindorgaan, aan de basis van de epidermis, naast de zweetopeningen.

Scanning electronen microscope
Een microscoop die 3D informatie levert over de vorm of de oppervlakte van een klein voorwerp.

SER (Smooth endoplasmatic reticulum)
Glad endoplasmatisch reticulum, vormt samen met het RER binnen de cel een doorlopend systeem van kanalen en holten en cysternae. Sterk ontwikkeld in steroide producerende cellen en fungeert in spiercellen als Ca++ opslagplaats.

Sensorische transductie
Proces waarbij sensorische stimuli omgezet worden in trage receptor-potentialen.

Sensorische receptor
Een gespecialiseerd neuron, dat een specifieke categorie van fysieke gebeurtenissen detecteert.

sensorisch neuron
neuron dat wijzigingen detecteert in de externe en interne omgeving en deze doorstuurt naar het CZS

Semicirculair kanaal
Eén van de drie ringachtige structuren van het vestibulair apparaat dat veranderingen in hoofdrotatie detecteert.

Semi-conservatieve replicatie
Bij het kopiëren van de genetische informatie ontstaan er 2 complementaire strengen DNA. De 1 is nieuw aangemaakt tegen 1 van de 2 oude aan. Er blijft dus 1 oude streng over, dus is dit semi conservatief.

Selenoide model
De transitie tussen chromatine en chromosomen is terug te voeren tot de moleculaire samenstelling en organisatie van die model dat condensering van chromatine tot staafvormige chromosomen en vice versa mogelijk maakt.

selectief voordeel
een karakteristiek v-e organisme dat het toelaat om een meer dan gemiddeld aantal nakomelingen te produceren.

Seksuele dimorfische nucleus (SND)
Een kern in het preoptisch gebied, bij mannen veel groter dan bij vrouwen. Speelt een rol bij het seksuele gedrag.

Seksueel dimorfisch gedrag
Een gedrag dat voorkomt onder verschillende vormen of dat voorkomt bij verschillende waarschijnlijkheid of onder verschillende omstandigheden bij mannen en vrouwen.

second messenger
chem. stof die geproduceerd wordt als een G-prot. een enzyme activeert; draagt een signaal dat resulteert in het openen v-e ionkanaal of andere gebeurtenissen i-d cel veroorzaakt

Sinus-golf rooster
Een serie van rechte, parallelle banden, die continu veranderen van helderheid, volgens een sinus-golf-functie, langs een lijn loodrecht op de lengte.

Single-unit Recording
Registreren van de elektrische activiteit van een enkel neuron.

Simultanagnosia
Moeilijkheden om meer dan 1 object terzelfdertijd te zien.

Simpele cellen
Een oriëntatie-gevoelig neuron in de striate cortex, wiens receptieve veld georganiseerd is in een 'opponent fashion'.

Sikkelcelanemie
Dit is een erfelijke afwijking die met name bij negroïde mensen voorkomt. Deze afwijking is te wijten aan het feit dat 1 aminozuur in het hemoglobinemolecuul anders is dan in een normaal hemoglobinemolecuul, waardoor het molecuul een andere vorm aanneemt. Dit uit zich in de vorm van erythrocyten die bij lage zuurstofspanning een sikkelvorm aannemen. Sikkelcelanemie gaat gepaard met een hogere weerstand tegen malaria, omdat de malariaparasiet zich te goed voelt om zich in sikkelcellen te gaan voortplanten, dus eigenlijk is de malariaparasiet maar een arrogant ventje.

Slaapverlamming (sleep paralysis)
symptoom van narcolepsie, verlamming die voorkomt vlak voordat iemand in slaap valt. Aanraking of de naam zeggen kan iemand uit deze verlamming doen opschrikken

Slaapaanvallen
symptoom van narcolepsie, onweerstaanbare drang om te slapen tijdens de dag, waarna de persoon fris wakker wordt. Deze slaap verloopt normaal en duurt 2 tot 5 minuten.

slaap-apneu (sleep apnea)
niet kunnen slapen en ademhalen tegelijkertijd (ivm snurken)