Eerste BAC Arts - Vergelijkende Biologie
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 03/01/2008, BE
Woorden: 581
Fotopigment
Een proteïne kleurstof, gebonden aan de retina. Een substantie afgeleid van vitamine A, verantwoordelijk voor transductie van visuele informatie.
Fos
Een eiwit, onstaan in de nucleus van een neuron, als antwoord op synaptische stimulatie.
Formaline
Een waterachtige oplossing van formaldehydegas. Meest bekend weefselfixatief.
Fovea
Regio van het retina die het meest acute zicht bekomt bij vogels en hogere zoogdieren. Kleurgevoelige kegels zijn het enige type van fotoreceptoren in de fovea. (er zitten dus geen staafjes in de fovea)
FSH (Fallicle-Stimulating Hormone)
Hormoon van de anterieure-hypofyse dat de ontwikkeling stimuleert van een ovarium (eierstok)-follikel en de volgroeiing van de oöcyte naar een eicel. (= Oögenese = eicelvorming)
Funghi
De meeste schimmels
Fundamentele frequentie
De laagste en meestal sterkste frequentie van een complex geluid, meestal waargenomen als de grondtoon ("basic pitch") van het geluid.
Functionele MRI (fMRI)
Een aanpassing aan de MRI procedure die toelaat om een plaatselijk metabolisme in de hersenen te meten.
Functionalisme
principe dat de beste manier om een biologisch fenomeen te begrijpen (een gedrag of een fysiol. structuur) is, te proberen om haar nuttige functies voor het organisme te begrijpen.
Fudus
deel van de maag, bovenste bolle gedeelte van de maag.
fysiologisch psycholoog (biopsycholoog)
wetenschapper die de fysiol. v-h gedrag bestudeert, in eerste instantie door fysiol. en gedragsexperimenten uit te voeren op labo-dieren.
fylogenese
afstamming van organismen in al hun verscheidenheid
gapjunction (gatverbinding)
speciale verbinding van cellen; laat directe communicatie toe d.m.v. een elektr. koppeling.
Ganglion cellen
Een neuron gelokaliseerd in de retina, die visuele informatie verkrijgt van de bipolaire cellen. Hun axonen komen samen in de optische zenuw. (/> +- 1 miljoen axonen)
Ganglion
Een opeenhoping van cellichamen van neuronen buiten het centraal zenuwstelsel.
Gameten
Een volgroeide reproductiecel = eicel of zaadcel.
Gastrulatie
een zeer belangrijk morfologisch proces waar tijdens de cellen van de vegetatieve pool inwendig komen te liggen van deze van de animale pool. Dit kan door invaginatie, instulping, van de vegetatieve pool, of door overgroeiing van de cellen van de vegetatieve pool door cellen van de animale pool. Het vormt het archenteron, volledig omgeven door cellen van de vegetatieve pool. Deze cellen worden vanaf nu aangeduid als het endoderm.
Geslachts-chromosomen
De X- en Y-chromosomen die het geslacht bepalen. Normaal gezien staat XX voor een vrouw en XY voor een man.
generalisatie
wet. verklaring m.b.t. een alg. conclusie gebaseerd op veel observaties van gelijkaardige fenomenen infereert naar de classificatie v. fenomenen in overeenstemming met hun essentiële kenmerken, zodat alg. wetten kunnen worden geformuleerd.
Genen
Specifieke fragmenten van een dubbelstrengs DNA molecuul waarvan de nucleotiden of basensequentie informatie bevat voor een bepaalde aminozuursequentie of eiwit. Bij eukaryoten worden deze genen onderbroken met DNA sequenties die wel omgeschreven worden naar RNA, maar via splicingsenzymen verwijderd worden alvorens het mRNA de kern verlaat. Deze niet-coderende DNA-sequenties noemt men introns, de coderende, ook in matuur mRNA aangetroffen, sequenties worden aangeduid als exons.
gen
functionele eenheid v-h chromosoom, stuurt de synthese van één of meer proteïnen (eiwitten)
Glomerulus
Een netwerk van fijne capillairen in het kapsel van Bowman, in het nefron, in de nier, in de mens, op aarde, in het oneindige universum. Deze glomeruli ontstaan uit aftakkingen van de arteria renalis, het binnenkomend arteriool genoemd. De uitgaande arterool heeft een kleinere diameter dan de binnenkomende arteriool. En vormt verder een netwerk van capillairen rond het nierkronkelbuisje voordat het uitmondt in een vene die zal aansluiten op de vena renalis.
Glomeruli olfactorius
Een bundel dendrieten van mitrale cellen en de geassocieerde terminale knopen van de axonen van de olfactorische receptoren.
gliacel
steuncel in het CZS
Glabrous skin
Huid zonder haar, bevindt zich op de handpalmen en de voetzolen.
Gonadotropin releasing hormoon
Hormoon in de hypothalamus dat de anterieure-hypofyse (voorkwab van de hypofyse) stimuleert tot secretie van het gonadotropic hormoon.
Gonadotropic hormoon
Hormoon van de anterieure-hypofyse dat een stimulerend effect heeft op de gonade-cellen.
Gonaden
Eierstokken en testis
Golgi-apparaat
complex van parallelle membranen in het celplasma dat de afscheidingsproducten inwikkeld (verpakt)
Gustducine
Een G-proteïne dat een vitale rol speelt in de transductie van zoetheid en bitterheid.
Harmonischen (overtone)
De frequentie van complexe geluiden die voorkomen als veelvouden van de grondtoon.
Haarcel: Gevoelige cellen van het gehoorsapparaat.
Hertz (Hz)
Cycli per seconde
Hersenen
het grootste ganglion is het hersenganglion, ook wel de hersenen genoemd, dit is gelegen in de kop. Meer over de hersenen en veel gespecialiseerde informatie vind je op pagina 128 en 129.
Hemoglobine
het rode pigment dat rode bloedcellen bevatten. Een complex molecuul bestaande uit 4 polypeptideketens die elk een haemgroep dragen die Fe (ijzer) bevat. De zuurstofmoleculen kunnen een losse binding vormen met het ijzerion.
Hemofilie
dit is een erfelijke aandoening waarbij er storingen zijn in het normaal aanwezige stollingsmechanisme.
Hemicholinium
blokkeert de reuptake van choline (= inactief deel van ACh).
Hormoon
Een organische stof die afgescheiden wordt door gespecialiseerde cellen, meestal door cellen van de endocriene klieren en die in staat is belangrijke fysiologische reacties te activeren of te remmen en dit zowel in cellen van een ander weefsel als in het weefsel waarin het hormoon gesecreteerd wordt. (zie ook pagina 110 tot en met 120.
Horizontale cellen
Een neuron in het retina dat een verbinding maakt tussen aangrenzende fotoreceptoren en de buitenste processen van de bipolaire cellen.
Hue
Kleurschakering. 1 van de perceptuele dimensies van kleur, de meest dominante golflengte.
Hyponeurii
Gezien de touwladderachtige structuur van het zenuwstelsel van een schizo coelomaat en gezien zijn ligging (met uitzondering van de hersenen en kopganglia) onder de darm worden schizo-coelomata ook aan geduid met Hyponeurii.
Hypnagogische hallucinatie
symptoom van narcolepsie, dromen die voorkomen net voor de persoon in slaap valt, samengaand met slaapparalyse
hyperpolarisatie
verveelvoudiging v-h celmembraanpot.; relatief t.o.v. het norm. rustpot. (AP daalt)
Hypercomplexe cellen
Een neuron in de visuele cortex dat reageert op de aanwezigheid van een lijnsegment met een bepaalde orientatie die eindigt op een bepaald punt in het receptieve veld van de cel.
Immuniteit (humorale en cellulaire)
De humorale immuniteit is gebaseerd op het produceren van specifieke antilichamen. De T-cellen die bij aanraking met een celmembraanantigeen dan differentiëren zij tot specifieke geactiveerde lymfocyten, zij vertegenwoordigen de cellulaire immuniteit.
Immunocytochemische methode
Een histologische methode die radioactieve antilichamen gebruikt, ofwel antilichamen gebonden met een kleurstofmolecule, om de aanwezigheid van een bepaald peptideproteïnes aan te geven.
intracellulair vocht
vloeistof i-d cel
interneuron
neuron geheel gelokaliseerd i-h CZS. Zorgt voor contact tussen neuronen.
Insnoering van Ranvier
De myelineschede vertoont insnoeringen die op regelmatige afstand van elkaar liggen. Deze zorgen voor een aanzienlijk snellere voortplanting van de zenuwimpuls.
Initiatiecomplex
een complex die zorgt voor het beginnen van de DNA translatie.
inhibitorisch postsynaptische pot. (IPSP)
inhibitorische hyperpolarisatie v-h postsynaptische membraan v-e synaps veroorzaakt door de afgifte v-e NT door de eindknop.
Inferior temporale cortex
Bij primaten, hoogst niveau van ventrale stroom van de visuele associatie cortex, gelegen op het inferior gedeelte van de temporale kwab.
Incus
Het "aambeeld", de tweede van de drie ossicles.
In-situ hybridisatie
De productie van DNA, complementair aan een bepaald messenger RNA, om de aanwezigheid van het RNA te ontdekken.
Invoegbord (insertional plaque)
De plaats van hechting van een tip link aan een cilium.
Inversie-effect
De toegenomen moeilijkheid om visuele stimuli te leren herkennen die normaal op een bepaalde manier worden weergegeven, als ze ondersteboven worden aangeboden.
Introns
zie Genen
ionotropische receptor
Receptor die een bindplaats bevat voor een NT en een ionkanaal dat zich opent als een NTmolecule zich hecht.
ion
geladen molecule; cationen zijn pos. geladen, anionen zijn neg. geladen.
James-Lange theorie
Een emotie-theorie die zegt dat gedrag en psychologische responses direct beïnvloed worden door situaties en dat emotionele gevoelens geproduceerd worden door een feedback van de psychologische responses op het gedrag.
Jejunum
deel van de darm.
Je dacht toch niet dat 1 van de 10 woorden uit de Nederlandse taal die met een X beginnen hier tussen zou staan he.
Kapsel van Bowman
Deel van een nefron die de glomerulus bevat.
Kaïnezuur
stimuleert de ionotrope kaïnereceptor voor glutamaat - direct
kabelkenmerk
de passieve conductie v-e elektr. stroom, i-e decrementale wijze, doorheen de lengte v-h axon.
Kegeltjes
1 van de receptorcellen van het retina, zeer gevoelig voor 1 van de 3 golflengtes van licht en encodeert kleurenzicht. (5 à 8 miljoen)
Kinesthesia
Waarneming van de eigen bewegingen van het lichaam.
Kieuwdarm
zie Farynx
Kleurstandvastigheid
De relatieve constante verschijning van kleuren van objecten, gezien onder verschillende lichtcondities.
knoop van Ranvier
onbedekt gedeelte v-e gemyelineerd axon, tussen aanliggende oligodendrocyten of Schwann cellen.
Koniocellulaire sublaag
Geven informatie van de korte golflengte-kegeltjes (blauw) door aan de primaire visuele cortex. Is een sublaag van neuronen in de Dorsale laterale geniculate nucleus, ventraal van elk van de magnocellulaire en parvocellulaire lagen.
Koloniehypothese
aggregratie van eencellige organismen waar soms specialisatie optreedt.
Kransslagaders
zie coronaire arteries
Kwashiorkor
een ziekte die veel voorkomt bij kinderen in landen waar men veel eenzijdig rijst eet, met als symptomen degeneratie van de lever, ernstige bloedarmoede en ontsteking van de huid. Dit komt door het feit dat het lichaam geen aminozuren kan opslaan en dus ontstaat deze ziekte bij een te weinig gevarieerd vegetarisch dieet.
Laterale,basolaterale nucleus
Nucleï van de amygdala die sensorisch informatie van de neocortex, thalamus en hippocampus ontvangt en zelf informatie doorstuurt naar het ventrale striatum, de dorsomediale nucleus van de thalamus en de centrale nucleus.
Laterale lemniscus
Een groep van strengen, die rostraal lopen door de medulla en de pons, en zenuwstrengen van het auditief systeem bevatten.
Larynx
Strottenhoofd.
Lamella
Een membraanlaag met fotopigmenten, wordt gevonden in staafjes en kegeltjes van het retina.
Levend
(jullie snappen wel dat het vrijwel onmogelijk om een perfecte en eenduidige definitie van leven te geven, maar dit zijn de criteria die het boek ons geeft) Levende materie is opgebouwd uit unieke atomen die selectief "gebruikt" zijn, maar het belangrijkste verschil is dat levende materie problemen kan oplossen en niet-levende materie niet.
Leukemie
leukemie is een toestand waarbij de weefsels die de leukocyten vormen zeer sterk uitgroeien en aldus de erytrocytenvormende weefsels onderdrukken. Daardoor ontstaat ernstige anemie. In sommige vormen van leukemie kunnen de gevormde leukocyten geen infectieziekten bestrijden waardoor de patiënt nogal eens dood kan gaan.
leer v,d specifieke zenuwenergie
Muller's conclusie dat, omdat alle zenuwvezels dezelfde soort boodschappen dragen, sensorische informatie gespecificeerd moet worden door bepaalde actieve zenuwvezels.
Lee-Boot effect
Het vertragen en eventueel stoppen van de estrous cyclus bij groepen vrouwtjes die samen wonen, veroorzaakt door een feromoon in de urine. (cfr. muizen)
LH (Luteinizing Hormoon)
Hormoon van de anterieure-hypofyse dat zorgt voor de ovulatie en ontwikkeling van de follikel tot een corpus luteum (gele lichaampje = hormoonklier)
Lipasen
Stoffen die vetten afbreken tot glycerol en vetzuren.
ligand
een chem. stof die zich bindt op de bindplaats v-e receptor.
Lichaampje van Meissner
Het tastgevoelige eindorganen, die zich in de papillen van het corium bevinden. Kleine verhogingen van de dermis die projecteren tot in de epidermis.
Lichaampje van Pacini
Een gespecialiseerde, ingekapselde, somasensorisch zenuweinde dat mechanische stimuli detecteert, vooral trillingen.
Lichaampje van Ruffini
Een trillingsgevoelig orgaan, in behaarde huid.
Lordosis
Een spinale seksuele reflex bij vele vrouwelijke viervoetige zoogdieren als reactie op een mannetje of aanraking van de flanken. De rug wordt hol gebogen en het bekken wordt gekantelt. (cfr. een krolse kat)
Longen /zwemblaas
De slokdarm kan een ventraal aanhangsel vormen dat kan fungeren als zwemblaas of longen. Boeklongen zoals bij spinachtigen, is meer vergelijkbaar met de bij invertebraten naar binnen geplooide kieuwen.
Lofofoor
tentakelkrans.
locus coeruleus
een donkerkleurige groep noradrenetische cellichamen die zich bevinden in de pons nabij het rostrale einde van de bodem van het vierde ventrikel (kamer), die betrokken is bij arousal en waakzaamheid
LSD
stimuleert de 5HT2A-receptor voor serotonine - direct .
Lus van Henle
het U vormig verloop van het nefron
Lumen
lichaamsholte, bijvoorbeeld het lumen van de maag, is dat deel waar je eten in terecht komt als je het doorslikt. (ja natuurlijk nadat het door je slokdarm is gegaan, zit nou niet zo te mierenneuken hee)
Luidheid
Een perceptuele dimensie van geluid. Komt overeen met intensiteit.
lysosoom
organel omgeven door een membraan, dat enzymen bevat om afval-restprodukten af te breken
Lysosomen
structuren die enzymen of reactieve moleculen in een blaasje vervoeren, kunnen bij accidentele lysis leiden tot celdood of autofagie.
Masculinizing effect (Mannelijkheidseffect)
Een hormonaal effect (door het Androgen), vroegtijdig in de ontwikkeling, dat de latere ontikkeling van speciefiek mannelijke anatomosche karakteristieken en gedrag promoot.
Marihuana
stimuleert de THC-receptor (natuurlijk ligand is anandamide) werking niet duidelijk