Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Gewoon vuurzwammetje
(Hygrocybe miniata) -Nederlandse naam:- Gewoon vuurzwammetje Hygrocybe miniata var. miniata -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 1-2,5 cm, droog, fijn schubbig, scharlaken- tot oranjerood, soms met een gele rand. Lamellen breed, oranjerood. Steel 2-4,5 cm x 2-5 m

Gezaagde steurgarnaal
(Palaemon serratus) Palaemon serratus (Pennant, 1777) -Nederlandse naam:- Gezaagde steurgarnaal -Beschrijving:- Het is de grootste van de drie hier besproken steurgarnalen, met een maximale lengte van 11 cm. De kleur is variabel en lijkt veel op die van de gewone steurgarnaal (Palaemon elegans ), inclusief het patroon van rood- tot donkerbruine banden en lijnen. Opval...

Gezaagde zee-eik
(Fucus serratus) Fucus serratus Linnaeus -Nederlandse naam:- Gezaagde zee-eik -Beschrijving:- Stevige planten van ongeveer 50 cm hoog, bestaande uit een ronde steel waarop dichotoom vertakte, platte bladeren staan. Die zijn tot ca. 2 cm breed, hebben een middennerf en duidelijk gezaagde randen; vandaar de naam. Geen drijfblazen. -Kleur: - Groenachtig bruin; naar de...

Gezellige donsinktzwam
(Coprinus congregatus) -Nederlandse naam:- Gezellige donsinktzwam -Beschrijving- Hoed kegelvormig, Ø 8-12 mm, 5-20 mm hoog, okerkleurig bruin tot grijzig, met een geelbruin centrum. Lamellen crème of rossig-bruin tot zwart. Steel 2-8 cm x 1-4 mm, wittig, met een witviltige basi

Gezoneerd elfenbankje
(Trametes multicolor) -Nederlandse naam:- Gezoneerd elfenbankje -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, halfrond waaier- tot vlak, consolevormig, meestal in groepen in rijen of dakpansgewijs groeiend. Hoed 2-5 x 1-4 cm, tot 15 mm dik. Bovenzijde golvend, concentrisch gezoneerd,

gieren
(Deel van de) Triviale naam voor de 14 soorten behorend tot de diverse genera in de familie Accipitridae (Falconiformes, onderorde Falcones) in de Oude Wereld en de 7 soorten in de familie Cathartidae (Falconiformes, onderorde Cathartidae) in de Nieuwe Wereld. In het meervoud gebruikt voor soorten van beide families. De gieren van de Oude Wereld wo...

Gierst
(Genus Panicum) -Gierst- Volledige wetenschappelijke naam: Panicum L.

Gierstdikkopje
(Pelopidas thrax) (Hübner, 1821) Gierstdikkopje -Beschrijving: - Het gierstdikkopje komt langs de kust voor bij droge, grazige vegetaties, in droge rivierbeddingen, langs rotsachtige hellingen en op plekken waar graan is verbouwd. De vlinders vliegen zeer snel en laag bij de grond en trekken regelmatig naar nieuwe gebieden. De waardplant is voor Europa niet bek...

Gierstgras
(Genus Milium) -Gierstgras- Volledige wetenschappelijke naam: Milium L.

Giervalk
(Falco rusticolus) -Wetenschappelijke naam: - Falco rusticolus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Giervalk -Vogelgroep:- Valken -Veldkenmerken.- 55-60 cm, spanwijdte 125-135 cm. Verschilt in vlucht van Slechtvalk door groter formaat, wat langere staart, bredere vleugelbasi

Gierzwaluw
(Apus apus) -Wetenschappelijke naam: - Apus apus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Gierzwaluw -Vogelgroep:- Gierzwaluwen -Veldkenmerken.- 17 cm. Donkerbruine zwaluwachtige vogel, lijkt op afstand zwart. Lange smalle sikkelvormige vleugels en gevorkte staart zijn

Gifsla
(Lactuca virosa) -Gifsla- RH. 2384 Volledige wetenschappelijke naam: Lactuca virosa L. Diagnostische kenmerken: Nootjes bij rijpheid (zonder snavel en pappus) 4-5 x 1,5-2 mm, kaal, breed gerand, diep paars tot zwart; onrijpe, verse nootjes geel tot oranje. Bladen meestal

Gifsumak
(Rhus radicans) -Gifsumak- BB. 5127 Volledige wetenschappelijke naam: Rhus radicans L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rhus hirta: Bladen 3-tallig, lang gesteeld, de blaadjes met enkele ondiepe lobben, in omtrek meestal eirond; in het voorjaar rood en glanzend. Bloemen in

Gingellikruid
(Guizotia abyssinica) -Gingellikruid- BB. 1693 Volledige wetenschappelijke naam: Guizotia abyssinica (L.f.) Cass. Diagnostische kenmerken: Bladen tegenoverstaand, de bovenste verspreid, lancetvormig, gaaf tot getand, aan de voet halfstengelomvattend. Hoofdjes alleenstaand aan

Gipskruid
(Gypsophila muralis) -Gipskruid - RH. 0594 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Gypsophila muralis L. Diagnostische kenmerken: Kelk 4-5 mm lang, klok- tot tolvormig. Stengel rechtopstaand, bijna van de voet af gaffelvormig vertakt, bovenaan kaal, onderaan kort beh

Glad biggenkruid
(Hypochaeris glabra) -Glad biggenkruid- RH. 0652 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Hypochaeris glabra L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Hypochaeris radicata: Bladen kaal of langs de randen behaard. Hoofdjes 1,5-2,5 cm breed. Lintbloemen weinig buiten de binnens

Glad mosoortje
(Rimbachia arachnoidea) -Nederlandse naam:- Glad mosoortje -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed onregelmatig oor- tot schelpvormig, Ø 3-5 mm, wit tot crème. Onderzijde glad, wit. -Voorkomen- Op Sterremos (Mnium) op vochtige tot natte bodem. Parasitair. -Status- Zeldzaam. (Rode Lijst,

Glad parelzaad
(Lithospermum officinale) -Glad parelzaad- RH. 0752 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Lithospermum officinale L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lithospermum arvense: Bladen met duidelijke zijnerven. Bloemkroon 4-6 mm lang, met kleine behaarde keelschubben, groenacht

Glad vingergras
(Digitaria ischaemum) -Glad vingergras- RH. 0407 Volledige wetenschappelijke naam: Digitaria ischaemum (Schreb.) Mühlenb. Diagnostische kenmerken t.o.v. Digitaria sanguinalis: Blad van boven, behalve aan de bladvoet, kaal of alleen aan de rand behaard; bladscheden meestal min

Glad walstro
(Galium mollugo) -Glad walstro - RH. 0550 Volledige wetenschappelijke naam: Galium mollugo L. Diagnostische kenmerken: Kroonslippen spits èn met een 0,2-0,3 mm lang topspitsje. Bloemkroon (2-)3,5-5 mm breed. Vrucht glad of fijn-korrelig. Stengel aan de voet zonder of zeld

Gladde aster
(Aster laevis) -Gladde aster - BB. 5023 Volledige wetenschappelijke naam: Aster laevis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Aster novi-belgii: Stengels en bladen blauwgroen. Bladen aan de bloemdragende zijtakken veel kleiner dan de bovenste stengelbladen. Buitenste omwinds

Gladde ereprijs
(Veronica polita) -Gladde ereprijs- RH. 1359 Volledige wetenschappelijke naam: Veronica polita Fr. Diagnostische kenmerken t.o.v. Veronica opaca: Kelkslippen breed eirond, spits tot toegespitst, onder de vrucht elkaar met de randen bedekkend, zwak behaard. Doosvrucht aan d

Gladde iep
(Ulmus minor) -Gladde iep - RH. 1320 Volledige wetenschappelijke naam: Ulmus minor Mill. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ulmus glabra: Langste bladhelft aan de voet zonder een lobje dat op de bladsteel ligt. Bladsteel 5-15 mm lang. Bladen der korte zijloten kort toegesp

Gladde kogelzwam
(Hypoxylon fuscum) -Nederlandse naam:- Gladde kogelzwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam regelmatig gedeukt kussenvormig, Ø 4-6 mm, roodbruin, glad aandoend door onopvallende papillen. Stroma hard, donkerbruin. -Voorkomen- Op takken van loofbomen (els, hazelaar). Sa

Gladde mierwesp
(Methocha ichneumonides) gladde mierwesp lengte mannetje 8-13 mm, lengte vrouwtje 4-8 mm, mei-september. -Kenmerken- Mannetje vrijwel zwart, gevleugeld. Vrouwtje (260 5 g) met opvallend smal, bruinig mesosoma (borststuk), ongevleugeld. -Voorkomen- In de duinen, op de heide en op open zandvlaktes. In deze habitats verspreid voorkomend, maar zelden talrijk. -Levenswijze- De ...

Gladde rozenerwtgal
(Diplolepis eleganteriae) gladde rozenerwtgal -Kenmerken- Kogelvormige, rood-groene gallen tot ongeveer 8 mm in doorsnede. Oppervlak bijna glad. -Voorkomen- Aan de onder- en bovenzijde van rozenblaadjes, niet zeldzaam.

Gladde slang
(Coronella austriaca) Gladde slang -Uiterlijke kenmerken- Vrij kleine, rolronde slang. Lengte meestal 50-70 cm. In Nederland vrijwel nooit langer dan 65 cm. Kop klein en nauwelijks afgescheiden van het lichaam, kleine ogen met ronde pupil. Rugschubben glad, waardoor hij een glimmend uiterlijk heeft. Kleur en tekening variabel. Rug en flanken grijs tot bruin, soms gelig ...

Gladde sponspootkrab
(Inachus phalangium) Inachus phalangium Fabricius, 1775) -Nederlandse naam:- Gladde sponspootkrab -Beschrijving:- Qua slankheid zit deze soort tussen de spinkrabben en de hooiwagenkrabben in. De lengte van het rugschild kan 20 mm worden, de breedte 17 mm (elders kan hij mogelijk 3,5 cm lang worden). Op de rug zes forse knobbels die net geen stekels zijn, in een tamelij...

Gladde witbol
(Holcus mollis) -Gladde witbol- RH. 0632 Volledige wetenschappelijke naam: Holcus mollis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Holcus lanatus: Wortelstokken lang, plant in losse zoden groeiend. Bladrand zonder lange haren (blad van boven dicht behaard). Stengel alleen op de

Gladde zegge
(Carex laevigata) -Gladde zegge- RH. 0238 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Carex laevigata Sm. Diagnostische kenmerken: Bladen (4-)6-12 mm breed. Bladscheden wijd om de scherp driekantige stengel sluitend, tot meer dan 5 cm lang. Vrouwelijke aren 2-4 cm lan

gladius
Zwaard. Hoornige, veervormige schelp van inktvissen. Komt overeen met de opperhuid van een schelp.

Gladstelige schotelkluifzwam
(Helvella villosa) -Nederlandse naam:- Gladstelige schotelkluifzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam 2-5 cm. Hoed Ø 1-3 cm, kom- tot schotelvormig. Binnenzijde mat donkergrijs tot grijsbruin. Onderzijde viltig-kleiig, asgrijs met gelige tot wittige tint, soms met gewimperde ran

Glansbesnachtschade
(Solanum physalifolium) -Glansbesnachtschade- RH. 1739 Volledige wetenschappelijke naam: Solanum physalifolium Rusby Diagnostische kenmerken t.o.v. Solanum nigrum: Kelk (2,5-)3-5 mm lang, na de bloei vergroot, 6-10(-13) mm lang. Bes groen met lichtgroene aderen, sterk glanzend,

Glanshaver
(Arrhenatherum elatius) -Glanshaver - RH. 0096 Volledige wetenschappelijke naam: Arrhenatherum elatius (L.) J. & C.Presl Diagnostische kenmerken: Onderste bladschede kort behaard tot kaal, bovenste kaal. Onderste bladen kort zacht behaard, de bovenste meestal kaal. Bloeiwijze re

Glanskop
(Parus palustris) -Wetenschappelijke naam: - Parus palustris Linnaeus 1758 -Nederlandse naam: - Glanskop -Vogelgroep:- Mezen -Veldkenmerken.- 11,5 cm. Vrijwel identiek aan Matkop, met zwarte kruin, nek en bef, bruine bovendelen, witte wangen en onderdelen en beige flanken.

Glanslibellen
(Familie Corduliidae) glanslibellen -Kenmerken- De glanslibellen bezitten, op enkele uitzonderingen na, alle een donker-metaalkleurige grondkleur en heldere groen-metaalkleurige of blauwe ogen. De mannetjes hebben meestal "oortjes´ aan het tweede achterlijfssegment en een gehoekte achtervleugelbasis. -Voorkomen- In Europa 9 soorten, verdeeld over 4 genera. -B...

Glanslibellen
(Geslacht Somatochlora) Genus Somatochlora Sélys, 1871 -Omschrijving- Kort en breed lichaam, ventraal afgeplat. Ogen klein en bultvormig. Antennae met zeven segmenten. Vangmasker met sterk hol verlopende zijkanten, voorzien van vele haren [(fig. Smetall3.tif), vangmasker]. Poten lang en slank. Abdomen met in ieder geval aan segment 9 zijdoornen (uitgezonderd S. arc...

Glansmuggen
(Familie Ptychopteridae) glansmuggen -Kenmerken- Lijkt op een kleine langpootmug (familie Tipulidae), maar met vrij brede lange vleugels en halteren met een basaal aanhangsel, de prehalteer. Groef op de thorax U-vormig. -Voorkomen- Familie met 13 Europese soorten en 5 soorten in Nederland. -Levenswijze- De larven leven in, met organisch afval bedekte, modderige oevers van ...

Glanzend kruiskruid
(Senecio squalidus) -Glanzend kruiskruid- BB. 5277 Volledige wetenschappelijke naam: Senecio squalidus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Senecio vernalis: Bladen vlak, kaal of vrijwel kaal, de zijslippen veel langer dan het ongedeelde deel tussen de slippen. Kroonbuis van de

Glanzende houtmier
(Lasius fuliginosus) glanzende houtmier Lengte 4-7 mm, januari-december. -Kenmerken- Opvallend sterk glanzende, zwarte schubmier (264 3a g). -Voorkomen- Wijd verspreid in droge bossen, langs bosranden en in tuinen. -Levenswijze- De soort nestelt bij voorkeur in holle boomstammen. De werksters knagen holten in het hout en vullen deze op met een zwartachtige kartonmassa,...

Glanzende houtskoolzwam
(Daldinia vernicosa) -Nederlandse naam:- Glanzende houtskoolzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam kogel- tot kussenvormig, gesteeld, 0,5-3 cm. Buitenzijde glad, glanzend, met onduidelijk papillen, bruin tot zwart. Bij vertikaal doorsnijden uit concentrische, afwisseld zilverig gl

Glanzende ridderzwam
(Tricholoma portentosum) -Nederlandse naam:- Glanzende ridderzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot afgevlakt met een stomp bultje, Ø 5-10 cm, glad, zwak kleverig, zwart radiair vezelig op een donker grijsbruine ondergrond met gelige, groene of violette tinten en met een scherpe om

Glanzig fonteinkruid
(Potamogeton lucens) -Glanzig fonteinkruid- RH. 0994 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton lucens L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Potamogeton gramineus: Ondergedoken bladen alle in een korte (1-2 cm lange) steel versmald, de hogere niet langer gesteeld dan de onders

Glanzige hoornbloem
(Cerastium fontanum subsp. holosteoides) -Glanzige hoornbloem - RH. 1465 Volledige wetenschappelijke naam: Cerastium fontanum Baumg. subsp. holosteoides (Fr.) Salman, Ommering & deVoogd Zie soort: Cerastium fontanum Diagnostische kenmerken: Onderste stengelleden kaal of met bijna alle haren in 1

Glanzige ooievaarsbek
(Geranium lucidum) -Glanzige ooievaarsbek- RH. 2443 Volledige wetenschappelijke naam: Geranium lucidum L. Diagnostische kenmerken: Plaat der kroonbladen veel korter dan de nagel. Kelkbladen rechtopstaand, na de bloei de vruchten omsluitend. Stengel en bladen bijna geheel ka

Glaskroos
(Genus Elatine) -Glaskroos- Volledige wetenschappelijke naam: Elatine L.

Glaskroosfamilie
(Familie Elatinaceae) -Glaskroosfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Elatinaceae Kruiden, vaak kleine moeras- of waterplanten. Bladen tegenoverstaand of in kransen, met steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig, okselstandig. Kelkbladen vrij of kelk 2-5-delig. Kroo

Glaskruid
(Genus Parietaria) -Glaskruid- Volledige wetenschappelijke naam: Parietaria L.

Glassnijder
(Brachytron pratense) glassnijder Spanwijdte vleugels 70-80 mm, mei-juli -Kenmerken- Kleine en ietwat gedrongen, licht behaarde soort. Zijstreep mannetje blauw, die van vrouwtje groen (052 2 g). Nimf onderscheidt zich van alle andere soorten Aeshnidae door de kleine ogen als speldenknopjes. -Voorkomen- Vroegste glazenmaker. Bij stilstaand of zwak stromend water met zome...

Glassnijder
(Brachytron pratense) Brachytron pratense (O. F. Müller, 1764) Glassnijder -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Bpratel.tif) (fig. Bpratent.tif)] (naar Gardner, 1977; Lucas, 1930) Donker, langgerekt lichaam [(fig. Bprate01.tif), habitus]. Lengte 35-40 mm. -Kop:- trapeziumvormig met kleine, ronde, uitpuilende ogen en een concave achterrand [(fig. Bprate03....

Glassnijders
(Geslacht Brachytron) Genus Brachytron Evans, 1845 -Omschrijving- Lob van labiale palpen spits [(fig. Bprate04.tif), vangmasker]. Ogen klein, beslaan ongeveer 1-3 van de zijkant van de kop. Kop met taps toelopend achterhoofd (fig. Bprate08.tif). Dorsale mannelijke lob stomp gerond. Abdominaal segment 6 zonder laterale doorn. Abdominaal segment 8 aan achterrand met klein...

Glasvleugelpijlstaart
(Hemaris fuciformis) glasvleugelpijlstaart Spanwijdte vleugels 40-47 mm, mei-augustus -Kenmerken- Kleine, pelsachtig behaarde pijlstaartvlinder. Vleugels eerst licht beschubd, maar die vallen tijdens de eerste vlucht af, behalve de roodbruine schubben aan de vleugelranden. -Voorkomen- Lokaal vrij algemeen in Nederland en België op de Pleistocene zandgronden, inclu...

Glazenmakers
(Familie Aeshnidae) glazenmakers -Kenmerken- De glazenmakers vormen een familie waartoe onze grootste inheemse libellen behoren. Het achterlijf is meestal donker van kleur met een lichtere mozaïektekening. Mannetjes met aan het tweede achterlijfssegment auriculae of "oortjes´ (van boven af zichtbare verbreding) en de achterrand van de achtervleugel loo...

Glazenmakers
(Geslacht Aeshna) Genus Aeshna Fabricius, 1775 -Omschrijving- Labium rijkt in rust tot (midden van) de coxae van het tweede pootpaar. Lengte van ogen (langs lengte as van lichaam gemeten) iets korter dan oogbreedte (haaks op lengte as); achterranden van ogen hol, niet in elkaars verlengde liggend. Achterhoofd enigzins hoekig [(fig. Agrandi3.tif), kop]. Dorsale manne...

Glazige buisjeszwam
(Physisporinus vitreus) -Nederlandse naam:- Glazige buisjeszwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, wasachtig korstvormig, van enkele cm tot dm lange stroken vormend, 3-8 mm dik, met een scherp afgegrensde rand, soms met bruine rhizomorfen. Buisjes 2-4 mm lang, wa

Gleba
weeïg-zoetig of naar aas stinkende, donker olijfgroene massa op de hoed of armen van Stinkzwammen, die de door vliegen te verspreiden sporen bevat.

Gletsjervlinder
(Oeneis glacialis) gletsjervlinder Spanwijdte vleugels 50-55 mm, mei-augustus -Kenmerken- Bovenzijde vleugel bruin met oogvlekken met witte kernen in een roodachtige band. Onderzijde achtervleugel gemarmerd bruin met wit adernet. -Voorkomen- Uitsluitend in de Alpen op 1400-2900 m hoge, droge grazige plaatsen met rotsen of puinhellingen. -Levenswijze- De vlinder is go...

Gletsjervlinder
(Oeneis glacialis) (Moll, 1783) Gletsjervlinder -Beschrijving: - De gletsjervlinder is rond de 1500m te vinden bij droge struweelvegetaties, boven de boomgrens vliegen de vlinders op droge, stenige alpengraslanden en bij zonnige, open en droge hellingen. De meeste leefgebieden liggen in de buurt van een beekje. De mannetjes verdedigen vanaf een steen een territorium ...

Glidkruid
(Genus Scutellaria) -Glidkruid- Volledige wetenschappelijke naam: Scutellaria L.

Glimworm
(Lampyris noctiluca) glimworm Lengte 11-18 mm, juli-augustus. -Kenmerken- Duidelijk groter dan de kleine glimworm. Mannetje gevleugeld, donkergrijs en met doorschijnend halsschild (156 2a g). Achterlijf zonder witte ringen. Vrouwtje is larvivorm, donkergrijs met rose tekening, geheel zonder vleugels (156 2b g). -Voorkomen- In loofbossen en (kalk)graslanden, meestal op ...

glossa
tong, een van de gepaarde kleine lobben aan de top van het labium (onderlip). Gewoonlijk klein, maar bij honingbijen en hommels zeer lang; bij deze insecten worden de twee glossae gebruikt om nectar op te likken. Alternatieven: glossae

Glyphotaelius pellucidus
Lengte 11-16 mm, Spanwijdte vleugels 28-38 mm, mei-augustus -Kenmerken- Vleugels geelachtig bruin met donkere vlekken, aan de top scheef afgesneden en boogvormig ingekeept. Vrouwtje minder kenbaar. Abdomen groenachtig. Familie Limnephilidae. -Voorkomen- Tamelijk algemeen bij plassen, vooral bij schaduwrijke poeltjes in bosrijke omgeving. -Levenswij...

gnathopoden
Omgevormde eerste twee paar pereiopoden bij sommige vlokreeften (Amphipoda). Deze pereiopoden dragen dan grote scharen.

Goera pilosa
Lengte 6-8 mm, Spanwijdte vleugels 18-25 mm, mei-juli -Kenmerken- Schietmot uit de familie Goeridae, mannetje donker, vrouwtje geelbruin van kleur. Vleugels bruin zonder vlektekening (niet afgebeeld). -Voorkomen- Larve in stromend water, in rivieren en meren met sterke waterbeweging, vrij zeldzaam. -Levenswijze- De larve (322 4 g) bouwt een huisje ...

Golfbrekeranemoon
(Diadumene cincta) Diadumene cincta Stephenson, 1925 -Nederlandse naam:- Golfbrekeranemoon -Beschrijving:- Dit algemene anemoontje heeft een tamelijk rechte, en vrij gladde zuil van 3 tot 7 cm hoog en 0,5 tot 1,5 cm dik. De kleur is vaak een opvallend baksteenoranje, maar ook komen bruinere en blekere varianten voor. De tentakels, tot ca. 200 stuks, zijn vaak lichter...

Gonocerus juniperi
Lengte 11-14 mm, juli-mei -Kenmerken- Opvallend smalle randwants (familie Coreidae) met rode en gele tekening. Connexivum geelzwart gevlekt. -Voorkomen- Op zonnige plaatsen met jeneverbesstruiken. Zuidelijke soort. Zeldzaam in Nederland en België.

gonophoor
Geslachtelijke individuen van hydroïdkolonies. Alternatieven: gonophoren

gonopodium
hulporgaan bij sperma-overdracht, homoloog aan een pootachtige structuur; bij mannetjes op abdominaal segment 9-11, bij vrouwtjes op abdominaal segment 8-9.

gonotheca
Theca (omhulsel) van de gonophoren bij thecaten hydroïdpoliepen.

Gonothyraea loveni
Gonothyraea loveni (Allman, 1859) -Beschrijving:- De stammetjes van de kolonie rijzen op uit een op de grond liggende 'stolon'. Ze zijn weinig en onregelmatig vertakt, met aan het eind van elk takje een poliep in zijn hydrotheca, zijn eigen huisje. Die hydrotheca, ruim een halve millimeter groot en met kanteel-achtige randjes, zitten op een takje d...

gootvormig
De vorm van een goot hebbend: van een diepe overlangse gleuf voorzien. Alternatieven: gootvormige

Gordelchampignon
(Agaricus vaporarius) -Nederlandse naam:- Gordelchampignon -Beschrijving- Hoed bolvormig tot vlak gewelfd, Ø 10-15 cm, vuilbruin, met grote schubben op een wittige ondergrond opbrekend. Lamellen bleekroze tot chocoladebruin. Steel 6-12 x 3-5 cm, wittig, jong met vezelige, brui

gordelpop
pop van een dagvlinder, die rechtop wordt gehouden door een speciaal spinseldraadje.

Gordijnzwammen
(Genus Cortinarius) -Nederlandse naam:- Gordijnzwammen Een omvangrijke groep van Plaatjeszwammen met vruchtlichamen met een slijmerig-kleverige of droge, matte hoed, met een velum universale, dat meestal resten aan de hoedrand en aan de steelvoet achterlaat, en in gesloten t

Gorgelpijp
(Tubularia larynx) Tubularia larynx Ellis & Solander, 1786 -Nederlandse naam:- Gorgelpijp -Beschrijving:- De kolonies van deze soort bestaan uit een soort grondplaat waaruit een aantal vertakte buizen oprijst met aan het einde een poliep. De hoogte van de kolonie is zo'n 3 tot 4 cm, soms tot 10 cm. De stelen hebben een aantal duidelijke ringvormige insnoeringen. ...

Gorgelpijp-knotsslak
(Cuthona gymnota) Cuthona gymnota (Couthouy, 1838) -Nederlandse naam:- Gorgelpijp-knotsslak -Beschrijving:- Doorschijnend, wit of kleurloos, soms met een oranje of roze waas. Lengte tot 22 mm, in Nederland iets kleiner. De rhinophoren zijn sterker gekleurd, meestal oranjebruin. De mondtentakels kunnen zowel donker als licht van kleur zijn. De papillen op de rug zijn...

Goudbes
(Physalis peruviana) -Goudbes- BB. 5268 Volledige wetenschappelijke naam: Physalis peruviana L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Physalis alkekengi: Vruchtkelk geelachtig groen, bij verdrogen lichtbruin verkleurend, 3-4 cm lang. Bes sappig, oranjegeel, eetbaar. Bladen aan de vo

Gouden metselbij
(Osmia aurulenta) gouden metselbij Lengte 9-12 mm, april-juni. -Kenmerken- Kleur gelijk aan die van Osmia rufohirta, doch de lichaamsbouw is veel robuuster en korter. -Voorkomen- Op soortgelijke plekken als Osmia bicolor, maar is wijder verbreid en komt tevens in rivier- en kustduinen voor. -Levenswijze- Deze helofiele bij gebruikt doorgaans grotere slakkenhuizen vo...

Gouden schalebijter
(Carabus auratus) gouden schalebijter Lengte 17-30 mm, januari-december. -Kenmerken- Kopschild en dekschilden prachtig metaalgroen met gouden weerschijn; 3 lengteribben op elk elytron. Vliegt niet, achtervleugels gereduceerd, zoals bij vele loopkevers. -Voorkomen- Voornamelijk in gecultiveerde gebieden, ook in tuinen. Plaatselijk niet zeldzaam. In Nederland vooral o...

Gouden sprinkhaan
(Chrysochraon dispar) gouden sprinkhaan Lengte 16-30 mm, juli-oktober -Kenmerken- Beide seksen zeer verschillend. Mannetjes (088 1a g) oplichtend lichtgroen met duidelijke metaalglans. Achterschenen gelig. Vleugels reiken bijna tot aan de achterlijfspunt. Vrouwtjes (088 1b g) grijsbruin, zelden geel, met lichte metaalglans. Onderkant van de achterschenen licht wijnrood....

Gouden tor
(Cetonia aurata) gouden tor Lengte 14-20 mm, mei-oktober. -Kenmerken- Metaalgroen van kleur, soms blauwig of meer koperkleurig met wat kleine, witte vlekjes op achterste gedeelten van dekschilden (178 4a g). -Voorkomen- Bosranden, op zonnige plekken op bloemen, onder andere rozen en schermbloemen. In Oost- en Zuid-Nederland en België, vrij zeldzaam. -Levenswij...

Goudenregen
(Laburnum anagyroides) -Goudenregen - BB. 2228 Volledige wetenschappelijke naam: Laburnum anagyroides Medik. Diagnostische kenmerken: Blaadjes 3-(zelden 5-)tallig, gaaf of zelden gelobd, van onderen zijdeachtig behaard. Twijgen aangedrukt behaard. Bloemen in rijkbloemige, hange

Goudgele bundelzwam
(Pholiota flammans) -Nederlandse naam:- Goudgele bundelzwam -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot uitgespreid, Ø 3-7 cm, goudgeel tot geeloranje, met opstaande, citroen- tot zwavelgele schubben en een ingerolde, jong met velum behangen rand. Lamellen bleekgeel tot roestbruin

Goudgele hertezwam
(Pluteus leoninus) -Nederlandse naam:- Goudgele hertezwam -Beschrijving- Hoed klokvormig tot gewelfd uitgespreid, Ø 3-5 cm, mat, citroen- tot helder goudgeel. Lamellen wittig-crème tot roze, soms met gele lamelsnede. Steel 5-6 cm x 5-7 mm, wittig-gelig, viltig gestreept, me

Goudgele honingklaver
(Melilotus altissimus) -Goudgele honingklaver- RH. 0810 Volledige wetenschappelijke naam: Melilotus altissimus Thuill. Diagnostische kenmerken t.o.v. Melilotus officinalis: Bloem goudgeel; zwaarden even lang als de kiel. Vrucht 5-6 mm lang, spits, netnervig, aangedrukt behaard

Goudgele plooiparasol
(Leucocoprinus birnbaumii) -Nederlandse naam:- Goudgele plooiparasol -Beschrijving- Hoed klokvormig tot uitgespreid, Ø 2-4 cm, mat, fijnschubbig, zwavel- tot goudgeel, met een gestreepte, scherpe rand. Lamellen bleek- tot zwavelgeel. Steel 5-7 cm x 5-8 mm, de steeltop glad, bleek g

Goudgele zwameter
(Sepedonium chrysospermum) -Nederlandse naam:- Goudgele zwameter -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam de conidiën van de ongeslachtelijke vorm of anamorf Sepedonium chrysospermum vormen een poederige gele laag over vruchtlichamen van Boleten en Krulzomen. De teleomorf Hypomyces

Goudgerande schalebijter
(Carabus nitens) goudgerande schalebijter Lengte 13-18 mm, januari-december. -Kenmerken- Lijkt op Carabus auratus, maar veel kleiner. Dekschilden goudgroen met zwarte lengteribben en rode tot goudrode zijranden. Halsschild (goud)rood. -Voorkomen- Vooral in vochtige heide en bij vennen. Plaatselijk niet zeldzaam.

Goudgestreepte kortschildkever
(Staphylinus caesareus) goudgestreepte kortschildkever Lengte 17-25 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Grote kortschildkever met roodbruine dekschilden, rode poten en het achterlijf met gouden haarvlekken. -Voorkomen- In middelgebergten op zonnige, droge locaties, bijv. kalkgraslanden in Midden-Europa. In Zuid-Nederland en België zeldzaam. -Levenswijze- Zowel overdag als ...

Goudhaan
(Regulus regulus) -Wetenschappelijke naam: - Regulus regulus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Goudhaan -Vogelgroep:- Goudhanen -Veldkenmerken.- 9 cm. Kleine, ronde zangvogel. Bovendelen groen, onderdelen bleek grijs tot wit. Twee witte vleugelstrepen en witte punten a

Goudhaver
(Trisetum flavescens) -Goudhaver- RH. 1312 Volledige wetenschappelijke naam: Trisetum flavescens (L.) P.Beauv. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand, kaal of bij de knopen behaard. Onderste bladscheden meestal dicht en zeer lang behaard, de haren vaak teruggeslagen. A

Goudhoed
(Phaeolepiota aurea) -Nederlandse naam:- Goudhoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd of uitgespreid, Ø 5-20 cm, fijn melig-korrelig, mat, okergeelbruin tot goudgeel. Lamellen bijna vrij, leemkleurig tot roestbruin. Steel 8-15 x 1-3 cm, de steeltop glad, licht okerg

Goudkammetje
(Lagis koreni) Lagis koreni Malmgren, 1865 -Nederlandse naam:- Goudkammetje -Beschrijving:- Dit dier kan 5 cm lang worden. Het lichaam bestaat uit 15 segmenten. Bij de kop zitten de vier kieuwen, die rood gekleurd zijn vanwege de rijke doorstroming van bloed. Het dier zelf is wit met een roze weerschijn en omdat het redelijk doorschijnend is, kun je ook het bloed...

Goudknopje
(Cotula coronopifolia) -Goudknopje- RH. 1760 Volledige wetenschappelijke naam: Cotula coronopifolia L. Diagnostische kenmerken: Kleine water- of moerasplanten, kaal. Hoofdjes klein, tot 1 cm breed, geel, lang gesteeld. Bladen lijnlancet- tot lancetvormig, gaafrandig tot veerdel

Goudooghooibeestje
(Coenonympha oedippus) (Fabricius, 1787) Goudooghooibeestje -Beschrijving: - Het goudooghooibeestje is een van de zeldzaamste vlinders van Europa en gaat tevens razendsnel achteruit. Een ontmoeting met deze vlinder is daarom een bijzondere gebeurtenis. Dit hooibeestje vliegt op laag gelegen grazige moerassen en rietmoerassen, die meestal in de beschutting van bossen ligg...

Goudoogje
(Chrysoperla carnea) goudoogje Spanwijdte vleugels 15-30 mm, januari-december -Kenmerken- Teer gebouwd, meestal lichtgroen gekleurde gaasvlieg. De vleugels hebben een dicht groen adernet de hoofdaderen zijn in gaasvliegen gereduceerd. De facetogen lijken op speldenknopjes met alle kleuren van de regenboog (128 1c g). -Voorkomen- In velerlei typen biotopen bijna overal ...

Goudplevier
(Pluvialis apricaria) -Wetenschappelijke naam: - Pluvialis apricaria (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Goudplevier -Vogelgroep:- Plevieren -Veldkenmerken.- 26-29 cm. Het hele jaar herkenbaar aan met gouden spikkels bezaaide zwarte bovendelen. Onderdelen in zomerkleed zwart

Goudsbloem
(Genus Calendula) -Goudsbloem- Volledige wetenschappelijke naam: Calendula L. Opm. Pappus ontbrekend. stroschubben ontbrekend.

Goudscherm
(Genus Bupleurum) -Goudscherm- Volledige wetenschappelijke naam: Bupleurum L. Opm. Kroonbladen goudgeel, klein. Bladen enkelvoudig, gaafrandig. Vrucht in vooraanzicht rond, met weinig uitspringende slanke ribben; deelvruchten op doorsnede halfrond.

Goudveil
(Genus Chrysosplenium) -Goudveil- Volledige wetenschappelijke naam: Chrysosplenium L.