Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Goudvink
(Pyrrhula pyrrhula) -Wetenschappelijke naam: - Pyrrhula pyrrhula (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Goudvink -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 14,5 cm. Niet met andere soorten te verwarren. Mannetje met helder karmijnrode onderdelen, zwarte kap en snavel, zwarte vleug

Goudvinkzwam
(Pholiota astragalina) -Nederlandse naam:- Goudvinkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, Ø 2-6 cm, zwak kleverig, oranje- of saffraangeel tot abrikooskleurig-rood. Lamellen bleekoranje met een zalmkleurige tint tot kaneelbruin. Steel 5-8 cm x 4-9 mm, geeloranje, de

Goudvliesbundelzwam
(Pholiota aurivella) -Nederlandse naam:- Goudvliesbundelzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, Ø 5-15 cm, slijmerig-glanzend, goudgeel met donker geelbruin centrum en aangedrukte, bruine schubjes. Lamellen bleekgeel tot roestbruin. Steel 6-15 x 1-2 cm, meestal gekr

Goudwespen
(Familie Chrysididae) goudwespen -Kenmerken- Goudwespen behoren tot de zogenaamde angeldragers (sectie (infraorde) Aculeata). Een angel is eigenlijk een tot een injectiespuitje gereduceerde legboor. Bij de goudwespen is de angel zo sterk gereduceerd dat hij niet meer als zodanig is te herkennen. In plaats daarvan hebben vrouwtjes een lange legbuis die in het achterlijf ...

Goudzuring
(Rumex maritimus) -Goudzuring- RH. 1100 Volledige wetenschappelijke naam: Rumex maritimus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rumex palustris: Langste tanden van de vruchtkleppen duidelijk langer dan de knobbels op die kleppen. Knobbels bij rijpheid slank, geelachtig groen,

Graanhalmwesp
(Cephus pygmeus) graanhalmwesp Lengte 5-10 mm, mei-juli. -Kenmerken- De halmwespen hebben een opvallend slanke, cilindrische lichaamsbouw. De graanhalmwesp is zwart met gele dwarsbanden op het borststuk en achterlijf. Vrouwtjes hebben een korte, nauwelijks uitstekende legboor. -Voorkomen- In het westen van Nederland en België niet algemeen; in het oosten en zu...

Graanmieren
(Messor soort) graanmieren Lengte 4-15 mm, januari-december. -Kenmerken- Graanmieren behoren tot de knoopmieren en hebben werksters die sterk in bouw en grootte verschillen. Grote werksters hebben opvallend grote koppen. -Voorkomen- In Middellandse Zeegebied vrij algemeen. Naar het noorden toe zeer zeldzaam. Niet in Nederland, zeer zeldzaam in Zuid-België. -...

graanvrucht
Eenzadige, niet-openspringende vrucht, waarbij vruchtwand en zaadhuid met elkaar vergroeid zijn.

Graphoderus zonatus
Lengte 14-16 mm, januari-december. -Kenmerken- Lijkt wat op een kleine gegroefde haarwaterroofkever, maar beide geslachten met gladde dekschilden. Halsschild van voren en van achteren met zwarte dwarsband en daartussen een gele dwarsstreep. -Voorkomen- In stilstaand water, vooral in vennen. Plaatselijk vrij algemeen.

Grasjuffers
(Geslacht Ischnura) Genus Ischnura Charpentier, 1840 -Omschrijving- Antennae met zeven segmenten. Vangmasker peervormig, distale rand vooruitstekend en niet ingesneden [(fig. Ielegan2.tif), vangmasker]. Achterhoofd gerond [(fig. Ielegan1.tif), kop]. Caudale lamel lang, slank en gepunt, ongeveer vier keer zo lang als breed. Nodale lijn scheef op lengterichting van lame...

Graskers
(Lepidium graminifolium) -Graskers- RH. 0731 Volledige wetenschappelijke naam: Lepidium graminifolium L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lepidium latifolium: Stengelbladen lijn- of spatelvormig, meestal gaafrandig. Onderste bladen langwerpig-spatelvormig. Vruchten langer dan breed

Graskleefsteelmycena
(Mycena epipterygia) -Nederlandse naam:- Graskleefsteelmycena Mycena epipterygia var. lignicola -Beschrijving- Hoed klokvormig tot gewelfd uitgespreid, Ø 1-2 cm, met aftrekbare, gelatineuze hoedhuid, glad, mat, vochtig glanzend, gegroefd-gestreept, olijfgeel tot olijfbruin, m

Grasklokje
(Campanula rotundifolia) -Grasklokje- RH. 0198 Beschermd! Volledige wetenschappelijke naam: Campanula rotundifolia L. Diagnostische kenmerken: Bloemkroon klokvormig, 5-lobbig, blauw of donkerblauw, zelden wit. Doosvrucht knikkend, bij de voet openspringend. Onderste stengelbladen

grasland
Algemene term voor natuurlijke gebieden met lage, aaneengesloten vegetatie, hoofdzakelijk grassen, zonder houtige gewassen of waterplanten.

Graslathyrus
(Lathyrus nissolia) -Graslathyrus- RH. 0713 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Lathyrus nissolia L. Diagnostische kenmerken: Bladen zonder blaadjes; bladsteel en -spil verbreed, een lijnvormig, grasachtig fyllodium vormend, dit tot 13 cm lang. Steunblaadjes zee

Grasleemhoed
(Agrocybe pediades) -Nederlandse naam:- Grasleemhoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 15-35 mm, kleverig, droog fluwelig mat, licht- of okergeel tot oranje- of bruinig-geel, met een scherpe, jong met wit velum behangen rand. Lamellen crème-beige tot roestbrui

Graslelie
(Genus Anthericum) -Graslelie- Volledige wetenschappelijke naam: Anthericum L.

Grasmier
(Tetramorium caespitum) grasmier Lengte 2,5-8 mm, januari-december. -Kenmerken- Tamelijk kleine, donkerbruine knoopmier. Achterhoeken van het borststuk (mesosoma) met 2 korte, tandvormige doorns. -Voorkomen- Meestal op zonnige, droge plekken, soms in vochtige graslanden met pijpenstrootje. -Levenswijze- De grasmier is een zaadverzamelaar die onder stenen nestelt of kleine...

Grasmot soort
(Crambus lathoniellus) grasmot soort Spanwijdte vleugels 19-22 mm, mei-september -Kenmerken- Eén van de vele, sterk op elkaar lijkende grasmotten met smalle voorvleugels, die aan het uiteinde, op een lichte inkeping na, bijna recht zijn afgesneden. Voorvleugels bij het mannetje met vage, uitgelopen tekening; vrouwtjes zijn gewoonlijk bleker. -Voorkomen- Algemeen o...

Grasmus
(Sylvia communis) -Wetenschappelijke naam: - Sylvia communis Latham, 1787 -Nederlandse naam: - Grasmus -Vogelgroep:- Grasmussen -Veldkenmerken.- 14 cm. Mannetje met blauwgrijze kop en nek, bruine mantel, rossige randen aan vleugeldekveren, armpennen en tertials, vrij lange

Grasmuur
(Stellaria graminea) -Grasmuur- RH. 1248 Volledige wetenschappelijke naam: Stellaria graminea L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Stellaria palustris: Stengel- en schutbladen bij de voet gewimperd (loep!), grasgroen. Stengel slap, liggend of opstijgend, soms rechtopstaand, mees

Graspieper
(Anthus pratensis) -Wetenschappelijke naam: - Anthus pratensis (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Graspieper -Vogelgroep:- Piepers -Veldkenmerken.- 14,5 cm. Kleur variabel. Hoofdzakelijk grijsbruin, groenbruin of olijfkleurig, donker gevlekt en gestreept op boven- en ond

Grassenfamilie
(Familie Poaceae) -Grassenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Poaceae Eenjarige of overblijvende kruiden, of zelden houtig, vaak met uitlopers of wortelstokken. Stengels buisvormig, behalve op de knopen meestal hol, zelden geheel gevuld. Bladen 2-rijig, met een blad

Graszanger
(Cisticola juncidis) -Wetenschappelijke naam: - Cisticola juncidis (Rafinesque, 1810) -Nederlandse naam: - Graszanger -Vogelgroep:- Struikzangers -Veldkenmerken.- 10 cm. Bovendelen geelbruin met zwarte streping op kop en rug, vleugels met zwarte vlekken en strepen. Stuit rood

Grauw zandoogje
(Hyponephele lycaon) (Rottemburg, 1775) Grauw zandoogje -Beschrijving: - Het grauw zandoogje leeft op veel verschillende typen graslanden. In het noordelijk deel van zijn verspreidingsgebied zijn het droge steppeachtige graslanden, maar naar het zuiden kan de vegetatie ook veel geslotener zijn. Wel is het belangrijk dat de vliegterreinen droog en warm zijn. De waardpla...

Grauwe abeel
(Populus canescens(x)) -Grauwe abeel- RH. 0981 Volledige wetenschappelijke naam: Populus xcanescens (Ait.) Sm. Diagnostische kenmerken t.o.v. Populus alba: Bladen der lange loten grof gegolfd tot getand, maar niet handvormig gelobd, rondachtig tot breed driehoekig-eirond, aan d

Grauwe Fitis
(Phylloscopus trochiloides) -Wetenschappelijke naam: - Phylloscopus trochiloides (Sundevall, 1837) -Nederlandse naam: - Grauwe Fitis -Vogelgroep:- Loofzangers -Veldkenmerken.- 11 cm. Lijkt op Noordse Boszanger. Geelgroen of olijfgroen op kop en bovendelen. Slagpennen met groene of g

Grauwe Franjepoot
(Phalaropus lobatus) -Wetenschappelijke naam: - Phalaropus lobatus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grauwe Franjepoot -Vogelgroep:- Franjepoten -Veldkenmerken.- 17 cm. Kop, nek en middenborst leigrijs, naar onderdelen toe doorspekt met witte vlekjes; kin en keel wit, kle

Grauwe Gans
(Anser anser) -Wetenschappelijke naam: - Anser anser (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grauwe Gans -Vogelgroep:- Ganzen -Veldkenmerken.- 75-90 cm. Een grote, zware, grijze gans met grote kop. Grauwe Gans verschilt van andere ’grauwe ganzen’ door ontbreken van zwart

Grauwe Gors
(Emberiza calandra) -Wetenschappelijke naam: - Emberiza calandra (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grauwe Gors -Vogelgroep:- Gorzen -Veldkenmerken.- 18 cm. De enige gors in het gebied waarvan mannetje en vrouwtje eender getekend zijn. Groot met aardbruine, donker gestree

Grauwe heremiet
(Pseudochazara geyeri) (Herrich-Schäffer, 1846) Grauwe heremiet -Beschrijving: - De grauwe heremiet komt in de bergen voor op droge, vaak stenige of rotsachtige hellingen die begroeid zijn met grazige vegetatie. De vlinders zitten vaak op de bodem of op stenen te rusten, maar ook bloemen worden regelmatig bezocht. Ze vliegen laag boven de grond. Als waardplant worde...

Grauwe Kiekendief
(Circus pygargus) -Wetenschappelijke naam: - Circus pygargus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grauwe Kiekendief -Vogelgroep:- Kiekendieven -Veldkenmerken.- 43-47 cm, spanwijdte 98-110 cm. Kleiner en slanker dan Blauwe Kiekendief, met smallere puntiger vleugels en wend

Grauwe Klauwier
(Lanius collurio) -Wetenschappelijke naam: - Lanius collurio Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Grauwe Klauwier -Vogelgroep:- Klauwieren -Veldkenmerken.- 17 cm. Mannetje met grijze kruin en nek, rossige of kastanjebruine bovendelen, zwart masker over voorhoofd en oorstree

Grauwe Pijlstormvogel
(Puffinus griseus) -Wetenschappelijke naam: - Puffinus griseus (J. F. Gmelin, 1789) -Nederlandse naam: - Grauwe Pijlstormvogel -Vogelgroep:- Pijlstormvogels -Veldkenmerken.- 40-51 cm, spanwijdte 94-109 cm. Middelgrote zwartbruine pijlstormvogel met sigaarvormig lichaam en s

Grauwe poon
(Eutrigla gurnardus) Eutrigla gurnardus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Grauwe poon -Algemeen:- Ponen hebben een heel karakteristieke vorm: een grote, hoekige kop met hoog geplaatste ogen en een naar achteren toe spits aflopend lichaam. De kop is gepantserd met beenplaten en op de kieuwdeksels zitten stekels. De bek is groot en de lippen tamelijk dik, hoewel minde...

Grauwe vlekplaat
(Panaeolus fimicola) -Nederlandse naam:- Grauwe vlekplaat (Roodbruine vlekplaat) -Beschrijving- Hoed kegel- tot klokvormig met bultje, Ø 10-25 mm, mat, vochtig donkerbruin tot roodbruin, droog wittig-grijs vezelig tot vuil beige-oker met een bruinig centrum, met een zwak met

Grauwe Vliegenvanger
(Muscicapa striata) -Wetenschappelijke naam: - Muscicapa striata (Pallas, 1764) -Nederlandse naam: - Grauwe Vliegenvanger -Vogelgroep:- Vliegenvangers -Veldkenmerken.- 14 cm. Bruin of grijsbruin met donkere strepen op borst en voorhoofd. Vleugeldekveren en tertials met bruin

Grauwe wasplaat
(Hygrocybe unguinosa) -Nederlandse naam:- Grauwe wasplaat -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 1-3 cm, slijmerig-kleverig, doorschijnend gestreept, okergrijs tot grijsbruin. Lamellen breed, grijswit. Steel 3-5 cm x 3-5 mm, vlak, slijmerig, licht grijsbruin met een

Grauwe wilg
(Salix cinerea subsp. cinerea) -Grauwe wilg - RH. 2468 Volledige wetenschappelijke naam: Salix cinerea subsp. cinerea Zie soort: Salix cinerea Diagnostische kenmerken: Takken geruime tijd behaard blijvend. Bladen langwerpig of omgekeerd eirond, van boven dof en min of meer behaard, van

Grauwgroene hertezwam
(Pluteus salicinus) -Nederlandse naam:- Grauwgroene hertezwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een bultje, Ø 2-6 cm, mat, vezelig radiair gestreept, blauwig- tot groenig-grijs, met een donker centrum. Lamellen wit tot roze. Steel 3-6 cm x 8-12 mm, zijde-achtig, witti

Grauwkoppen
(Genus Tephrocybe) -Nederlandse naam:- Grauwkoppen Een groep van kleine, grijze of bruine, saprotrofe of parasitaire Plaatjeszwammen. Sporeekleur is wittig. In Nederland komen 20 soorten van het genus Tephrocybe voor. -Opgenomen taxa:- - Tephrocybe palustris, Veenmosgrauwko

grens
Met grenzen wordt hier bedoeld overgangszones tussen verspreidingsgebieden. Het zijn geen scherpe lijnen maar veeleer (smalle) gebieden. Alternatieven: grenzen

Greppelrus
(Juncus bufonius) -Greppelrus- RH. 0675 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus bufonius L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Juncus ambiguus: Binnenste bloemdekbladen lang toegespitst, veel langer dan de vrucht. Merendeel der bloemen alleenstaand. 0,03-0,35. Juni-herfst. Th

Greppelsprinkhaan
(Metrioptera roeseli) greppelsprinkhaan Lengte 14-18 mm, juli-oktober -Kenmerken- Groen of bruin gekleurd. Zijkanten halsschild met heldere, brede zoom omrand. Vleugels ongeveer tot het midden van het achterlijf, zelden volledig gevleugeld. -Voorkomen- Zowel op vochtige als droge, grazige locaties, overal tamelijk algemeen. Ook nog te vinden in bemeste terreinen. In Ned...

Grieks esparcetteblauwtje
(Polyommatus aroaniensis) (Brown, 1976) Grieks esparcetteblauwtje -Beschrijving: - Het Grieks esparcetteblauwtje vliegt in droge graslanden, bij droge struweelvegetaties, op rotsachtige hellingen en soms ook op brede bospaden of op open plekken in bossen. Het vrouwtje legt de eieren op de bloemen van Onobrychis arenaria (esparcette-soort). De rupsen eten van de bloeiwijzen ...

Grieks icarusblauwtje
(Polyommatus andronicus) Coutis and Gavalas, 1995 Grieks icarusblauwtje -Beschrijving: - Het Grieks icarusblauwtje is een soort van bloemrijke graslanden. De vlinders lijken sterk op die van het icarusblauwtje (P. icarus). De soort heeft één generatie per jaar die tegelijk vliegt met de tweede generatie van het icarusblauwtje. -Leefgebied: - Sub-alpien grasla...

Griekse alant
(Inula helenium) -Griekse alant - BB. 5076 Volledige wetenschappelijke naam: Inula helenium L. Diagnostische kenmerken: Buitenste omwindselbladen breder dan 4 mm en bladachtig, stomp, de binnenste smaller en aan de top verbreed. Plaat der lintbloemen 3-4 cm lang. Nootjes

Griekse heremiet
(Pseudochazara graeca) (Staudinger, 1870) Griekse heremiet -Beschrijving: - De Griekse heremiet vliegt vooral op kalkrijke hellingen met grazige vegetatie en bij rotsachtige hellingen. De vlinders vliegen laag boven de grond. Als ze met gesloten vleugels op de grond zitten, vallen ze nauwelijks op. De rupsen voeden zich met verschillende soorten grassen. De soort heeft &...

Griekse luzernevlinder
(Colias aurorina) Herrich-Schäffer, 1850 Griekse luzernevlinder -Beschrijving: - De Griekse luzernevlinder komt voor in droge graslanden met hier en daar struiken en bij open naaldbos. Het vrouwtje legt de eieren op de bladeren van Astracantha rumelica en Astragalus parnassi . In de leefgebieden komen de waardplanten vaak talrijk voor. De soort heeft é&e...

Griekse Spotvogel
(Hippolais olivetorum) -Wetenschappelijke naam: - Hippolais olivetorum (Strickland, 1837) -Nederlandse naam: - Griekse Spotvogel -Vogelgroep:- Zangers -Veldkenmerken.- 15 cm. Grootste spotvogel. Vrij eenkleurig met lange puntige vleugels. Snavel lang en zwaar, donker met bleke,

Griekse vuurvlinder
(Lycaena ottomanus) (Lefèbvre, 1830) Griekse vuurvlinder -Beschrijving: - De Griekse vuurvlinder wordt zowel bij droge als vochtige, grazige vegetaties waargenomen (bijvoorbeeld op natte plekken in dalen), bij lage struikvegetaties, bij maquis en op open plekken in bossen. Op de meeste plekken worden vooral mannetjes waargenomen, de vrouwtjes leven blijkbaar me...

Griel
(Burhinus oedicnemus) -Wetenschappelijke naam: - Burhinus oedicnemus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Griel -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 41 cm. Onmiskenbaar. Grote plevierachtige vogel met grote gele ogen (in tegenstelling tot welke steltloper dan ook). Hoof

Griet
(Scophthalmus rhombus) Scophthalmus rhombus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Griet -Beschrijving:- Alhoewel nauw verwant aan de tarbot (Scophthalmus maximus ), ziet de griet er toch weer heel anders uit. Hij is platter en ovaler, heeft schubben (veel, kleine, maar aan de bovenkant wat grotere) en geen wratten. De voorste stralen van de rugvin zijn vertakt en zitten w...

Griffithsia devoniensis
Griffithsia devoniensis Harv. -Beschrijving:- Deze soort wordt niet groter dan 5 tot 10 cm. De stelen zijn dun, 1 tot 2 mm in doorsnede en dichotoom vertakt. De steel en takken zijn monosifoon. De afzonderlijke cellen zijn zo groot, dat je ze met het blote oog kunt zien. De onderste zijn het grootst. Om verdere eigenschappen, zoals de insnoering aa...

Grijs havikskruid
(Hieracium praealtum) -Grijs havikskruid - RH. 5163 Volledige wetenschappelijke naam: Hieracium praealtum Gochnat Diagnostische kenmerken t.o.v. Hieracium caespitosum: Stengel en bladen meestal zonder of met weinige lange haren. Bladen grijsachtig groen, lijnlancetvormig, mees

Grijskopspecht
(Picus canus) -Wetenschappelijke naam: - Picus canus J. F. Gmelin, 1788 -Nederlandse naam: - Grijskopspecht -Vogelgroep:- Spechten -Veldkenmerken.- 25 cm. Lijkt op Groene Specht, maar is kleiner met hoofdzakelijk grijze kop met rood voorhoofd (alleen bij mannetje), zwa

Grijskruid
(Berteroa incana) -Grijskruid- RH. 0137 Volledige wetenschappelijke naam: Berteroa incana (L.) DC. Diagnostische kenmerken: Stengel evenals de bladen grijs door stervormige haren. Bladen lancetvormig, gaafrandig of weinig getand, stomp. Kroonbladen 2-spletig, 4,5-6 mm lang

Grijsvezelige beurszwam
(Volvariella murinella) -Nederlandse naam:- Grijsvezelige beurszwam -Beschrijving- Hoed halfbolvormig, Ø 1-5 cm, radiair harig tot vezelig schubbig, bleek grijs tot grijs, soms met een donkerder grijsbruin centrum. Lamellen wittig tot vleeskleurig roze. Steel 1-7 cm x 1-5 mm, do

Grijze buisjeszwam
(Bjerkandera adusta) -Nederlandse naam:- Grijze buisjeszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarige, meestal dakpansgewijs groeiende, leerachtige hoedjes op een zich over het substraat uitspreidende, leerachtige, poroide korst. Hoed 2-6 x 1-3 cm, 3-6 mm dik. Bovenzijde meestal

Grijze Gors
(Emberiza cia) -Wetenschappelijke naam: - Emberiza cia Linnaeus, 1766 -Nederlandse naam: - Grijze Gors -Vogelgroep:- Gorzen -Veldkenmerken.- 13,5 cm. Mannetje gemakkelijk te herkennen aan grijze kop met brede zwarte strepen en oranje onderdelen. Het grijs op de kop, spe

Grijze knotszwam
(Clavaria daulnoyae) -Nederlandse naam:- Grijze knotszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam knotsvormig, 3-5 cm x 3-4 mm. Bovenste deel wat afgeplat, met een afgeronde top, mat, wit of wittig-grijs tot vuil grijsgeel. Steel glad, wittig-grijs tot vuil grijsgeel. -Voorkomen- Op min

Grijze korstkogelzwam
(Hypoxylon serpens) -Nederlandse naam:- Grijze korstkogelzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam grillig slingerend, vlak korstvormig, Ø 1-2 x 2-4 cm, zwart, regelmatig bezet met papillen. Stroma jong bleek. -Voorkomen- Op dikke, ontschorste takken en stammen van loofbomen. Saprof

Grijze mosterd
(Hirschfeldia incana) -Grijze mosterd- RH. 1763 Volledige wetenschappelijke naam: Hirschfeldia incana (L.) Lagrèze-Fossat Diagnostische kenmerken: Vrucht rechtopstaand en tegen de as aangedrukt, smal lijnvormig, 7-15 mm lang, snavel half zo lang tot even lang als de rest van d

Grijze mycena
(Mycena cinerella) -Nederlandse naam:- Grijze mycena -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot uitgespreid, Ø 5-12 mm, glad, doorschijnend gestreept, asgrijs tot licht grijsbruin. Lamellen breed, met tandje aflopend, wittig-grijs. Steel 2-5 cm x 1 mm, glad, bleek grijsbruin. Vl

Grijze slanke amaniet
(Amanita vaginata) -Nederlandse naam:- Grijze slanke amaniet -Beschrijving- Hoed eivormig, dan vlak met een verhoogd centrum, Ø 5-9 cm, glad, grijs tot grijsbruin (wit : var. alba), met een gestreepte rand. Lamellen dicht opeen, wit. Steel 13-20 cm x 15-20 mm, glad, wittig

Grijze spinnendoder
(Pompilus cinereus) grijze spinnendoder Lengte 4-10 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Kleine, zwarte spinnendoder, het achterlijf bedekt met lichtgrijze, viltige banden, voorvleugels aan de rand iets verdonkerd. Mannetje vaak veel kleiner dan het vrouwtje. -Voorkomen- Alleen op open (stuif)zandbodems; plaatselijk soms zeer talrijk op heiden, in stuifduinen en zandgroeven...

Grijze vorkplaat
(Cantharellula umbonata) -Nederlandse naam:- Grijze vorkplaat -Beschrijving- Hoed trechtervormig, soms met een bultje, Ø 2-4 cm, mat, grijs of muisgrijs tot grijsbruin, met een bleke, omgeslagen rand. Lamellen gevorkt, aflopend, wijd uiteen, wit tot crèmewit, roodvlekkend na besc

Grijze Wouw
(Elanus caeruleus) -Wetenschappelijke naam: - Elanus caeruleus (Desfontaines, 1789) -Nederlandse naam: - Grijze Wouw -Vogelgroep:- Wouw -Veldkenmerken.- 31-35 cm, spanwijdte 75-83 cm. Een kleine roofvogel, even groot als Torenvalk, maar gedrongener, met lange vleugels en vr

Grijze zandbij
(Andrena vaga) grijze zandbij Lengte 10-14 mm, maart-mei. -Kenmerken- Egaal grijswit, dicht behaard borststuk. Achterlijf vrijwel kaal en zwartglanzend (292 1c g). Mannetje met grote, sabelvormige kaken (292 1a g). -Voorkomen- Lokaal vrij algemeen op de pleistocene zand- en leemgronden. In Nederland en België weinig in het westen. -Levenswijze- De bij nestel...

Grijze zeehond
(Halichoerus grypus) Halichoerus grypus (Fabricius, 1791) -Nederlandse naam:- Grijze zeehond, Kegelrob -Beschrijving:- Grijze zeehonden zijn robust en seksueel tweevormig: mannetjes zijn duidelijk groter dan vrouwtjes, met een proportioneel groter en breder hoofd. De opvallende snuit is lang en wijd; het gebied rond de vibrissae (snorharen) is vlezig en bedekt de onderk...

Grillige buisjesspons
(Leucosolenia variabilis) Leucosolenia variabilis Haeckel, 1870 -Nederlandse naam:- Grillige buisjesspons -Beschrijving:- Deze spons vormt een dunne overtrek over een hard oppervlak, bestaande uit half doorschijnende witte buisjes. Daaruit rijzen eveneens witte buisjes op tot een hoogte van ca. 1,5 cm. De buisjes zijn ca. 2 mm in doorsnede en sterk vertakt en onderlinge ver...

Grindstijfgras
(Micropyrum tenellum) -Grindstijfgras- RH. 2496 Volledige wetenschappelijke naam: Micropyrum tenellum (L.) Link Diagnostische kenmerken: Stengel stijf rechtopstaand, niet of alleen aan de voet vertakt. Bloeiwijze aarvormig, de aartjes met de brede zijde tegen de aaras aangedru

Groefwier
(Pelvetia canaliculata) Pelvetia canaliculata (Linnaeus) Decaisne & Thuret -Nederlandse naam:- Groefwier -Beschrijving:- Deze soort doet een beetje denken aan een kleine Fucus -soort. De groenbruine tot zeer donkerbruine planten worden ca. 10 cm hoog. Ze zitten met een hechtschijf aan de ondergrond vast. Daarop zit een heel kort steeltje, dat echter nauwelijks van de ...

Groen franjekelkje
(Trichopeziza sericea) -Nederlandse naam:- Groen franjekelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam vlak schotelvormig, Ø 1-3 mm. Binnenzijde wittig, donker (blauw)groen gevlekt. Buitenzijde en rand met witte haren, donker (blauw)groen, kort gesteeld. -Voorkomen- Op eikenstr

Groen marmerwitje
(Euchloe charlonia) (Donzel, 1842) Groen marmerwitje -Beschrijving: - De vlinders komen voor bij droge, grazige vegetaties op een kalkrijke bodem en op rotsachtige terreinen. De rupsen voeden zich met Boleum asperum , Reseda phyteuma en Eruca vesicaria , waarvan ze de bladeren en rijpende zaden eten. Het groen marmerwitje heeft meerdere generaties per jaar en overwint...

Groene aardtong
(Microglossum viride) -Nederlandse naam:- Groene aardtong -Beschrijving- Vruchtlichaam tong- tot knotsvormig, 3-6 cm hoog. Bovenste, tot 7 mm verbrede deel afgeplat met lengtegroeven, van de steel afgegrensd, mat tot glanzend olijfgroen. Steel afgeplat met lengtegroeven, fijn

Groene amarant
(Amaranthus hybridus) -Groene amarant - RH. 1652 Volledige wetenschappelijke naam: Amaranthus hybridus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Amaranthus retroflexus: Bloemdekbladen meestal ongeveer lancetvormig, meestal korter dan de vrucht, soms even lang als of iets langer dan de

Groene anijstrechterzwam
(Clitocybe odora) -Nederlandse naam:- Groene anijstrechterzwam -Beschrijving- Hoed onregelmatig afgevlakt, Ø 3-7 cm, mat, groenig-blauw (var. odora) tot grijsoker met een blauwgroene tint. Lamellen breed, breed aangehecht tot iets aflopend, crème tot grijsgroen. Steel 3-4

Groene bergsprinkhaan
(Miramella alpina) groene bergsprinkhaan Lengte 16-31 mm, juli-september -Kenmerken- Licht groen met zwarte tekeningen en de dijen met een rode onderkant. Vleugels kort, ongeveer evenlang als het halsschild. -Voorkomen- Over het algemeen een alpiene verspreiding in het noorden tot in het Zwarte Woud. Heeft een voorkeur voor open, lichte plekken in bossen, montane ter...

Groene berkerussula
(Russula aeruginea) -Nederlandse naam:- Groene berkerussula -Beschrijving- Hoed bolvormig tot vlak of ingedeukt gewelfd, Ø 4-9 cm, glad of radiair geaderd, bleek grasgroen met een gelige of bruinachtige tint, met een donker grasgroen centrum en roestkleurige vlekjes. Lamelle

Groene bermzegge
(Carex divulsa) -Groene bermzegge - RH. 1611 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Carex divulsa Stokes Diagnostische kenmerken t.o.v. Carex muricata en Carex spicata: Wand van het urntje niet verdikt in de onderste helft. Tongetje niet langer dan breed. Bloei

Groene bladsnuitkever en verwanten
(Phyllobius soort) groene bladsnuitkever en verwanten Lengte 5-10 mm, april-juli. -Kenmerken- De groene bladsnuitkever Phyllobius pomaceus is zeer moeilijk te onderscheiden van ca. 15 andere Phyllobius soorten. Alle zijn blauw- of groenachtig met metaalachtige glans en hebben een tamelijk korte snuit met aan weerszijde een groeve voor het opbergen van de sprieten. De...

Groene glazenmaker
(Aeshna viridis) Aeshna viridis (Eversmann, 1836) Groene glazenmaker -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Aviridil.tif)] (naar Er. Schmidt, 1936a) Matig grote, plompe, onopvallend bruin gevlekte soort, poten niet duidelijk geringd. Lengte 39 tot 44 mm. -Kop:- Prementum breed, aan de voorzijde slechts tweemaal zo breed als aan de basis. Labiale palp met di...

Groene glibberzwam
(Leotia lubrica) -Nederlandse naam:- Groene glibberzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam met hoed en steel, 3-6 cm hoog. Hoed 1-2 cm breed, gewelfd met ingerolde, onregelmatig gelobde rand, gelatineus. Bovenzijde glibberig, groengeel tot olijfgroenbruin. Steel fijn kleiig, ok

Groene keizersvlieg
(Lucilia caesar) groene keizersvlieg Lengte 7-11 mm, mei-oktober. -Kenmerken- Blauwgroen tot smaragdkleurig, oudere dieren met koperglans. Ogen kaal. Wangen grijs. -Voorkomen- Overal algemeen, zelden binnenshuis. -Levenswijze- Vliegen zijn op bloemen te vinden, maar ook op aas en mest. Larven ontwikkelen zich in aas. De larven van de sterk gelijkende Lucilia serica...

Groene klaverpage
(Tomares ballus) (Fabricius, 1787) Groene klaverpage -Beschrijving: - De groene klaverpage vliegt bij verlaten landbouwgronden, met name op kalkrijke bodems, in oude wijngaarden en in terreinen begroeid met struiken. Als waardplanten worden verschillende vlinderbloemigen gebruikt zoals Anthyllis tetraphylla , Bonjeana hirsuta , Astragalus lusitanicus , Medicago pol...

Groene knolamaniet
(Amanita phalloides) -Nederlandse naam:- Groene knolamaniet -Beschrijving- Hoed bolvormig, dan uitgespreid tot vlak, Ø 4-12 cm, glad, fijn radiair gestreept, wit (var. alba) tot groenig of gelig met een olijfkleurige weerschijn. Lamellen dicht opeen, wit. Steel 7-10 x 1-2 cm,

Groene mycena
(Mycena chlorantha) -Nederlandse naam:- Groene mycena -Beschrijving- Hoed kegelvormig tot gewelfd, Ø 1-2 cm, gestreept, geel tot gelig-olijfgroen. Lamellen gelig-groen, met een donkere lamelsnede. Steel 4-6 cm x 1-3 mm, olijfkleurig grijsbruin. Vlees grijsgroen. Geurt naar j

Groene naaldaar
(Setaria viridis) -Groene naaldaar- RH. 1197 Volledige wetenschappelijke naam: Setaria viridis (L.) P.Beauv. Diagnostische kenmerken t.o.v. Setaria verticillata: As van de bloeiwijze zowel met zeer lange als met korte haren bezet. Bloeiwijze meestal dicht en ononderbroken.

Groene nachtorchis
(Coeloglossum viride) -Groene nachtorchis - RH. 0344 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Coeloglossum viride (L.) Hartm. Diagnostische kenmerken: Bladen 2-5, de onderste bijna rond tot langwerpig, de hogere kleiner en smaller. Schutbladen even lang als

Groene paddenvlieg
(Lucilia bufonivora) groene paddenvlieg Lengte 8-9 mm, mei-augustus. -Kenmerken- De vlieg lijkt sprekend op de groene vleesvlieg (niet afgebeeld). -Voorkomen- Tamelijk zeldzaam op vochtige plekken en langs bosranden. -Levenswijze- De vlieg legt eitjes in de neusopeningen van levende padden. De larven dringen in de kop naar binnen, eten die leeg en doden de pad (242 3 g...

Groene schelpzwam
(Panellus serotinus) -Nederlandse naam:- Groene schelpzwam -Beschrijving- Hoed niervormig, zijdelings gesteeld, Ø 3-7 cm, mat, vochtig kleverig, okerkleurig tot olijfgroen. Lamellen bleek- tot oranjegeel, verblekend. Steel 10-25 x 8-15 mm, geel of gelig, met fijne, bruine sch

Groene Specht
(Picus viridis) -Wetenschappelijke naam: - Picus viridis Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Groene Specht -Vogelgroep:- Spechten -Veldkenmerken.- 23 cm. Grote specht, eenvoudig te herkennen aan groen verenkleed met rode kopkap. Maakt verrassend gele indruk in de vlucht

Groene wierslak
(Elysia viridis) Elysia viridis (Montagu, 1804) -Nederlandse naam:- Groene wierslak -Beschrijving:- Hoewel het een slak zonder huisje is, is het toch geen echte zeenaaktslak: hij hoort tot de groep der Sacoglossa, en is verwant aan de zeehazen (Aplysia spp.). In tegenstelling tot de zeenaaktslakken is hij vegetariër. De kleur is variabel: vaak groen ('viridis'...

Groene zandloopkever
(Cicindela campestris) groene zandloopkever Lengte 10-18 mm, maart-oktober. -Kenmerken- Dekschilden groen tot blauwgroen van kleur met witte vlekken. Een opvallende vlek vlak achter het midden op ieder dekschild. -Voorkomen- Palearctische verspreiding, algemeen op losse zandige bodem, vaak op boswegen, in de duinen en op de heide. -Levenswijze- De kever is zeer alert en ...

Groene zeedonderpad
(Enophrys bubalis) Enophrys bubalis (Euphrasen, 1786) -Nederlandse naam:- Groene zeedonderpad -Beschrijving:- Deze typische bodemvis - hij heeft geen zwemblaas - ziet er nogal indrukwekkend uit. Grote kop en bek, dikke lippen, grote ogen die hoog zijn ingeplant en een gepantserd uiterlijk. Hij is ook echt gepantserd, namelijk met beenplaten. Daar bovenop is hij ook n...

Groene zwameter
(Hypomyces viridis) -Nederlandse naam:- Groene zwameter -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam kogelvormig met een papil, Ø 0,2-0,3 mm, dicht opeen in een korst van enkele cm. Peritheciën olijfgeel met olijfgroene papil tot de helft in een gelig-groenige hyfenmat ingebed.

Groengeel trechtertje
(Omphalina grossula) -Nederlandse naam:- Groengeel trechtertje -Beschrijving- Hoed gewelfd tot verdiept trechtervormig, Ø 1-3 cm, glad, mat, doorschijnend gestreept, olijf- tot groengeel, met een golvende rand. Lamellen dik, breed, aflopend, lichtgeel. Steel 1-3 cm x 1-3 mm,

Groenige perevezelkop
(Inocybe corydalina) -Nederlandse naam:- Groenige perevezelkop -Beschrijving- Hoed klokvormig tot vlak uitgespreid, Ø 3-7 cm, radiair bruinvezelig, vuil wit met een olijfkleurig tot blauwig-groen centrum en een vlokkige rand. Lamellen bleek leemkleurig met een witte lamelsned

Groenknolorchis
(Liparis loeselii) -Groenknolorchis- RH. 0748 -Rode Lijst 2. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Liparis loeselii (L.) Rich. Diagnostische kenmerken: Plant geelgroen. Stengel aan de voet 2-bladig. Bladen langwerpig. Tros 1-10-bloemig. Bloemdek groenachtig geel. Bu