Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Grote Mantelmeeuw
(Larus marinus) -Wetenschappelijke naam: - Larus marinus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Grote Mantelmeeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken.- 65-77 cm. Een van de grootste meeuwen. Te onderscheiden van Kleine Mantelmeeuw door groter formaat, roze poten, veel fors

Grote mierwesp
(Mutilla europaea) grote mierwesp Lengte 10-17 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Zoals bij de meeste mierwespen is het mannetje (260 1a g) gevleugeld en het vrouwtje (260 1b g) vleugelloos. Lichaam dicht en grof gepuncteerd. Het middelste deel van het borststuk roodbruin, de rest zwart gekleurd. Achterlijf met brede, witte haarbanden, waarvan de laatste in het midden ond...

Grote muggenorchis
(Gymnadenia conopsea) -Grote muggenorchis- RH. 0593 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Gymnadenia conopsea (L.) R.Br. Diagnostische kenmerken: Bladen lijnlancetvormig, de bovenste schutbladachtig. Aar cilindervormig. Bloemen licht purper, naar roze ne

Grote muur
(Stellaria holostea) -Grote muur - RH. 1249 Volledige wetenschappelijke naam: Stellaria holostea L. Diagnostische kenmerken: Schutbladen ook aan de rand groen. Kroonbladen tot het midden 2-spletig, 10-25 mm lang. Stengel, bladrand en middennerf ruw. 0,15-0,50. April-juni. Cha

Grote nachtpauwoog
(Saturnia pyri) grote nachtpauwoog Spanwijdte vleugels 100-130 mm, april-juni -Kenmerken- In oppervlakte de grootste Europese vlinder. Vleugels in beide seksen donker grijsbruin met gelijkvormige oogvlekken, zoals bij de kleine nachtpauwoog. -Voorkomen- Zuid-Europa, overal tamelijk zeldzaam in vrij open biotopen, ook in tuinen, parken en boomgaarden. In Nederland ...

Grote oeverloopkever
(Elaphrus cupreus) grote oeverloopkever Lengte 7-9 mm, januari-december. -Kenmerken- Ogen opvallend groot, zoals bij de zandloopkevers. Dekschilden donker bronsachtig met grove, blauwige putjes. -Voorkomen- Meestal op kale oevers van watertjes, ook in rivierbossen en duinvalleien. Algemeen. -Levenswijze- Dagactief en zeer beweeglijk. Oeverloopkevers kunnen door deksc...

Grote oranje bekerzwam
(Aleuria aurantia) -Nederlandse naam:- Grote oranje bekerzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam onregelmatig beker- tot vlak schotelvormig, Ø 2-10 cm. Binnenzijde fel (rood)oranje. Buitenzijde witviltig, crème- tot oranjegeel. In Nederland werd tussen oranje exemplaren één volle

Grote parasolzwam
(Macrolepiota procera) -Nederlandse naam:- Grote parasolzwam -Beschrijving- Hoed bolvormig (verschijnend als een trommelstok voor de grote trom (435B.jpg)), dan vlak met een verhoogd centrum, Ø 10-25 cm, licht geelbruin tot grijsbruin, concentrisch gezoneerd met donkerbruine, g

Grote parelmoervlinder
(Argynnis aglaja) (Linnaeus, 1758) Grote parelmoervlinder -Beschrijving: - De grote parelmoervlinder komt voor veel verschillende typen bloemrijke graslanden. Dit kunnen zowel droge kalk- en duingraslanden zijn, maar ook randen van moerassen. Vaak liggen ze naast of in bossen. De eitjes worden afgezet tegen de vaak al dorre bladstelen van viooltjes. Na het uitkomen ...

Grote Pieper
(Anthus richardi) -Wetenschappelijke naam: - Anthus richardi Vieillot, 1818 -Nederlandse naam: - Grote Pieper -Vogelgroep:- Piepers -Veldkenmerken.- 18 cm. Groter dan Duinpieper met langere staart, langere poten, zwaardere snavel en zeer lange achternagel. Overwegend beige

Grote Pijlstormvogel
(Puffinus gravis) -Wetenschappelijke naam: - Puffinus gravis (O’Reilly, 1818) -Nederlandse naam: - Grote Pijlstormvogel -Vogelgroep:- Pijlstormvogels -Veldkenmerken.- 43-51 cm, spanwijdte 102-118 cm. Groter dan Noordse Pijlstormvogel, bijna zo groot als Kleine Mantelmeeuw.

Grote pimpernel
(Sanguisorba officinalis) -Grote pimpernel- RH. 1137 Volledige wetenschappelijke naam: Sanguisorba officinalis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Sanguisorba minor: Bloemdekbladen donkerpaars. Meeldraden 4. Alle bloemen tweeslachtig. Onderste bladen met 7-15 (grote) blaadjes, de ei

Grote poppenrover
(Calosoma sycophanta) grote poppenrover Lengte 18-28 mm, voornamelijk in juni-juli. -Kenmerken- Grote, breed gebouwde soort met goudgroene tot koperkleurige dekschilden met fijne lengtegroeven. -Voorkomen- In bossen en bij bosranden. Zeldzaam. In Nederland vooral op de Veluwe. -Levenswijze- Larve en kever houden zich in tegenstelling tot andere loopkevers vooral op in b...

Grote populierenbok
(Saperda carcharias) grote populierenbok Lengte 20-23 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Lichaam zwart met dichte, geelgrijze, viltige beharing. Voelsprieten zwart-grijs geringd. Kop en halsschild met fijne, zwarte punctuur; dekschilden met dichte, gekorrelde punctuur. -Voorkomen- In populierenbossen en langs wegen met populieren. In Nederland en België vrij algemeen....

Grote ratelaar
(Rhinanthus angustifolius) -Grote ratelaar - RH. 1066 Volledige wetenschappelijke naam: Rhinanthus angustifolius C.C.Gmel. Diagnostische kenmerken t.o.v. Rhinanthus minor: Tanden van de bovenlip ca. 2 mm lang, meestal langer dan breed, paars of lila, soms wit. Schutbladen bleekgroe

Grote rietsigaargalhalmvlieg
(Lipara lucens) grote rietsigaargalhalmvlieg Lengte 6-7 mm, april-oktober. -Kenmerken- De grootste, inheemse halmvlieg, matzwart met fijne, heel korte, lichtgrijze beharing. Ogen ver uit elkaar en ocellendriehoek op de kop zeer groot (niet afgebeeld). -Voorkomen- In rietmoerassen. Algemeen in Nederland en België. -Levenswijze- De larven van deze halmvlieg ont...

Grote roodoogjuffer
(Erythromma najas) Erythromma najas (Hansemann, 1823) Grote roodoogjuffer -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Enajasl.tif)] [(fig. Enajast.tif), jonge larve] (naar Conci & Nielsen, 1956; Gardner, 1977; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Lucas, 1930) Lange, vrij donker getekende larve. Lengte 29-32 mm (exuviae 18-22 mm), waarvan 8-9 mm voor de caudale l...

Grote rupsendoder
(Ammophila sabulosa) grote rupsendoder Lengte 14-24 mm, mei-oktober. -Kenmerken- Uitgesproken slanke en langgerekte, grote graafwesp. Thorax langer behaard dan bij andere Ammophila' s. Eerste en tweede metasomale segment sterk versmald, beide vormen de lange steel van het achterlijf. Voorste deel achterlijf rood, achterste deel zwart met duidelijke blauwe glans. Rugzij...

Grote saterzandoog
(Satyrus ferula) (Fabricius, 1793) Grote saterzandoog -Beschrijving: - De grote saterzandoog is in de bergen vooral op open, droge, rotsachtige plekken te vinden met een grazige vegetatie. Op geringere hoogte komen de vlinders op open plekken in of bij bossen voor. Ze worden vaak nectardrinkend aangetroffen, bijvoorbeeld op distelsoorten of Knautia . Het vrouwtje l...

Grote schaduwzandoog
(Kirinia roxelana) (Cramer, 1777) Grote schaduwzandoog -Beschrijving: - De grote schaduwzandoog vliegt in open, droge bossen en bij droge struweelvegetaties. De vlinders zitten op het heetst van de dag vaak op boomstammen of verborgen op schaduwrijke plekken in struiken en bosjes. Ook in droge rivierbeddingen worden ze wel waargenomen. Het vrouwtje legt de eieren in ...

Grote schorseneer
(Scorzonera hispanica) -Grote schorseneer - BB. 5141 Volledige wetenschappelijke naam: Scorzonera hispanica L. Diagnostische kenmerken: Randstandige nootjes sterk knobbelig, de overige glad. Hoofdjes vaak meer dan 1 per plant. Omwindselbladen spits. Overigens als Scorzonera hum

Grote sneeuwroem
(Scilla siehei) -Grote sneeuwroem- RH. 1621 Volledige wetenschappelijke naam: Scilla siehei (Stapf) Speta Diagnostische kenmerken t.o.v. Scilla sardensis: Stijl 1-1,5 mm lang. Bloemen 20-35 mm in doorsnede, helderblauw, soms roze of wit, met wit hart. Bloemdekbuis 4-5 mm

Grote speldeprikzwam
(Poronia punctata) -Nederlandse naam:- Grote speldeprikzwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam spijker- tot tol- of vlak komvormig, Ø 0,5-1,5 cm. Binnenzijde witachtig tot crèmegeel, met zwarte stippen. Buitenzijde witachtig, met grijze rand, de peritheciën gebundeld

Grote spinnende watertor
(Hydrophilus piceus) grote spinnende watertor Lengte 34-47 mm, januari-december -Kenmerken- Zeer grote, glanzend zwarte kever. Bovenzijde glanzig, bij levende dieren met een groenzwarte glans (150 6a g). Dekschilden met stippelrijen met fijne haartjes, naar achteren toe versmald. Voelsprieten en palpen roodgeel. Buikzijde van het borststuk met lange, naar achteren geri...

Grote sponszwam
(Sparassis crispa) -Nederlandse naam:- Grote sponszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam bol- tot kussenvormig, bloemkoolachtig of als een natuurspons, 10-50 x 10-30 cm, 10-15 cm hoog. Vertakkingen gelobd, blad- tot breed spatelvormig, gekroesd, glad, crème of bleek okerkleurig

Grote steentijm
(Clinopodium grandiflora) -Grote steentijm- BB. 2479 Volledige wetenschappelijke naam: Clinopodium grandiflora (L.)Stace Diagnostische kenmerken: Bloemkroon 25-40 mm lang. Kelk 10-16 mm lang. Zijnerven in de bladtanden uitlopend. 0,15-0,60. Juni-juli. Hemikryptofyt. Standplaats: I

Grote steltmug
(Pedicia rivosa) grote steltmug Spanwijdte 35-45 mm, juni-september. -Kenmerken- Deze grote soort lijkt veel op een langpootmug uit het geslacht Tipula, maar wordt onder meer op grond van het patroon in de vleugeladeren en de doorns op de poten tot de familie Pediciidae gerekend. Vleugels met donkere voorrand en zeer markante in een Y-vorm lopende, gevorkte strepen...

Grote Stern
(Sterna sandvicensis) -Wetenschappelijke naam: - Sterna sandvicensis Latham, 1787 -Nederlandse naam: - Grote Stern -Vogelgroep:- Sterns -Veldkenmerken.- 41 cm. Verschilt van Visdief door grotere formaat, zwarte snavel met gele punt (laatste soms moeilijk te zien), zwarte poten

Grote stinkzwam
(Phallus impudicus) -Nederlandse naam:- Grote stinkzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam vanuit een zich grotendeels ondergronds ontwikkelend, grijzig-wittig, leerachtig duivelsei, Ø 3-6 cm, met een discus of eiertand door het omhulsel brekend. Duivelsei met lange, witte myceliu

Grote tepelhoren
(Euspira catenea) Euspira catenea (Da Costa, 1778) -Nederlandse naam:- Grote tepelhoren -Beschrijving:- Een mooie slak, van ca. 3 cm hoog. Een duidelijke bolvormige laatste winding, waarbij de mondrand een duidelijke hoek maakt met de vorige winding. De afscheiding tussen de windingen is een tamelijk diepe groef ( ‘sutuur’). Vlak daaronder is op de schel...

Grote teunisbloem
(Oenothera erythrosepala) -Grote teunisbloem- RH. 0873 Volledige wetenschappelijke naam: Oenothera erythrosepala Borbás Diagnostische kenmerken t.o.v. Oenothera biennis: Stengel en vruchtbeginsel met rode knobbeltjes. Kelkbladen met rode strepen of later geheel rood. Kroonbladen 3

Grote tijm
(Thymus pulegioides) -Grote tijm - RH. 1283 Volledige wetenschappelijke naam: Thymus pulegioides L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Thymus serpyllum: Bloeistengels vierkantig, alleen op de ribben behaard. Planten meestal min of meer opgericht. Bladen tamelijk dun en slap, eiro

Grote timmerman
(Ergates faber) grote timmerman Lengte 11-35 mm, april-juni. -Kenmerken- Grootste Europese boktor. Breed en afgeplat lichaam. Halsschild fijn getand. Voelsprieten bij het mannetje even groot als het lichaam, bij het vrouwtje (182 1a g) half zo groot als het lichaam. -Voorkomen- Vooral in oostelijk C-Europa in open dennenbossen. Aldaar niet algemeen. Naar het weste...

Grote Trap
(Otis tarda) -Wetenschappelijke naam: - Otis tarda Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Grote Trap -Vogelgroep:- Trappen -Veldkenmerken.- 75-105 cm. Valt op door groot en zwaar lichaam en lange, dikke nek en poten. Mannetje heeft asgrijze kop en nek en lange witte snor

Grote trechterzwam
(Clitocybe geotropa) -Nederlandse naam:- Grote trechterzwam -Beschrijving- Hoed vlak met een verdiept centrum en een bultje, Ø 10-25 cm, viltig, wittig tot licht crème, met een ingerolde rand. Lamellen breed, sterk aflopend, crème-beige. Steel 6-15 x 2-3 cm, fijnviltig gestre

Grote veenbes
(Oxycoccus macrocarpos) -Grote veenbes- RH. 0912 Volledige wetenschappelijke naam: Oxycoccus macrocarpos (Aiton) Pursh Diagnostische kenmerken t.o.v. Oxycoccus palustris: Bladen 6-15(-20) mm lang, langwerpig of elliptisch, stomp, vlak of met weinig omgerolde rand, van onderen bl

Grote veldbies
(Luzula sylvatica) -Grote veldbies - RH. 0771 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Luzula sylvatica (Huds.) Gaudin Diagnostische kenmerken t.o.v. Luzula luzuloides: Wortelbladen 5-20 mm breed, veel langer en breder dan de stengelbladen. Schutbladen veel korter d

Grote viltinktzwam
(Coprinus domesticus) -Nederlandse naam:- Grote viltinktzwam -Beschrijving- Hoed ei- tot klokvormig, Ø 2-4 cm, 1-3 cm hoog, crème met licht okerbruin centrum, jong met vezelige, bruine schubben, later met korrelige, wittige schubjes en een gestreept-gevoorde rand. Lamellen wit

Grote vlotvaren
(Salvinia molesta) -Grote vlotvaren - BB. 5274 Volledige wetenschappelijke naam: Salvinia molesta Mitch. Diagnostische kenmerken: Onvolgroeide planten als Salvinia natans, maar papillen op de bovenzijde van het blad met aan de top vergroeide haren. Volgroeide planten bovend

Grote vos
(Nymphalis polychloros) grote vos Spanwijdte vleugels 50-55 mm, januari-december -Kenmerken- Grondkleur bovenkant roodbruin tot geelbruin en donkere, getekende onderkant. Lijkt verder erg op de kleine vos, maar is iets groter. Voorrand achtervleugel met een zwarte vlek, bij de kleine vos is de rand samen met de basis geheel zwart. -Voorkomen- Vooral in open bossen en park...

Grote vos
(Nymphalis polychloros) (Linnaeus, 1758) Grote vos -Beschrijving: - De grote vos vliegt op warme, zonnige plekken in loofbossen en bij boomgroepen. Soms worden ook solitaire bomen gekoloniseerd. De eitjes worden voornamelijk afgezet op iepen (Ulmus) en wilgen (Salix), soms ook op fruitbomen of meidoorn (Crataegus monogyna). Het vrouwtje kiest meestal een tak uit het vorig...

Grote vossenstaart
(Alopecurus pratensis) -Grote vossenstaart - RH. 0042 Volledige wetenschappelijke naam: Alopecurus pratensis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Alopecurus geniculatus: Stengel rechtopstaand of bij de voet geknikt en alleen daar wortelend. Aartjes 4-6 mm lang. Bloeiwijze 5-10 mm

Grote vuurvlinder
(Lycaena dispar) (Haworth, 1802) Grote vuurvlinder -Beschrijving: - De grote vuurvlinder komt in Europa met enkele ondersoorten voor, waarvan de grootste 'batava' beperkt is tot de grote moerassen in het noordwesten van Nederland. De mannetjes bezetten territoria op de warmste plekken in kommen in het vegetatiedek van veenmosrietlanden. Ook nectarplanten zijn belan...

Grote wantsendoder
(Astata boops) grote wantsendoder Lengte 10-12 mm, juni-september. -Kenmerken- Gedrongen gebouwde wesp. Achterlijf van voren rood. Achterste ocellen rond. Bij het mannetje raken de grote, naar boven convergerende facetogen elkaar boven op de kop. -Voorkomen- Op open zandvlakten, in de duinen, in zandgroeven etcetera. Aldaar plaatselijk algemeen. -Levenswijze- Dez...

Grote watereppe
(Sium latifolium) -Grote watereppe- RH. 1216 Volledige wetenschappelijke naam: Sium latifolium L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Berula erecta: Stengel kantig, gegroefd. Ondergedoken voorjaarsbladen 2-3-voudig geveerd, met lijnvormige slippen. Boven water uitstekende blade

Grote waternavel
(Hydrocotyle ranunculoides) -Grote waternavel- RH. 2490 Volledige wetenschappelijke naam: Hydrocotyle ranunculoides L.f. Diagnostische kenmerken t.o.v. Hydrocotyle vulgaris: Bladen breed niervormig (aan de voet tot aan de bladsteel ingesneden), onregelmatig 5-lobbig, de middelste lo

Grote waterranonkel
(Ranunculus peltatus) -Grote waterranonkel- RH. 1055 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus peltatus Schrank Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus aquatilis: Vruchtstelen zelden korter dan 5 cm. Kroonbladen 12-30 mm lang, zelden korter. Drijvende bladen vaak aanwezig

Grote waterweegbree
(Alisma plantago-aquatica) -Grote waterweegbree- RH. 0028 Volledige wetenschappelijke naam: Alisma plantago-aquatica L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Alisma lanceolatum: Stijl recht; stempel uiterst fijn papilleus (loep!), minder dan de helft van de stijl beslaand. Kroonblad bijna

Grote wederik
(Lysimachia vulgaris) -Grote wederik- RH. 0784 Volledige wetenschappelijke naam: Lysimachia vulgaris L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lysimachia punctata: Bloemen in grote, eindelingse pluimen. Kelkslippen 3-5 mm lang, met roodachtige rand. Kroonslippen met kale rand, aan de

Grote weegbree
(Plantago major subsp. major) -Grote weegbree- RH. 0947 Volledige wetenschappelijke naam: Plantago major subsp. major Zie soort: Plantago major Diagnostische kenmerken: Bladen bijna rondachtig tot eirond, met afgeronde voet, plotseling in de steel versmald, vrijwel gaafrandig, (3-)5-9

Grote weerschijnvlinder
(Apatura iris) grote weerschijnvlinder Spanwijdte vleugels 55-65 mm, juni-augustus -Kenmerken- Bovenzijde vleugels zwart met witte vlekkenband; op de achtervleugel een rood omringde oogvlek (404 3a g). Mannetjes vertonen een fraaie, blauwpaarse weerschijn onder een bepaalde lichtval. Onderzijde achtervleugel met een naar voren toe breed uitlopende, witte dwarsban...

Grote weerschijnvlinder
(Apatura iris) (Linnaeus, 1758) Grote weerschijnvlinder -Beschrijving: - De grote weerschijnvlinder komt voor in vochtige oudere loofbossen met open plekken erin. Vaak zijn het structuurrijke bossen uit verschillende boomsoorten met beekdalen en paden met brede bermen. De mannetjes en vrouwtjes ontmoeten elkaar bij opvallende, uit het kronendak of de bosrand stek...

Grote wespenbok
(Plagionotus arcuatus) grote wespenbok Lengte 8-20 mm, mei-juli. -Kenmerken- Robuuster dan de kleine wespenbok met minder brede, gele dwarsbanden op de dekschilden. Zijden halsschild sterk afgerond. -Voorkomen- In de zon op dode eiken en beuken. Ontwikkelt zich vaak in bouwhout. Was vrij algemeen, maar gaat in Nederland erg in aantal achteruit en is zeldzaam geworden. -L...

Grote windhalm
(Apera spica-venti) -Grote windhalm- RH. 0073 Volledige wetenschappelijke naam: Apera spica-venti (L.) P.Beauv. Diagnostische kenmerken t.o.v. Apera interrupta: Bloeiwijze wijd uitstaand. Helmknoppen 1-2 mm lang. 0,40-1,00. Juni-aug. Therofyt. Standplaats: Op open, vrij drog

Grote wintervlinder
(Erannis defoliaria) grote wintervlinder Spanwijdte vleugels mannetje 30-40 mm. Lengte vrouwtje 8-10 mm, september-december -Kenmerken- Mannetje (348 2 g) zeer variabel getekend, met of zonder duidelijke bandtekeningen op de vleugels, bijna altijd wel met donkere punten in het midden van de vleugels. Vrouwtje lichtgrijs met donkere vlekjes, volledig vleugelloos. -Voork...

Grote wolbij
(Anthidium manicatum) grote wolbij Lengte 11-18 mm, juni-september. -Kenmerken- Grote bij, waarbij het mannetje duidelijk groter is dan het vrouwtje. Lichaam rijk geel getekend met op het achterlijf gepaarde, gele dwarsvlekken. Vrouwtje met witte buikschuier. Mannetje met lange, gebogen doorns op het eind van de laatste achterlijfssegment. -Voorkomen- Vaak te vinden in ...

Grote wolfsklauw
(Lycopodium clavatum) -Grote wolfsklauw - RH. 0775. -Rode Lijst 2- Volledige wetenschappelijke naam: Lycopodium clavatum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lycopodium annotinum: Hoofdstengel kruipend, tot meer dan 1 m. lang, zijtakken opstijgend, vaak met enige vertakkingen. On

Grote Zaagbek
(Mergus merganser) -Wetenschappelijke naam: - Mergus merganser Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Grote Zaagbek -Vogelgroep:- Duikeenden -Veldkenmerken.- 58-66 cm. Heeft lang en slank lichaam. Groter dan Wilde Eend, met dunne, rode snavel en rode poten. Witte borst en zijd

Grote zandkool
(Diplotaxis tenuifolia) -Grote zandkool- RH. 0410 Volledige wetenschappelijke naam: Diplotaxis tenuifolia (L.) DC. Diagnostische kenmerken t.o.v. Diplotaxis muralis: Kroonbladen 8-14 mm lang. Vrucht 2-6 cm lang, boven de invoeging van de kelk duidelijk gesteeld. Bladen veersplet

Grote Zee-eend
(Melanitta fusca) -Wetenschappelijke naam: - Melanitta fusca (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grote Zee-eend -Vogelgroep:- Duikeenden -Veldkenmerken.- 51-58 cm. Lijkt op Zwarte Zee-eend maar zwaarder en groter, heeft in vlucht kenmerkende witte spiegel. Mannetje met k

Grote zeefwesp
(Crabro cribrarius) grote zeefwesp Lengte 11-17 mm, juni-september. -Kenmerken- Kenmerkend is de zilverkleurige beharing op de clypeus. Schilden aan voorschenen van het mannetje met porseleinachtig glanzend, lichtblauwe kleur, met fijne, witte punctuur (284 3 g). -Voorkomen- Tamelijk algemeen bij zonnige bosranden en wegbermen op zandgronden. -Levenswijze- De merkwaar...

Grote zeenaald
(Syngnathus acus) Syngnathus acus Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Grote zeenaald -Algemeen:- Zeenaalden zijn, zoals de naam al aangeeft, zeer langgerekte vissen. Hun snuit is verlengd en ze kunnen met hun kleine bekjes maar hele kleine prooien pakken. Die worden met een soort zuigbeweging naar binnen getrokken. Ze hebben een uitwendig harnas, bestaande uit beenpl...

Grote zijdebij
(Colletes cunicularius) grote zijdebij Lengte 13-15 mm, maart-mei. -Kenmerken- Grootste zijdebij, dicht donker roodbruin behaard, achterlijf zonder duidelijke haarbandjes op de randen van de segmenten (290 2a g). Lijkt op een honingbij, maar heeft een korte, tweelobbige tong. -Voorkomen- Op schrale plekken met een (stuif)zandbodem, lokaal vaak talrijk, vooral in zandgroev...

Grote Zilverreiger
(Ardea alba) -Wetenschappelijke naam: - Ardea alba (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grote Zilverreiger -Vogelgroep:- Reigers -Veldkenmerken.- 85-102 cm. Grote, slanke, smetteloos witte reiger, met lange dunne nek en lange veren aan bovenborst en onderhals. Heeft

Grottensprinkhaan
(Troglophilus cavicola) grottensprinkhaan Lengte 15-25 mm, januari-december -Kenmerken- Opvallend lange poten grijsbruin tot roodbruin met een donkere marmertekening. -Voorkomen- Uitsluitend in grotten en holen, soms ook in mijnschachten. De afgebeelde soort komt in de Balkan voor tot in zuidelijke delen van Oostenrijk. Is mogelijk ingevoerd in Duitsland (Rijnland-Palts) ...

Grottensprinkhanen
(Familie Rhaphidophoridae) grottensprinkhanen -Kenmerken- Grottensprinkhanen hebben opvallend lange poten, maar geen vleugels. -Voorkomen- In Nederland en België komen geen inheemse soorten voor. -Behandelde taxa- Troglophilus cavicola (grottensprinkhaan)

Grove den
(Pinus sylvestris) -Grove den - RH. 0943 Volledige wetenschappelijke naam: Pinus sylvestris s L. Diagnostische kenmerken: Knoppen zonder hars, de schubben aan de top teruggebogen. Schors oranjebruin, grof van struktuur. Kegels dof, hangend, duidelijk gesteeld. Bladen van on

Grove varkenskers
(Coronopus squamatus) -Grove varkenskers- RH. 0359 Volledige wetenschappelijke naam: Coronopus squamatus (Forssk.) Asch. Diagnostische kenmerken t.o.v. Coronopus didymus: Bloemstelen korter dan de bloemen. Vruchten 2-3 mm lang, met afgeronde of kort toegespitste top, door vele

Grutto
(Limosa limosa) -Wetenschappelijke naam: - Limosa limosa (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Grutto -Vogelgroep:- Steltlopers -Veldkenmerken.- 41 cm. Verschilt van Rosse Grutto door langere rechte snavel, langere poten die duidelijk buiten staart uitsteken in vlucht, w

guano
De op natuurlijke wijze uitgedroogde, stikstofhoudende mest van visetende zeevogels, een van de beste organische meststoffen. Guano kan alleen ontstaan en in grote hoeveelheden behouden blijven onder bepaalde klimatologische omstandigheden. Droogte is noodzakelijk, maar ook een overmaat aan vis en voldoende nestplaatsen, zodat een grote hoeveelheid...

Guichelheil
(Genus Anagallis) -Guichelheil- Volledige wetenschappelijke naam: Anagallis L.

Gulden boterbloem
(Ranunculus auricomus) -Gulden boterbloem- RH. 1043 Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus auricomus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ranunculus acris: Plant kaal of alleen bovenaan behaard. Vruchtjes behaard. Onderste bladen (meestal reeds tijdens de bloei vergelend) in

Gulden sleutelbloem
(Primula veris) -Gulden sleutelbloem - RH. 1015 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Primula veris L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Primula elatior: Bladsteel aan de onderzijde zeer kort behaard. Kelk wijd klokvormig, met eironde of driehoekige,

Guldenroede
(Genus Solidago) -Guldenroede- Volledige wetenschappelijke naam: Solidago L. Opm. Bloemhoofdjesbodem vlak, met honingraatstruktuur. Pappus uit 1 rij haarachtige borstels bestaand. Buisen lintbloemen geel.

Guttatie
het afscheiden van waterige, soms geel, geligbruin of rood gekleurde druppels door éénjarige anamorfe (336C.jpg) of één- of meerjarige teleomorfe vruchtlichamen van houtzwammen (291B.jpg) (350.jpg) (290B.jpg) (359.jpg) (333B.jpg) (339A.jpg)

gutturaal
Keelgeluiden. Alternatieven: gutturale

Gymnosporangium clavariiforme
-Beschrijving- Vruchtlichaam wintervorm (teleutosori) bestaande uit 5-15 mm hoge, priem- tot vingervormige, gelatineuze, geel tot geeloranje staafjes. -Voorkomen- Dicht op elkaar aan de verdikte stambasis van levende jeneverbessen. Parasitair. -Status- Ze

gynandromorf
een individu met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Vooral opvallend bij de blauwtjes (familie Lycaenidae), waar de mannetjes en vrouwtjes verschillend gekleurd zijn.

Haagbeuk
(Carpinus betulus) -Haagbeuk - RH. 0270 Volledige wetenschappelijke naam: Carpinus betulus L. Diagnostische kenmerken: Bladen ongeveer elliptisch, met iets scheve, afgeronde tot iets hartvormige voet en toegespitste top, dubbel gezaagd; zijnerven 10-15 paar. Omhulsel van de

Haagbeukmelkzwam
(Lactarius circellatus) -Nederlandse naam:- Haagbeukmelkzwam -Beschrijving- Hoed vlak gewelfd tot onregelmatig ondiep trechtervormig, Ø 5-10 cm, nat iets kleverig, droog met een zilverachtige schijn, bruinachtig grijs tot grijzig geelbruin en vaak met een violette tint, met conc

Haagbeukschorszwam
(Peniophora laeta) -Nederlandse naam:- Haagbeukschorszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam korstvormig, door de schors brekend, Ø tot enkele cm. Hymenium glad, met 1-3 mm hoge uitstulpingen, licht oranje tot crème. -Voorkomen- Op dode, hangende takken van loofbomen, voornamelij

Haagliguster
(Ligustrum ovalifolium) -Haagliguster- BB. 2286 Volledige wetenschappelijke naam: Ligustrum ovalifolium Hassk. Diagnostische kenmerken t.o.v. Ligustrum vulgare: Kroonbuis veel langer dan de zoom. Jonge takken kaal. Bladen elliptisch tot langwerpig. Overigens als Ligustrum vulgar

Haagwinde
(Calystegia sepium) -Haagwinde - RH. 0188 Volledige wetenschappelijke naam: Calystegia sepium (L.) R.Br. Diagnostische kenmerken t.o.v. Calystegia soldanella: Stengel meestal windend. Bladen eirond tot driehoekig, spits of stomp, met hart-, pijl- of spiesvormige voet en afge

Haakbek
(Pinicola enucleator) -Wetenschappelijke naam: - Pinicola enucleator (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Haakbek -Vogelgroep:- Vinken -Veldkenmerken.- 20 cm. Lijkt oppervlakkig op Grote Kruisbek. Mannetje karmijnrood, met zwarte vleugels en staart, donkere vlekken op rug, wi

Haaksterrenkroos
(Callitriche hamulata) -Haaksterrenkroos - RH. 0180 Volledige wetenschappelijke naam: Callitriche hamulata Koch Diagnostische kenmerken t.o.v. Callitriche brutia: Bladen aan de top verbreed en zeer diep uitgerand, daardoor tweetoppig. Vrucht meestal ± rond, de vleugelrand meest

Haarboskevers
(Lomechusa soort) haarboskevers Lengte 4-5 mm, augustus-juni. -Kenmerken- Relatief kort en breed gebouwd. Boven aan de zijkant op de eerste achterlijfsring een gelige haarborstel. -Voorkomen- In mierennesten. Komen wel voor in Nederland en België, maar zijn heel zelden verzameld. -Levenswijze- Leven als gast (inquiline) in mierennesten. De haarborstels producer...

Haarfonteinkruid
(Potamogeton trichoides) -Haarfonteinkruid- RH. 1003 Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton trichoides Cham. & Schltdl. Diagnostische kenmerken: Middennerf bij de bladvoet meer dan de helft van de bladbreedte innemend (bij het schutblad van de bloeiwijze echter relatief sm

Haarlems klokkenspel
() -Haarlems klokkenspel- RH. 1627 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Saxifraga granulata L. cv. ‘Plena’ Zie soort: Saxifraga granulata Diagnostische kenmerken: Kroonbladen talrijk, bloem gevuld. Standplaats: Stinsenplant, verwilderd en ingebur

Haarpijpje
(Bougainvillia ramosa) Bougainvillia ramosa (Wright, 1858) -Nederlandse naam:- Haarpijpje -Beschrijving:- De kolonies zijn rechtopstaand; soms vrijwel zonder zijtakken, vaker echter vertakt en struikachtig, met stevige stammetjes van zo'n 10 cm hoog. Het vertakkingspatroon is enigszins regelmatig, soms afwisselend of in een losse spiraal. Vaak zijn er secundaire en terti...

habitat
de woonplaats of verblijfplaats en een bepaald of lokaal type milieu dat wordt bezet door een soort (vaak samen gebruikt met de term niche in 'habitat en niche').

habitat
De locatie en specifieke omgeving waarin een organisme leeft; zijn natuurlijk thuis. Alternatieven: habitats

habitus
De uiterlijke verschijningsvorm van een plant of dier

Habrophlebia lauta
Spanwijdte vleugels 12-15 mm, juni-september -Kenmerken- Sierlijk gebouwde soort met 3 staartdraden. Achtervleugels heel klein (familie Leptophlebidae). Het achterlijf van het mannetje (032 3 g) is wit in het midden en roodbruin aan de voor- en achterkant. Voorpoten met zwarte dijen en witte tarsen. Nimf (niet afgebeeld) met borstelige, vertakte ki...

Hadrodemus m-flavum
Lengte 7-8 mm, juni-augustus -Kenmerken- Donkere wants met markante "M´ -tekening op de vleugels (familie Miridae). -Voorkomen- Op droge, zonnige, ongecultiveerde graslanden in struiken en op bloemen. Zuidelijke soort. In Nederland en België zeldzaam op warme locaties. -Levenswijze- De soort voedt zich, zoals alle soorten van dit ge...

Hafdistrict
Dit omvat het Estuariën-, Laagveen- en Noordelijk kleidistrictDe drie Hafdistricten omvatten (samen met het Flevoland) de van zee ingedijkte delen van Nederland. De voornaamste grondsoorten in dit gebied zijn zeeklei en laagveen. In het noorden en in het zuidwesten bevinden zich aaneengesloten zeekleigebieden. Daartussen liggen enige vrij omva...

Hagedissen
(Onderorde Sauria) Hagedissen De echte hagedissen vormen de familie Lacertidae. Over vrijwel geheel Europa is deze familie vertegenwoordigd, enkele wijdverspreide soorten zijn de muurhagedis, de zandhagedis, de levendbarende hagedis en de smaragdhagedis. Hazelwormen (familie Anguidae) vormen een familie van vaak pootloze hagedissen. Er zijn ook soorten die nog kleine...

Hagedoornvlinder
(Opisthograptis luteolata) hagedoornvlinder Spanwijdte vleugels 32-37 mm, april-juli -Kenmerken- Vleugels zwavelgeel met roodbruine vlekken aan voorrand. -Voorkomen- Op plaatsen met struikgewas, in bossen en tuinen en op de heide. -Levenswijze- Rups is bruin of groen en zit in rusthouding meest met geknikt lichaam en lijkt dan op een afgestorven takje. Voedselplant: vooral m...

Hagenella clathrata
Lengte 9-11 mm, Spanwijdte vleugels 27-34 mm, mei-juni -Kenmerken- Lichaam zwart met gele beharing. Vleugels zeer breed en geel van kleur met een zwart netwerk. Familie Phryganeidae. -Voorkomen- Bij vennetjes in (hoog)veengebieden. In Nederland vrij zeldzaam, bijvoorbeeld Fochteloërveen. -Levenswijze- De larve bouwt een koker die veel lijkt op...

Halesus tesselatus
Lengte 11-18 mm, Spanwijdte vleugels 36-50 mm, september-oktober -Kenmerken- Tamelijk grote, licht gekleurde schietmot. Vleugels licht grijsbruin met talrijke, donkere lengtestrepen, die onderling deels aan elkaar zijn verbonden. Familie Limnephilidae. -Voorkomen- In Nederland zeer zeldzaam bij langzaam stromende beken en rivieren. -Levenswijze- De...

Halfgeknotte strandschelp
(Spisula subtruncata) Spisula subtruncata (Da Costa, 1778) -Nederlandse naam:- Halfgeknotte strandschelp -Beschrijving:- Dit tweekleppige weekdier heeft een dikke en sterke schelp. De maximale lengte is ca. 3 cm. De vorm is driehoekig, maar asymmetrisch. De top is afgerond en de achterkant loopt taps toe, soms met een extra bocht in de schelp-oppervlakte. De kleur is vu...