Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Gaai
(Garrulus glandarius) -Wetenschappelijke naam: - Garrulus glandarius (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Gaai -Vogelgroep:- Gaaien -Veldkenmerken.- 34 cm. Onmiskenbaar. Verenkleed voornamelijk licht kaneelkleurig-roodbruin, met oprichtbare zwart en wit gestreepte kruinveren,

Gaasvliegknutje
(Forcipomyia eques) gaasvliegknutje Lengte 1 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Een zeer klein, gedrongen bruin mugje, dat men vaak ziet zuigen bij gaasvliegen (Neuroptera: familie Chrysopidae). -Voorkomen- In Nederland en België vooral bij bosranden niet zeldzaam. -Levenswijze- Knutjes hebben eigenaardige specialisaties ontwikkeld. Forcipomyia eques schijnt geheel ge...

gaffelhaar
Haar die in tweeën gesplitst is; de 2 armen staan meestal schuin omhoog; bij tweearmige haren staan de armen volledig gespreid. Alternatieven: gaffel tweetakkig

Gaffelhoorntje
(Calocera furcata) -Nederlandse naam:- Gaffelhoorntje -Beschrijving- Vruchtlichaam cylindrisch tot priem- of knotsvormig, soms gevorkt, 2-3 cm x 1-3 mm, glad, kleverig, glanzend heldergeel tot geeloranje. -Voorkomen- Vaak in groepjes of in onderling vergroeide bundeltjes op

Gaffellibel
(Ophiogomphus cecilia) gaffellibel Spanwijdte vleugels 60-70 mm, juli-oktober -Kenmerken- Door de heldere grasgroene kleur van zowel het borststuk en de kop als het geel gevlekte achterlijf nauwelijks te verwisselen met een andere rombout (054 3b g). Bij het mannetje zijn de achterlijfssegmenten 3-6 versmald en S 8-9 verbreed (054 3a g). Nimf niet duidelijk afgeplat en m...

Gaffellibel
(Ophiogomphus cecilia) Ophiogomphus cecilia (Fourcroy, 1785) Gaffellibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Ocecilil.tif)] (naar Ris, 1909; Er. Schmidt, 1936b) Vrij grote, robuuste larve met tamelijk breed abdomen [(fig. Ocecili6.tif), abdomen (ventraal)]. Lengte 29 tot 31 mm, grootste breedte 10 mm over abdomen [(fig. Ocecili9.tif), exuviae (dorsaal)]. -Kop:...

Gaffellibellen
(Geslacht Ophiogomphus) Genus Ophiogomphus Sélys, 1854 -Omschrijving- Buitenzijde van derde antennale segment weinig convex, iets breder dan tweede segment [(fig. Ocecili2.tif), antenne]. Ventraal gezien is abdominaal segmenten 9 twee keer zolang als segment 10, segmenten 7-8 (-9) voorzien van zijdoornen [(fig. Ocecili6.tif), abdomen]. (naar Pinhey, 1982; Geijskes ...

Gaffelsilene
(Silene dichotoma) -Gaffelsilene- BB. 1736 Volledige wetenschappelijke naam: Silene dichotoma Ehrh. Diagnostische kenmerken: Kelk en bloemsteel zonder klierharen. Nerven van de kelkbuis en bloemsteel met korte, sterk teruggekromde haren, kelkslippen met langere afstaande ha

gaffelvormig
Stengel, haar, enz. die aan een eind in twee onder een scherpe of stompe hoek geplaatste armen of tanden uitloopt. Alternatieven: gaffelvormige

Gaffelwier
(Dictyota dichotoma) Dictyota dichotoma (Hudson) Lamouroux -Nederlandse naam:- Gaffelwier -Beschrijving:- Een mooi, teer ogend wiertje, dat zo’n 20 cm hoog kan worden. De kleur is bruin aan de basis, geleidelijk overgaand in olijfgroen aan de einden van de vertakkingen. Kan ook iriserend zijn. De vertakkingen zijn duidelijk dichotoom en plat-lintvormig, de breedt...

Gagel
(Genus Myrica) -Gagel- Volledige wetenschappelijke naam: Myrica L.

Gagelfamilie
(Familie Myricaceae) -Gagelfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Myricaceae Heesters, een- of tweehuizig. Bladen verspreid, enkelvoudig, met harspuntjes. Bloemen in katjes, alleenstaand in de oksel van een schutblad (schub). Mannelijke bloemen zonder of evenals de vrouwe

gal
een vergroeiing van een plant, veroorzaakt door de aanwezigheid van een jong insect of enkele andere organismen in de plantenweefsels. De belangrijkste galvormende insecten zijn galwespen, galmuggen en sommige bladluizen. Alternatieven: galappels galletjes gallen

galea
de buitenste tak van de maxillen (onderkaken).

Galigaan
(Cladium mariscus) -Galigaan - RH. 0337 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Cladium mariscus (L.) Pohl Diagnostische kenmerken: Plant grijsgroen, met kruipende wortelstok. Stengel rolrond of stomp driekantig, bebladerd, hol. Bladen tamelijk breed, lijnvormig, n

Galmuggen
(Familie Cecidomyiidae) galmuggen -Kenmerken- De zeer kleine 1-3 mm. grote mugjes hebben gereduceerde monddelen en tere, licht behaarde vleugels met een gering aantal aders (5 of minder) die de vleugelrand bereiken. De facetogen zijn door een versmalde "oogbrug´ boven op de kop aan elkaar verbonden. De voelsprieten zijn lang en smal. Om galmuggen te identificer...

Galwespen
(Familie Cynipidae) galwespen -Kenmerken- Galwespen vormen een familie uit de sectie (infraorde) Parasitica (sluipwespen sensu lato) die niet andere insecten parasiteren, maar zich in plantengallen ontwikkelen. Galwespen zijn niet makkelijk te onderscheiden, vaak is het makkelijker om ze te identificeren aan hun waardplant en d.m.v. hun karakteristieke gallen. -Voorko...

Gamander
(Genus Teucrium) -Gamander- Volledige wetenschappelijke naam: Teucrium L.

gametofyt
Geslachtelijke plant.

Gamma-uil
(Autographa gamma) gamma-uil Spanwijdte vleugels 35-40 mm, mei-oktober -Kenmerken- Goed herkenbaar door de gamma-tekening (pistool) op de grijze of fluweelzwarte voorvleugels (352 6a g, 352 6b g). -Voorkomen- Algemeen en vaak talrijk in open terreinen, stadsparken, tuinen -Levenswijze- Vliegt zowel overdag als 's nachts op allerlei bloemen, blijft tijdens het zuigen ...

ganzen
(Deel van de) Triviale naam voor de grotere soorten behorend tot de familie Anatidae, met name in het tribus Anserini, oftewel zwanen en echte ganzen, van de subfamilie Anserinae. De naam wordt ook wel gebruikt om de ganzen te scheiden van de eenden, beide in de familie Anatidae, maar eenden behorend tot de subfamilie Anatinae. In sommige gevallen ...

Ganzenvoet
(Genus Chenopodium) -Ganzenvoet- Volledige wetenschappelijke naam: Chenopodium L.

Ganzenvoetfamilie
(Familie Chenopodiaceae) -Ganzenvoetfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Chenopodiaceae Meestal kruiden. Een- of tweehuizig of bloemen tweeslachtig. Bladen verspreid of tegenoverstaand, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemdek ontbrekend of 1-5-tallig, in de vruchttijd v

Ganzerik
(Genus Potentilla) -Ganzerik- Volledige wetenschappelijke naam: Potentilla L. Opm. De 'geslachten' Potentilla, Fragaria, Comarum en Duchesnea moeten eigenlijk tot 1 geslacht gerekend worden (Fragaria s.l.). Uitsluitend terwille van de stabiliteit van de wetenschappelijke na

Gargara genistae
Lengte 3-4 mm, juli-september -Kenmerken- Als lid van de grote familie Membracidae ( -bochelcicaden- ) loopt het gebochelde halsschild recht uit naar achteren tot over de helft van het abdomen heen. -Voorkomen- Op zonnige plaatsen met brem en andere vlinderbloemigen. Lokaal algemeen. -Levenswijze- Deze cicade heeft een voorkeur voor brem (Cytisus s...

Garnalen
(Onderorde Natantia) Decapoden met een langwerpig lichaam dat verdeeld is in een cephalothorax en een achterlijf, gewoonlijk met een telson dat met de uropoden tezamen een staartwaaier vormt. Tussen de gesteelde ogen steekt een prominent rostrum uit en er zijn twee antennes. Voor de garnalen, ga naar: pagina 153.

Gaspeldoorn
(Ulex europaeus) -Gaspeldoorn- RH. 1319 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Ulex europaeus L. Diagnostische kenmerken: Takken in dorens uitlopend. Jonge loten, bloemstelen, kelken en vruchten afstaand behaard. Bladen priemvormig, stijf, met stekelpunt. Kelk 2

gaster
het gedeelte van het abdomen van de orde Hymenoptera, gelegen achter de 'taille' (zie ook propodeum).

Gasteromyceten
zie Buikzwammen.

Gasteruption hastator
Lengte 10-12 mm, juli-september. -Kenmerken- Het deel na de insnoering van het achterlijf (metasoma) is bij de familie Gasteruptiidae opvallend hoog ingepland. Het metasoma wordt meestal scheef gestrekt omhoog gehouden. G. hastator is roodachtig met uitgevloeide, zwarte tekeningen en een korte, doch goed zichtbare legboor (252 2 g). -Voorkomen- Op...

gastheer
het organisme dat door een parasiet wordt aangevallen of aangetast. Alternatieven: gastheren

Gaurotes virginea
Lengte 9-12 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Tamelijk gedrongen boktor met van achteren afgeronde, groen- of blauwmetallisch glanzende dekschilden. Halsschild rood. -Voorkomen- Alpiene soort langs bosranden in het bergland. In het noorden zeldzaam; zeer zeldzaam in Nederland.

Gazonvlekplaat
(Panaeolus foenisecii) -Nederlandse naam:- Gazonvlekplaat -Beschrijving- Hoed halfbol- of kegelvormig tot klokvormig uitgespreid, Ø 1-3 cm, glad, mat, vochtig donker tabaks- of roodachtig-bruin, droog crème-beige met een donker centrum. Lamellen licht grijsbruin tot donkerbruin

Geaderde kluifzwam
(Helvella fusca) -Nederlandse naam:- Geaderde kluifzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam 3-9 cm. Hoed 3-5 cm, zadelvormig, 2- tot 3-lobbig. Bovenzijde jong bruinzwart met lichte randen, dan geelbruin tot dadelbruin. Hoedrand meestal plaatselijk met de steel vergroeid, onderzi

Gebogen driehoeksvaren
(Gymnocarpium dryopteris) -Gebogen driehoeksvaren - RH. 0422 Volledige wetenschappelijke naam: Gymnocarpium dryopteris (L.) Newm. Diagnostische kenmerken t.o.v. Gymnocarpium robertianum: Bladsteel en bladspil glad of hoogstens met enkele klierharen; scherp geknikt ten opzichte van

Gedeelde meelbes
(Sorbus thuringiaca(x)) -Gedeelde meelbes- BB. 5147 Volledige wetenschappelijke naam: Sorbus xthuringiaca (Ilse) Fritsch Sorbus aria x Sorbus aucuparia. Diagnostische kenmerken: Bladen in de onderste helft met 1-4 paar blaadjes, het grote topblaadje afnemend gelobd, van onderen

gedomesticeerd
Door mensen gehouden. Domesticatie is een eeuwigdurende aanpassing van dieren aan het leven bij mensen. Voortplanting en levensonderhoud wordt door de mens in de hand gehouden. Veel vogelsoorten zijn in de loop der tijden gedomesticeerd, hoewel een aantal ervan nauwelijks van hun nog in het wild levende voorouders te onderscheiden zijn (bijvoorbeel...

Gedraaide zeedraad
(Hartlaubella gelatinosa) Hartlaubella gelatinosa (Pallas, 1766) -Nederlandse naam:- Gedraaide zeedraad -Beschrijving:- Deze hydroïdpoliep vormt struikvormige kolonies. De stelen zijn tot 35 cm lang en vertakt. De hydrotheca zitten op geringde steeltjes. Ze zijn maximaal 0,5 mm lang en hebben een duidelijk kanteelvormige rand (kartels met rechte hoeken). De gonotheca z...

gedrag
Het totaal aan karakteristieke en herhaald optredende eigenschappen in activiteit en houding van een vogel. Vele factoren beïnvloeden de ontwikkeling van gedragspatronen en deze kunnen op zich weer veranderen als de vogel het volwassen stadium bereikt. De bestudering van gedragspatronen wordt ethologie genoemd. Twee typen gedrag kunnen ondersc...

Gedrongen hazeoor
(Otidea cochleata) -Nederlandse naam:- Gedrongen hazeoor -Beschrijving- Vruchtlichaam komvormig, aan één zijde tot de basis gespleten, Ø 4-6 cm. Binnenzijde bruin tot donker olijfbruin. Buitenzijde viltig, lichter olijfbruin, basis wittig behaard. Soms dicht opeengedrongen

Gedrongen mollisia
(Mollisia cinerea) -Nederlandse naam:- Gedrongen mollisia -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot onregelmatig schotelvormig, Ø 0,5-2 mm. Binnenzijde grijs tot grijsblauw. Buitenzijde fijn vlokkig, grijsbruinig, met wittige rand. -Voorkomen- In groepen op dood,

Geel cypergras
(Cyperus flavescens) -Geel cypergras- RH. 0387 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Cyperus flavescens L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Cyperus fuscus: Stempels 2, nootje lensvormig. Meeldraden 2. Kafjes geelachtig met groene kiel. Standplaats: Op open, natte gro

Geel grasbeertje
(Spiris striata) geel grasbeertje Spanwijdte vleugels 30-35 mm, juni-juli -Kenmerken- Voorvleugels mannetje (376 5 g) smal, geel met zwarte adertekening, vrouwtje mist de zware, zwarte strepen. Achtervleugels veel breder en geel met bruine zoom. Voelsprieten mannetje geveerd. -Voorkomen- Zeer zeldzaam in zandige open biotopen, heidevelden en schrale graslanden. In ...

Geel hoorntje
(Calocera cornea) -Nederlandse naam:- Geel hoorntje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam cylindrisch tot priemvormig, niet tot weinig gevorkt, 2-10 x 1-2 mm, glad, kleverig, glanzend dooier- tot oranjegeel. -Voorkomen- Op sterk vermolmde loofhouttakken en -stammen. Sap

Geel houtvlieskelkje
(Hymenoscyphus calyculus) -Nederlandse naam:- Geel houtvlieskelkje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam gesteeld beker- tot vlak schotelvormig, tot 1 cm hoog, Ø 2-3 mm. Binnenzijde citroen- tot okergeel. Buitenzijde fijnvlokkig, wittig tot witgeel. Steel witgeel met spits toel

Geel korstmos
(Xanthoria parietina) Xanthoria parietina (Linnaeus) -Nederlandse naam: - Geel korstmos -Beschrijving:- Korstmossen - of lichenen, zijn een mengsel van (in harmonie - of symbiose - levende) schimmels en algen, maar meestal voor ruim 90% bestaande uit de schimmel. Vele soorten vinden we op bomen, stenen, dakpannen en bijvoorbeeld op heidevelden. Ze worden wel gebruikt om...

Geel marmerwitje
(Euchloe penia) (Freyer, 1851) Geel marmerwitje -Beschrijving: - Het geel marmerwitje is te vinden bij meestal steile, kalkstenen rotshellingen met stukken grazige vegetatie en bij droge, open struikvegetaties. De vlinders zitten vaak met halfopen vleugels op de grond of op rotsen. Als het erg heet is, zoeken ze verkoeling in de schaduw van rotsspleten. Ze hebben ...

Geel nagelkruid
(Geum urbanum) -Geel nagelkruid- RH. 0579 Volledige wetenschappelijke naam: Geum urbanum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Geum rivale: Bloemen rechtopstaand. Kelk groen, aan de vrucht teruggeslagen. Kroonbladen afstaand, geel, omgekeerd eirond, ongenageld, ongeveer eve

Geel nestzwammetje
(Crucibulum crucibuliforme) -Nederlandse naam:- Geel nestzwammetje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam gesloten bol- tot tolvormig, Ø 4-8 mm, 3-7 mm hoog. Buitenzijde viltig, wittig tot vuilgeel, met een aan de rand loslatend, viltig, okergeel vlies de bovenzijde van een spatbe

Geel oranjetipje
(Anthocharis euphenoides) Staudinger, 1869 Geel oranjetipje -Beschrijving: - Het geel oranjetipje is te vinden op warme, droge plekken met een bloemrijke, grazige vegetatie en met vaak hier en daar struiken. De eieren worden één voor één op de bloemknoppen van verschillende soorten kruisbloemigen gelegd, zoals op Biscutella laevigata , B. auricul...

Geel schijfzwammetje
(Bisporella citrina) -Nederlandse naam:- Geel schijfzwammetje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam vlak beker- tot schotelvormig, Ø 1-3 mm. Binnenzijde citroen- tot goudgeel. Buitenzijde met wat donkerder rand, goudgeel. -Voorkomen- In dichte groepen op dode loofhouttakke

Geel viltkruid
(Filago lutescens) -Geel viltkruid- RH. 1424 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Filago lutescens Jord. Diagnostische kenmerken t.o.v. Filago pyramidata: Plant geelachtig viltig. Omwindselbladen met rechte rood- of paarsachtige naald. (0 of) 1 of 2 bladen lange

Geel vogelpootje
(Ornithopus compressus) -Geel vogelpootje - RH. 5267 Volledige wetenschappelijke naam: Ornithopus compressus L. Diagnostische kenmerken: Kroonbladen geel, 6-8 mm lang. Vrucht aan de top plotseling in een 0,5-1 cm lange gekromde snavel versmald. Therofyt. 0,10-0,60. Mei-juni. Sta

Geel walstro
(Galium verum) -Geel walstro - RH. 0557 Volledige wetenschappelijke naam: Galium verum L. Diagnostische kenmerken: Bloemkroon heldergeel (soms bleekgeel; zie de tweede opm.). Bladen van onderen wit door dicht opeen geplaatste papilachtige haren, bladrand tot bijna bij d

Geel zonneroosje
(Helianthemum nummularium) -Geel zonneroosje- RH. 1923 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Helianthemum nummularium (L.) Mill. Diagnostische kenmerken: Bladen tegenoverstaand, elliptisch tot lijnlancetvormig, alle met steunblaadjes. Bloeiwijze met schutblaadjes. Kroonb

Geelbandbergerebia
(Erebia flavofasciata) Heyne, 1895 Geelbandbergerebia -Beschrijving: - De geelbanderebia is al in de vlucht aan de opvallende, gele band op de onderkant van de achtervleugel te herkennen. De vlinders komen boven de boomgrens bij steile, zonnige hellingen voor. Ze zijn vaak nectardrinkend te vinden in graslanden met een relatief hoge en bloemrijke vegetatie; voor de eiafz...

Geelbandspikkeldikkopje
(Pyrgus sidae) (Esper, 1784) Geelbandspikkeldikkopje -Beschrijving: - Het geelbandspikkeldikkopje is met zijn gele en witte banden op de onderkant van de achtervleugels een onmiskenbaar dikkopje. De vlinders vliegen bij bloemrijke graslanden; bloemrijke, stenige hellingen; bij erosiegeulen en open struweel. De vlinders vliegen langzaam en dicht bij de grond. Als ...

Geelbont dikkopje
(Carterocephalus silvicola) (Meigen, 1829) Geelbont dikkopje -Beschrijving: - Het geelbont dikkopje vliegt op beschutte, vochtige, bloemrijke graslanen in bossen. De vlinders worden vaak nectar zuigend op Veronica (ereprijs) soorten gezien. De eitjes worden een voor een op de bladeren van diverse breedbladige grassoorten afgezet. Het rupsje leeft in een tuitje, dat het zelf v...

Geelbonte parelmoervlinder
(Euphydryas iduna) (Dalman, 1816) Geelbonte parelmoervlinder -Beschrijving: - Deze fraaie parelmoervlinder komt in Lapland op geringe hoogte (vanaf 300m) voor in bloemrijke, open moerasgebieden en bij natte hellingen met verspreide berken, boven de 500m vliegt de soort op drogere, rotsachtige plekken. Vergeleken met de andere parelmoervlinders die in Lapland voorkome...

Geelbruin mosklokje
(Galerina hypnorum) -Nederlandse naam:- Geelbruin mosklokje -Beschrijving- Hoed klokvormig tot gewelfd, Ø 4-15 mm, glad, vochtig doorschijnend gestreept, vuil honinggeel, droog geel- of okerbruin. Lamellen okerbruin. Steel 15-40 x 1-2 mm, bleek gelig-oker, met een berijpte s

Geelbruine plaatjeshoutzwam
(Gloeophyllum sepiarium) -Nederlandse naam:- Geelbruine plaatjeshoutzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam één- tot meerjarig, console- of waaier- tot schelpvormig, vaak met vergroeide, of in rozetten, rijen of dakpansgewijs staande hoeden, 6-20 x 2-8 cm, 6-10 mm dik. Bovenzijde conce

Geelbruine spleetvezelkop
(Inocybe rimosa) -Nederlandse naam:- Geelbruine spleetvezelkop -Beschrijving- Hoed kegel- tot klokvormig met een bultje, Ø 2-8 cm, radiair vezelig en splijtend, stro- tot bruingeel. Lamellen gelig-leemkleurig met een witte lamelsnede. Steel 3-7 cm x 4-12 mm, bleek bruinge

Geelbuikvuurpad
(Bombina variegata) Geelbuikvuurpad -Uiterlijke kenmerken- Klein, zeer wrattig padje met afgeplat lichaam. Lichaamslengte tot 5 cm, meestal kleiner. Pupil driehoekig tot hartvormig. Geen trommelvlies zichtbaar, geen parotoïden. Rug donkergrijs, bruin, groenig of gelig, soms met vage donkere of lichtere vlekken. De grote wratten hebben meestal een scherpe hoornpun...

Geelgerand elfenbankje
(Antrodiella hoehnelii) -Nederlandse naam:- Geelgerand elfenbankje -Beschrijving- Vruchtlichaam éénjarig, halfrond consolevormig. Hoed 2-4 x 1-3 cm, tot 1 cm dik. Bovenzijde golvend, fluwelig mat, wit of crèmekleurig tot gelig, met een stompe, gele rand. Buisjes 2-4 mm lang, crè

Geelgerande tubebij
(Stelis punctulatissima) geelgerande tubebij Lengte 8-11 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Lichaam zwart met lichte segmentranden, vrijwel onbehaard en opvallend gepuncteerd. -Voorkomen- In allerlei verschillende biotopen. In Nederland voornamelijk beperkt tot het zuidoosten; in België over het hele land verspreid. -Levenswijze- Parasiteert als koekoeksbij bij verschille...

Geelgors
(Emberiza citrinella) -Wetenschappelijke naam: - Emberiza citrinella Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam: - Geelgors -Vogelgroep:- Gorzen -Veldkenmerken.- 16,5 cm. Mannetje heeft heldergele kop en onderdelen, met wat donkere strepen op de kop. Vrouwtje heeft minder geel op kop en

Geelgroen afrikaantje
(Tagetes minuta) -Geelgroen afrikaantje- BB. 1744 Volledige wetenschappelijke naam: Tagetes minuta L. Diagnostische kenmerken: Plant kaal, met sterke geur. Bladen veerdelig, met 3-7 lijnlancetvormige gezaagde slippen, deze met klierpuntjes; onderste bladen tegenoverstaand

Geelgroene vrouwenmantel
(Alchemilla xanthochlora) -Geelgroene vrouwenmantel- RH. 1456 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Alchemilla xanthochlora Rothm. Diagnostische kenmerken: Bovenzijde der wortelbladen kaal of soms met wat haren aan de randen en enkele verspreide haren in de plooien. Kel

Geelgroene wespenorchis
(Epipactis muelleri) -Geelgroene wespenorchis - RH. 1423 -Rode Lijst 4. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Epipactis muelleri Godfery Diagnostische kenmerken t.o.v. Epipactis helleborine: Snaveltje ook in de bloemknop afwezig. Meeldraad aan de top versmald en gekro

Geelgroene zegge
(Carex oederi subsp. oedocarpa) -Geelgroene zegge- RH. 0220 Volledige wetenschappelijke naam: Carex oederi subsp. oedocarpa (Andersson) Lange Zie soort: Carex oederi Diagnostische kenmerken: Urntjes 3-4 mm lang. Onderste vrouwelijke aar gewoonlijk in het midden van de stengel bevestigd.

Geelhalstermiet
(Kalotermes flavicollis) geelhalstermiet Lengte 4-11 mm, januari-december -Kenmerken- Alle kasten iets groter dan in Reticulitermes lucifugus. Soldaten wat donkerder van kleur met roodbruine kop en getande kaken. Seksuele vormen (068 2 g) donker met een geelachtig halsschild. -Voorkomen- Komt wijd verspreid voor in het Middellandse Zeegebied, maar is minder algemeen dan Re...

Geelhartje
(Linum catharticum) -Geelhartje- RH. 0747 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Linum catharticum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Linum usitatissimum: Bladen alle tegenoverstaand. Kroonbladen wit met gele nagel, 3-6 mm lang. 0,05-0,20. Juni-aug. Therofyt, Hemikr

Geelpootmeeuw
(Larus cachinnans) -Wetenschappelijke naam: - Larus cachinnans Pallas, 1811 -Nederlandse naam: - Geelpootmeeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken- . 55-67 cm. Lijkt sterk op Zilvermeeuw. Lang als ondersoort beschouwd, maar eigenlijk bestaat Geelpootmeeuw ook weer uit twee

Geelrode naaldaar
(Setaria pumila) -Geelrode naaldaar- RH. 1195 Volledige wetenschappelijke naam: Setaria pumila (Poir.) Schult. Diagnostische kenmerken: Bovenste kelkkafje half zo lang als de lemma van de onvruchtbare bloem (het 'derde kelkkafje'). Lemma van de vruchtbare bloem, aan 1 zij

Geelsnavelduiker
(Gavia adamsii) -Wetenschappelijke naam: - Gavia adamsii (Gray, 1859) -Nederlandse naam: - Geelsnavelduiker -Vogelgroep:- Duikers -Veldkenmerken.- 75-100 cm. Grootste duiker. Heeft in broedkleed een kenmerkende geelwitte snavel die schuin omhoog wordt gehouden. Patroon o

Geelsprietdikkopje
(Thymelicus sylvestris) (Poda, 1761) Geelsprietdikkopje -Beschrijving: - Het geelsprietdikkopje komt voor op allerlei bloemrijke plaatsen met hoge grassen, zoals graslanden, wegbermen, beekoevers en dergelijke. Populaties kunnen soms zeer groot zijn. Regelmatig vliegen ze samen met het zwartsprietdikkopje. Bij het geelsprietdikkopje is de onderkant van de voelsprietknop b...

Geelsteelhertezwam
(Pluteus romellii) -Nederlandse naam:- Geelsteelhertezwam -Beschrijving- Hoed vlak gewelfd, Ø 2-5 cm, mat, donker geel- tot kaneelbruin, met een gelige rand. Lamellen donkergeel tot gelig-roze. Steel 2-7 cm x 2-6 mm, helder citroengeel. Vlees geel. Geur geen. -Voorkomen- Op

Geelster
(Genus Gagea) -Geelster- Volledige wetenschappelijke naam: Gagea Salisb. Opm. Echte voorjaarsplanten die eind mei bovengronds al bijna verdwenen zijn. De planten worden vaak over het hoofd gezien omdat meestal slechts weinig exemplaren tot bloei komen.

Geelvlekbergerebia
(Erebia manto) (Denis and Schiffermüller, 1775) Geelvlekbergerebia -Beschrijving: - De geelvlekerebia is een vlinder van vochtige bloemrijke graslanden en open plekken in het bos. Boven de boomgrens komt deze vlinder ook op open bergweiden voor. Het is een soort van koele en koude omstandigheden. Het vrouwtje plakt de eitjes een voor een aan de sprieten van ...

Geelvlekglanslibel
(Somatochlora flavomaculata) Somatochlora flavomaculata (Vander Linden, 1825) Geelvlekglanslibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Sflavoml.tif)] (naar Müller, 1990; Münchberg, 1932c; Ris, 1911) Lang ovaal met vrij lange, zwart geringde poten. Lengte 19-21 mm [(fig. Sflavom1.tif), habitus (lateraal)]. -Kop:- Prementale setae 11 + 11 of 12 + 12, op labial...

Geelvlekheidelibel
(Sympetrum flaveolum) geelvlekheidelibel Spanwijdte vleugels 50-60 mm, juni-september -Kenmerken- Aan de basis van de achtervleugels een grote oranje-gele vlek en een doorlopende lijn langs het achterlijf. -Voorkomen- Vrij algemeen bij stilstaande, moerassige of verlandende wateren, die in de zomer deels opdrogen. Echte zwerver. Uiteraard wisselend in voorkomen. -Levens...

Geelvlekheidelibel
(Sympetrum flaveolum) Sympetrum flaveolum (Linnaeus, 1758) Geelvlekheidelibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Sflaveol.tif)] (naar Conci & Nielsen, 1956; Gardner, 1977; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Lucas, 1930; Pulkkinen, 1926) Sterk gelijkend op S. danae. Donkerbruin zonder veel tekening. Lengte 15-17 mm, breedte 5,5-6,5 mm. -Kop:- [(fig. Sympe...

Geelvlekwitsnuitlibel
(Leucorrhinia pectoralis) Leucorrhinia pectoralis (Charpentier, 1825) Geelvlekwitsnuitlibel -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Lpectorl.tif)] (naar Aguesse, 1968; Conci & Nielsen, 1956; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Er. Schmidt, 1936c) Vrij groot en matig breed. Dorsaal enkele donkere vlekken, ventraal donkere dwarsverbindingen en zijstrepen. Lengte 18-...

Geelwitte helmbloem
(Pseudofumaria alba) -Geelwitte helmbloem - RH. 5047 Volledige wetenschappelijke naam: Pseudofumaria alba (Mill.) Lidén Diagnostische kenmerken t.o.v. Pseudofumaria lutea: Bloemen witachtig, aan de top geel. Bladstelen van boven vlak, met smalle vleugelranden. Zaden dof, korr

Geelwitte moerasbloem
(Limnanthes douglasii) -Geelwitte moerasbloem- BB. 5218 Volledige wetenschappelijke naam: Limnanthes douglasii R.Br. Diagnostische kenmerken t.o.v. Limnanthes alba: Kroonbladen na de bloei teruggeslagen, dooiergeel met witte uiteinden. Kelkbladen aan beide zijden kaal. Bladen k

Geelwitte ossentong
(Anchusa ochroleuca) -Geelwitte ossentong - RH. 1660 Volledige wetenschappelijke naam: Anchusa ochroleuca Bieb. Diagnostische kenmerken t.o.v. Anchusa officinalis: Stengel bovenaan afstaand tot aangedrukt behaard, onderaan steeds met naar beneden gerichte haren. Kelkslippen s

Geelwitte russula
(Russula ochroleuca) -Nederlandse naam:- Geelwitte russula -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een verdiept midden, Ø 4-10 cm, mat, oker tot geel, met een gladde tot gegroefde rand. Lamellen smal aangehecht, crème. Steel 4-7 cm x 15-25 mm, wit tot waterig grijs. Vlees wi

Geep
(Belone belone) Belone belone (Linnaeus, 1761) -Nederlandse naam:- Geep -Beschrijving:- De geep wordt maximaal 95 cm lang en 1 kg zwaar, maar lengtes tussen 70 en 80 cm komen meer voor. De langgerekte vorm is zeer karakteristiek, met zeer spitse snuit, en een verlengde onderkaak. De rug- en anaalvin zijn ver naar achteren geplaatst. Geen bijvinnen achter deze vinn...

Gegolfd fonteinkruid
(Potamogeton zizii(x)) -Gegolfd fonteinkruid - RH. 1004 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Potamogeton xzizii Roth Diagnostische kenmerken: Deze bastaard vormt (althans ogenschijnlijk) normale, 2-2,5 mm lange, bijna halfcirkelronde vruchtjes, en is overigens inter

Gegordelde gordijnzwam
(Cortinarius trivialis) -Nederlandse naam:- Gegordelde gordijnzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid, Ø 4-11 cm, slijmerig, okerkleurig tot okerkleurig bruin. Lamellen bleek kleikleurig tot roestbruin. Steel 5-12 x 1-2 cm, slijmerig, wittig-gelig, met een bruine cortin

gegroefd
Met uitsparingen (geulen) in het oppervlak. Alternatieven: groeven gegroefde

Gegroefde haarwaterroofkever
(Acilius sulcatus) gegroefde haarwaterroofkever Lengte 15-18 mm, januari-december. -Kenmerken- Opvallend breed en plat gebouwde, middelgrote waterroofkever. Dekschilden gelig met dichte, donkerbruine marmertekening, bij het mannetje glad (146 1a g), bij het vrouwtje met behaarde lengtegroeven. Halsschild met 2 zwarte dwarsbanden. Op het voorhoofd tussen de ogen zijn ...

Gegroefde lapsnuitkever
(Otiorhynchus sulcatus) gegroefde lapsnuitkever Lengte 9-11 mm, januari-december. -Kenmerken- Zwartgrijze, plompe snuitkever met sterk gekorreld oppervlak. Dekschilden met talrijke gekorrelde lengteribben en vlekkige, geelbruine beharing (200 3a g). -Voorkomen- Bij bosranden en in tuinen zeer algemeen. Komt ook in woningen voor, al dan niet binnengehaald met tuinplanten. ...

Gegroefde veldsla
(Valerianella carinata) -Gegroefde veldsla- RH. 1334 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Valerianella carinata Loisl. Diagnostische kenmerken t.o.v. Valerianella locusta: Vrucht langwerpig, bijna vierkantig, op dwarse doorsnede aan de rugzijde van het vruchtbare hok

Gehakkelde aurelia
(Polygonia c-album) gehakkelde aurelia Spanwijdte vleugels 48-55 mm, juni-september -Kenmerken- Vleugels puntig en hoekig, bovenzijde roodbruin van kleur soms met lichtere, geblokte zoom (400 3a g). Onderkant effen donkerbruin met in het midden van de achtervleugel een helder witte C (400 3c g). -Voorkomen- Tamelijk algemeen in bosrijke omgeving op vochtige plekken; v...

Gehakkelde aurelia
(Polygonia c-album) (Linnaeus, 1758) Gehakkelde aurelia -Beschrijving: - De gehakkelde aurelia is een bewoner van bosranden en open plekken in het bos. Op zeer droge locaties komt hij echter niet voor. Hij is goed te herkennen aan de gehakkelde vleugelrand en het kleine witte "c" op de onderkant van de achtervleugels. De eitjes worden op veel verschillende s...

Gehakkelde vos
(Nymphalis vaualbum) (Denis and Schiffermüller, 1775) Gehakkelde vos -Beschrijving: - De gehakkelde vos heeft inderdaad wat van een grote vos en een gehakkelde aurelia, maar is door zijn witte vleugelpunten gemakkelijk te herkennen. De soort komt in O-Europa in het laagland voor. De vlinders vliegen op open plekken in of aan de rand van loofbossen of gemengde boss...

Gehoornde klaverzuring
(Oxalis corniculata) -Gehoornde klaverzuring- RH. 0910 Volledige wetenschappelijke naam: Oxalis corniculata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Oxalis fontana: Plant kruipend, zonder ondergrondse uitlopers. Stengels en bladstelen alleen met enkelvoudige haren bezet. Bladsteel a

Gehoornde mestselbij
(Osmia cornuta) gehoornde mestselbij Lengte 10-15 mm, maart-juni. -Kenmerken- Lijkt op Osmia rufa, maar is doorgaans iets groter. Beharing zwart, op het achterlijf helder vosrood, ook de buikschuier. Vrouwtje met op de voorkant van de kop 2 hoorntjes, evenals bij Osmia rufa. Mannetjes met witte haren op het gezicht. -Voorkomen- In allerlei biotopen, ook in stedeli...

Gehoornde slijmvis
(Parablennius gattorugine) Parablennius gattorugine (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Gehoornde slijmvis -Beschrijving:- Lengte tot 30 cm. Eén rugvin; buikvinnen gereduceerd tot enkele stralen die vóór de borstvinnen zijn ingeplant. Boven zijn ogen heeft hij twee opvallende vertakte tentakels. Slijmvissen hebben geen schubben (gehoornd.tif). -Kleur: -...