Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


IJzerhard
(Verbena officinalis) -IJzerhard - RH. 1344 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Verbena officinalis L. Diagnostische kenmerken: Middelste stengelbladen diep ingesneden of 3-spletig, de onderste en de bovenste minder diep ingesneden, gekarteld, de bovenste soms gaa

IJzerhardfamilie
(Familie Verbenaceae) -IJzerhardfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Verbenaceae Kruiden of heesters. Bladen meestal tegenoverstaand of in kransen, enkelvoudig of gedeeld. Bloemen tweezijdig symmetrisch, meestal tweeslachtig. Kelk meestal 4- of 5-tandig. Bloemkroon 4- of

IJzervaren
(Cyrtomium falcatum) -IJzervaren- BB. 1612 Volledige wetenschappelijke naam: Cyrtomium falcatum (L.f.) C.Presl Diagnostische kenmerken: Bladen langgesteeld, enkel geveerd; blaadjes tot 10 x 5 cm, sikkelvormig gekromd, scheef ruitvormig of eirond, toegespitst, rand gegolfd tot

imago
het volwassen stadium in de ontwikkeling van een insect. Alternatieven: imagines

imago
(gevleugeld) volwassen insect Alternatieven: imagines

Imperfect
zich ongeslachtelijk voortplantend.

Indigoboleet
(Gyroporus cyanescens) -Nederlandse naam:- Indigoboleet -Beschrijving- Hoed gewelfd, Ø 6-12 cm, viltig, mat, bleek crème-oker of vuilwit tot vaalbruin, blauw of bruin verkleurend na beschadiging, met een rafelige, ingescheurde rand. Buisjes wit tot bleekgeel, met groenig-geel z

Indische meelmot
(Plodia interpunctella) Indische meelmot Spanwijdte vleugels 13-20 mm, mei-oktober -Kenmerken- Vleugels roodbruin en blauwig getekend en in het midden een brede, gele dwarsband. Familie Pyralidae. -Voorkomen- Kosmopoliet, in opslagruimten, pakken meel, ook in het vrije veld. -Levenswijze- De soort behoort voor de mens tot één van de schadelijkste voorraadsin...

Ingedeukt meniezwammetje
(Nectria peziza) -Nederlandse naam:- Ingedeukt meniezwammetje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam kogelvormig, aan de top ingedeukt, met verzonken papil, Ø 0,2-0,4 mm. Peritheciën glad, geel tot oranjebruin. -Voorkomen- Dicht opeen in groepen op hout, soms op schors,

Ingesneden dovenetel
(Lamium hybridum) -Ingesneden dovenetel- RH. 0703 Volledige wetenschappelijke naam: Lamium hybridum Vill. Diagnostische kenmerken: Bladen onregelmatig gekarteld tot gelobd, om de 2 of 3 tanden dieper ingesneden. Overigens als Lamium purpureum. 0,10-0,30. Maart-oktober. The

Inkarnaatklaver
(Trifolium incarnatum) -Inkarnaatklaver- BB. 1835 Volledige wetenschappelijke naam: Trifolium incarnatum L. Diagnostische kenmerken: Stengel zonder of met 1 blad onder het hoofdje. Bloeiwijze 3-7 cm lang. Kroonbladen helder scharlaken rood, soms geelachtig wit, 10-12 mm lang. S

Inktvissen
(Klasse Cephalopoda) Bij de inktvissen of koppotigen worden in onze streken drie groepen onderscheiden: de achtarmigen, die echt op de bodem leven, de zeekatten, die veel meer zwemmen maar toch het liefst in de buurt van de bodem zijn, en de pijlinktvissen, echte zwemmers die wat we noemen ‘pelagisch’, ofwel in het vrije water leven. De twee laatste groepen...

Inktviszwam
(Clathrus archeri) -Nederlandse naam:- Inktviszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam vanuit een zich ondergronds ontwikkelend, wittig, leerachtig duivelsei, Ø 2-4 cm, met de uiteinden van de armen aan elkaar tevoorschijn komend. De 4-6 armen staan op een 2-5 cm lange steel en sp

Inktzwammen
(Genus Coprinus) -Nederlandse naam:- Inktzwammen Een groep van saprotroof, meestal kort levende, vaak tere Plaatjeszwammen met ei- tot kegelvormige hoeden en verinktende lamellen. Sporeekleur is bruinzwart, zwart. In Nederland komen bijna 100 soorten Inktzwammen voor. Een

inlage
Zilt kustgebied tussen twee dijken. Alternatieven: inlaag inlagen

Inonotus hastifer
-Nederlandse naam:- Korstweerschijnzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam vlak (resupinaat), tot 5 mm dikke en enkele centimeters tot decimeters grote plakkaten vormend, met poriën en knolvormige verdikkingen, jong licht grijsbruin, later kaneel- tot roodbruin

inquiline
een organisme dat in het nest (huis, hol) van een andere soort leeft, zonder een duidelijke invloed op die soort te hebben.

Insecten in brede zin
(Superklasse Hexapoda) insecten in brede zin -Introductie- Alle insecten behoren tot de superklasse Hexapoda, maar niet alle Hexapoda worden tegenwoordig meer tot de insecten gerekend. De Hexapoda bestaan uit 4 aparte klassen: Collembola (springstaarten), Protura (oerinsecten zonder voelsprieten), Diplura (oerinsecten met voelsprieten) en Insecta (de eigenlijke insecten)...

Insecten met vleugels
(Onderklasse Pterygota) insecten met vleugels -Introductie- Verreweg de meeste insecten behoren tot de onderklasse Pterygota. Het zijn de insecten die de mensen doorgaans direct als insecten herkennen. De vleugels vormen natuurlijk het belangrijkste kenmerk. Naast vogels, vleermuisachtigen en de uitgestorven vliegende reptielen zijn de Pterygota de enige landdieren die ti...

Insecten zonder vleugels
(Onderklasse Apterygota) insecten zonder vleugels -Introductie- In de Apterygota lijken de segmenten van het borststuk enigszins op die van het achterlijf. Ze hebben geen pleurale suturen, episternum of epimeron of andersoortige vouwen; dit zijn structuren die geassocieerd worden met een vleugeldragend apparaat. Gedetailleerd onderzoek heeft aangetoond dat de Apterygota ge...

Insekten
(Klasse Insecta) Klasse Insecta Insecten hebben drie pootparen, een driedelig lichaam, gewoonlijk één of twee paar vleugels, en een enkel paar antennen. De insecten omvatten zo'n 25 orden, en meer dan 600 families. Wij volstaan hier met het noemen van de voornaamste orden: Collembola (springstaarten), wordt door sommige zoologen verheven tot klasse, I...

Insekten
(Klasse Insecta) Deze klasse van de geleedpotigen, bestaat uit dieren met drie paar poten. Vertegenwoordigers van deze groep leven hoofdzakelijk op het land, maar enkele soorten hebben zich aan de mariene habitat aangepast. Zij leven niet onderwater, maar trekken zich met opkomend water in hogere delen terug. In ons land komt de blauwe springstaart (Anurida maritim...

instar
een engels woord, waarvoor geen nederlands equivalent bestaat en dat het stadium tussen twee vervellingen aanduidt. Een pas uit het ei gekomen larve is een 'first instar', het imago is de 'final instar'.

integument
de buitenste laag van het insectenlichaam.

intercalair
Type groei, waarbij in het thallus verspreide cellen delen. Dit i.t.t. topcelgroei, waarbij een acropetale organisatie ontstaat.

intergetijdengebied
Gebied tussen de hoog- en laagwaterlijn. Alternatieven: littoraal eulittoraal

interspecifiek
tussen soorten. Alternatieven: interspecifieke

intraspecifiek
binnen een soort. Alternatieven: intraspecifieke

Ioannina heremiet
(Pseudochazara amymone) Brown, 1976 Ioannina heremiet -Beschrijving: - De ioannina heremiet werd vroeger als een ondersoort van de in Turkije voorkomende P. mamurra gezien. De soort komt uiterst lokaal voor. De vlinders zijn vooral bij open, droge struweelvegetaties te vinden, maar zijn ook op open plekken in bossen en op bospaden waargenomen. De soort heeft é&eacu...

iridiserend
Kleuren die veranderen naar gelang de positie van de waarnemer en die veroorzaakt worden door interferente lichtreflecties. Zie ook ’kleur’. Alternatieven: iridiserende

Isabelkleurig breeksteeltje
(Conocybe lactea) -Nederlandse naam:- Isabelkleurig breeksteeltje -Beschrijving- Hoed kegel- tot smal klokvormig, Ø 1-2 cm, mat, wittig tot gelig-crème. Lamellen kaneelbruin. Steel 3-10 cm x 1-2 mm, breekbaar, met een bepoederde top, wit, met een gerande knolvoet. Smaak mi

Isabeltapuit
(Oenanthe isabellina) -Wetenschappelijke naam: - Oenanthe isabellina (Temminck, 1829) -Nederlandse naam: - Isabeltapuit -Vogelgroep:- Tapuiten -Veldkenmerken.- 16,5 cm. Lijkt op groot vrouwtje Tapuit. Snavel en poten langer, kop groter en staat vaak rechter op. Kop en bovendel

Ischyrosyrphus glaucius
Lengte 11-13 mm, mei-september. -Kenmerken- Zeer afwijkend gekleurde zweefvlieg en daardoor onmiskenbaar. Het borststuk is koper metallisch gekleurd, het thoracale schildje geel, het achterlijf daarentegen lichtblauw met brede, zwarte achterrandbanden, die op de achterste segmenten steeds breder worden. -Voorkomen- In open bossen in het alpiene ber...

Isoperla soort
Lengte 10-15 mm, mei-september -Kenmerken- Bleek gelig tot enigszins lichtgroen gekleurde steenvliegen, met op de kop vaak een hoefijzervormig, naar achteren geopende, donkere vlek, die de ocellen met elkaar verbindt. Van dit geslacht zijn er 10 zeer moeilijk te onderscheiden soorten (familie Perlodidae). -Voorkomen- In zowel turbulent als langzaam...

Isophya kraussi
Lengte 16-26 mm, juli-september -Kenmerken- Vleugels tot kleine schildjes gereduceerd (072 1a g). Er loopt een witte streep van de ogen over het halsschild naar de vleugelrand. Vrouwtje met gelijkmatig gebogen legboor, die aan het einde van boven en van onderen betand is. -Voorkomen- Langs bosranden, op droge hellingen en bloemenrijke, schrale kalk...

Issus coleoptratus
Lengte 6-7 mm, juni-augustus -Kenmerken- Kort en breed gebouwde cicade (familie Issidae). Kleur variabel en voorvleugels met een netwerk aan fijne adertjes. -Voorkomen- Op bomen en struiken in bossen en tuinen. In Zuid-Nederland en België niet zeldzaam. -Levenswijze- De soort zuigt sap op zeer verschillende waardplanten.

Italiaans dambordje
(Melanargia arge) (Sulzer, 1776) Italiaans dambordje -Beschrijving: - Het Italiaanse dambordje komt lokaal en in kleine populaties voor. Het leefgebied bestaat uit droge, grazige vegetaties temidden van een open struikbegroeiing en met hier en daar wat bomen. De struikvegetatie bestaat vaak uit Juniperus oxycedrus , Rosa sempervirens , Rubus ulmifolius (gewone braam...

Italiaans raaigras
(Lolium multiflorum) -Italiaans raaigras - RH. 0755 Volledige wetenschappelijke naam: Lolium multiflorum Lam. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lolium perenne: Lemma met een 5-10 mm lange naald. Jongste blad van een spruit in knop ingerold. Stengel naar de top bijna steeds ruw.

Italiaans zilverblauwtje
(Polyommatus virgilia) (Oberthür, 1910) Italiaans zilverblauwtje -Beschrijving: - Het italiaans vachtblauwtje werd vroeger als een ondersoort van het westelijk vachtblauwtje (P. dolus) gezien. De levenswijze van beide soorten komt daarom grotendeels overeen. De vlinders zijn te vinden bij bloemrijke grazige vegetaties, op ruderale terreinen en langs landbouwgronden,...

Italiaanse aronskelk
(Arum italicum) -Italiaanse aronskelk- RH. 0102 Volledige wetenschappelijke naam: Arum italicum Mill. Diagnostische kenmerken t.o.v. Arum maculatum: Bladen wit of geelwit geaderd, in de herfst verschijnend, niet of zeer zelden zwart gevlekt; bladslippen aan de voet recht

Italiaanse clematis
(Clematis viticella) -Italiaanse clematis- RH. 0340 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Clematis viticella L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Clematis vitalba: Bloemdekbladen van binnen paarsblauw, soms roze of wit, 2-3,5 cm lang, kaal. Bloemen met 1-3 in de blado

Italiaanse kamsalamander
(Triturus carnifex) Italiaanse kamsalamander -Uiterlijke kenmerken- Lijkt op kamsalamander, maar is iets krachtiger gebouwd en de huid is minder korrelig. Lengte tot 17 cm. Vrouwtjes groter dan mannetjes. Rug grijs tot zwartbruin of gelig, meestal lichter dan bij kamsalamander, waardoor de grote ronde zwarte vlekken meer opvallen. Flanken hebben geen of weinig witte s...

Italochrysa italica
Spanwijdte vleugels 46-52 mm, juni-september -Kenmerken- De grootste gaasvlieg van Europa. Ogen bruinrood (128 5b g). Lichaam heel licht geelgroen met aan beide zijden van het borststuk brede bruinrode zijstrepen die achterwaarts samenkomen en zich voortzetten als een enkele rugstreep op het achterlijf (128 5a g). Vleugels ongevlekt. -Voorkomen- In...

Iva
(Iva xanthifolia) -Iva - BB. 5078 Volledige wetenschappelijke naam: Iva xanthifolia Nutt. Diagnostische kenmerken: Bladen min of meer tegenoverstaand, gesteeld, 3-nervig, omgekeerd eirond tot ruitvormig, soms gelobd, scherp gezaagd, behaard. Hoofdjes in onbebladerde aarvor

Ivoormeeuw
(Pagophila eburnea) -Wetenschappelijke naam: - Pagophila eburnea (Phipps, 1774) -Nederlandse naam: - Ivoormeeuw -Vogelgroep:- Meeuwen -Veldkenmerken.- 40-43 cm. Makkelijk te herkennen middelgrote meeuw met lichte, sierlijke vlucht. Adult wit, juveniel wit met zwarte vlekjes

Ivoorzwam
(Hygrophorus eburneus) -Nederlandse naam:- Ivoorzwam Hygrophorus eburneus var. eburneus -Beschrijving- Hoed halfkogelvormig tot afgevlakt, Ø 3-9 cm, sterk slijmerig-kleverig tot vettig, glanzend, ivoorwit, soms met een bleekgeel centrum. Lamellen breed, wit tot licht crème. Ste

Ivoorzweefvlieg
(Volucella pellucens) ivoorzweefvlieg Lengte 12-16 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Dit is één van de opvallend grote en breed gebouwde hommelzweefvliegen. Overwegend zwart gekleurd lichaam, thoracale schildje roestrood, tweede achterlijfssegment wit. -Voorkomen- Op open plekken in bossen en bij bloemrijke hagen tamelijk algemeen. -Levenswijze- Deze onmiskenb...

Izabelkleurig pelsbekertje
(Tricharina gilva) -Nederlandse naam:- Izabelkleurig pelsbekertje -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam beker- tot schotelvormig, Ø tot 0,5 cm. Binnenzijde geeloranje tot gelig grijsbruin. Buitenzijde kleiig, bruinig behaard, lichtgrijs tot grijsbruin. -Voorkomen- Op bra

Jakobskruiskruid
(Senecio jacobaea) -Jakobskruiskruid - RH. 2290 Volledige wetenschappelijke naam: Senecio jacobaea L. Diagnostische kenmerken: Middelste en bovenste bladen veerdelig, de eindslip ervan klein en hoogstens 0,3 zo lang als het blad. Randstandige nootjes (vrijwel) kaal of dicht

Jakobsladder
(Polemonium caeruleum) -Jakobsladder- BB. 5113 Volledige wetenschappelijke naam: Polemonium caeruleum L. Diagnostische kenmerken: Stengel opgericht, onderaan kaal, bovenaan klierharig. Bladen oneven geveerd, met 13-25 lancetvormige, spitse blaadjes. Bloemen in een pluim. Bloems

Jan-van-Gent
(Morus bassanus) -Wetenschappelijke naam: - Morus bassanus (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Jan-van-Gent -Vogelgroep:- Jan van Genten -Veldkenmerken.- 87-100 cm, spanwijdte 165-180 cm. Een witte zeevogel ter grootte van een gans met lange, smalle, zwartgepunte vleuge

Japans bessenwier
(Sargassum muticum) Sargassum muticum (Yendo) Fensholt -Nederlandse naam:- Japans bessenwier -Beschrijving:- Een grote soort, die in de jaren zeventig per ongeluk met oesters in West-Europa is ingevoerd vanuit Japan. De soms meterslange hoofdstelen hebben een aantal regelmatig afwisselend geplaatste zijtakken, waaraan kleine blaadjes zitten zonder middennerf. Karakter...

Japans hoefblad
(Petasites japonicus) -Japans hoefblad - BB. 5232 Volledige wetenschappelijke naam: Petasites japonicus (Sieb. & Zucc.) Maxim. Diagnostische kenmerken: Schutbladen van de onderste hoofdjes 2-4 cm breed, veel langer dan de gesteelde hoofdjes, geelgroen. Hoofdjes geelgroen. Blad

Japanse bamboe
(Pseudosasa japonica) -Japanse bamboe- BB. 5021 Volledige wetenschappelijke naam: Pseudosasa japonica (Steud.) Nakai Diagnostische kenmerken: Bladscheden lang blijvend nadat de bladschijf is afgevallen. Stengels alleen bovenaan vertakt, met 1 zijtak per knoop. Blad 8-30 cm lan

Japanse duizendknoop
(Fallopia japonica) -Japanse duizendknoop - RH. 1873 Volledige wetenschappelijke naam: Fallopia japonica (Houtt.) Ronse Decr. Diagnostische kenmerken t.o.v. Fallopia sachalinensis: Zijnerven der bladen 4-6 paar. Bovenste bladen 5-12 cm lang, met afgeknotte voet. Bloeiwijzeas

Japanse larix
(Larix kaempferi) -Japanse larix - BB. 2230 Volledige wetenschappelijke naam: Larix kaempferi (Lambert) Carr. Diagnostische kenmerken t.o.v. Larix decidua: Twijgen behaard, donker oranjerood tot bruin. Bladen blauwgroen, aan de onderzijde met 2 witte strepen. Kegelschubben

Japanse oester
(Crassostrea gigas) Crassostrea gigas Thunberg, 1793 -Nederlandse naam:- Japanse oester -Beschrijving:- Hier stuiten we op een naamgevingsprobleem. De meeste boeken hebben het over de Portugese oester, soms wordt hij de Japanse oester genoemd. Maar er is ook een soort die C. angulata (of, met een recentere synoniem: Gryphaea angulata ) heet en Portugese oester genoemd...

Japanse wijnbes
(Rubus phoenicolasius) -Japanse wijnbes- BB. 5132 Volledige wetenschappelijke naam: Rubus phoenicolasius Maxim. Diagnostische kenmerken: Stengel met talrijke lange rode klierborstels. Kroonbladen roze, naar binnen gekromd. Bladen geveerd, 3- (of 5) -tallig. Vrucht helderrood, g

Japanse zakpijp
(Styela clava) Styela clava Herdman, 1882 -Nederlandse naam:- Japanse zakpijp -Beschrijving:- Een diersoort die oorspronkelijk niet in onze streken voorkwam. Hij werd in 1953 voor het eerst bij Plymouth (Zuid-Engeland) gezien; vandaar heeft hij zich in de zeventiger jaren uitgebreid over West-Europa. Vanaf 1981 tenslotte wordt hij ook aan zowel de oostkust als de...

Japanse zilverspar
(Abies veitchii) -Japanse zilverspar - BB. 5000 Volledige wetenschappelijke naam: Abies veitchii Lindl. Diagnostische kenmerken t.o.v. Abies nordmanniana: Twijgen kort en dicht behaard, roodbruin. Knoppen met hars. Bladen 2-2,5 cm lang. Kegels 5-7 cm lang, dekschubben kor

Japygidae soort
Lengte 5-14 mm, januari-december -Kenmerken- Aan het uiteinde van het achterlijf dragen deze insecten een paar krachtige, donker gekleurde tangen, die ongelijk in grootte zijn. -Voorkomen- In spleten in de bodem en onder stenen. In Midden-Europa zeer zeldzaam, in het Middellandse Zeegebied algemeen (het hier afgebeelde dier kwam uit een plantenkas)...

Jasmijn
(Genus Jasminum) -Jasmijn- Volledige wetenschappelijke naam: Jasminum L.

Jeneverbes
(Juniperus communis) -Jeneverbes - RH. 0691 -Rode Lijst 3. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Juniperus communis L. Diagnostische kenmerken: Bladen in kransen van 3, afstaand, alle naaldvormig, stekend, recht. Kegelbes uit 3 vergroeide, vlezige schubben gevormd (pa

jodelen
Een variatie aan ongearticuleerde, hoge melodieuze keelklanken met een continue verandering in frequentie. Alternatieven: jodel

Jonquille
(Narcissus jonquilla) -Jonquille- BB. 5094 Volledige wetenschappelijke naam: Narcissus jonquilla L. Diagnostische kenmerken: Bloemdekslippen heldergeel, bloemen 22-32 mm in diameter, sterk geurend. 0,20-0,50. Maart-april. Geofyt. Zeldzaamheid en verspreiding: Tuinplant; verwil

Judaspenning
(Genus Lunaria) -Judaspenning- Volledige wetenschappelijke naam: Lunaria L.

Jufferkraanvogel
(Grus virgo) -Wetenschappelijke naam: - Grus virgo (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Jufferkraanvogel -Vogelgroep:- Kraanvogels -Veldkenmerken.- 90-100 cm. Te onderscheiden van Kraanvogel door kleiner formaat en grote witte verenpluim achter oog. Verenkleed voorna

Juffertje-in-het-groen
(Nigella damascena) -Juffertje-in-het-groen- BB. 5098 Volledige wetenschappelijke naam: Nigella damascena L. Diagnostische kenmerken: Bloemen omgeven door een veerdelig omwindsel, vaak gevuld. Bloemdekbladen met korte nagel, lichtblauw met groene top en aan de buitenzijde gr

jugum
een smalle lob, die bij sommige vlinders aan de basis van de voorvleugel ontspringt en op de achtervleugel rust, zodat de vleugels enigszins worden verbonden.

Julikever
(Polyphylla fullo) julikever Lengte 25-36 mm, juli-augustus. -Kenmerken- De op een na grootste bladsprietkever van Nederland en België. Roodbruin tot zwartbruin van kleur met witte vlektekening en wittige, viltige beharing. Voelsprieten van het mannetje (176 4 g) met 7 bladen, die hij, in tegenstelling tot de meikevers, nooit opent. Vrouwtje met veel kortere ant...

Julische glanserebia
(Erebia calcaria) Lorkovic, 1949 Julische glanserebia -Beschrijving: - De Julische glanserebia is te vinden op rotsachtige hellingen met hier en daar grazige vegetatie. De vlinders zijn alleen actief als de zon schijnt. Ze vliegen dicht bij de grond, bezoeken af en toe bloemen en zitten veel op rotsen te rusten. De eitjes worden vlak bij de grond op droge grashalmen...

Juncus alpinoarticulatus
BB. 1929 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus alpinoarticulatus Chaix De volgende ondersoorten worden gevonden: Juncus alpinoarticulatus alpinoarticulatus Juncus alpinoarticulatus atricapillus Diagnostische kenmerken t.o.v. Juncus articulatus: Buitenste bloemdekbladen min of meer stomp, meestal met een iets onder de top geplaatst spitsje, 2-2,5...

Junikever
(Amphimallon solstitialis) junikever Lengte 14-18 mm, juni-juli. -Kenmerken- Geelbruine kever die over het gehele lichaam gelig ruig behaard is. -Voorkomen- In droge streken. Zwermt rond vrijstaande loofbomen, soms in groot aantal. In Midden- en Zuid-Nederland en België plaatselijk vrij algemeen. -Levenswijze- Schemeringsdier dat van losse grond houdt. Kever eet bladere...

Juniperus
(Genus Juniperus) -Juniperus- Volledige wetenschappelijke naam: Juniperus L.

Kaal breukkruid
(Herniaria glabra) -Kaal breukkruid - RH. 0609 Volledige wetenschappelijke naam: Herniaria glabra L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Herniaria hirsuta: Plant groen of geelgroen. Bladen langwerpig of lancetvormig, kaal, soms met wimperharen langs de rand. Stengels dun, fijn b

Kaal knopkruid
(Galinsoga parviflora) -Kaal knopkruid- RH. 0545 Volledige wetenschappelijke naam: Galinsoga parviflora Cav. Diagnostische kenmerken t.o.v. Galinsoga quadriradiata: Zijtakken min of meer aangedrukt behaard. Stroschubben 3-lobbig tot 3-spletig. Pappus der buisbloemen niet genaal

Kaalkopjes
(Genus Psilocybe) -Nederlandse naam:- Kaalkopjes, Zwavelkoppen en Stropharia's Een groep van zeer divers gekleurde (groen, oranjerood, rood, geel, okergeel, geelbruin, oranjebruin, roodbruin) Plaatjeszwammen met kegelvormige tot gewelfde, soms van een bultje voorziene hoed

Kaardebol
(Genus Dipsacus) -Kaardebol- Volledige wetenschappelijke naam: Dipsacus L.

Kaardebolfamilie
(Familie Dipsacaceae) -Kaardebolfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Dipsacaceae Kruiden, zelden heesters. Bladen tegenoverstaand of in kransen, enkelvoudig of gedeeld, zonder steunblaadjes. Bloemen tweezijdig symmetrisch, meestal tweeslachtig, in hoofdjes omgeven door e

Kaasjeskruid
(Genus Malva) -Kaasjeskruid- Volledige wetenschappelijke naam: Malva L.

Kaasjeskruiddikkopje
(Carcharodus alceae) kaasjeskruiddikkopje Spanwijdte vleugels 23-30 mm, april-september -Kenmerken- Dikkopje met bruine, grijze en donkerbruine marmertekening op de vleugels. -Voorkomen- Wegbermen en droge, beweide graslanden. In Zuid-Nederland schaars in aantal, in Zuidoost-België verspreid voorkomend. -Levenswijze- Grijsbruine rups op kaasjeskruidachtigen (Malva...

Kaasjeskruiddikkopje
(Carcharodus alceae) (Esper, 1780) Kaasjeskruiddikkopje -Beschrijving: - Het kaasjeskruiddikkopje is een vlinder van warme en vaak ruige plaatsen met een grazige vegetatie, onder andere ruigten op warme hellingen. Het is een mobiele soort die zwerft en daardoor op onverwachte plaatsen aangetroffen kan worden. In jaren met een mooie zomer trekken ze richting noorden en ...

Kaasjeskruidfamilie
(Familie Malvaceae) -Kaasjeskruidfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Malvaceae Kruidachtige of houtige planten. Bladen verspreid, vaak handnervig, met steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Kelk 5-slippig, vaak met bijkelk. Bloemkroon 5-bladig. Meeldraden va

Kaaszwammen
(Genus Oligoporus) -Nederlandse naam:- Kaaszwammen In Nederland komen meer dan 20 Oligoporus soorten voor die vaak afzonderlijke of per groep in verschillende genera worden geplaatst, onder andere Ceriporiopsis, Leptoporus en Tyromyces. -Opgenomen taxa:- (Familie Bjerkander

Kabeljauw
(Gadus morhua) Gadus morhua Linnaeus, 1758 -Nederlandse naam:- Kabeljauw -Beschrijving:- Deze vertegenwoordiger van de groep der kabeljauwachtigen kan tot 1,5 m lang worden. Exemplaren van die lengte zijn zo'n 25 jaar oud. Er zijn zelfs nog grotere exemplaren gemeld. De vorm is karakteristiek voor de groep: langwerpig, met drie rugvinnen, twee aars- of anaalvinne...

Kaffergierzwaluw
(Apus caffer) -Wetenschappelijke naam: - Apus caffer (Lichtenstein, 1823) -Nederlandse naam: - Kaffergierzwaluw -Vogelgroep:- Gierzwaluwen -Veldkenmerken.- 14 cm. Kleiner dan Gierzwaluw, maar kleur en silhouet gelijk. Rug glanzend zwartblauw, gezicht bleek, smalle witt

Kafferkoren
(Sorghum bicolor) -Kafferkoren- BB. 1743 Volledige wetenschappelijke naam: Sorghum bicolor (L.) Moench Diagnostische kenmerken t.o.v. Sorghum halepense: Tweeslachtige (zittende) aartje minstens 4 mm breed. Mannelijke of steriele aartje klein, op een 1-1,5 mm lange steel. B

kafje
Schubvormige (vaak bootvormig) blaadjes die bij grassen en cypergrassen de bloemen omgeven.Bij de Grassenfamilie: zie kelkkafje, lemma en palea. Alternatieven: kafjes

kafnaald
Naaldvormig aanhangsel van een kafje (meestal de lemma). Alternatieven: kafnaalden

kakelen
Geluiden die kippen maken. Alternatieven: kakelend

Kakkerlakken
(Orde Blattaria) kakkerlakken -Kenmerken- Kakkerlakken hebben een afgeplat en ovaalvormig lichaam, een breed kopschild (pronotum) met een in rust schuin onder het lichaam verborgen kop. Ze variëren in lengte van 3,0 tot 110 mm en in gewicht van 8 tot meer dan 5000 mg. De onderstandige kop heeft bijtende, weinig gespecialiseerde monddelen, facetogen en meestal ...

Kakkerlakkendoder
(Tachysphex obscuripennis) kakkerlakkendoder Lengte 7-10 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Lijkt op Tachysphex panzeri, maar is kleiner en alleen de voorschenen zijn roodoranje gekleurd en de facetogen zwart. -Voorkomen- Open zandige gebieden. Sterk lokaal verspreid in de duinen en op heideterreinen, langs spoorwegbermen en bosranden. -Levenswijze- De enige, Europese vertegenwo...

Kalanderleeuwerik
(Melanocorypha calandra) -Wetenschappelijke naam: - Melanocorypha calandra (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Kalanderleeuwerik -Vogelgroep:- Leeuweriken -Veldkenmerken.- 19 cm. Wat groter dan Veldleeuwerik, met grote kop en snavel. Zwarte ondervleugels in vlucht zeer opvallen

Kale gierst
(Panicum dichotomiflorum) -Kale gierst- RH. 5102 Volledige wetenschappelijke naam: Panicum dichotomiflorum Michx. Diagnostische kenmerken: Onderste kelkkafje aan de top afgerond en met een zeer korte stompe spits. Aartjes aan de top afgerond en met een kort spitsje. Middelste en b

Kale inktzwam
(Coprinus atramentarius) -Nederlandse naam:- Kale inktzwam -Beschrijving- Hoed klokvormig tot uitgespreid, Ø 3-10 cm, 3-8 cm hoog, glad, mat, radiair gestreept-gerimpeld, beige-oker tot licht grijs, met een licht okerbruin centrum en met een scherpe, splijtende rand. Lamellen dic

Kale jonker
(Cirsium palustre) -Kale jonker - RH. 0335 Volledige wetenschappelijke naam: Cirsium palustre (L.) Scop. Diagnostische kenmerken t.o.v. Cirsium arvense: Stengel tot bovenaan duidelijk stekelig gevleugeld. Bladen lijnlancetvormig, bochtig veerspletig, met 2- of 3-lobbige sli

Kale vrouwenmantel
(Alchemilla glabra) -Kale vrouwenmantel- RH. 1454 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Alchemilla glabra Neygenf. Diagnostische kenmerken: Stengel en bladstelen kaal of uitsluitend met omhoogwijzende aangedrukte haren. Wortelbladen van boven kaal (of alleen bij d

Kalkbedstro
(Asperula cynanchica) -Kalkbedstro- RH. 0108 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Asperula cynanchica L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Asperula arvensis: Bloemkroon roze of bleeklila. Bladen in kransen van 4. Stengels liggend tot opstijgend. Bloemen in bijschermen

Kalkboterbloem
(Ranunculus polyanthemos subsp. polyanthemoides) -Kalkboterbloem- RH. 1512 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Ranunculus polyanthemos subsp. polyanthemoides (Boreau) Ahlfv. Zie soort: Ranunculus polyanthemos Diagnostische kenmerken: Snavel der vruchtjes sterk gekromd maar niet naar binnen

Kalkdoorntje
(Tetrix tenuicornis) kalkdoorntje Lengte 8-10 mm, januari-december -Kenmerken- Voelsprieten dunner en langer dan in Tetrix undulata. Achtervleugels ongeveer tot aan de punt van achterlijf. -Voorkomen- Op zonnige, droge plaatsen, bijvoorbeeld zandgroeven en droge, kalkrijke terreinen. In Europa duidelijk algemener in het zuiden. In Zuid-Limburg en Wallonië plaatsel...