F.A. Stoett - Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Datum & Land: 01/11/1914, NL
Woorden: 3883


adder aan zijn borst koesteren
Spreekwoorden: (1914) Een adder aan zijn borst koesteren,
d.w.z. weldaden bewijzen aan iemand, die ze met snooden ondank vergelden zal of, zooals in Gelderland gezegd wordt, luuz potten in eigen kragen (D. Bl. 3, 48). Deze uitdr. is ontleend aan fabel 97 van Aesopus, in het Middelnederlandsch vertaald in den Esopet 10. In het lat. viperam sub ala nutricat.3) Evenzoo zegt men in het fr. nourrir un serpent...

Adonis
Spreekwoorden: (1914) Adonis.
Adonis was volgens de Grieksche sagenleer een buitengewoon schoon jongeling, die door Aphrodite werd bemind. Vandaar dat wij spottend een mooien jongen of een jonkman wel eens een Adonis noemen; ook wordt het gezegd van ‘een pronker, die zich op zijn schoonheid laat voorstaan en overdreven werk maakt van kleeding en opschik’; Ndl. Wdb....

afgelikte boterham
Spreekwoorden: (1914) Een afgelikte boterham.
Deze zegswijze wordt gebruikt van ‘iets, waarvan een ander het beste voordeel reeds genoten heeft (als een boterham, waarvan een ander de boter heeft afgelikt); in 't bijzonder, in platte scherts, van een meisje gezegd, dat reeds met een ander verkeer heeft gehad, en waarvan dus de eerste frischheid is afgezoend.’ Zie het Ndl. Wdb. I, ...

Afgezaagd
Spreekwoorden: (1914) Afgezaagd.
Eigenlijk wordt afgezaagd met minachting gezegd van een muziekstuk, dat men tot in het uiterste, d.i. tot vervelens toe, op de viool heeft hooren krassen, en waarvan men meer dan genoeg heeft. Het

afleggen
Spreekwoorden: (1914) Het afleggen.
Een verzachtende uitdrukking voor sterven, eig. het leven afleggen (lat. ponere vitam; eng. to lay down one's life), veelal met het bijdenkbeeld van het lijden, dat er mede gepaard gaat en waarvan de mensch door den dood wordt ontheven; ook: in zijne pogingen bezwijken; niet bestand blijken tegen iemand of iets, er voor moeten zwichten in de uitdr...

afpoeieren
Spreekwoorden: (1914) Iemand afpoeieren,
d.w.z. iemand afschepen, door hem onheusch te bejegenen; ook: maken dat hij aflaat, door zich met een zoet lijntje van hem af te maken;

afschepen
Spreekwoorden: (1914) Iemand afschepen.
‘Het werkwoord afschepen werd in de middeleeuwen gebruikt in den zin van goederen, koopwaren inschepen en wegzenden, ze in een vaartuig laden en naar elders doen vervoeren; ook werd het later gezegd van personen, die men in een schip verzendt.3) Vandaar figuurlijk ‘van

afstel
Spreekwoorden: (1914) Uitstel is geen afstel,
d.w.z. ‘al stelt men iets uit, men behoeft het daarom nog niet op te geven. Vooral in toepassing op schulden, die men in te vorderen heeft, of op iets, waarmede men iemand bedreigt’ (Ndl. Wdb. I, 1557). Van uitstel komt afstel of uitstel, afstel, wanneer men een plan telkens uitstelt, komt er ten laatste niets van. In het mnl. werd de ...

Aftakelen
Spreekwoorden: (1914) Aftakelen.
Dit wordt gezegd van een schip: het van takelage, staand en loopend want, ontdoen, het onttakelen, het aftuigen; daarna kreeg van iets aftakelen de beteekenis van: een hoeveelheid, een gedeelte van iets afnemen, het in omvang doen verminderen; later evenals aftuigen bij overdracht, intr. gebruikt, van een mensch, wiens krachten verminderen, afneme...

Aftands
Spreekwoorden: (1914) Aftandsch zijn,
d.w.z. te oud zijn om te trouwen, in den regel gezegd van meisjes; ook in het algemeen ‘verouderd zijn’ van zaken gezegd. Oorspronkelijk gebruikt van dieren, bijv. paarden, bij welke het tandenwisselen heeft opgehouden, waardoor men den ouderdom niet meer met zekerheid kan bepalen, waarvoor ook aftandig gebezigd wordt (vgl. Bergsma, 8:...

Aftands zijn
Spreekwoorden: (1914) Aftandsch zijn,
d.w.z. te oud zijn om te trouwen, in den regel gezegd van meisjes; ook in het algemeen ‘verouderd zijn’ van zaken gezegd. Oorspronkelijk gebruikt van dieren, bijv. paarden, bij welke het tandenwisselen heeft opgehouden, waardoor men den ouderdom niet meer met zekerheid kan bepalen, waarvoor ook aftandig gebezigd wordt (vgl. Bergsma, 8:...

aftocht blazen
Spreekwoorden: (1914) Den aftocht blazen.
Onder den aftocht verstaat men in eigenlijken zin het aftrekken, het terugtrekken van krijgsvolk; en onder bovenstaande uitdr. door het blazen op de trompet het sein geven om terug te trekken. Vgl. Plantijn: Den aftocht slaen, sonner la retraite, receptui canere, signum receptui dare. Vandaar in het algemeen ‘zich uit een dreigend gevaar of ...

aftroeven
Spreekwoorden: (1914) Iemand aftroeven,
d.w.z. iemand met woorden of daden zijn overmacht doen gevoelen, hem een tuchtiging toedienen. Met woorden: hem zijne ongepaste uitdrukkingen doen gevoelen door ze met een bits en afdoend bescheid te beantwoorden, hem op zijn plaats zetten; de les lezen, den mantel uitvegen. Met daden: iemand een pak slaag toedienen, afranselen. De uitdrukking is ...

afzakkertje
Spreekwoorden: (1914) Een afzakkertje.
Vroeger ‘de benaming van den brandewijn, dien men na de thee of koffie, het banket, de confituren, enz. placht te nuttigen, om, zoo het heette, de genoten dranken en spijzen goed te doen zakken (vgl. fr. un pousse-café); thans de gemeenzame benaming van een glas sterken drank of likeur, dat men na genoten spijzen of andere dranken nut...

afzouten
Spreekwoorden: (1914) Iemand afzouten,
d.w.z. iemand afschepen. Deze uitdr. die sedert de 17<sup>de<-sup> eeuw voorkomt, wil eig. zeggen: iemand zouten, met zout (pekel), een bijtend vocht, inwrijven en wegjagen; op eene gevoelige wijze van zich wegzenden. Winschooten, bl. 132 stelt haar gelijk met: ‘iemand lustig in den baard vaaren’, ‘iemand ruuw bejegen...

Ahitofel
Spreekwoorden: (1914) Ahitofel.
Hieronder verstaat men een slechten raadgever. De naam is ontleend aan II Sam. 16:20-23, waar wordt medegedeeld, dat Ahitofel de

airs
Spreekwoorden: (1914) Zich airs geven,
ook wel zich een air geven; 18<sup>de<-sup> eeuw in C. Wildsch. III, 306: Gij geeft u dunkt mij vrij wat airs. Evenzoo bij Van Effen. Een vertaling van de fr. uitdr. se donner des airs ou de grands airs, d.w.z. zich gemaakt aanstellen, zich laten dunken. Eveneens is bekend zich het air geven van iemand, het voorkomen van iemand aanneme...

akefietje
Spreekwoorden: (1914) Een akefietje.
Onder een akefietje (akkefietje, akkevietje, akevietje) verstaat men iets onaangenaams of lastigs, dat iemand wordt opgedragen of dat hij te verrichten heeft; een onaangename taak, een lastig werk, een moeielijke boodschap, iets dat men ongaarne en met weerzin verricht. In het Friesch akkefytsje, akkefysje, baantje, werkje, vooral onaangenaam; akk...

Aken
Spreekwoorden: (1914) Aken en Keulen zijn niet op éen dag gebouwd,
d.w.z. ‘groote ondernemingen worden niet in korten tijd volbracht; een groot werk eischt tijd en geduld. Waarschuwing om zich in eene zaak van grooten omvang niet te overhaasten, of wel, om niet te veel op eens te wenschen’; Ndl. Wdb. II, 12. Vgl. Goedthals, 41: Colen en Aken en waren op eenen dach niet ghemaeckt. Rome ne fut pas faict...

Aken en Keulen zijn niet op éen dag gebouwd
Spreekwoorden: (1914) Aken en Keulen zijn niet op éen dag gebouwd,
d.w.z. ‘groote ondernemingen worden niet in korten tijd volbracht; een groot werk eischt tijd en geduld. Waarschuwing om zich in eene zaak van grooten omvang niet te overhaasten, of wel, om niet te veel op eens te wenschen’; Ndl. Wdb. II, 12. Vgl. Goedthals, 41: Colen en Aken en waren op eenen dach niet ghemaeckt. Rome ne fut pas faict...

Akkoord
Spreekwoorden: (1914) Akkoord zijn,
van rekeningen, berekeningen, opgaven, redeneeringen, enz. gezegd. In overeenstemming zijn met hetgeen zij behooren te wezen, met de waarheid of met den regel overeenkomen, juist zijn. Ontleend aan de fransche zegsw. être d'accord, mnl. van accorde sijn, in navolging waarvan men eerst te akkoord, t' akkoord zeide, en vervolgens, met weglatin...

Akkoord Van der Putten
Spreekwoorden: (1914) Akkoord, Van (der) Putten!
Volgens het Ndl. Wdb. II, 34 een schertsende uitbreiding van het enkele Akkoord! in verschillende steden ontstaan (het eerste, naar men

Akkoord Van Putten
Spreekwoorden: (1914) Akkoord, Van (der) Putten!
Volgens het Ndl. Wdb. II, 34 een schertsende uitbreiding van het enkele Akkoord! in verschillende steden ontstaan (het eerste, naar men

Akkoord zijn
Spreekwoorden: (1914) Akkoord zijn,
van rekeningen, berekeningen, opgaven, redeneeringen, enz. gezegd. In overeenstemming zijn met hetgeen zij behooren te wezen, met de waarheid of met den regel overeenkomen, juist zijn. Ontleend aan de fransche zegsw. être d'accord, mnl. van accorde sijn, in navolging waarvan men eerst te akkoord, t' akkoord zeide, en vervolgens, met weglatin...

Akte
Spreekwoorden: (1914) Akte nemen van iets,
d.w.z. ‘te kennen geven, dat men een verklaring, bewering of bekentenis, door een ander gedaan, goed en wel gehoord en verstaan heeft en zich het recht voorbehoudt, om zich daarop, waar het noodig mocht zijn, te beroepen’; Ndl. Wdb. II<sup>1<-sup>, 39. De zegswijze is ontleend aan het rechtswezen, waar men onder akte vragen...

Akte nemen van iets
Spreekwoorden: (1914) Akte nemen van iets,
d.w.z. ‘te kennen geven, dat men een verklaring, bewering of bekentenis, door een ander gedaan, goed en wel gehoord en verstaan heeft en zich het recht voorbehoudt, om zich daarop, waar het noodig mocht zijn, te beroepen’; Ndl. Wdb. II<sup>1<-sup>, 39. De zegswijze is ontleend aan het rechtswezen, waar men onder akte vragen...

Al doende leert men
Spreekwoorden: (1914) Al doende leert men,
d.w.z. door iets dikwijls en herhaald te doen krijgt men er den slag van beet, krijgt men er vaardigheid in. Sedert de 16<sup>de<-sup> eeuw komt deze zegswijze voor; zie Servilius, 30: Al doende leertmen. Allenskens leert den hont leer eten; Campen, 131: Al doende leert men; H. de Luyere, 34: Maer al doende moet men leeren; Kluchtspel ...

Al draagt een aap een gouden ring het is en blijft een lelijk ding
Spreekwoorden: (1914) Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een leelijk ding.
d.w.z. ‘fraaie kleederen en sieraden kunnen een leelijk mensch niet bevallig maken, of: pracht en praal verheffen niemand tot den beschaafden stand’; Ndl. Wdb. I, 527. De zegswijze is eene navolging van het lat. simia est simia et si aurea gestet insignia. Bij Servilius, 78 lezen wij Een simme blyft altyd een simme; Spieghel, 288: Een ...

Al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel
Spreekwoorden: (1914) Al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt haar wel,
d.w.z. de waarheid zal eens over de leugen zegevieren; eens zal de leugen uitkomen. Vgl. Visscher, Sinnep. 118; Spieghel, 279: Al is de logen snel, de waarheid die beloopt ze wel; De Brune, 302; 370; Cats I, 468:

Al ons weten is stukwerk
Spreekwoorden: (1914) Al ons weten is stukwerk.
Onder stukwerk verstaat men werk dat niet af is, onvolmaakt werk. ‘Stuk’ heeft hier de bet. van gedeelte. Vgl. Kiliaen: Stuckwerck, opus imperfectum; Plantijn: Stuckwerck, un ouvrage imparfaict ou en parlie, qui ne vient à nul effect, imperfectum opus. Zie Harreb. II, 319 b en Zeeman, 453, die in deze zegswijze eene herinnering ...

Al te goed is allemans gek
Spreekwoorden: (1914) Al te goed is buurmans (of allemans) gek
d.w.z. iemand die al te goed is, wordt het slachtoffer van zijn eigen goedheid. Zie Smetius, 67: Die alte goet is, is sijner nabuyren gek; Tuinman I, 228: Al te goed is zyn nabuurs gek; Harreb. I, 104 b. In het fri.: Al to goed is in oarmans gek; Taalgids IV, 246; Waasch Idiot. 261: Alte goed is allemans zot; 't Daghet XIII, 48: Al te goed is half...

Al te goed is buurmans gek
Spreekwoorden: (1914) Al te goed is buurmans (of allemans) gek
d.w.z. iemand die al te goed is, wordt het slachtoffer van zijn eigen goedheid. Zie Smetius, 67: Die alte goet is, is sijner nabuyren gek; Tuinman I, 228: Al te goed is zyn nabuurs gek; Harreb. I, 104 b. In het fri.: Al to goed is in oarmans gek; Taalgids IV, 246; Waasch Idiot. 261: Alte goed is allemans zot; 't Daghet XIII, 48: Al te goed is half...

al te gortig maken
Spreekwoorden: (1914) Het gortig (ook te of al te gortig) maken
d.w.z. het te bont maken, al te grof maken (18<sup>de<-sup> eeuw), het leelyk door de gort roeren1). Eigenlijk beteekent gortig, garstig, ongansch, vinnig, en wordt het van varkens gezegd, die aan het gort (d.i. gerst- en gortachtige korrels in 't vleesch hebben) lijden: later bij uitbreiding vuil, smerig, onzuiver, niet netjes; vgl. K...

Al wat de klok slaat
Spreekwoorden: (1914) Al wat de klok slaat,
d.i. alles wat de klok verkondigt, mededeelt, alles wat men hoort (of ziet); men hoort van niets anders dan; van niets anders is sprake dan. Vgl. C. Wildsch. III, 39: Daar zijn kooplui genoeg in Amsteldam: 't is al koopman, koopman, wat de klok slaat; Harreb. III, CXXVI: Het is al raad, wat de klok slaat; Haagsche Post, 1917 p. 361 k. 1: Wij hebbe...

Al zouden de raven het uitbrengen
Spreekwoorden: (1914) Al zouden de raven het uitbrengen.
Dit gezegde kan een herinnering bevatten aan het oudgerm. geloof, dat raven tijdingen brachten aan hunnen heer3). Zoo brachten Odin de beide raven Hugin en Munin (gedachte en herinnering) de tijding van al hetgeen zij gezien en gehoord hadden; en volgens een middeleeuwsch verhaal, waarschuwde een raaf zijn heer tegen naderende en dreigende gevaren...

Alarm
Spreekwoorden: (1914) Alarm
is eigenlijk een wapenkreet, ontleend aan het fr. alarme of het ital. allarme, eig. all' arme, te wapen, dat later in den vorm alarme als znw. gebruikt werd. In figuurlijke toepassing werd het als noodkreet gebruikt bij gevaar of onraad in het algemeen; vgl. Kiliaen: alarm, ad arma, te wapen. Ook in verschillende uitdrukkingen komt het voor als:

Alarm blazen
Spreekwoorden: (1914) Alarm blazen,
veel ophef maken van een dreigend gevaar, en daardoor onrust, schrik en angst in de gemoederen wekken; eigenlijk de trompet blazen, om de troepen in de wapenen te roepen. Vgl. Plantijn: Alarm slaen, sonner l'alarme, ad pugnam canere, conclamare ad arma. Kiliaen, 832: Alarm slaen oft roepen, ad arma conclamare, vocare. In de plaats van alarm blazen...

alias
Spreekwoorden: (1914) Een alias.
Het lat. adverbium alias1) beteekende eig. op een anderen tijd, bij een andere gelegenheid, maar stond ook gelijk met ons anders; bij ons gaf het zooveel te kennen als anders gezegd (eng. alias). Zooals van dat den eigennaam inleidt, de beteekenis van ‘eigennaam’ kreeg, zoo werd alias, dat den bijnaam inleidt, tot zelfstandig naamwoord...

alibi
Spreekwoorden: (1914) Een alibi.
Evenals alias komt dit woord als znw. in klassiek Latijn niet voor. Het beteekent eig. ergens anders, elders en wordt gebruikt in de uitdr. ‘zijn alibi kunnen bewijzen’, d.i. kunnen bewijzen, dat men op den tijd dat een misdaad gepleegd werd, op een andere plaats (= alibi) was. In het Fransch wordt het reeds in de 14<sup>de<-s...

Alle begin is moeilijk
Spreekwoorden: (1914) Alle begin is moeilijk.
In de 17<sup>de<-sup> eeuw wordt deze zegswijze aangetroffen bij De Brune, 183:

Alle dagen een draadje is een hemdsmouw in het jaar
Spreekwoorden: (1914) Alle dagen een draadje is een hemdsmouw in het jaar,
d.w.z. door gestadigen arbeid kan men ten slotte veel verrichten. In de middeleeuwen: een draeyken sdaechs is een hemdemauken sjaers2); zie verder Bank. I, 152; Tuinman I, 126. Vgl. ook Wander I, 913: alle Tage ein Faden macht des Jahrs ein Hemde; Harrebomée I, 112 a; De Cock<sup>1<-sup>, 223; Ndl. Wdb. VI, 542 en Antw. Idiot. 3...

Alle gekheid op een stokje
Spreekwoorden: (1914) (Alle) gekheid op een stokje!
d.w.z. ‘gekheid of scherts ter zijde! laat ons de zaak in ernst behandelen! Zegswijze oorspronkelijk zinspelende op den gekstok of de marot der narren, en dus eigenlijk eene vermaning tot den gek of nar gericht om zijne dwaasheden vóór zich te houden en ernstig te zijn, doch later in ruimere toepassing ook tot anderen gezegd, w...

Alle goede dingen bestaan in drieën
Spreekwoorden: (1914) Alle goede dingen bestaan in drieën.
Prof. Fockema Andreae deelt, naar aanleiding van dit gezegde in de Mededeelingen van de Maatschappij der Nederl. Ltk. 1897-98, bl. 117 het volgende mede: ‘Het getal drie speelt, het is bekend, in de oude zeden een groote rol1), maar allicht zou de algemeene uitspraak niet zoo absoluut voortleven in den volksmond, als zij niet als rechtsregel...

Alle harten bij je eigen
Spreekwoorden: (1914) Alle harten bij je eigen (rekenen),
d.w.z. denken, rekenen dat alle andere harten op dezelfde wijze zullen gevoelen, willen of wenschen; zijn eigen gevoelens, gezindheden als maatstaf nemen voor die van anderen (Ndl. Wdb. VI, 21). Vgl. Campen, 41: By u herte kennet ghi alle herten; Agricola, 309: ein yeder richtet einen andern nach dem er gesynnet ist. De zegswijze komt in de 17<...

Alle harten bij je eigen rekenen
Spreekwoorden: (1914) Alle harten bij je eigen (rekenen),
d.w.z. denken, rekenen dat alle andere harten op dezelfde wijze zullen gevoelen, willen of wenschen; zijn eigen gevoelens, gezindheden als maatstaf nemen voor die van anderen (Ndl. Wdb. VI, 21). Vgl. Campen, 41: By u herte kennet ghi alle herten; Agricola, 309: ein yeder richtet einen andern nach dem er gesynnet ist. De zegswijze komt in de 17<...

Alle havens schutten wind
Spreekwoorden: (1914) Alle havens schutten wind.
Vroeger ook alle hagen schutten (keeren) wind, d.i. elke mededinger (bij het houden van een winkel, enz.) gaat met eenig voordeel weg, dat anderen weer moeten missen (V. Dale<sup>5<-sup>, 1994). Vgl. Meyer, Spreuken, 83; Tuinman I, 373: Dat brengt geen zooden aan den dijk, in 't tegendeel: Alle hagen schutten wind; Van Eijk I, 81: Alle...

Alle hout is geen timmerhout
Spreekwoorden: (1914) Alle hout is geen timmerhout,
d.w.z. niet ieder is voor een bepaald doel geschikt; men kan voor iets niet iedereen gebruiken; alle grond is geen akkergrond (Harreb. I, 15). Bij Winschooten, 88, lezen we: ‘Alle Hout en is geen Timmerhout, dit werd gepast op iemand, die tot eenige saak, daar men hem gaarn toe soude gebruiken, niet bequaam is’; zoo ook Tuinman I, 299;...

Alle zeilen bijzetten
Spreekwoorden: (1914) Alle zeilen bijzetten,
d.w.z. alle krachten inspannen, alle middelen aanwenden om het doel te bereiken; hetzelfde als: alle lappen uithangen; de bramzeilen bijzetten; fok en lul of lul en fok bijzetten2); alle topseilen bijzetten3). Sedert de 17<sup>de<-sup> eeuw, blijkens Pers, 331 a en Winschooten, 24 gebruikelijk. Voor de 18<sup>de<-sup> eeuw ...

Alles op één kaart zetten
Spreekwoorden: (1914) Alles op één kaart zetten.
Een zegswijze ontleend aan het hazardspel, die beteekent: al zijn geld zetten op ééne kaart; alles wagen, alles laten afhangen van ééne kaart, zijn geheele vertrouwen stellen in het geluk, dat ééne bepaalde

Alles op haren en snaren stellen
Spreekwoorden: (1914) Alles (of iets) op haren en snaren zetten (of stellen)
d.w.z. alles in het werk stellen, hemel en aarde bewegen om zijn doel te bereiken; vooral: de uiterste drang- en dwangmiddelen aanwenden om zijn zin te krijgen. In het fri. op haren en snaren ôf, op het nippertje;

Alles op haren en snaren zetten
Spreekwoorden: (1914) Alles (of iets) op haren en snaren zetten (of stellen)
d.w.z. alles in het werk stellen, hemel en aarde bewegen om zijn doel te bereiken; vooral: de uiterste drang- en dwangmiddelen aanwenden om zijn zin te krijgen. In het fri. op haren en snaren ôf, op het nippertje;

almanak
Spreekwoorden: (1914) Almanak, leugenzak,
d.w.z. de opgaven van een almanak zijn niet te vertrouwen, vooral de weervoorspellingen niet. Vgl. Poirters, Mask. 3: Gelijck die eenen Almanach sou willen lesen, moet het boecksken een weynich van sijn ogen houden, ende daer niet op leggen; soo moet men ook de Werelt van verre besien, om te leeren wat voor eenen Almanach en Logensack sy is, wat ...

Almanak leugenzak
Spreekwoorden: (1914) Almanak, leugenzak,
d.w.z. de opgaven van een almanak zijn niet te vertrouwen, vooral de weervoorspellingen niet. Vgl. Poirters, Mask. 3: Gelijck die eenen Almanach sou willen lesen, moet het boecksken een weynich van sijn ogen houden, ende daer niet op leggen; soo moet men ook de Werelt van verre besien, om te leeren wat voor eenen Almanach en Logensack sy is, wat ...

Alpha
Spreekwoorden: (1914) De Alpha en de Omega.
De alpha is de benaming der eerste letter van het Grieksche alphabet, de omega die der laatste (ô). De uitdrukking beteekent derhalve het begin en het einde, en is ontleend aan den bijbel, waar Openb. XXI, 6 van Christus gezegd wordt: Ick ben de Alpha ende de Omega, het begin ende het eynde. ‘Men meent hier een navolging te vinden van ...

Alpha en de Omega
Spreekwoorden: (1914) De Alpha en de Omega.
De alpha is de benaming der eerste letter van het Grieksche alphabet, de omega die der laatste (ô). De uitdrukking beteekent derhalve het begin en het einde, en is ontleend aan den bijbel, waar Openb. XXI, 6 van Christus gezegd wordt: Ick ben de Alpha ende de Omega, het begin ende het eynde. ‘Men meent hier een navolging te vinden van ...

Als de berg niet tot Mohammed wil komen dan moet Mohammed naar de berg gaan
Spreekwoorden: (1914) Als de berg niet tot Mohammed wil komen, dan moet Mohammed naar den berg gaan.
Men bezigt deze woorden, wanneer iemand niet zeer toeschietelijk is, niet wil toegeven en men zelf dan maar de minste wil zijn. Volgens de legende (die een louter verzinsel is) zou Mohammed een berg bevolen hebben tot hem te komen; toen deze evenwel onbewegelijk bleef staan, zeide hij: Welnu, berg! aangezien gij niet tot Mohammed wilt komen, zal M...

Als de dood
Spreekwoorden: (1914) Als de dood zijn voor,
ook zoo bang als de dood zijn voor, zeer bang zijn voor, eig. wel zoo bang als voor den dood zijn voor; zie Ndl. Wdb. III, 1830. In de 18<sup>de<-sup> eeuw komt de zegswijze voor in W. Leevend IV, 92: Die zelfde meid is zo bang als de dood van een groote vlieg. Ook alleen als de dood zijn, bang, verlegen zijn; o.a. in Sjof. 244: Wat wa...

Als de dood zijn voor
Spreekwoorden: (1914) Als de dood zijn voor,
ook zoo bang als de dood zijn voor, zeer bang zijn voor, eig. wel zoo bang als voor den dood zijn voor; zie Ndl. Wdb. III, 1830. In de 18<sup>de<-sup> eeuw komt de zegswijze voor in W. Leevend IV, 92: Die zelfde meid is zo bang als de dood van een groote vlieg. Ook alleen als de dood zijn, bang, verlegen zijn; o.a. in Sjof. 244: Wat wa...

Als de een hand de andere wast worden ze beide schoon
Spreekwoorden: (1914) Als de eene hand de andere wascht, worden ze beide schoon,
d.w.z. wanneer men elkander helpt, heeft men er beide nut en voordeel van; vgl. gri. χεὶρ χεῖρα νίπτει; lat. manus manum lavat (of fricat);

Als de kalveren op het ijs dansen
Spreekwoorden: (1914) Op St.-Jut(te)mis (als de kalveren op het ijs dansen),
d.w.z. nooit (zie o.a. de Kron. van Roerm. bl. 161 (a<sup>o<-sup>. 15772)); Pasquilm. blz. 14; Tuinman I, 22), tateldage, zooals men in West-Vlaanderen zegt3). St.-Jutte is een niet voorkomende, verzonnen heilige. Het laatste gedeelte der spreekwijze is er komisch aan toegevoegd (vgl. nog Halma, 249: Dat zal te St.-Jutmis gebeuren) en ...

Als de kat om de hete brij loopen
Spreekwoorden: (1914) Als de kat om de heete brij loopen,
d.w.z. om eene zaak heendraaien, er niet op ingaan, besluiteloos zijn; vroeger ook om ongeduldige begeerte uit te drukken (Cats II, 260 b; De Brune, 1501)). Vgl. Harreb. I, 90; Nw. School I, 92: Je zwijgt, en als er over geschreven wordt, dan wekje 't medelijden op met examen-allures. In goed Hollandsch: met er omheen te draaien als een kat om de ...

Als de katten muizen dan mauwen ze niet
Spreekwoorden: (1914) Als de katten muizen, dan mauwen ze niet.
Deze zegswijze wordt gebezigd, om te kennen te geven, dat als menschen (vooral kinderen) eten, ze niet praten, maar stil zijn; vgl. mnl. muset wel maer en mauwet niet, eet met uw mond, maar spreek er geen kwaad mee. Ook in duitsche dial. komt voor wenn de Katte miuset, dann miauet se nit; wenn die Katze frisst, miaut sie nicht; zie Wander II, 1180...

Als de kippen
Spreekwoorden: (1914) Als de kippen er bij zijn,
d.i. zeer vlug, dadelijk er bij zijn, evenals de kippen, wanneer men hun voedsel geeft (vgl. op een kippendraf, sukkeldraf; Gunnink, 147; Boekenogen, 434 en kippedrift, driftige haast (Boekenogen, 434). Verg. Gew. Weeuw. I, 20: Jy bent' er by als de kippen; Harrebomée I, 408: Hij is er als de kippen (of de vinken) bij; Het Volk, 14 Nov. 1...

Als de kippen er bij zijn
Spreekwoorden: (1914) Als de kippen er bij zijn,
d.i. zeer vlug, dadelijk er bij zijn, evenals de kippen, wanneer men hun voedsel geeft (vgl. op een kippendraf, sukkeldraf; Gunnink, 147; Boekenogen, 434 en kippedrift, driftige haast (Boekenogen, 434). Verg. Gew. Weeuw. I, 20: Jy bent' er by als de kippen; Harrebomée I, 408: Hij is er als de kippen (of de vinken) bij; Het Volk, 14 Nov. 1...

Als de maan vol is schijnt zij overal
Spreekwoorden: (1914) Als de maan vol is, schijnt zij overal,
d.w.z. ‘als eene zaak tot volle klaarheid is gekomen, komt ze ter kennis van het algemeen’ (Harreb. II, 46 b). De uitdr. komt in de 18<sup>de<-sup> eeuw in dezen zin voor in W. Leevend II, 122; VIII, 62; C. Wildsch. IV, 82. Thans evenwel verstaat men er gewoonlijk onder ‘als iemand rijk is, laat hij 't bij elke gelege...

Als de nood op het hoogst is is de redding nabij
Spreekwoorden: (1914) Als de nood op het hoogst is, is de redding nabij.
Deze op zich zelf duidelijke spreekwijze luidt bij Goedthals, 97: als den angst meest is, so is gods hulpe allernaest, ce que Dieu ayme, au besoing repas a; bij De Brune, 151: wanneer den angst ons meest verbaest (ontstelt), zoo is Gods hulp ons aldernaest. Zie Harreb. I, 15 b; II, 129 b, waar de tegenwoordige vorm voorkomt; Villiers, 87; Joos, 15...

Als de vos de passie preekt boer pas op je ganzen
Spreekwoorden: (1914) Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen,
d.i. ‘als de onrechtvaardigen vrome dingen gaan doen, dan mogen de vromen wel op hunne hoede zijn’5); eene waarschuwing tegen een schijnheilige, ook ‘om zich niet tijdens gevaar door mooie praatjes in slaap te laten wiegen’ (Van Eijk II, nal. 55); vertrouw een huichelaar

Als de wijn is in de man is de wijsheid in de kan
Spreekwoorden: (1914) Als de wijn is in den man, is de wijsheid in de kan.
De waarheid in deze woorden vervat, wordt in de Prov. Comm. 3 uitgedrukt door: als die dranc comt, so is die reden wt, waarvoor we bij Spieghel, 227 vinden: als de wijn inghaat, zoo ghaat de wijsheid uyt; Cats I, 473: als de wijn ingaet, soo gaet de wijsheit uyt; De Brune, 170:

Als een boom
Spreekwoorden: (1914) Als een boom.
Van groote, forsche, breed gebouwde mannen zegt men wel een kerel als een boom; een boom van een kerel; fri. in kearel as in beam; in Gron. 'n bamboes van 'n kerel (Molema, 18 b; hd. ein Trumm von einem Kerl; fr. un homme comme un chêne). Bij Sartorius III, 2, 83: Een man als een boom, in homines praegrandi corporis mole. Ook in Zuid-Nederla...

Als één schaap over de dam
Spreekwoorden: (1914) Als één schaap over den dam
d.w.z. wanneer eerst maar iemand voorgaat in eene zaak, waartoe men moeilijk kon besluiten, dan volgen anderen zijn voorbeeld wel na. Tuinman I, 366 past deze zegswijze ook toe op het bedrijven van zonde:

Als het getij verloopt verzet men de bakens
Spreekwoorden: (1914) Als het (ge)tij verloopt, verzet men de baken(s),
waarnaast ook ‘als het diep, de stroom verloopt’, enz. Onder het (ge)tij verstaat men het regelmatig afwisselend opkomen en afloopen van de zee, vloed en eb, en vervolgens zooals in deze spreekwijze de strooming, de stroom. Neemt deze een andere richting, dan moeten de baken(s),

Als het kalf verdronken is dempt men de put
Spreekwoorden: (1914) Als 't kalf verdronken is, dempt men den put,
d.w.z. ‘men doet iets te vegeefs, en te laat, als het niet meer baaten kan, gelyk medicyne te bereiden, na dat de kranke gestorven is’ (Tuinman I, 111); met raad na daad komen; eene gedachte die de Romeinen

Als het op de een regent drupt het op een ander
Spreekwoorden: (1914) Als 't op den een regent, drupt het op een ander,
d.w.z. de een heeft voor- of nadeel van den voorspoed of den tegenspoed van den ander. In de 17<sup>de<-sup> eeuw komt deze zegswijze voor bij Coster, bl. 37 vs. 835: Soo 't lijckwel op mijn regent, sel 't op Juffrou druypen (als ik straf krijg, zal de juffrouw het ook niet ontloopen). Vgl. Tuinman I, nal. 22: Als het in de kajuit rege...

Als het puntje bij het paaltje komt
Spreekwoorden: (1914) Als (het) puntje bij (het) paaltje komt,
ook als putje (pitje) bij paaltje komt (Top Naeff, Het Veulen, bl. 310) of als 't tot puntje paaltje komt, d.i. als het op stuk van zaken aankomt, als het op de uitvoering aankomt, als 't op zijn punt of zijn stuk komt, zooals men in Zuid-Nederland wel zegt (Antw. Idiot. 1007; 2075; fr. venir au point; eng. to come to the point), als de noot gekra...

Als het tij verloopt verzet men de bakens
Spreekwoorden: (1914) Als het (ge)tij verloopt, verzet men de baken(s),
waarnaast ook ‘als het diep, de stroom verloopt’, enz. Onder het (ge)tij verstaat men het regelmatig afwisselend opkomen en afloopen van de zee, vloed en eb, en vervolgens zooals in deze spreekwijze de strooming, de stroom. Neemt deze een andere richting, dan moeten de baken(s),

Als men van de duivel spreekt is hij nabij
Spreekwoorden: (1914) Als men van den duivel spreekt, is hij nabij.
Deze spreekwijze gebruikt men, wanneer over iemand, die afwezig is, gesproken wordt, en deze juist verschijnt; vgl. Brederoo in zijn Rod. ende Alph. vs. 72: Gemeenlijck is omtrent de gheen daarmen van spreckt’. In de 16<sup>de<-sup> eeuw was zij bekend; vgl. Goedthals, 9: Daermen van den duvel cout, hy isser gheerne omtrent; Merg...

Als niet komt tot iet is het allemans verdriet
Spreekwoorden: (1914) Als niet komt tot iet, is 't allemans verdriet,
of als niet komt tot iet, kent iet zich zelven niet, d.w.z. als iemand van geringe afkomst vrij snel, niet altijd door eigen verdienste, vooruit komt in de wereld, wordt hij dikwijls verwaand (vgl. Spreuken, XXX, 22-23). Volgens Harreb. II, 52 is deze zegswijze sedert de 16<sup>de<-sup> eeuw opgeteekend in spreekwoorden-verzamelingen. ...

Als puntje bij paaltje komt
Spreekwoorden: (1914) Als (het) puntje bij (het) paaltje komt,
ook als putje (pitje) bij paaltje komt (Top Naeff, Het Veulen, bl. 310) of als 't tot puntje paaltje komt, d.i. als het op stuk van zaken aankomt, als het op de uitvoering aankomt, als 't op zijn punt of zijn stuk komt, zooals men in Zuid-Nederland wel zegt (Antw. Idiot. 1007; 2075; fr. venir au point; eng. to come to the point), als de noot gekra...

Als twee honden vechten om een been gaat er de derde mede heen
Spreekwoorden: (1914) Als twee honden vechten om een been, gaat er de derde mede heen,
d.w.z. als twee personen om iets kijven of kibbelen, raakt vaak een derde in het bezit er van. Een sedert de 17<sup>de<-sup> eeuw zeer bekend spreekwoord; zie Cats, I, 422; Mergh, 58; Tuinman I, 226; II, 196; Harreb. I, 38 b en vgl. de klucht v.d. Pasquilmaecker, 24:

Altijd op hetzelfde aanbeeld hameren
Spreekwoorden: (1914) Altijd op hetzelfde aanbeeld slaan
d.i. steeds op dezelfde zaak terugkomen, aandringen; vertaling van het lat. eandem incudem tundere (Cic. de Orat. 2, 39, 162). Vgl. fr. frapper toujours sur la même enclume; hd. immerzu auf einem Ambosz schmieden; fri. altyd op 't selde ambeld slaen.

Altijd op hetzelfde aanbeeld slaan
Spreekwoorden: (1914) Altijd op hetzelfde aanbeeld slaan
d.i. steeds op dezelfde zaak terugkomen, aandringen; vertaling van het lat. eandem incudem tundere (Cic. de Orat. 2, 39, 162). Vgl. fr. frapper toujours sur la même enclume; hd. immerzu auf einem Ambosz schmieden; fri. altyd op 't selde ambeld slaen.

amerij
Spreekwoorden: (1914) Een amerij(tje).
Dit woord wil eigenlijk zeggen een Ave Maria, een gebed tot de Heilige Maagd, en vervolgens bij overdracht een korte tijdruimte, zooveel tijd als noodig is om een Ave Maria te bidden, een kort ogenblik. In het Middelnederlandsch komt ‘Ave Maria’ als tijdsbepaling voor in: een Ave Maria lanck; evenzoo in het Mhd. eines Ave Marien lang1...

Anker
Spreekwoorden: (1914) Anker.
In figuurlijke taal wordt het anker, ‘de steun van het schip, waarop de zeeman, ook in den storm, vertrouwt, het eigenaardige zinnebeeld der hoop, die den mensch moed en kracht geeft, ook in de stormen des levens; eng. anchor. Waarschijnlijk heeft anker deze beteekenis aangenomen naar aanleiding van Hebr. 6, 19: “Om de voorgestelde hop...

apegapen
Spreekwoorden: (1914) Op (het) apegapen liggen,
d.w.z. naar den laatsten adem hijgen, zieltogen, op sterven liggen. Volgens een in het Ndl. Wdb. II, 528 gegeven, niet zeer waarschijnlijke verklaring moet men het wkw. apegapen beschouwen als eene koppeling van twee gelijksoortige woorden, of wel als een herhalingsvorm in den trant van hassebassen, hossebossen, harrewarren, hinkepinken, geeuwgauw...

Apenkool
Spreekwoorden: (1914) Apenkool.
Hieronder verstaat men ‘dwaze, nietswaardige praatjes, waarmede men iemand voor den gek houdt of zoekt te misleiden; bedriegelijke zotternij’. Volgens het Ndl. Wdb. II, 533 ‘eene versterking van kool (onzin, gekheid) door de bijvoeging van aap, waaraan mede het denkbeeld van dwaas, gek, valsch, bedrieglijk is verbonden’. He...

Apenliefde
Spreekwoorden: (1914) Apenliefde.
Daar een aap soms uit hartstochtelijke liefde haar jongen dooddrukt, verstaat men in fig. zin onder apenliefde, een onverstandige, dwaze liefde, vooral de blinde liefde der ouders voor de kinderen, die hun meer kwaad dan goed doet. Vgl. Vondel, Warande der Dieren, 5; Winschooten 3; Cats I, 451: Een aap uit al te groote min, die perst zijn jong de ...

Apocrief
Spreekwoorden: (1914) Apocrief.
Onder de apocriefe boeken verstaat men ‘die, welke niet in den Canon der Heilige Schriften van het Oude Testament zijn opgenomen en dus

apostelen
Spreekwoorden: (1914) Er zijn martelaars en apostelen (of propheten).
Men voegt deze woorden tot troost en bemoediging toe aan iemand, die een tobberd is. Evenals vroeger niet ieder geroepen was om het verheven zendingswerk der Apostelen te verrichten, kan ook thans niet ieder uitmunten in wetenschap en kunst, doch niettemin een nuttig lid der maatschappij wezen, evenals de martelaars, al waren ze lijders, toch het ...

apostelpaarden
Spreekwoorden: (1914) Op zijn apostelpaarden.
Deze uitdrukking, ook wel in het Latijn per pedes Apostolorum, wil zeggen te voet, daar de Apostelen volgens het voorschrift van hunnen Heer (Matth. 10:5, 7, 11 enz.) te voet moesten reizen naar Galilea's steden, ter volvoering van den hun opgedragen last; Zeeman bl. 46 en Laurillard bl. 19. In het Italiaansch zegt men hiervoor andare sul cavallo ...

appel valt niet ver van de stam
Spreekwoorden: (1914) De appel valt niet ver van den stam
d.w.z. kinderen aarden gemeenlijk naar hunne ouders; mlat. arbor sit qualis, fas est cognoscere malis; ex radice mala nascuntur pessima mala; ex ovis pravis non bona venit avis. Bij Goedthals, 77 vindt men deze gedachte uitgedrukt door: Alle vruchten smaken naer huerliederen boom, de noble estoc naist riche plantage. Den wijn smaeckt geerne zijns ...

appelen kiezen voor zijn geld
Spreekwoorden: (1914) Eieren (of appelen) kiezen voor zijn geld
d.w.z.: ‘in plaats van het geld, dat men vordert of te vorderen heeft, eieren of appels, d.i. naar het vroeger taalgebruik, dingen van weinig waarde kiezen; bij uitbreiding: zich met minder tevredenstellen dan men aanvankelijk eischte: t.w. om althans iets te krijgen’; ook: zich uit vrees in den hoek laten jagen (Ndl. Wdb. IV, 1062). V...

appelflauwte
Spreekwoorden: (1914) Een appelflauwte krijgen,
d.w.z. in een lichte bezwijming vallen, et apezoer kriege (Maastricht1)). Men wil hiermede zeggen, dat de flauwte zoo weinig te beduiden heeft, dat men door het eten van een zuren appel weer kan bekomen. Vgl. Dodonaeus 1328 b: ‘Alle appelen zijn goet den genen die haest in onmacht vallen oft flaeuw van herten zijn’. Steun vindt deze ve...

appelflauwte krijgen
Spreekwoorden: (1914) Een appelflauwte krijgen,
d.w.z. in een lichte bezwijming vallen, et apezoer kriege (Maastricht1)). Men wil hiermede zeggen, dat de flauwte zoo weinig te beduiden heeft, dat men door het eten van een zuren appel weer kan bekomen. Vgl. Dodonaeus 1328 b: ‘Alle appelen zijn goet den genen die haest in onmacht vallen oft flaeuw van herten zijn’. Steun vindt deze ve...

appelman komt om zijn geld
Spreekwoorden: (1914) De appelman komt om zijn geld.
Halma, bl. 34 omschrijft de beteekenis dezer zegswijze aldus: ‘De appelman koomt om zijn geld: spreekwoord dat gebruikelijk is tegen die genen die in 't najaar ziek worden, omdat zij te veel vrugten gegeten hebben’. Zie ook Tuinman I, 112; 127; Harrebomée I, 17. Zij komt in de 17<sup>de<-sup> eeuw voor bij Smetius, 6...

appeltje met iemand schillen
Spreekwoorden: (1914) Een appeltje met iemand schillen
een netelige zaak met hem afhandelen, hem onderhouden over iets dat hem niet aangenaam zijn kan’; Ndl. Wdb. II, 552. Over het ontstaan van deze spreekwijze is veel geschreven, o.a. door Tuinman I, 110; Sprenger v. Eyk III, 20 en Van Moerkerken in Noord en Zuid XVII, bl. 189-190. Het komt mij voor, dat wij de beteekenis dezer zegswijze moeten...

appeltje voor de dorst
Spreekwoorden: (1914) Een appeltje voor den dorst.
Hieronder verstaat men iets dat men op zijde legt en bewaart, om het in tijd van nood te gebruiken. Deze zegswijze komt in de 18<sup>de<-sup> eeuw voor, blijkens Sewel 519, die het gezegde een ey in 't nest laaten (vgl. Ndl. Wdb. IX, 1854) verklaart door: een appel voor den dorst bewaaren, to keep an apple for the thirst, to save somet...

arbeider is zijn loon waard
Spreekwoorden: (1914) Een arbeider is zijn loon waard.
Deze zegswijze is ontleend aan den Bijbel Luc. X, 7 of Tim. V. 18. Zie Harreb. I, 18 en vgl fr. l'ouvrier est digne de son salaire of à travail fait salaire est dû; hd. der Arbeiter ist seines Lohnes wert; eng. the labourer is worthy of his hire; a fair day's wage for a fair day's work.

Argusogen
Spreekwoorden: (1914) Argusogen.
De Grieken verstonden onder Argos of Agenor of Arestor of Inachos, een sterken man, die over zijn geheele lichaam ogen had en door de jaloersche Hera, de vrouw van Zeus, was aangesteld als bewaker van Iö, die door haar in een koe veranderd was, wegens hare liefdesbetrekking tot Zeus. Vandaar dat men onder Argusogen verstaat ‘ogen, di...

Arm
Spreekwoorden: (1914) Arm.
Om de grootste armoede aan te duiden worden verschillende vergelijkingen gebruikt. Bijv. hij is zoo arm als de mieren; zoo arm als Job; zoo arm als de straat, ook straatarm (d.i. zoo arm, als wie zonder woning, op straat staat); zoo arm als een luis, ook luisarm, als een worm aan de haak (Jord. 101); nd. nett so arm as 'n Lüs (Eckart, 18). Ev...

armoede
Spreekwoorden: (1914) Armoede zoekt list,
d.w.z. de arme, hij die gebrek lijdt, zoekt naar allerlei middelen, om een stuk brood te verdienen, of zooals De Brune, bl. 49 het uitdrukt: Een broodloos man verzint van alles, wat hy can. Deze gedachte komt voor bij de Grieken en Romeinen; o.a. bij Theocritus, Eidyll. XXI, 1; Plautus, Stichus I, 3, 24: nam illa (paupertas) omnes artes perdocet, ...