Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
testimonial advertising
Reclame in de vorm van een verklaring van een vertrouwenwekkend persoon (b.v. een arts, een bekende Nederlander, een ervaringsdeskundig figuur) met de bedoeling de geloofwaardigheid van een boodschap te bevorderen.
testonafhankelijkheid
Scheiding van verantwoordelijkheden. Dit komt de objectiviteit van het testen ten goede. [Naar DO-178b].
technologische uisluiting
Situatie waarin een onderneming haar producten niet verkocht krijgt in de markt, omdat de producten niet compatibel zijn met een in die markt bestaande technologische standaard.
technische varianten
Standaardproducten waarvoor vanuit het gezichtspunt van de klant geen alternatief bestaat ofschoon vanuit de technische sector verschillen kunnen bestaan tussen die producten, bijvoorbeeld in de vorm van productversies bestemd voor landen waar die producten aan speciale voorwaarden moeten voldoen.
terminological logics
Synoniem aan description logics.
teambuilding
Teambuilding is een techniek waarmee werkgroepen knelpunten bij de uitvoering van hun taak kunnen aanpakken en - meer algemeen - hun onderlinge samenwerking kunnen verbeteren.
teamrollen van Belbin
Teamrolmanagement (een methode van Belbin) vormt de sleutel tot optimale teamprestaties. Belbin onderscheidt acht verschillende persoonlijkheden (teamrollen), die ieder bijdragen tot een succesvol team. Onderzoek leert dat een team met enkel briljante individuen vaak niet goed presteert. Een effectief team bestaat uit mensen met verschillende kwaliteiten. Zo kan het team elke situatie aan. Iedere persoon kan minimaal twee rollen probleemloos uitvoeren. Er zijn echter ook altijd minimaal twee rollen die helemaal niet bij iemand passen.
tegenspeler
Tegenspelers zijn mensen die bij een conflict tegenover elkaar staan. Andere benamingen zijn: opponent, tegenpartij
testafronding
Tijdens de afrondingsfase van een test proces worden gegevens verzameld van de voltooide activiteiten om ervaringen, testware, feiten en cijfers te consolideren. De testafrondingsfase bestaat uit het afronden en archiveren van de testware en uit het evalueren van het testproces, inclusief de voorbereiding van het testevaluatierapport.
testrun
Uitvoering van een test op een specifieke versie van een testobject.
testcyclus
Uitvoering van het testproces op een afzonderlijk te identificeren vrijgave van een testobject.
technische vaardigheden
Vaardigheden met betrekking tot een bepaald vakgebied.
technologische evolutie
Veranderingen in voortbrengingsprocessen waardoor het mogelijk wordt om met een bepaalde hoeveelheid middelen een grotere hoeveelheid van een bepaald product of dienst voort te brengen, dan wel nieuwe of kwalitatief superieure producten of diensten te realiseren.
technologische werkloosheid
Werkloosheid die te wijten is aan de introductie van een nieuwe technologie.
term
Woord of uitdrukking waarmee een begrip wordt aangegeven.
testvergelijking
Het proces van identificeren van verschillen tussen de werkelijke resultaten geproduceerd door de geteste component of het systeem en de verwachte resultaten voor een test. Testvergelijking kan tijdens testuitvoering (dynamische vergelijking) of na testuitvoering gedaan worden.
testprocedure
Het totaal aan handelingen, methoden, technieken en middelen om de juiste werking van een apparaat te onderzoeken.
technologiemanagement
Het vakgebied dat zich bezig houdt met de aansturing van de industriële productie in de breedste zin van het woord.
theory of constraints
De door Dr. Eliyahu Goldratt ontwikkelde theorie, dat een systeem bestaat uit activiteiten en elementen, waarvan er één zorgt voor de ernstigste belemmering binnen het systeem. De kern van zijn betoog is dat het systematisch opsporen en wegnemen van deze belemmering leidt tot een continu en effectief proces van verbetering.
theorie van het sociaal kapitaal
De theorie dat sociale middelen, zoals waarden en normen, saamhorigheid, vertrouwen in politiek, overheid, onderwijs, gezondheidszorg en dergelijke goed zijn voor de persoonlijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling in een samenleving en dat men er dus zorgvuldig mee moet omgaan en moet waken voor verval.
theoretische capaciteit
De hoogst mogelijke opbrengst zonder rekening te houden met preventief onderhoud, niet-geplande storingen, het onvoorzien stoppen van werk enz.
theorie van de begrensde rationaliteit
De theorie van Herbert A Simon dat besluitvorming zelden volledig rationeel plaatsvindt. Op basis van onderzoek concludeerde Simon dat managers vaak snel kiezen voor een tevredenstellende oplossing in plaats van voor de beste oplossing. Zij missen volgens Simon soms taalvaardigheden, communicatieve eigenschappen, redeneer- en rekenvaardigheden, waardoor hun oplossingen niet de beste zijn.
theoretische doorlooptijd
De tijd die men volgens berekening denkt nodig te hebben voor de productie van een zekere hoeveelheid output.
theorie van het onderbroken evenwicht
Deze theorie die veronderstelt dat ondernemingen gewoonlijk langere tijd stabiel zijn met af en toe een dynamische periode waarin zich allerlei ontwikkelingen voltrekken, waarna het geheel weer in evenwicht komt.
theorie-triangulatie
Driehoeksmeting die wordt bereikt door het gebruik van verschillende theoretische perspectieven in onderzoek. (Patton)
thema
Een aspect van projectmanagement dat voortdurend aandacht behoeft, en dat een specifieke behandeling vereist om de PRINCE2-processen effectief te laten zijn.
theorema van Bayes
Een formule die gebruikt kan worden in besluitvormingsprocessen onder onzekerheid. Ze dient om de waarschijnlijkheid in te schatten dat iets waar is op basis van eerdere schattingen aangevuld met nieuwe waarnemingen.
thesaurus
Een georganiseerde taal, om informatie op te slaan en terug te zoeken in een informatiesysteem.
thuiswerker
Een persoon die vanuit zijn eigen woning werkt voor een organisatie.
theorie
Een stelsel van samenhangende en toetsbare begrippen, beschrijvingen, algemene uitspraken en verklaringen omtrent een bepaald onderwerp.
theorie omtrent de acceptatie van gezag
Een theorie van Chester Barnhard met als uitgangspunt dat gezag alleen bestaat bij de bereidheid van ondergeschikten om het als zodanig te accepteren.
therblig
Een therblig is een van de 18 fundamentele handelingen die een arbeider kan verrichten. De term is een omkering van de naam van Gilbreth, die zich ondermeer bezighield met arbeidsstudies.
theory of mind
Het denken over wat anderen weten, geloven en willen, om zo het gedrag van anderen te begrijpen, en soms zelfs om het gedrag van anderen te voorspellen.
thuiswerken
Het toerusten van medewerkers met telecommunicatiemiddelen zodat ze thuis kunnen werken voor 'de zaak'.
third party logistics
Het uitbesteden van logistieke activiteiten aan gespecialiseerde dienstverleners.
themareclame
Reclame die gericht is op effecten op de langere termijn door middel van het vergroten van de kennis en de affiniteit van de consumenten met het product en de fabrikant.
theorie Z
Term, gelanceerd door William Ouchi, voor westerse organisaties die de Japanse managementmethode hebben omarmd, met naar wordt verondersteld minder absenteisme, een hogere productiviteit en een betere productkwaliteit. Kenmerkend voor Z-organisaties: - aanstelling voor onbepaalde tijd - relatief trage promotie; - belangstelling voor de medewerker als mens; - informele aansturing en leiderschap; - veel verantwoordelijkheid voor het individu; - consensuele besluitvorming; - beperkte mate van specialisme.
theorie van impression management
Theorie van Erving Goffman die er van uit gaat dat iemand zich op een zodanige wijze aan zijn omgeving presenteert, dat de reacties uit de omgeving voorspelbaar en beheersbaar zijn.
theorie over de verspreiding van innovaties
Theorie van Rogers waarin wordt gesteld dat de bereidheid van individuele consumenten om een bepaalde innovatie te accepteren verschilt. Rogers onderscheidt hierbij vijf categorieën: innovators, vroege adopters, vroege meerderheid, late meerderheid en achterblijvers.
Theorie van strategische speerpunten
Theorie van Wiseman, Rackoff en Ulrich uit 1985, waarbij een weg werd gewezen om informatiesystemen (die destijds sterk in opkomst waren) in te zetten bij de strategievorming van een organisatie. Zij zien vijf mogelijke strategische speerpunten (differentiatie, kosten, innovatie, groei en samenwerking) die zij in een matrix in verband brengen met drie marktpartijen (leveranciers, klanten, concurrenten).
theory of the firm
Theorie waarin de vraag centraal staat waarom er in de vrije economie organisaties bestaan, die met inspanning en middelen deelnemen aan en risico lopen in het economisch verkeer.
theorie X
Theorie X gaat er van uit dat de mens van nature lui is en een hekel heeft aan werken. Daarom is het nodig dat werknemers (die dat volgens deze theorie alleen voor het geld doen) strak worden aangestuurd en voortdurend worden gecontroleerd. Grote motivator is straf (of liever gezegd: het uitblijven daarvan). Typisch voor de werknemer in theorie X is dat hij geen verantwoordelijkheid neemt, leiding wil hebben, en zekerheid ten aanzien van zijn werkgelegenheid en zijn beloning.
theorie Y
Theory Y gaat er van uit dat werknemers geen hekel hebben aan werken, sterker nog ze hebben het nodig om zich te kunnen ontplooien en ze putten er bevrediging uit. Straffen is in deze theorie geen geschikte motivator. Om te motiveren geeft men inzicht in de resultaten van het werk en waardering voor geleverde prestaties, laat men mensen meedenken en meepraten, geeft men hen verantwoordelijkheid en gelegenheid om zich verder te ontwikkelen.
thinking fast
Thinking fast is een overwegend onbewuste manier van denken, die gebruikmaakt van automatismen.
thinking slow
Thinking slow is een bewuste, analytische manier van denken, waarbij men op basis van logica en berekening probeert tot een conclusie (besluit) te komen.
thought leadership
Thought leader organisaties zijn in staat om conventionele gedachtepatronen in de markt te doorbreken en daarmee vernieuwende inzichten te bieden aan klanten en andere stakeholders (medewerkers, business partners, overheid, de media etc.). Thought leaders zijn erkende leiders binnen hun sector door een vernieuwend gedachtegoed of perspectief en hun daaraan gerelateerde kennis en expertise. Thought leadership is niet iets wat een organisatie claimt, maar wat zij verdient als gevolg van het vertrouwen dat zij heeft opgebouwd in het uitdragen van dit vernieuwende perspectief.
thriving
'Thriving' is een multidimensioneel begrip en wordt gedefinieerd als een psychologische staat waarin individuen zowel vitaliteit als leren ervaren (Porath, Spreitzer, Gibson & Garnett, 2012). Mensen die 'thriven' zijn bijgevolg veerkrachtig, groeien, voelen zich levendig en hebben veel energie (vitaliteit). Ze voelen tevens een continue verbetering in wat ze doen door het verwerven en toepassen van kennis en vaardigheden (leren).
tijdsorientatie
De manier waarop men de tijd beschouwt (lineair of cyclisch) bij het inrichten van werkzaamheden.
tijdstudie
De methodiek om standaardtijden te bepalen voor herhaalbare handelingen.
tijdbeheersing
Alle activiteiten die nodig zijn om te zorgen dat we datgenen doen wat we volgens onze tijdplanning van plan waren.
tijdtolerantie
De afwijking van het tijdspad van een plan die is toegestaan voordat de afwijking moet worden geëscaleerd naar het volgende managementniveau. Tijdtolerantie wordt vastgelegd in het betreffende plan. Zie ook 'tolerantie'.
tijd- en verwachtingswaarde
De optiepremie minus de intrinsieke waarde. Rente, de resterende looptijd en de beweeglijkheid van de onderliggende waarde bepalen onder andere de hoogte van de tijd- en verwachtingswaarde.
tijdbesteding
De tijd die daadwerkelijk wordt gewerkt (inspanning) aan een activiteit. Dit in tegenstelling tot de duur van een activiteit. (Als twee personen elk vier uur aan een activiteit werken, dan is de tijdsduur 4 uur, terwijl de tijdsbesteding 8 uur is)
time to customer
De tijd die ligt tussen het aannemen van een bestelling en het leveren van het bestelde aan de klant.
time to market share
De tijd die vergaat tussen het moment dat een goed op de markt wordt gebracht en het moment dat het optimale marktaandeel is bereikt.
tijd tussen twee bewerkingen
De tijd tussen het voltooien van de ene en het starten van de volgende bewerking van een opdracht.
tijdnut
De toegevoegde waarde die ontstaat doordat een product of dienst op de gewenste tijd beschikbaar is.
tijdsduur
Een aantal dagen samengevat in een kolomvormig overzicht. Een wekelijkse tijdsduur bevat alle relevante planninggegevens voor een gehele week. Wekelijkse perioden worden als de grootst mogelijke beschouwd (tenminste op korte en middellange termijn) om een effectieve materiaalbehoefteplanning uit te kunnen voeren.
tijdgestuurde beheersing
Een beheersinstrument voor het management dat periodiek wordt gebruikt om het volgende niveau van bevoegdheid in staat te stellen de voortgang te bewaken, bijvoorbeeld een beheersinstrument dat eens in de twee weken wordt gebruikt. PRINCE2 levert twee belangrijke tijdgestuurde voortgangsrapportages: het Checkpoint Report en het Highlight Report.
time spread
Een combinatieorder waarbij men call- of putopties met dezelfde onderliggende waarde en uitoefenprijs, maar met verschillende afloopmaanden koopt of schrijft. De belegger koopt bijvoorbeeld een langlopende calloptie als dekking voor een korter lopende, geschreven calloptie.
tijdelijke functie
Een functie die vanwege actuele omstandigheden noodzakelijk is en die slechts in stand blijft zolang deze bijzondere omstandigheden dit vorderen.
tijdreeks
Een serie observaties met betrekking tot een bepaalde variabele verzameld in een bepaalde periode. Voorbeeld: maandelijkse verkoopresultaten over een periode van een jaar.
time sharing
Een situatie waarbij meerdere partijen afwisselend gebruik maken van ruimtes en/of voorzieningen.
tijdgrens
Een vooraf vastgesteld aantal periodes waarbinnen systeemsignalen zoals actieberichten, productierapporten enz. worden weggelaten of gewijzigd. Het is een beleid of een richtlijn opgezet om aan te duiden waar verschillende beperkingen of wijzigingen in bewerkingsprocedures plaats vinden. Tijdgrenzen kunnen worden gebruikt om deze punten te bepalen.
time pricing
Enkelvoudige toeslagcalculatie op basis van directe arbeids-of machine-uren.
tijdschema
Grafische weergave van een plan (bijv. in een Gantt chart), meestal een beschrijving van een opeenvolging van taken, inclusief toewijzingen van resources, die gezamenlijk de uitvoering van het plan beslaan. In PRINCE2 moeten projectactiviteiten alleen worden vastgelegd in de planningen die gerelateerd zijn aan een Project Plan, Stage Plan of Team Plan. Acties die voortkomen vanuit het dagelijkse management kunnen worden vastgelegd in het relevante projectlogboek (d.w.z. Risk Register, Daily Log, Issue Register, Quality Register) mits zij geen belangrijk activiteit vereisen.
tijdreeksanalyse
Het analyseren van historische gegevens vastgelegd in een tijdreeks teneinde vanuit de geconstateerde (on)regelmatigheden in deze tijdreeks tot conclusies en/of verwachtingen omtrent toekomstige gebeurtenissen te kunnen komen. De tijdreeks wordt onder meer onderzocht op het voorkomen van trend-, seizoen- en incidentele bewegingen.
time to knowledge
Het begrip 'time-to-knowledge' refereert aan de uitdaging om te zorgen dat benodigde kennis en ervaring om een strategie te realiseren ook op tijd beschikbaar is in de organisatie of netwerk, in de juiste omvang en verspreiding en op de meest optimale manier gefaciliteerd door mensen, processen en structuren.
tijdbeheer
Het behandelen van tijd als een productiefactor. Dat wil zeggen proberen zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik te maken van de beschikbare tijd.
tien-fasenmodel
Het is een model, waarbij het project wordt opgedeeld in tien fasen, te weten
timesharing
Het kopen van een deel van het gebruiksrecht van een zaak. Bijvoorbeeld de koop van een aandeel in een vliegtuig met het recht op deeltijds gebruik van het toestel
tijdvoorkeur van geld
Het uitgangspunt dat geld (vanwege zijn verdiencapaciteit) in het heden meer waard is dan eenzelfde bedrag in de toekomst.
tijdplanning
Het uitwerken van een plan door er een tijdpad aan te verbinden..
time-management
Het zodanig beheren en beheersen van gedrag dat effectief en efficiënt met de tijd wordt omgegaan.
tijdige prestatie
Hiervan is sprake als een product of dient wordt geleverd op het afgesproken tijdstip.
tijdig en volledig
Kengetal uitgedrukt in een percentage, waarmee wordt aangegeven hoeveel van de orders voor of op de afgesproken datum volledig en compleet zijn afgewerkt.
tijdpad
Overzicht in de tijd, gevormd door de momenten, waarop de verschillende activiteiten van een bepaald plan moeten plaatshebben, respectievelijk waarop delen van een project moeten beginnen of gereed moeten zijn
tijdsinterval
Periode tussen twee gegeven tijdstippen.
tijd
Tijd kan na hoogte, breedte en lengte gezien worden als de vierde dimensie. Van een gebeurtenis kan gezegd worden dat deze na een andere gebeurtenis plaatsvindt. Een gebeurtenis vindt plaats op een tijdstip of moment. De tijd wordt wel gezien als een opeenvolging van tijdstippen.
tijdschrift
Tijdschrift dat regelmatig uitkomt en informatie op een bepaald gebied bevat.
timeboxing
Timeboxing is de techniek om zowel een tijdige oplevering te realiseren als een voortschrijdend inzicht te kunnen implementeren. Bij timeboxing wordt de gehele projectperiode opgedeeld in meerdere korte perioden: de zogenaamde timeboxes of iteraties. Een timebox is kort. Een timebox wordt beschouwd als een miniproject, waarbij aan het eind een deel van het product wordt opgeleverd. Aan het einde van een timebox wordt geëvalueerd of het juiste product nog op de juiste manier geproduceerd wordt. Hierdoor is een zeer goede besturing van het project mogelijk.
time profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van voorsprong waardoor je winst kunt maken, voordat je product alweer achterhaald is of de winstmarges klein zijn geworden.
toegewezen materiaal
Beschikbaar materiaal en/of materiaal in bestelling dat is toegewezen aan een bepaalde opdracht die reeds is vrijgegeven.
toegevoegde werkelijkheid
Augmented reality is een vakgebied dat zich hoofdzakelijk bezighoudt met het zo realistisch mogelijk toevoegen van computer gemaakte beelden aan rechtstreekse, reële beelden.
total employee involvement
Arbeidsorganisatie waarbij medewerkers volledig betrokken zijn in het overleg- en besluitvormingsproces.
total employee involvment
An empowerment technique where employees participate in actions and decision making that were traditionally reserved for management.
totale gebruikskosten
Alle kosten die gedurende de levensduur van een goed of een systeem een rol spelen, beginnend bij de kosten van de aanschaf tot met de verwijderingskosten.
toewijzing
(1) Het verdelen van (schaarse) goederen over verschillende bestemmingen. (2) Het toewijzen van (uitvoerings-)capaciteit aan activiteiten of taken. Doel hiervan is ondermeer het bepalen van capaciteitsoverschotten en -tekorten.
toevoeging
Aanhangsel; bijlage.
toewijsbare variaties
Afwijkingen in data die toegewezen kunnen worden aan specifieke oorzaken.
total compensation
Al hetgeen een medewerker in een jaar heeft genoten als beloning voor zijn arbeid.
toegevoegde waarde
(1) Algemeen: Het door middel van transformatie creeren of vermeerderen van de waarde van een product of dienst met de bedoeling concurrentievoordeel of een verhoging van de omzet te bereiken of om een bestaand product of bestaande dienst te herpositioneren in de markt. (2) Projectmanagement: Het positieve resultaat dat van een project wordt verwacht en dat de investering die verband houdt met het project rechtvaardigt. (3) De marktwaarde van de omzet verminderd met de waarde van de voor de productie verbruikte grond- en hulpstoffen (bruto toegevoegde waarde). Als je hier vervolgens het aandeel afschrijving op vaste activa nog van afhaalt resteert de netto toegevoegde waarde.
toegankelijkheid
`Toegankelijkheid` betekent dat alle voorzieningen (zowel gebouwen als open ruimten en diensten) voor wonen, leven en werken effectief bereikbaar, begrijpbaar en bruikbaar zijn voor iedereen. Iedereen kan van deze voorzieningen op gelijkwaardige wijze gebruikmaken.
toegepast onderzoek
Bij toegepast onderzoek draait het om het aanvullen van de aanwezige kennisvoorraad met nieuwe kenniselementen, die praktisch toepasbaar zijn. Bij toegepast onderzoek is de praktische toepasbaarheid van de nieuwe kenniselementen als oplossing voor een bepaald probleem het uitgangspunt.
toepassing
Computerprogramma voor de uitvoering van een specifiek werkproces, zoals tekstverwerkingssoftware of een spreadsheet-programma.
toetsen
Controleren op juistheid, geldigheid of geschiktheid.
toegepaste psychologie
De afdeling binnen de psychologische wetenschap die zich bezig houdt met de inzetbaarheid van psychologische theorieën en ontdekkingen in het dagelijkse leven.
toetredingsdrempel
De belemmeringen die een toetreder moet overwinnen om succesvol in een markt te kunnen aanbieden.
toegangsbevoegdheid
De bevoegdheid om de accommodatie te betreden en/of om gegevens in te zien of te bewerken.
toegang
De bevoegdheid om gegevens te raadplegen,bepaalde plaatsen te betreden of een bepaald beroep uit te oefenen.