Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
socio-technical system
Systeem met complexe interactie tussen mens, technologie en omgeving.
sociale technologie
Technologie met belangrijke gevolgen voor een samenleving.
sociale vaardigheden
Vaardigheden die nodig zijn in de omgang met anderen, zoals communicatieve vaardigheden, het kunnen omgaan met fatsoensregels en waarden en normen, enz.
sollicitatiepool
De totale groep van sollicitanten die meedingen naar een vacante functie.
specifieke omgeving
Dat gedeelte van de omgeving van een organisatie dat van belang is voor een beperkt aantal organisaties, namelijk organisaties van een bepaald type of uit een bepaalde branche. Factoren die hier een voorname rol spelen zijn klanten, concurrenten, leveranciers, leveranciers- en afnemersrelaties, sociocultuur en belangengroeperingen.
speciale oorzaken van variatie
Afwijkingen in een proces die worden veroorzaakt door medewerkers of apparatuur of door ongewone omstandigheden in de omgeving waarin een proces zich voltrekt.
special intelligence briefing
Beknopt verslag omtrent de stand van zaken van een bepaald onderwerp, aangevuld met aanbevelingen voor te ondernemen actie.
specialisatie
(1) Het zich richten op een onderdeel van een groter vak- of werkgebied; (2) Het verkleinen van het assortiment. Voordelen hiervan zijn: bredere keus voor afnemers, verdieping van de kennis omtrent het assortiment met hieruit voortvloeiende verbeteringvan de advisering/service aan cliënten.
sponsor
(1) Een informele projectrol, die gewoonlijk wordt vervuld door een hooggeplaatst lid van de organisatie die zelf niet direkt betrokken is bij het project, die een oogje in het zeil houdt en die kan worden ingeschakeld als het project dreigt vast te lopen of als buitenstaanders de voortgang van het project in de weg gaan staan. (2) Een algemene term die vaak wordt gebruikt in de betekenis van 'belangrijkste sturende kracht achter het project' en die meestal overeen komt met de PRINCE2-term 'Opdrachtgever'.
speltheorie
De speltheorie (Game Theory) is een tak van de wiskunde waarin het nemen van beslissingen centraal staat. Het is ontstaan uit de analyse van beslissingen die worden genomen bij het spelen van bordspellen. Met toepassingen in de economie, sociologie en biologie is het een zich snel ontwikkelend onderdeel van de wetenschap. De speltheorie biedt een raamwerk waarbinnen strategische interactie tussen 'spelers' bestudeerd wordt. Met behulp van modellen wordt geprobeerd de onderliggende interactie van 'spelers' die beslissingen nemen te begrijpen.
specifieke methode voor vermogenskosten
De vermogenskosten worden per product afzonderlijk berekend op basis van de voor het product noodzakelijke vermogensinvestering.
split-run-techniek
Een aantal representatieve steekproeven uit een mailingslijst die worden gebruikt om de resultaten van verschillende promotionele acties te vergelijken.
splitsen van een order
Een gedeelte van een order met hogere prioriteit doorsturen naar volgende bewerkingen.
specificatie
Een gedetailleerde omschrijving van de eigenschappen en de prestatiekarakteristieken van een product, systeem of component.
spoedcursus
Een korte intensieve cursus of training.
spiraalmodel
Een model voor software-ontwikeling, waarbij bepaalde stappen in het proces (zoals behoefteanalyse, ontwerp, codering, assembleren, testen, e.d.) steeds opnieuw worden doorlopen totdat de software compleet en in orde is. Het model wordt ook wel evolutiemodel genoemd.
specificatiegrens
Een ontwerpvereiste waaraan voldaan moet zijn om uiteindelijk een correct product te kunnen maken.
spoedopdracht
Een opdracht waaraan om de één of andere reden binnen de normaal geldende doorlooptijd moet worden voldaan.
spitse hiërarchische structuur
Een organisatiestructuur met veel hiërarchische niveaus en een geringe span of control.
specialist
Een persoon die zeer deskundig is of over uitstekende vaardigheden beschikt op een bepaald gebied.
specialistisch product
Een product waarvan de ontwikkeling in het plan wordt beschreven. De specialistische producten zijn specifiek voor een afzonderlijk project (bijv. een reclamecampagne, een kaartverkoopsysteem voor een parkeerterrein, de funderingen voor een gebouw, een nieuw bedrijfsproces, enz.). Wordt ook wel 'deliverable' of 'output' genoemd.
speciaal type
Een producttype waarvoor geen interne afnemersservicegraad wordt gehanteerd.
spider
Een programma dat het internet naspeurt op door de gebruiker gevraagde informatie.
sponsorship
Een promotiestrategie, waarbij een organisatie een bepaald doel, initiatief of organisatie ondersteunt met een geldelijke bijdrage met de bedoeling goodwill te kweken of de eigen naamsbekendheid of het eigen imago op te vijzelen
specialistische alliantie
Een verband waarbij exploitatie- en innovatieactiviteiten worden verdeeld tussen twee of meer met elkaar samenwerkende partijen.
speciaalzaak
Een winkel die is gespecialiseerd in een bepaald type product
span of management
Het aantal medewerkers dat door een leidinggevende aan te sturen is. Is synoniem aan: omspanningsvermogen.
spanwijdte
Het aantal medewerkers, waaraan werkelijk leiding gegeven moet worden.
specificeren
Het beschrijven van een geheel door de afzonderlijke onderdelen waaruit het bestaat te benoemen.
splitsing van een bewerking
Het inzetten van extra bewerkingscapaciteit om een bepaalde bewerking uit te voeren.
sparen
Het niet besteden van een deel van het inkomen
sponsoring
Het verlenen van (financiële) steun aan een organisatie of persoon in ruil voor het door de medewerking van de gesponsorde partij verwerven van commerciële publiciteit en communicatiemogelijkheden, om zo de naamsbekendheid van de onderneming en haar merken te vergroten en goodwill te kweken.
sponsoring
Het verlenen van (financiële) steun aan een organisatie of persoon in ruil voor het door de medewerking van de gesponsorde partij verwerven van commerciële publiciteit en communicatiemogelijkheden, om zo de naamsbekendheid van de onderneming en haar merken te vergroten en goodwill te kweken.
speech processing
Het vermogen van een computer om spraak te herkennen en er op te reageren.
spreiding
Het verschil tussen de bied- en laatprijs. Als de markt € 22,50 biedt en € 23 laat, dan is de spread dus € 0,50. Een bepaald type combinatieorders die zijn uit te voeren op een optiebeurs. Een spread bestaat uit twee poten of 'legs': een long-positie gecombineerd met een short-positie. Met spreads kan de belegger profiteren van een bepaalde trend in de markt en tegelijk het risico beperken.
spreidingsbreedte
Het verschil tussen de grootste en de kleinste waarneming.
spionage
Het zich op ongeoorloofde wijze eigen maken van vertrouwelijke informatie met het doel daar voordeel uit te behalen.
spying
Het zich op ongeoorloofde wijze eigen maken van vertrouwelijke informatie met het doel daar voordeel uit te behalen.
speculant
Iemand die gebruik maakt van prijsverschillen die in de loop van de tijd optreden op een markt
spreidingsdiagram
In een scatter diagram worden de relaties tussen twee variabelen weer gegeven door puntjes welke worden geplaatst in een vlak dat wordt gevormd door een x- en een y-as. De richting en de dichtheid van de puntjes in het vlak geven een indicatie van de aanwezigheid (of juist afwezigheid) van een relatie.
specifieke kennis
Kennis behorend tot het domein van een bepaalde bedrijfstak, die nodig is om in de betreffende bedrijfstak te kunnen functioneren, bijvoorbeeld vakkennis, marktkennis.
specifieke kosten
Kosten die direct toe te rekenen zijn.
spiritueel leiderschap
Leiderschap waarbij de leider zijn medewerkers beïnvloedt door spiritueel belang toe te dichten aan het functioneren van de organisatie en de daarbinnen te verrichten werkzaamheden.
spaced practice
Praktijkleren verdeeld over een aantal verspreid in de tijd liggende sessies.
specialty goods
Producten waarvoor de consument bereid is veel voorwerk te verrichten alvorens een dergelijk goed aan te schaffen. specialty goods is een categorie producten uit de indeling van Copeland.
specifieke productiecapaciteit
Productiefaciliteiten die uit kostenoverwegingen of vanwege hun bijzondere samenstelling voor een specifieke verrichting zijn bestemd.
specifieke commerciële regels
Regels en richtlijnen, opgesteld en uitgegeven door de commerciële afdeling, waarin verklaringen van afstand en specifieke eisen, van toepassing bij de acceptatie van een order, zijn opgenomen.
spyware
Software die zonder toestemming van een computergebruiker met kwade bedoelingen wordt geïnstalleerd om informatie van die gebruiker te verkrijgen of te manipuleren.
spam
Spam is de elektronische versie van brievenbusvervuiling: ongewenste reclame.
speling
Speling wordt gevormd door de periode waarbinnen een activiteit kan worden verplaatst, zonder dat dit gevolgen heeft voor de rest van het project. Er zijn twee typen speling denkbaar, te weten: startspeling en eindspeling, positieve speling en negatieve speling.
sprinter
Sprinters zijn beleggingsproducten waarmee u met een hefboom kunt beleggen in een breed scala van onderliggende waarden.
spiral dynamics
Theorie op basis van het werk van Clare Graves die stelt dat mensen als ze er door hun omstandigheden toe gedwongen worden in staat zijn zich aan te passen aan hun omgeving onder meer door de bouw van nieuwe, complexere modellen van de wereld die hen is staat stellen nieuwe problemen aan te pakken.
specialty product profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van een specialiteit.
specialisation profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van specialisatie.
specialist profit
Verdienmodel dat gericht is op maken van winst op basis van specialistische kennis.
special products
Verhandelbare effecten anders dan aandelen, obligaties, opties, financiële futures en agrarische termijncontracten. Voorbeelden van special products zijn covered warrants, discount rights en reversed convertibles.
speculatieve voorraad
Voorraad die uitsluitend wordt aangehouden omdat men prijsverhogingen verwacht
squeeze page
Een webpagina die is bedoeld om iemands naam en e-mailadres te verkrijgen.
stakeholder theory
Bedrijfsfilosofie die er van uitgaat dat een organisatie expliciet aandacht heeft voor de belangen van alle bij de organisatie betrokken enterne en externe partijen.
strategische beheersing
Analyseren en bijsturen op de mate waarin een organisatie er in slaagt haar doelen voor de lange termijn te behalen.
statische code-analyse
Analyse van broncode zonder dat de software wordt uitgevoerd.
strategisch personeelsmanagement
Alle activiteiten van de organisatie gericht op de ontwikkeling van het mensenlijk kapitaal van de organisatie in het belang van de realisatie van de doelstellingen van de organisatie op de lange termijn.
strategische alternatieven
Alternatieve mogelijkheden om strategische doelen te bereiken.
storing
Afwijking van een component of systeem van zijn verwachte oplevering, dienst of resultaat. [Naar Fenton].
strips
Afkorting van Separate Trading of Registered Interest and Principal Securities. Door de coupon los te koppelen van de hoofdsom kan men deze apart verhandelen.
strategische kloof-analyse
Aan de hand van deze analyse kan worden vastgesteld hoe groot de strategische kloof van de organisatie is.
stemrecht
Aandelenbezit geeft de aandeelhouder stemrecht tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Houders van certificaten van aandelen hebben geen stemrecht.
stratificatie
(1) laagvorming; (2) Het indelen van data in lagen.
strategische planning
(1) Het vaststellen van de doelstellingen voor de lange termijn en het bepalen van de weg via welke deze doelen nagestreefd zullen worden. (2) Een aansturingsstijl, waarbij het hogere organisatieniveau veel invloed uitoefent op de lagere niveaus.
ster
(1) Een tamelijk klein account dat een sterke groei doormaakt; (2) Een product (of bedrijfsonderdeel) met een groot relatief marktaandeel en een grote marktgroei.
stuk
(1) Een product dat gereed is voor de verkoop, assemblage of deelassemblage. (2) Onderdeel (component). (3) Werkstuk.
stroomrichting
(1) De pijlen, lijnen of vectoren die de volgorde van de uit te voeren bewerkingen aangeven. (2) De richting van een stroming.
statische analyse
(1) (NBS) Een analyse van een computerprogramma die is doorgevoerd zonder het programma te laten lopen. (2) (IEEE) Een analyse van een systeem of component aan de hand van zijn vorm, structuur, inhoud, documentatie, dit in tegenstelling tot een dynamische analyse, waarbij gekeken wordt naar de resultaten en het functioneren van een programma, als gevolg van het draaien ervan.
strategische bedrijfsinformatievoorziening
Bedrijfssystemen waaruit informatie kan worden gehaald ter ondersteuning van besluitvormingsprocessen.
stukloon
Beloningssysteem waarbij een deel van het loon afhangt van het aantal geproduceerde eenheden.
strategic benchmarking
Benchmarken gericht op het ontdekken van strategieën die men in aangepaste vorm zelf kan gaan toepassen.
standaard werk
Beschrijving van de methode om een product te maken of een dienst te verrichten.
strategische beslissing
Besluit of reeks besluiten waarmee wordt voorzien in de implementatie van een strategie.
strategische verplichtingen
Besluiten voor de lange termijn, die - eenmaal in uitvoering genomen - moeilijk meer terug te draaien zijn.
stambestand
Bestand met stamgegevens.
stuklijstbestand
Bestand van één bepaalde stuklijst. Dit bestand wordt door een stuklijstverwerkingsprogramma gebruikt. Het bestand kan worden opgebouwd, gewijzigd, zichtbaar worden gemaakt, verwijderd enz. Het stuklijstbestand is meestal gekoppeld aan een productbestand.
stuwdistributie
Beweging van goederen door de leveringsketen doordat fabrikanten op eigen initiatief producten maken en te koop aanbieden.
stroomsnelheid
Bewerkingstempo; het tegenovergestelde van doorlooptijd. Bijvoorbeeld: 360 eenheden per werktijd of 0,75 eenheden per minuut.
strategie-safari
Boek van Mintzberg (Mintzberg, H., Ahlstrand, B., Lampel, J., Op strategie-safari, Scriptum , Schiedam, 1999) waarin een overzicht wordt gegeven van uiteenlopende theoretische stromingen met betrekking tot strategievorming. De schrijvers hebben deze stromingen ingedeeld in 10 verschillende 'scholen'
streepjescodering
Coderingsmethode voor het snel een nauwkeurig lezen van alfanumerieke gegevens. Deze code bestaat uit gedrukte streepjes afgewisseld door spaties en zijn gedrukt of gestempeld op producten, etiketten of andere media. De streepjes bevatten gecodeerde informatie die elektronisch kan worden gelezen en eventueel in een computergeheugen kan worden opgeslagen.
storage and retrievalprogramma
Computerprogramma waarmee informatie kan worden opgeslagen en teruggehaald.
standardisatie
De activiteit waarbij eenheid wordt gecreëerd in situaties, werkwijzen, processen of producten en waarbij men volgens strak afgesproken procedures te werk gaat. Zie ook normalisatie.
strategische afstemming
De afstemming van strategie, interne structuur en bedrijfsprocessen binnen een organisatie.
stochastische behoeftebepaling
De bepaling van de behoefte aan materiaal en onderdelen in de tijd op basis van extrapolatie van historische gegevens die aan een zeker stochastisch patroon voldoen.
stafbevoegdheid
De bevoegdheid van een stafafdeling om gevraagd en/of ongevraagd advies te geven omtrent aangelegenheden ten aanzien van hun specialisme.
streepjescodesymbool
De combinatie van tekens nodig in een bepaalde symboliek, inclusief start-stop tekens, stilte zones, gegevenstekens en controletekens. Deze vormen tezamen een compleet aftastbaar geheel.
strafbankje
De Commissaris voor de Notering kan een fonds op het zogeheten strafbankje van de beurs plaatsen. De reden kan zijn dat de betrokken onderneming een negatief eigen vermogen heeft en niet in staat is aan te geven op welke manier zij die situatie kan verbeteren. Faillissement van de onderneming kan een andere reden zijn. Als een fonds op het strafbankje zit, is het opgenomen in de categorie 'fondsen met een noteringsmaatregel', zoals de officiële term luidt. Het strafbankje is bedoeld als signaal voor de beleggers. Handel in zo'n fonds is overigens gewoon mogelijk.
startdatum
De datum waarop een activiteit begint.
strategische bandbreedte
De diepte en breedte van de strategie van een organisatie.
stroomdiagramtechniek
De flowcharttechniek is een probleemdefinitietechniek, waarmee voornamelijk probleemstellingen die een opeenvolging van handelingen inhouden, klaar en duidelijk worden geanalyseerd. De verschillende handelingen die in de probleemsituatie voorkomen, worden zowel naar handelingen als naar de tijd toe stap voor stap beschreven. De samenhang van de activiteiten wordt aangeduid, en de meer verfijnde probleemgebieden worden geïdentificeerd.
stijl van leidinggeven
De karakteristieke wijze waarop een persoon zich manifesteert bij het geven van leiding.
structural intellectual capital
De kennis die in een organisatie aanwezig is in de vorm van databases, informatiesystemen, methoden, technieken,processen, enzovoort, met uitzondering van de kennis die aanwezig is bij het personeel. (dus de kennis die je overhoudt alle alle medewerkers verdwenen zouden zijn).
stuklijst
De lijst van alle onderdelen en materialen die nodig zijn om een eindproduct te maken. De lijst is vaak voorzien van een schematisch overzicht van de samenhang tussen de diverse onderdelen.
status
De mate van belangrijk die aan iemand wordt toegedicht op basis van zijn kwaliteiten of zijn plaats in de hiërarchie.
state flexibility
De mate waarin een productiesysteem bruikbaar is voor verschillende stappen in het productieproces.