Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
burotica
Allerlei (geintegreerde) kantoortechnologieen, zoals telefoon, tekstverwerker, printers, faxen, gegevensverwerking en -beheer, tijdregistratie en dergelijke.
busy-work
Amerikaanse term voor maakwerk.
buitengewone uitgaven
Artikel 6.16. Wet op de Inkomstenbelasting: Buitengewone uitgaven zijn de uitgaven wegens: a. ziekte, invaliditeit en bevalling van de belastingplichtige, zijn partner, zijn jonger dan 27-jarige kinderen en tot zijn huishouden behorende ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer een persoon voor de toepassing van deze bepaling als ernstig gehandicapt wordt beschouwd; b. overlijden van de belastingplichtige, zijn partner en zijn jonger dan 27-jarige kinderen; c. arbeidsongeschiktheid of chronische ziekte van de belastingplichtige; d. ouderdom van de belastingplichtige; e. chronische ziekte van kinderen van de belastingplichtige; f. adoptie door belastingplichtige of zijn partner; g. ziekte en invaliditeit van bij de belastingplichtige inwonende zorgafhankelijke ouders, broers of zusters, met dien verstande dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer ouders, broers of zusters voor de toepassing van deze bepaling als zorgafhankelijk worden beschouwd.
buitendienst
Bedrijfsonderdeel waarvan de medewerkers hun taken overwegend bij de klanten en dus buiten de eigen bedrijfsvestiging verrichten.
business relationship management
BRM is een systematische benadering van de relaties die een onderneming onderhoudt met andere ondernemingen in de hoedanigheid van klant, toeleverancier en/of samenwerkingspartner, waarbij wordt geanalyseerd wat het specifieke belang is van de betreffende relatie en vanuit dat belang wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van die relatie.
bureaucratisme
Bureaucratie die is verworden tot een klakkeloos toepassen van de regels en voorschriften.
bureaucratisch leiderschap
Bureaucratisch leiderschap is een formele manier van leiden, gebaseerd op een duidelijk omschreven hierarchie, rollen, regels en procedures.
bureaucratisch management
Bureaucratisch management is een formele manier van werken gericht op het bereiken van effectiviteit en efficiency, een en ander gebaseerd op een strakke hiërarchie en strikt voorgeschreven protocollen en procedures.
burgerlijk recht
Dat gedeelte van het recht dat de verhoudingen regelt tussen personen (mensen en rechtspersonen) onderling.
buying hedge
De aankoop van een future met de bedoeling de onderliggende waarde te verkrijgen. Hierdoor heeft men zekerheid over de prijs van een toekomstige aankoop. Synoniem aan buy hedge en long hedge.
buy hedge
De aankoop van een future met de bedoeling de onderliggende waarde te verkrijgen. Hierdoor heeft men zekerheid over de prijs van een toekomstige aankoop. Synoniem aan long hedge.
business management
De activiteiten die verband houden met leiden van een bedrijf, zoals beleid ontwikkelen, plannen, organiseren, aansturen, evalueren en bijsturen.
business scope
De activiteiten waarop een onderneming zich richt.
business capability
De bekwaamheden en eigenschappen van een organisatie die essentieel zijn voor het kunnen verwezenlijken van haar strategie.
bureaucratische besluitvorming
De beslissingen komen voort uit regels (intern of extern). Deze vorm heeft een geformaliseerd karakter door regels, planning en controle. Het voordeel is dat je weet waar je aan toe bent en ervaringen uit het verleden mee kan nemen.
bureaucratische onschendbaarheid
De bevoegdheid om veranderingen door te voeren, zonder hiervoor eerst expliciet toestemming te hoeven vragen.
buffervoorraad
De extra voorraad die men aanhoudt om te voorkomen dat men bij toegenomen vraag niet kan leveren. (Wordt ook wel veiligheidsvoorraad genoemd)
budgethouder
De functionaris die verantwoordelijk is voor een bepaald budget en voor alle facetten die verband houden met de uitvoering van de taakstelling behorend bij het budget.
budget cost
De geraamde kosten aan het begin van een project.
buiten-voorraadkosten
De kosten die worden veroorzaakt door het niet voorradig zijn van goederen, zoals gemiste verkopen, vertraagde leveringen, verwachte lagere verkopen in de toekomst, kosten veroorzaakt door productiestilstand en allerlei andere eventueel bijkomende kosten.
business marketing
De marketingactiviteiten van organisaties die niet gericht zijn particulieren maar op andere andere organisaties
burgerzin van de organisatie
De mate waarin een organisatie zich maatschappelijk verantwoordelijk voelt en op grond daarvan bereid is te streven - naast de realisatie van haar eigen doelstellingen - naar een hogere levensstandaard en een betere kwaliteit van leven voor haar omgeving.
buyer power
De mogelijkheid van klanten om te onderhandelen over prijzen en andere condities met betrekking tot de aanschaf van een product of dienst.
business-to-employee
De mogelijkheid voor medewerkers om hun personeelsgegevens en andere persoonlijke informatie online in te kunnen zien.
Business process outsourcing
De Nederlandse term is 'uitbesteden'. Het zijn vooral secundaire bedrijfsprocessen als salarisadministratie, wagenparkbeheer of IT-beheer die zich lenen voor uitbesteden. Een argument ervoor is het niet in huis (hoeven) hebben van specifieke kennis en middelen. Kostenbesparing en concentratie op de kerntaken zijn twee andere redenen.
buismetafoor
De optimistische geachte die bij sommigen bestaat, dat ze een boodschap maar aan hun kant van de 'buis' hoeven in te geven om er voor te zorgen dat de ontvanger van deze boodschap ze vervolgens aan de andere kant helder en onvervormd opvangt en ook nog begrijpt zoals ze was bedoeld.
business manager
De persoon binnen een onderneming, die er door het organiseren en sturen van doelen, processen, mensen en middelen voor zorgt, dat voorgenomen resultaten worden behaald.
budgettary slack
De praktijk dat bij het budgetteren de opbrengsten bewust worden onderschat en/of de kosten worden overschat zodanig dat de budgettaire doelen eenvoudiger te bereiken zijn. In het budget dat uiteindelijk zo tot stand komt zit dus een bepaalde marge versleuteld
budgeted cost of work scheduled
De volgens de projectbegroting gemaakte kosten van geplande werkzaamheden.
budgeted cost of work performed
De volgens de projectbegroting gemaakte kosten van reeds binnen het project uitgevoerde werkzaamheden. Deze kosten worden afgezet tegen de werkelijke kosten (ACWP) om verschillen op het spoor te komen.
buffertypes
De voorraadtypes die worden gebruikt om onderbezetting in de productie te voorkomen. Van deze producten wordt dan tijdelijk meer geproduceerd dan direct nodig is; de hieruit voortvloeiende voorraad noemt men een capaciteitsbezettingsvoorraad. Als buffertype kiest men meestal goed lopende producten.
bucket
Dit is een bepaalde tijdseenheid die gebruikt wordt bij productieplanning
build-to documentation
Documenten die ontwerp-specificaties bevatten.
business to employee-management
Een bedrijfsfilosofie waarbij een kenniswerker wordt gezien als klant aan wie men zakelijke diensten levert.
bulletin
Een beknopte bekendmaking.
business case scenario
Een bepaalde situatie die in de normale bedrijfsvoering regelmatig voorkomt wordt uitgebreid bekeken en beschreven om uiteindelijk van daaruit te komen tot een standaard aanpak.
business class
Een categorie vliegreizen, minder duur dan eerste klasse, maar beter dan economy class.
buffermanagement
Een centraal begrip in Critical Chain Projectmanagement is de buffer. Waar men gebruikelijk stuurt op overeenkomst tussen (tijd)planning en realisatie, stuurt men bij Critical Chain Projectmanagement op de omvang van de buffers.
butterfy spread
Een combinatieorder bij opties die is gericht op een beperkte beweging van de koers. Bijvoorbeeld het schrijven van een straddle en het gelijktijdig kopen van een putoptie met een lagere uitoefenprijs en een calloptie met een hogere uitoefenprijs. Ook andere optiecombinaties met een vergelijkbaar resultaat duidt men aan als een butterfly spread.
buitenlandse dochtermaatschappij
Een dochteronderneming in het buitenland die geheel of gedeeltelijk eigendom is van de moedermaatschappij.
business imperative
Een doelstelling waarvan de verwezenlijking essentieel is voor de toekomst van een organisatie.
bureaucratisch model van de organisatie
Een door de bureaucratie geregelde organisatie die draait op routine en discipline.
bulletin board system
Een elektronisch trefpunt op het internet of op een intranet, waarmee mededelingen kunnen worden gedaan en waarmee mensen gedachten, informatie en bestanden kunnen delen.
buffer overloop
Een fout in de geheugentoegang toe te schrijven aan een poging van een proces om gegevens op te slaan groter dan de voorgeschreven bufferlengte resulterend in het overschrijven van aangrenzende geheugengebieden of het geven van een overflow melding.
bug
Een fout in de software waardoor een computerprogramma niet goed werkt.
business angel
Een investeerder die startende ondernemingen van kapitaal en ondersteuning (advies, netwerk, e.d.) voorziet
buitentarief
Een invoertarief voor producten uit het buitenland.
buiten-vooraadpercentage
Een maatstaf voor de effectiviteit die aangeeft in welke mate een bedrijf voldoet aan de werkelijke vraag. Het buiten-voorraad percentage kan een maat zijn van de totale hoeveelheid buitenvoorraad producten op de totale orders of het percentage orderregels waarin buiten-voorraden optreden gedurende een bepaalde periode op het totaal aan bestelde orderregels.
bullet-lenig
Een obligatielening die aan het einde van de looptijd in één keer aflost.
bureaucratische orientatie op het werk
Een opvatting over werken, waarbij een individu werk ziet als een langdurig dienstverband dat hij heeft met zijn werkgever in ruil voor financiele veiligheid en gestage groei in welvaart en status.
budgetafhankelijke organisatie
Een organisatie die voor haar bestaan afhankelijk is van een begroting die moet worden ingediend en goedgekeurd.
bureaucratische organisatie
Een organisatie, waarbinnen het werk vergaand is opgesplitst, gedifferentieerd, gestandaardiseerd en gereglementeerd. Binnen de organisatie geldt een strakke hiërarchie. Dit alles levert een efficiënte, maar ook starre omgeving op, waarbinnen geen plaats is voor afwijkende behandeling van uitzonderingsgevallen.
business continuity program
Een programma dat er voor zorgt dat een organisatie in het geval dat zich een ramp voordoet haar productie en dienstverlening kan blijven voortzetten in een vooraf bepaalde omvang en kwaliteit.
bucketed
Een rapportagesysteem dat een overzicht samenstelt van resultaten uit meerdere dagrapporten, verzameld over een door gebruiker gespecificeerde periode.
budget veiligheidsmarge
Een reserve in een budget ter bescherming tegen de gevolgen van onvoorziene omstandigheden.
buying cards
Een soort creditcard waarmee vaste klanten onderdelen kunnen aanschaffen. Het voordeel van dergelijke kaarten is dat de (administratieve) afhandeling goedkoper is dan werken met bestelbonnen en facturen.
bull straddle
Een straddle waarbij een lange positie wordt ingenomen zowel een put- als een calloptie.
buzzword
Een term om managementhypes mee aan te duiden.
bureaucratie
Een uitdruking , oorspronkelijk afkomstig van Max Weber, om een organisatie aan te duiden met: - een hierarchische indeling; - top-down autoritair management; - uitgewerkte functies, taken en verantwoordelijkheiden; - zware nadruk op het naleven van reglementen en procedures.
Buggin's turn
Een uitdrukking die gebruikt wordt in gevallen dat iemand (hier symbolisch Joe Buggin genaamd) promotie maakt, niet op grond van zijn kwaliteiten of prestaties, maar omdat hij al zo lang rondhangt in de organisatie.
bubble chart
Een vairant op de scatterplot, waarbij ook de grootte van de punten een betekenis heeft
bureaucratisch besturingsmechanisme
Een van de besturingsmechanismen van Ouchi, waarbij het management prestaties beoordeelt op basis van regels, procedures en normen.
bullwhip effect
Een verhoogde vraag naar goederen die door de leveringsketen stroomt (van detaillist, via tussenhandel naar fabrikant en grondstoffenleveranciers) als gevolg van een verandering in de vraag van de consument. Het effect treedt op als de vraag naar goederen is gebaseerd op prognoses van bedrijven in plaats van op de werkelijke vraag van de consument.
business game
Een vorm van managementtraining, waarbij praktijkcases worden nagespeeld.
buzz marketing
Een vorm van marketing, waarbij mensen uitgelokt worden een bericht te verspreiden, zodat er veel mensen met de boodschap geconfronteerd worden. Meestal komt er sensatie of humor of erotiek bij te pas, waardoor de boodschap spraakmakend is.
buffering
Een vorm van productie waarbij de output van de ene afdeling wordt gebruikt als input voor de volgende afdeling. Er wordt dan een (kleine) voorraad aangelegd tussen die twee afdelingen, zodat de afdelingen wat minder van elkaar afhankelijk zijn en minder kans op conflicten.
bulletin board service
Een webdienst die het mogelijk maakt software of bestanden te downloaden en berichten uit te wisselen met anderen.
budget eenheid
Eenheid waarop de financiële berekeningen rondom budgetten worden gebaseerd, zoals prijs per uur, per meter, per kilo, per gebruik.
buy and hold strategie
Engelse term voor een beleggingsmethode waarbij de belegger nauwelijks nieuwe aandelen in portefeuille neemt en dividendopbrengsten gebruikt om te herbeleggen in aandelen die hij al heeft.
bullish
Engelse term voor een positief beurssentiment. Vergelijkbaar met de term à la hausse.
bull market
Engelse term voor een positief gestemde markt waarin de koersen over een breed front stijgen.
business drivers
Externe gebeurtenissen en ontwikkelingen die leiden tot koersveranderingen van een organisatie.
bulkgoederen
Goederen die niet verhandeld worden in aantallen (stuks) maar in gewicht of inhoud, zoals aardolie, graan, kunstmest enzovoort.
budgetherziening
Goedgekeurde aanpassing van een begroting.
budget presentation
Het aanbieden van de begroting,gewoonlijk in het kader van het verwerven van goedkeuring voor de geraamde bestedingen.
budgetbeheer
Het analyseren en in voorkomende gevallen zodanig bijsturen van de uitgaven dat begrotingsdoelstellingen worden behaald;
business assurance
Het bewaken en veiligstellen van de projectresultaten binnen de afgesproken kaders van geld en tijd.
business day
Het gedeelte van de werkdag waarin de meeste ondernemingen actief zijn.
business process mapping
Het in kaart brengen van bedrijfsprocessen, hun onderlinge samenhang, wat ze moeten opleveren en wie er verantwoordelijk voor zijn.
bulkmailing
Het mailen van meerdere relaties ineens.
budgetverlaging
Het naar beneden bijstellen van een begrotingspost.
buiten-voorraad
Het niet meer op voorraad hebben van een bepaald normaal op voorraad aanwezig type product.
bufferbeheer
Het onderhouden en beheersen van de processen die er voor zorgen dat actieve werkstations altijd kunnen beschikken over voldoende voorraden aan onderdelen en hulpmaterialen om ongestoord door te kunnen werken..
business model-fixatie
Het onverkort blijven vasthouden aan een eenmaal ontwikkeld bedrijfsmodel.
budget at completion
Het oorspronkelijk geraamde totaalbudget voor een project.
budgettering
Het opstellen van een kwantitatief en/of financieel plan voor een bepaalde periode waarin alle of een deel van de activiteiten en plannen van een organisatorische eenheid op een consistente wijze zijn gerangschikt.
buyout
Het overnemen van een controlerend belang in een onderneming.
business resumption plan
Het plan waarin staat aangegeven hoe bedrijfsprocessen, die als gevolg van ongelukken, rampen of andere voorvallen onverwacht zijn stilgevallen weer moeten worden opgestart.
budgeting & cost management
Het proces van plannen van kosten en het beheersen van uitgaven.
buyer's right of routing
Het recht van de koper om de vervoerder te kiezen als hij zelf de vrachtkosten betaald.
business baseline
Het referentiekader van het project. Dit wordt gedefinieerd door: - betrokken partijen; - doelen; - resultaten; - tijdpad; - budgetten; - aanpak; - organisatie.
buiten-voorraadrisico
Het risico dat wordt geaccepteerd om een voorraadtekort aan magazijntypes te hebben. Het wordt gebruikt bij de berekening van de veiligheidsvoorraad. Zie ook magazijntypes.
business failure
Het sluiten/beeindigen van een onderneming of een bedrijfsonderdeel, omdat er te weinig winst wordt gemaakt om de kosten te dekken.
business interruption
Het stilvallen van de commerciele activiteiten van een bedrijf als gevolg een van buiten komende oorzaak, zoals stroomuitval, staking en dergelijke.
business excellence
Het streven van een organisatie om voortdurend uitstekend te functioneren.
bureaucontrole
Het testen van software of specificaties door handmatige simulatie van de uitvoering.
buying-in
Het tijdelijk inhuren van externe deskundigen in plaats van zelf personeel aanstellen in een staffunctie.
business critical point
Het tijdstip in de toekomst waarop een organisatie niet meer normaal kan functioneren, als gevolg van het uitvallen van een van haar wezenlijke functies of processen.
business value orientation
Het toetsen van strategieën, plannen, activiteiten en inzet van middelen op basis van de te verwachten toegevoegde waarde voor de onderneming.
business function costs
Het totaal van de vaste en variabele kosten van een bepaalde bedrijfsfunctie