Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


knowledge engineer
Een specialist, die zich bezig houdt met het ontwerpen, bouwen en onderhouden van op kennis gebaseerde computersystemen.

knowledge annealing
Een techniek om samen een document te maken, waarbij deelnemers steeds kleine aanpassingen maken in de tekst totdat het geheel naar de zin van iedereen is.

knooppunt
Een verbindingspunt in netwerkdiagrammen. De knooppunten verbinden projectactivietien die een onderlinge relatie hebben.

know-how
Een vorm van kennis die bestaat uit een combinatie van theoretische kennis, vaardigheden en ervaring die het mogelijk maakt om een bepaalde taak tot een goed einde te brengen. Know-how is moeilijk expliciet te maken.

knowledge-based pay
Een wijze van belonen waarbij ook rekening wordt gehouden met het kennisniveau van de medewerkers.

knowledge-based cognitive control
Gedrag dat zich afspeelt op het hoogste cognitieve niveau, wanneer men geconfronteerd wordt met nieuwe, onbekende situaties waarvoor men zelf oplossingen moet gaan bedenken.

knowledge-related antecedent factor
Groepsdenken is een manier van denken waarbij de behoefte aan eensgezindheid binnen de groep helder denken en zakelijk afwegen van belangen gaat overheersen. De factoren die groepsdenken bevorderen noemt men 'antecedent factors'. Ze kunnen liggen op uiteenlopend vlak, zoals de samenhang in de groep of situationele context of in de persoon van de deelnemer.

knowledge landscape mapping
Het - in het belang van strategieontwikkeling en planvorming - in kaart brengen van de kennisgebieden die relevant zijn voor een organisatie.

knowledge acquisition bottleneck
Het fenomeen dat het aftappen van kennis van experts (kenniselicitatie)meer tijd kost dan het maken van het expertsysteem, waar deze kennis in wordt opgenomen.

knowledge continuity management
Het in een toegankelijk en bruikbare vorm overbrengen van de kennis van vertrekkende medewerkers naar de organisatie.

knowledge flowcharting
Het in kaart brengen van kennisstromen binnen een proces of organisatie.

knowledge diagnostics
Het onderzoeken van kennisgerelateerde processen, procedures en praktijken op doelmatigheid en effectiviteit.

knowledge discovery
Het ontdekken van voorheen nog niet bekende patronen of relaties tussen gegevens in een dataverzameling.

knowledge engineering
Het ontwerpen, bouwen en onderhouden van kennisgebaseerde computersystemen.

knowledge retrieval
Het ophalen van kennis uit een kennisverzameling.

knowledge of results
Het proces van feedback geven op iemands (leer-)prestaties.

knowledge viewing
Het screenen van bestaande externe kennis op veranderingen, ontwikkelingen en trends.

knowledge appropriation
Het verkrijgen van rechten om kennis te mogen gebruiken.

knelpuntbewerking
In een serie bewerkingen zonder alternatieve routes bepaalt de bewerking met de laagst beschikbare capaciteit de knelpuntbewerking: de capaciteit van het totale systeem. Zolang deze beperkende conditie bestaat kan de capaciteitsbezetting van het totale systeem in feite worden gepland door het roosteren van de knelpuntbewerkingen.

knowledge supply model
In het 'knowledge supply model' maakt Burton-Jones, de bedenker van het model, een indeling van de medewerkers van een organisatie, al naar het gelang de bijdrage die hun kennis levert aan de doelverwezenlijking van de organisatie: - core group; - associate group; - perpheral group.

knowledge management benefit assessment
Onderzoek naar de te verwachten voordelen en opbrengsten als gevolg van het doorvoeren van kennismanagementactiviteiten.

knowledge agent
Personen of instellingen die kennis en kennisbronnen systematisch verzamelen, beheren en beschikbaar stellen voor gebruik door derden.

knelpuntitems
Producten met een hoog belang die een grote strategische impact hebben op de eigen productie in een inkoopmarkt met weinig aanbieders.

knelpuntproducten
Producten van op zich betrekkelijk geringe waarde die vanwege hun leveringsonzekerheid het productieproces kwetsbaar maken.

knelpuntfactor
Productiefactor die in een knelpuntsituatie de productiemogelijkheden limiteert.

knowledge search
Streven dat er op is gericht kennis of kennisbronnen te vinden.

knowledge integrator
Een expert die zich bezig houdt met het verzamelen van nieuwe kennis en het integreren hiervan in de body of knowledge van zijn vakgebied.

knowledge mapping
Het in kaart brengen van kennis, kennisdragers en kennisstromen.

koopjeskelder
Afdeling waar afgeprijsde artikelen worden verkocht.

kosten levenscyclus
Alle kosten verbonden aan het verwerven en gebruiken en alle bijkomende kosten van een product gedurende de hele tijd dat het product in gebruik is. Bij bijkomende kosten kan men denken aan: verzekeren, training, reparatoe en onderhoud, verwijderingskosten, verlies als gevolg van reparatietijden, garantie als gevolg van disfuctioneren, enz.

kopij
(1) Platte tekst die nog opgemaakt moet worden; (2) Tekstgedeelte voor een advertentie of een artikel.

kooi
(1) Een beveiligde ruimte voor opslag van waardevolle goederen; (2) Een platform waarmee iemand onderdelen kan bereiken die in een magazijn op hoogte staan opgeslagen.

kosten van non-kwaliteit
(1) De kosten die verband houden met het maken van fouten, waardoor tijd wordt verknoeid, uitgaven voor niets zijn en kansen worden verpeeld. (2) Aantal gemaakte fouten maal de herstelkosten, vermeederd met opslagen voor overhead, overuren, materiaalverlies, etc.

koolstofbalans
Balans tussen de binnenkomende en uitgaande CO2 tussen de koolstofreservoirs (b.v. atmosfeer – biosfeer). Koolstof wordt op een natuurlijke wijze uitgewisseld tussen ecosystemen en de atmosfeer door fotosynthese, verbranding, ontbinding en ademhaling.

kortingcoupons
Bon waarmee men korting kan krijgen bij de aanschaf van bepaalde goederen.

kortetermijn geheugen
Dat deel van het geheugen, waarin zeer recent verworven informatie voor korte tijd wordt vastgehouden.

koopproces
De achtereenvolgende fasen die een klant doorloopt bij het kopen van een product of dienst.

koersdaling
De afname van de handelswaarde van een goed als gevolg van een gewijzigde verhouding tussen vraag en aanbod.

kostentolerantie
De afwijking ten opzichte van de geplande kosten die wordt toegestaan voordat de afwijking moet worden geëscaleerd naar het volgende managementniveau. De kostentolerantie wordt vastgelegd in het betreffende plan. Zie ook 'tolerantie'.

kosten-baten analyse
De analyse van de te verwachten kosten en opbrengsten van een investering, waarmee het mogelijk wordt vergelijkingen te maken met andere investeringsmogelijkheden.

kosten/prestatie-analyse
De analyse van de verhouding tussen de kosten en de prestaties of opbrengsten van een product, systeem, apparaat, proces enz.

kostprijs verkopen
De directe kosten (werk en materiaal) verband houdend met de productie en verkoop van een product.

kostenberekening
De discipline van het begroten, volgen en beheersen van kosten.

kostenveroorzaker
De factor die het meest bepalend is voor de hoogte van het kostenplaatje van een product of activiteit. De factor levert de verdeelsleutel op, waarmee de indirecte kosten aan de geproduceerde producten of diensten kunnen worden toegerekend.

kosten van het omzetverlies
De gederfde winst vanwege nulvoorraad. Zie: kosten van 'nee verkoop'.

kosten vanwege slechte kwaliteit
De interne en externe kosten die moeten worden gemaakt vanwege de gebrekkige kwaliteit van geleverde producten of diensten. Gedacht kan hierbij worden aan kosten voor inspectie, herstel, overdoen, vervanging, terugbetalen, sloop- en verwijderingskosten, klachtenafhandeling, reputatieschade en het weglopen van klanten.

koers-winstverhouding
De koers-winstverhouding wordt berekend door de actuele koers van een aandeel te delen door de winst per aandeel. De k/w verhouding geeft weer hoeveel keer de winst van een bedrijf op de beurs wordt betaald door beleggers.

kosten voor levensonderhoud
De kosten die gemaakt moeten worden om te voorzien in de dagelijkse behoefte.

kostensoort
De kosten gespecificeerd naar soort productiefactor.

kostensoorten
De kosten gespecificeerd naar soort productiefactor.

kosten per contact
De kosten om een lid van de doelgroep te bereiken met een boodschap

kosteneffectiviteit
De mate van doelmatigheid van besteding van geld. Te meten door zich af te vragen of het resultaat van de betreffende uitgave niet goedkoper had kunnen worden bereikt.

kopersafhankelijkheid
De mate waarin een toeleverancier afhankelijk is van een bepaalde afnemer voor zijn producten en/of diensten.

koopkrachtconcentratie
De mate waarin koopkracht zich bevindt bij een relatief klein percentage van het totaal aantal kopers in een markt

kopersmacht
De mate waarin kopers invloed kunnen uitoefenen op de verkoper bij het bepalen van verkoopprijzen.

kosten van 'nee verkoop'
De nadelen die ontstaan door het niet kunnen verkopen van een goed, omdat het niet op voorraad is.

kooplust
De neiging om te kopen.

kosteninflatie
De oorzaak van prijsinflatie die is gelegen in het feit dat stijging van de productiekosten worden doorberekend in de prijzen (cost push).

kosten
De op geld waardeerbare bestedingen die men moet doen om het projectresultaat te kunnen realiseren. Kosten worden onder meer ingedeeld in directe en indirecte kosten en in interne en externe kosten.

korte-termijnplanning
De planning met betrekking tot het nemen van beslissingen die voornamelijk consequenties hebben voor een korte periode (een aantal maanden). Opmerking: Een goed criterium voor het onderscheid tussen kort en lang, uitgedrukt in een bepaalde tijdsduur, is moeilijk te geven aangezien dit afhankelijk is van de aard van het bedrijf en van de producten waarop de planning betrekking heeft.

koerswaarde
De prijs van een bepaald goed (bv. aandelen, goud, graan, valuta) op enig moment

koopmotief
De reden om een bepaald product of dienst aan te schaffen.

korte rente
De rente berekend over leningen met een looptijd korter dan een jaar.

kostenverdeelstaat
De staat waarop de doorberekening wordt aangegeven van service-kostenplaatsen en algemene kostenplaatsen naar elkaar en naar de hoofdkostenplaatsen.

kosten-baten
De vergelijking van de kosten en opbrengsten van een project, meestal in het kader van een keuzeproces bij alternatieve investeringsmogelijkheden.

koers van een aandeel zonder de dividend-component
De vermelding van de koers van een aandeel op de dag van dividenduitkering, waarbij de verhandeling exclusief het betaalbaar gestelde dividend plaats vindt.

kostprijs
De voortbrengingskosten voor een product.

koers
De waarde van een effect op een bepaald moment. Koersen van effecten zijn variabel.

kostenfunctie
De weergave van het kostenverloop in relatie tot het gereedkomen van producten.

kort kanaal
Distributiekanaal met één tussenhandelaar tussen producent en consument.

kort vreemd vermogen
Dit zijn de schulden op korte termijn (met een looptijd van een jaar of korter). Het kan hier gaan om kortlopende leningen, bankkrediet, openstaande crediteuren en dergelijke. Kort vreemd vermogen wordt ook wel aangeduid als kortlopende schulden of vlottende passiva.

kostencentrum
Een afdeling, functionaris of bedrijfsmiddel waaraan men in het kader van financieel management budgetten toe kan kennen en kosten toe kan rekenen.

kopersprofiel
Een beschrijving van de karakteristieke maatschappelijke, economische en psychologische kenmerken van een koper.

koopjesjager
Een consument die erg prijsbewust inkoopt. Een investeerder die zich richt op ondergewaardeerde effecten met het oogmerk te profiteren van koersstijgingen.

kostenbeheersing
een doelstelling die kan worden gerealiseerd door enerzijds nieuwe producten te ontwerpen die de behoeften van de klanten vervullen tegen minimale kost voor de producent en door anderzijds een efficiënte productie van de bestaande producten te realiseren door bijvoorbeeld eliminatie van verspillingen.

kopie
Een duplicaat van een geschrift of afbeelding.

kostenplaats
Een eenheid binnen de onderneming (bijvoorbeeld een afdeling, een project, een proces of activiteit) waaraan in de boekhouding kosten kunnen worden toegerekend. De boekhouding wordt hierop ingericht door de kostenplaats een grootboeknummer te geven.

Komplexteil
Een fictief veelvormig onderdeel, dat alle vormelementen van de werkstukken in een bepaalde familie in zich verenigt.

kolommenbalans
Een financieel overzicht, bestaande uit proefbalans, saldibalans, resultatenrekening (verlies- en winstrekening) en de eindbalans. De kolommenbalans wordt gebruikt vanuit het grootboek te komen tot een eindbalans.

kostencurve
Een grafiek waarbij de projectkosten worden afgezet tegen de tijd. Als in de grafiek zowel de geplande als de werkelijk gemaakte kosten worden weergegeven, is in een oogopslag te zien of het project kostentechnisch in de pas loopt met de planning.

kostengroep
Een groep kosten die door dezelfde cost driver ontstaan.

koopkalender
Een inkoopplan dat is gemaakt om te kunnen profiteren van lage seizoensprijzen.

kostenmaximum
Een kostendoelstelling voor een nieuw product, gebaseerd op wat de klant er maximaal voor uit kan/wil geven. Het kostenmaximum wordt behandeld als een onafhankelijke variabele, waaraan - naast andere harde eisen - bij het ontwikkelproces voldaan moet worden

kostenraming van onderop
Een kostenraming waarbij de geschatte kosten van de afzonderlijke taken/activiteiten bij elkaar worden opgeteld.

kostprijs-plus methode
Een manier om de verkoopprijs te bepalen door bij de kostprijs een winstopslag te tellen.

kostengericht ontwerpen
Een manier van ontwerpen, waarbij toekomstige aanschafprijs en gebruikskosten niet achteraf als resultaat van het ontwikkelproces tot uitdrukking komen, maar vooraf gegeven worden om als uitgangspunten te worden gehanteerd. Kostengericht ontwerpen gebeurt uit concurrentieoverwegingen (men wil hoe dan ook onder de prijs van de concurrent komen) of omdat toekomstige consumenten slechts over een beperkt budget beschikken.

kopersmarkt
Een marktsituatie waarbij kopers meer macht hebben om de prijzen en de leveringsvoorwaarden te dicteren dan de verkopers. Gewoonlijk komt dit doordat het aanbod veel groter is dan de vraag.

kostprijsberekening op activiteitenbasis
Een methode van kostprijsberekening die zich concentreert op de relatie tussen activiteiten in een organisatie en de door die organisatie gerealiseerde producten. De kosten worden eerst toebedeeld aan de activiteiten en vervolgens aan producten op basis van gebruikte activiteiten.

kostprijsberekening via equivalentiecijfermethode
Een methode van kostprijsberekening voor het geval producten worden gemaakt met beperkte onderlinge verschillen. Men stelt het aandeel in de productie vast voor elke variant en berekent van daaruit de kostprijs.

kostprijsberekening via de productiecentramethode
Een methode van kostprijsberekening, waarbij de directe kosten direct worden toegerekend aan de kostendragers (producten) en de indirecte kosten op basis van voorcalculatie aan de productiecentra (kostenplaatsen = plaatsen waar de kosten worden gemaakt) en vervolgens naar rato aan de producten toegerekend

kostprijsberekening via deelcalculatie
Een methode van kostprijsberekening, waarbij de gemaakte of te maken kosten worden gedeeld door het aantal gerealiseerde of te realiseren prestaties. De methode is bruikbaar voor serie- of massaproductie waarbij gedurende langere tijd dezelfde producten worden gemaakt.

kostenwisselwerking
Een onderlinge relatie tussen kostensoorten, waarbij een kostenreductie bij de ene kostensoort tot hogere kosten kan leiden bij een andere.

korte termijn
Een periode tot maximaal 1 jaar.

koper te goeder trouw
Een persoon die iets koopt en niet weet of hoeft te weten dat de verkoper niet gerechtigd is om te verkopen.

kostprijsplus methode
Een prijsstrategie waarbij de inkoopprijs wordt verhoogd met opslagen voor kosten en winst.

kostendrager
Een product, dienst of activiteit waaraan men kosten die men moet maken om ze tot stand te brengen kan toerekeken.

koeriersdienst
Een snelle manier om documenten of kostbare vracht 'van deur-tot-deur' te transporteren.

kostenleiderschapsstrategie
Een strategie waarbij een onderneming er op mikt de goedkoopste producent te zijn, terwijl men haar klanten een prijs net onder het gemiddelde in de markt berekent voor producten en diensten.

kortste-bewerkingstijdregel
Een uitgifteregel die de volgorde van de karweien regelt in opklimmende volgorde van de bewerkingstijd. Op basis van deze regel worden de meeste karweien per tijdsduur bewerkt. Het resultaat is dat in het algemeen de levertijdoverschrijding van de karweien gemiddeld wordt geminimaliseerd, maar dat enkele karweien heel erg laat gereed kunnen zijn.

kostenleiderschap
Een van de vier concurrentiestrategieën van Porter: met deze strategie probeer je je in de markt te onderscheiden door het hanteren van lagere prijzen dan de concurrentie. Om dit rendabel te kunnen doen is alles binnen de organisatie er op gericht zo effectief en efficient mogelijk te werken, waardoor de kosten zo laag mogelijk kunnen worden gehouden.