Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


integrale goederenstroombeheersing
De beheersing van de goederenstroom van een organisatie met inbegrip van de bijbehorende informatie- en geldstromen.

incassoprovisie
De beloning die een incassobureau ontvangt als beloning voor incasso-activiteiten.

innovatiemotor
De creatieve mensen die onder geschikte omstandigheden bezig zijn met de ontwikkeling van nieuwe ideeen en de vertaling van deze ideeen in nieuwe producten en diensten

innovatielevenscyclus
De cyclus die wordt gevormd door de achtereenvolgende fasen die een innovatie doormaakt, te beginnen met ideeontwikkeling en eindigend met het buiten gebruik stellen van het product, de dienst of het proces.

interne insteltijd
De delen van een instelprocedure die worden uitgevoerd op het moment dat het proces stil staat.

informele doelen
De doelen die binnen de organisatie daadwerkelijk worden nagestreefd.

introductiefase
De eerste fase in de levensloop van een product. De fase start op het moment dat het product op de markt wordt gebracht.

initiële order
De eerste order van een bepaalde afnemer van een bepaald product.

ingangspunt
De eerste uitvoerbare programmaregel in een component.

inkoopbudget
De geschatte uitgaven voor goederen en diensten overeen bepaalde periode. Het inkoopbudget valt uiteen in een aantal deelbudgetten, zoals materialen, gereedschappen, hulpgoederen, investeringsuitgaven, enz.

inherent risico
De gevolgen van het optreden van een risico als er geen actie wordt ondernomen om het te managen.

in bestelling
De goederen die besteld zijn maar nog moeten binnenkomen.

inkoop van capaciteit
De handeling waarbij capaciteit of machinetijd van een toeleverancier wordt gekocht. Dit geeft een bedrijf de mogelijkheid om die machinecapaciteit te gebruiken en te plannen alsof deze in het eigen bedrijf aanwezig was.

inbegrepen energie
De hoeveelheid energie die het kost om een goed te produceren (inclusief grondstofwinning en transport), gebruiken en buiten gebruik te stellen.

intellectual assets
De immateriele activa van een organisatie, die besloten liggen in het menselijk kapitaal, het klantenkapitaal en het organisatorisch kapitaal. Centrale thema bij deze activa is de waardeerbaarheid op geld van deze activa.

intellectuele activa
De immateriele activa van een organisatie, die besloten liggen in het menselijk kapitaal, het klantenkapitaal en het organisatorisch kapitaal. Centrale thema bij deze activa is de waardeerbaarheid op geld van deze activa.

individuele werkkaart
De individuele werkkaart is een planningsinstrument waarmee werk (en resultaat) in samenwerking tussen werkgever en -nemer voor een bepaalde periode kan worden gepland.

informatiepiramide
De informatiepiramide is een model waarin wordt aangegeven voor welke doeleinden informatie binnen een organisatie wordt verzameld en gebruikt. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de volgende gebruiksniveaus: (1) Afleggen van rekening en verantwoording; (2) Strategie- en beleidsontwikkeling; (3) Management; (4) Uitvoering.

informatieratio
De informatieratio is de verhouding van het rendement boven het benchmarkrendement, gedeeld door de tracking error. Bijvoorbeeld: de tracking error van een portefeuille is 1%, het extra rendement ten opzichte van de benchmark is 0,5%. Dan is de informatieratio 0,5. De informatieratio is een aanduiding van het risico dat een vermogensbeheerder heeft genomen om het extra rendement te behalen.

inkopen
De inkoopactiviteit omvat het onderzoek naar en de ontwikkeling van bronnen die de onderneming kunnen voorzien van grondstoffen, goederen, onderdelen, producten, diensten enz., het opvragen van prijsstellingen, het onderhandelen met mogelijke leveranciers over prijzen en levervoorwaarden, het plaatsen van inkooporders en het nauwgezet volgen van de af- of oplevering van de ingekochte goederen of de uitvoering van de diensten. Dit om het belang van een goede af- of oplevering van de ingekochte items (of diensten) voor de onderneming veilig te stellen.

inkoopprocesmatrix
De inkoopprocesmatrix is een model waarmee de stappen inzichtelijk worden gemaakt die bedrijven doorlopen bij het nemen van inkoopbeslissingen. Marketeers proberen aan de hand van het model in te spelen op de specifieke omstandigheden van elke fase van het inkoopproces. Het model werd ontwikkeld door Robinson, Faris en Wind (1967).

innovatieklimaatscan
De Innovation Climate Scan verkent het innovatieklimaat van de organisatie. De uitkomsten kunnen worden gebruikt voor gerichte verbeteracties.

inventaris
De inrichting, zoals meubels en andere gebruiksvoorwerpen die bestemd zijn om gebruikt te worden binnen de organisatie.

interne beheersingsorientatie
De instelling waarbij men er van uitgaat dat gebeurtenissen en omstandigheden met name zijn toe te schrijven aan eigen inzet en kundigheid

International Competence Baseline
De International Competence Baseline (ICB) is de internationale standaard voor certificering, vastgesteld door de International Project Management Association (IPMA). .

Internationale Organisatie voor Standaardisatie
De Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vaststelt. De organisatie is een samenwerkingsverband van nationale standaardisatieorganisaties in 156 landen. Om te voorkomen dat de organisatie in elke taal een andere afkorting zou krijgen, heeft de ISO vanaf het begin gekozen voor de aanduiding ISO, afgeleid van het Griekse isos, wat gelijk betekent.

interne controle
de interne controle ovat het organisatieschema en alle methodes, maatregelen en procedures ingesteld door de onderneming teneinde: - de activa te beschermen; - de juistheid en de betrouwbaarheid van de boekhoudkundige gegevens vast te stellen; - de operationele efficiëntie op te drijven; - het respect aan te moedigen voor de principes vastgelegd door de algemene leiding van de onderneming.

investeringsrisico
De kans dat een investering meer of minder oplevert dan een redelijke beloning voor de investeerder.

interne faalkosten
De kosten die binnen een organisatie worden gemaakt als gevolg van het niet voldoen aan voorgeschreven kwaliteitseisen.

instelkosten
De kosten die verbonden zijn met het instellen van de productielijn voor een ander product.

inkoopmacht
De macht die een onderneming die inkoopt heeft om voor haar gunstige prijs, kwaliteit en andere voorwaarden te bedingen bij leveranciers.

incourante markt
De markt voor de verhandeling van niet-beursgenoteerde aandelen. Een bank onderhoudt deze markt. Zij valt daarmee geheel buiten de verantwoordelijkheid van Euronext.

internal fit
De mate waarin componenten binnen een systeem op elkaar aansluiten.

interne rentevoet
De mate waarin de huidige contante waarde van toekomstige inkomsten opweegt tegen het bedrag dat geinvesteerd moet worden om deze toekomstige inkomsten te kunnen bereiken.

interne efficiency
De mate waarin een organisatie er in slaagt om vanuit een gegeven hoeveelheid input een optimale output te realiseren.

intellectual capital agility
De mate waarin een organisatie in staat is om zich op het domein van het intellectueel kapitaal aan te passen als de ontwikkelingen in haar omgeving daarom vragen.

inwisselbaarheid
De mate waarin een persoon of goed in een bepaalde situatie met hetzelfde resultaat in de plaats kan worden gesteld van een ander.

integriteit
De mate waarin men handelt overeenkomstig daarvoor geldende normen, waarden en gedragscodes in het belang waarvoor men zegt te handelen. Integriteit is te beschouwen als een maat voor betrouwbaarheid, onkreukbaarheid en onomkoopbaarheid.

initial contact personnel
De medewerkers waarmee een klant het eerst in aanraking komt wanneer hij contact opneemt met een leverancier.

interne omgeving
De omgeving binnen een organisatie zoals die wordt gevormd door een combinatie van: - de formele organisatiestructuur (zoals we die kunnen kennen uit de officiele documenten van de organisatie, zoals de oprichtingsacte, e.d.); - de informele organisatiestructuur (niet officieel vastgelegde, maar wel feitelijk bestaande verhoudingen); - de organisatiecultuur.

innovatieklimaat
De omstandigheden binnen een organisatie voor zover die het innoveren bevorderen of juist hinderen.

intelligence needs
De onderwerpen/thema's die een organisatie systematisch moet monitoren om up to date te blijven en niet aan concurrentiekracht in te boeten.

interne ontvangst
De ontvangst van goederen door een interne afnemer van een interne leverancier.

industriële revolutie
De ontwikkeling in de tweede helft van de 19e eeuw die het gevolg was van de uitvinding van de stoommachine en die leidde tot het ontstaan van een economie met machinegebaseerde massaproductie.

industrialisatie
De opkomst van fabrieksgewijze productie in een overwegend agrarische samenleving.

interactionistische kijk op conflicten
De opvatting dat conflicten soms bevorderlijk zijn voor de effectiviteit van een team.

interne beheersoriëntatie
De overtuiging dat je lot voornamelijk afhangt van factoren waarop je zelf invloed kunt uitoefenen. Oftewel: je lotsbestemming wordt voornamelijk door je zelf bepaald.

inkoopmanagement
De planning en beheersing van activiteiten, gericht op een permanente en adequate instroom van goederen en diensten, welke voldoet aan de specificaties van de inkopende organisatie

informatieplicht
De plicht om in bepaalde gevallen informatie te verstrekken aan de overheid of aan belanghebbenden. Denk in het eerste geval bijvoorbeeld aan de plicht om uw belastingaangifte te doen en de fiscus van alle relevante informatie te voorzien. Denk in het tweede geval bijvoorbeeld aan de verplichting van een verkoper om in bepaalde gevallen informatie te verstrekken aan de koper omtrent het goed dat te koop wordt aangeboden.

interne verrekenprijs
De prijs die intern wordt gehanteerd voor leveringen van het ene bedrijfsonderdeel aan het andere.

indifferentiepunt
De productie-omvang waarbij de kosten van twee alternatieve productiemogelijkheden gelijk zijn.

integrale kostprijs
De som van variabele en vaste kosten van een product.

interfererende speelruimte
De speelruimte van een activiteit verkregen door het bepalen van het verschil van het laatst mogelijke starttijdstip van die activiteit en het vroegst mogelijke starttijdstip van de volgende activiteit.

initiatieffase
De startfase van een project waarin het probleem wordt verkend. Het is fase 1 in het zes-fasenmodel.

individualisme
De trend dat mensen zich meer op zichzelf (en op een kleine kring van familie en bekenden) concentreren dan op het grotere geheel van de gemeenschap waar ze deel van uitmaken.

informatisering
De trend van het in toenemende mate beschikbaar zijn van informatie als gevolg van de ontwikkeling en het gebruik van informatie-infrastructuur en informatieverwerkende apparatuur

interpretatie
De uitleg die men geeft aan informatie.

informele organisatie
De van de door de leiding ingerichte organisatiestructuur afwijkende structuur, zoals deze zich manifesteert in de praktijk. De informele organisatie kan een aanvulling zijn op de door de leiding gegeven structuur, maar ze kan ook met de officiële structuur in strijd zijn.

informatiemarketing
De verkoop van informatie, vaak in de vorm van een rapport of een e-boek.

invoerdomein
De verzameling waaruit geldige invoerwaarden geselecteerd kunnen worden.

institutionele beleggers
De verzamelnaam voor grote, niet-particuliere beleggers zoals beleggingsmaatschappijen en pensioenfondsen.

industriele eigendomsrechten
De volgende rechten vormen samen de categorie der industriele eigendomsrechten: octrooien, merken, tekeningen, modellen, kwekersrechten en schema's van halfgeleiderproducten (chips)

initiële vraag
De vraag van afnemers die het product voor het eerst kochten.

informatieve waarde
De waarde die informatie kan hebben voor onderzoeksdoeleinden op grond van de inhoud.

indirecte opbrengstwaarde
De waarde van het nut van een aankoop uitgedrukt in geld.

innovatieweg
De weg die een organisatie aflegt om zich te ontwikkelen tot hoog innovatief.

informatica
De wetenschap die zich bezig houdt met informatie en informatietechnologie.

innovation delivery
De wijze waarop binnen een organisatie de realisatie van innovatieve initiatieven wordt bevorderd en geborgd.

innovatiestrategie
De wijze waarop een organisatie gestalte wil geven een de ontwikkeling van nieuwe technologie en nieuwe producten en diensten. Er zijn hierbij globaal 4 posities denkbaar: - voorlopers (prospectors): lopen voorop in product- en marktontwikkeling, waarbij niet elk nieuwe product tot winst hoeft te leiden; - vroege volgers (analysers): ze laten de voorlopers hun gang gaan, maar komen daar snel achteraan vaak met imitaties van hetgeen een voorloper heeft ontwikkeld; - verdedigers (defenders): zij die zo lang mogelijk blijven vasthouden aan het oude en pas omgaan, als er niets anders meer opzit; - late volgers (reactors): zij die geen samenhangende innovatiestrategie hebben en wel zien hoe het loopt.

informatievoorziening
De wijze waarop het vastleggen, verwerken en voorzien van informatie in een bedrijf is ingericht.

initiator
Degene die het eerste overgaat tot (besluitvorming rondom) het aankopen van een product

in de tijd gefaseerde bestelmomenttechniek
Deze decompositie verminderd de complexiteit van een systeem door middel van een bepaalde opdeling van het systeem in hiërarchisch geordende modulen. Elk niveau van de hiërarchie heeft kenmerkt zich door: a) een verschuiving in het domein van de tijd (lager gelegen niveaus zijn gebaseerd op real-time verwerking) b) een meer specifiek gericht besturingsbereik in de lager gelegen niveaus en c) de eigenschap dat elk niveau de lager gelegen niveaus van invoergegevens betreffende de planning (of de besturing) voorziet en gegevens betreffende de status van die lager gelegen processen ontvangt.

intrinsieke waarde per aandeel
Deze waarde wordt berekend door het eigen vermogen van een onderneming te delen door het aantal uitstaande aandelen.

informatiediensten
Diensten die via een informatienummer toegankelijk zijn.

indirecte distributie
Distributiewijze waarbij de distributie verloopt via een of meerdere tussenstations en de goederen dus niet rechtstreeks van fabrikant naar klant gaan.

indexatiereservetekort
Dit is de vermogenspositie waarbij onvoldoende eigen vermogen aanwezig is om in de toekomst 100% indexatie mogelijk te maken.

inhoudelijke activiteit
dit is een activiteit die nodig is om het (project-) resultaat gestalte te kunnen geven

informatiemacht
Dit machtstype is gebaseerd op het verschil in bezit van informatie. Medewerkers laten zich door een leidinggevende met informatiemacht beïnvloeden omdat zij van zijn informatie afhankelijk zijn of omdat zij graag tot de 'ingewijden' willen horen.

international financial reporting standards
Dit zijn de `International Financial Reporting Standards` (voorheen `International Accounting Standards` IAS) op basis waarvan organisaties hun jaarrekening kunnen opstellen.

inferieure goederen
Dit zijn goederen die ten opzichte van andere goederen met eenzelfde gebruiksfunctie aanmerkelijk minder van kwaliteit zijn, zoals klompen-schoenen, margarine-roomboter, enzovoort. Bij het stijgen van de koopkracht neemt de vraag naar inferieure goederen af.

informele economie
Economische activiteiten die worden verricht zonder dat daar een vergoeding tegenover staat, zoals huishoudelijk werk, doe-het-zelven en vrijwilligerswerk. Doordat er geen vergoeding tegenover staat zijn deze activiteiten niet goed meetbaar en te kwantificeren en vallen ze buiten de berekeningen van het CBS.

input-outputanalyse
Een (statistische) techniek om patronen in de in- en verkoop tussen branches en sectoren op te sporen en te analyseren.

indringdiepte van de klantenorder
Een aanduiding van de mate waarin een klantenorder in een bedrijfskolom doordringt. Gewoonlijk eindigt deze penetratie bij een voorraadpunt.

interdisciplinair
Een activiteit wordt benaderd van uit meerdere deskundigheidsgebieden, hetgeen leidt tot een gezamenlijk resultaat, waarbij de bijdragen vanuit de betrokken vakgebieden elkaar versterken

intensity driver
Een activity driver die is gebaseerd op de inspanningsintensiteit (bijvoorbeeld het aantal mensen dat er aan werkt) om een bepaalde activiteit te kunnen volbrengen.

industriele afnemer
Een afnemer die goederen en diensten afneemt om ze te gebruiken in zijn eigen productieproces.

interesting cases
Een analysetechniek om kennis aan het licht te brengen door middel van de bestudering van een geselecteerd geval (casus), (in deze techniek met de bedoeling meer te weten te komen over ongebruikelijke problemen).

interruption analysis
Een analysetechniek om kennis aan het licht te brengen waarbij de interviewer een expert ondervraagt (in deze techniek over strategieen en procedures om problemen op te lossen).

interne audit
Een audit die wordt uitgevoerd door de organisatie zelf (middels eigen medewerkers of door externen die door de organisatie zijn ingehuurd).

integrale managementdoorlichting
Een audit van alle managementaspecten binnen een organisatie.

informatie audit
Een audit waarbij onderzocht wordt welke informatie nodig is binnen de organisatie, welke informatie er is en in welke vorm, welke er ontbreekt en waar doublures zitten, hoe ze wordt verspreid en gebruikt en welke kosten en opbrengsten er aan verbonden zijn.

innovatief bedrijfsmodel
Een bedrijfsmodel dat zorgt voor het ontstaan van nieuwe markten en/of nieuwe wijzen waarop binnen bestaande markten transacties tot stand komen.

intelligence briefing
Een beknopte en niet te abstracte presentatie van actuele bedrijfsinformatie met een analyse van de mogelijke consequenties die er uit voort kunnen komen.

individueel premiesysteem
Een beloningssysteem, waarbij een deel van het loon afhankelijk is van de individuele prestaties of verdiensten van een werknemer.

ingangsvoorraadpunt
Een bepaalde locatie bij de plaats waar de materialen in de productiestroom worden gebruikt, waar deze naar toe worden gebracht en van waaruit ze worden weggenomen voor onmiddellijk gebruik. Het ingangsvoorraadpunt wordt gebruikt bij zuigsystemen ten behoeve van de materiaalbesturing.

interne contractering
Een besturingssysteem waarbij de autonome beslissingsbevoegdheid van het organisatieonderdeel verruimd wordt, zonder dat het organisatieonderdeel een bepaalde wettelijke gegarandeerde juridische status verkrijgt.

intuïtieve besturing
Een besturingstype voor gevallen waarbij doelstellingen eenduidig kunnen worden vastgesteld, de output meetbaar is, maar er geen kennis over de werking van de voortbrengingsprocessen is en de voortbrengingsprocessen zich niet herhalen. Besturing wordt dan bijna een kunst; zij is volledig overgelaten aan de intuïtie van de persoon in kwestie. Een voorbeeld: het trainen van een voetbalclub met als doel nummer één in de competitie te worden.

intern document
Een boekstuk dat je zelf maakt, wanneer er sprake is van een financieel feit, waarvoor geen document wordt ontvangen uit een andere bron

informeel communication channel
Een communicatiekanaal dat niet door de organisatie is geautoriseerd als haar officiële spreekbuis.

innovatiecirkel van Berenschot
Een continue loop van creatie (discovery/ontdekking in de creatiefase), implementatie (development in de implementatiefase) en kapitalisatie (deployment/verspreiding in de kapitalisatiefase)