Kennisconsult Managementwoordenboek

Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274

periodieke prognose
Een prognose die periodiek (bijvoorbeeld per elk kwartaal), voor een aantal perioden (bijvoorbeeld een zestal kwartalen) vooruit wordt gemaakt.

persoonsgericht leiderschap
Een stijl van leiderschap waarbij de leider met name kijkt naar het functioneren van de medewerkers en hun ontwikkeling. Voor de behaalde resultaten zelf heeft een dergelijk leider minder aandacht.

pert diagram
Een stroomdiagram waarin alle projectactiviteiten en hun onderlinge afhankelijkheden (relaties) staan afgebeeld. Activiteiten worden in het diagram weergegeven als blokjes (met daarin informatie over de activiteit), relaties worden weergegeven als lijntjes die relevante activiteiten met elkaar verbinden.

perspectief van de klant
Een van de vier invalshoek bij de Balanced scorecard om naar de prestaties van een organisatie te kijken. Bij de invalshoek van de klant wordt gekeken naar de toegevoegde waarde voor de klant en de klanttevredenheid.

perspectief van de processen
Een van de vier invalshoek bij de Balanced scorecard om naar de prestaties van een organisatie te kijken. Bij de invalshoek van de processen wordt gekeken naar de effectiviteit en de efficiency van de kernprocessen.

perspectief van innoveren en leren
Een van de vier invalshoek bij de Balanced Scorecard om naar de prestaties van een organisatie te kijken. Bij de invalshoek van de processen wordt gekeken naar de immateriële activa van de organisatie, die van vitaal belang zijn voor waardecreatie en de verdere uitbouw daarvan.

permanente voorraad
Een voorraadregistratiesysteem waarbij iedere in- of uitgaande transactie wordt vastgelegd en een nieuw totaaloverzicht wordt berekend.

persoonlijke verkoop
Een vorm van verkoop die plaatsvindt op basis van een persoonlijk gesprek waarbij wederzijds overleg en beinvloeding plaatsvindt.

percentiel
Eenhonderdste van het totaal aantal scores van een geordende dataset.

persoonlijkheidskenmerk
Eigenschap van een persoonlijkheid. Persoonlijkheidskenmerken worden gebruikt om patronen in gedrag van mensen te herkennen, te benoemen en te verklaren.

personeelsvoorzieningen
Faciliteiten die door de organisatie beschikbaar worden gesteld aan haar medewerkers, zoals een bedrijfsrestaurant of sportvoorzieningen.

periodiciteit
Gegevens die door de tijd een vergelijkbaar patroon te zien geven.

perceptiewaarde
Gevoelswaarde die klanten toekennen aan een bepaald merk of product.

personeelshandboek
Handboek bestemd voor de medewerkers van een organisatie, waarin - naast algemene informatie over de organisatie - personeelsbeleid, en op personeel van toepassing zijnde regelingen, regels en procedures worden uitgelegd.

pensionering
Het beeindigen van iemands arbeidszaam leven; het met pensioen gaan.

personeelsselectie
Het beoordelen van kandidaten op geschiktheid voor een specifieke taak of functie en het kiezen van een individu (uit de groep van geschikte kandidaten) op basis van bepaalde criteria.

pendelen
Het dagelijks van en naar het werk reizen.

personeelsplanning
Het in kaart brengen van de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan personeel en het treffen van maatregelen waardoor in die behoeft zal worden voorzien.

pesten
Het intimideren en lastigvallen van mensen door iemand met een sterkere positie.

personeelsbehoefteplanning
Het inventariseren en analyseren van de toekomstige behoefte aan menselijke capaciteit voor een organisatie.

pensioengevend salaris
Het pensioengevend salaris is een van de basiselementen van de pensioenberekening. Het is de optelling van alle inkomensbestanddelen waarover een werknemer pensioen kan opbouwen.

personeelsverloop
Het percentage medewerkers dat de organisatie verlaat en wordt vervangen in een tijdsbestek van een jaar.

personaliseren
Het persoonlijk maken van direct mail door er gegevens (bv. de naam) van de geadresseerde in te verwerken.

permanente educatie
Het proces van voortdurende ontwikkeling van kennis en vaardigheden in alle levensfasen voor zowel persoonlijke als beroepsmatige behoeften.

persuasive labeling
Het promoten van producten door middel van hun verpakking

personeelsbeoordeling en ontwikkeling
Het systematisch beoordelen van prestaties van personen en groepen om te monitoren in hoeverre gestelde doelen worden gerealiseerd. Uiteindelijk doel is te komen tot prestatieverbetering binnen de organisatie.

performancetest
Het testproces om de performance van een softwareproduct te bepalen.

personeelsbezetting
Het totaal aantal mensen dat beschikbaar is voor een bepaald soort werk.

perceptuele vertekening
Het verstoren van een objectieve afweging door de voor- of nadelen van een alternatief extra te benadrukken.

Perceptuele verdediging
Hiervan is sprake als mensen informatie gebruiken die hun standpunt ondersteunt, terwijl ze strijdige informatie buiten beschouwing laten.

personeelsontwikkeling
Inspanningen binnen een organisatie die zijn gericht op: - de ontwikkeling van de individuele werknemers op het terrein van hun vakmanschap en hun loopbaan; - de ontwikkeling van de totale groep werknemers binnen de organisatie.

personal branding
Jezelf als merk benaderen, ontwikkelen en promoten met de opzet je in positieve zin te onderscheiden van anderen.

persoonlijke kennis
Kennis die uit de eerst hand is opgedaan, die dus zelf is waargenomen of vastgesteld.

persoonlijke macht
Macht die iemand heeft op basis van zijn persoonlijke kwaliteiten.

persoonlijke beschermingsmiddelen
Middelen die een werknemer gebruikt ter bescherming tegen gevaren voor gezondheid of veiligheid die verband houden met zijn werk.

perquisites
Niet-geldelijke voordelen voor leidinggevenden welke zij genieten als extra beloning voor hun prestaties.

personal commitment statement
Onder een PCS verstaat men een afspraak met de individuele professional over wat hij het komende jaar van plan is te gaan doen om de collectieve ambitie van de organisatie dichterbij te brengen. Daarbij behoort ook dat men achteraf toetst wat er tot stand is gebracht.

pesterij
Onredelijk en ongewenst gedrag waar een intimiderende en vernederende werking van uit gaat.

pensioen
Pensioen is een periodieke uitkering die verkregen wordt in verband met ouderdom, arbeidsongeschiktheid of die na overlijden wordt uitgekeerd aan de nabestaanden. Uitkeringen in de privésfeer worden in het algemeen niet met de term pensioen, maar met lijfrente aangeduid. In Nederland is pensioen opgebouwd uit drie pijlers: AOW, ouderdomspensioen en individuele voorzieningen. Algemene Ouderdomswet (AOW) Vanaf de eerste dag van de maand waarin iemand 65 wordt, ontvangt deze persoon van de overheid een uitkering uit hoofde van de Algemene Ouderdomswet. Iedere Nederlander heeft recht op deze uitkering, ongeacht of hij gewerkt heeft, ongeacht het inkomen of vermogen. De financieringswijze voor de AOW of de hoogte van de AOW-uitkering zal in de toekomst waarschijnlijk aangepast moeten worden. Door de toenemende vergrijzing zullen, over een aantal jaar, de kosten stijgen. Ouderdomspensioen Gedurende de jaren dat men werkt, kan men ouderdomspensioen opbouwen door deel te nemen aan de pensioenregeling van de werkgever. Deze regeling wordt (administratief en financieel) buiten de onderneming ondergebracht bij een pensioenuitvoerder. Deze ontvangt bijdragen van de aangesloten werkgevers en werknemers voor de financiering van de pensioenaanspraken van de deelnemers. De hoogte van het uiteindelijk ouderdomspensioen is afhankelijk van het aantal jaren dat er pensioen is opgebouwd en van het salaris. Individuele voorzieningen De AOW-uitkering en het ouderdomspensioen zijn niet altijd voldoende om het gewenste inkomensniveau te bereiken na pensionering. Door bijvoorbeeld een verandering van werkgever kan een pensioentekort ontstaan. Dit tekort kan opgevuld worden door zelf...

percent spent
Percent spent is een indicator omtrent de efficiency van een project. Percent spent wordt als volgt berekend: AC/BAC (actual costs gedeeld door budget at completion). De uitkomst geeft aan hoeveel is besteed in relatie tot de oorspronkelijk geplande kosten

personeelsbeoordeling
Personeelsbeoordeling is een samenhangend geheel van handelingen dat erop gericht is via een menselijk oordeel tot waarderende uitspraken te komen over kenmerken, gedrag of resultaten van een werknemer in een arbeidsorganisatie. Op basis van dit oordeel kunnen maatregelen worden getroffen ten aanzien van de werknemers.

persoonlijkheidstest
Psychologische onderzoek naar de persoonlijkheidskenmerken van een persoon.

periodiek
Regelmatig terugkerend.

personalization strategy
Strategie rondom kennis waarbij het delen van kennis centraal staat.

performance measurement manifesto
The performance measurement manifesto (1991) is een artikel van Robert G. Eccles in de Harvard Business Review, waarin hij pleit voor het gebruik van niet-financiële prestatie-indicatoren op minstens hetzelfde niveau als financiële indicatoren.

personeelsvoordelen
Vergoedingen en compensaties die medewerkers krijgen naast het normale loon. synoniem aan: secundaire arbeidsvoorwaarden.

permanent vermogen
Vermogen dat voor onbepaalde tijd beschikbaar is voor de onderneming

personal digital assistant
Voorloper van de tablet-computer.

phishing
Het door vervalste e-mails proberen iemand geheime informatie (zoals pincode) te ontfutselen.

piekcapaciteit
De mate waarin een systeem of organisatie een tijdelijke stijging van de vraag adequaat kan opvangen.

pikopdracht
De opdracht om bepaalde hoeveelheden van bepaalde producten fysiek uit de voorraad te halen ten behoeve van verzending of de productie.

PIMS-database
De Profit Impact of Market Strategies database is een databank waarmee bedrijven hun positie in de markt kunnen vergelijken met die van uiteenlopende concurrenten.

pipeline stock
De som van de laadvoorraad, goederen onderweg en voorraad in ontvangst.

pijplijndoorlooptijd
De tijdsduur die tussen twee bepaalde meetpunten van de pijplijn ligt.

pijplijnvoorraad
Dit zijn voorraadbestanddelen welke onderweg zijn van de toeleveranciers naar de organisatie en van de organisatie naar de afnemers

pipelinesectie
Een afzonderlijk herkenbare fase van een pijplijn, begrensd door twee benoemde meetpunten.

pijlendiagram
Een grafische weergave van elementen en hun onderlinge relaties. Bij projecten leveren pijlendiagrammethoden zoals PERT en CPM een netwerk op aan lijnen (pijlen) die al de elementen van het projectplan verbinden, waarbij de pijlen de activiteiten symboliseren. Het pijlendiagram wordt grafisch weergegegeven door een horizontale of verticale boomstructuur.

pick list
Een lijst met bestelde items die uit het magazijn gehaald moeten worden.

pijplijnmodel voor leiderschap
Een model dat werd ontwikkeld door R. Charan, S. Drotter en J. Noel voor de interne ontwikkeling van leiders en leiderschapspotentieel. Aan de hand van het model kunnen potentiele leiders binnen het eigen personeelsbestand worden opgespoord en opgeleid.

pionier
Een onderneming die als eerste in de markt komt of die als eerste een bepaalde strategie toepast.

piklijst
Een overzicht met een opsomming van de onderdelen en materialen die nodig zijn voor de fabrieks- en de verzendorders en uit een magazijn moeten worden gehaald.

pijlendiagram methode
Een relatiediagramtechniek, waarbij activiteiten worden voorgesteld door middel van pijlen. De staart van de pijl symboliseert de start van een activiteit, de pijlpunt symboliseert het einde van de activiteit. Waar activiteiten bij elkaar komen (een relatie hebben) worden ze verbonden door knooppunten (nodes) gewoonlijk aangegeven door een cirkeltje met een nummer. Het diagram is bedoeld om de relaties tussen de activiteiten aan te geven. Omdat het diagram niet ingaat op de duur van activiteiten, heeft de lengte van de pijlen geen betekenis (hier dus niet: hoe langer de pijl hoe langer de activiteitsduur).

pictogram
Een symbool of een afbeelding die in de plaats komt van tekst. Met het pictogram wordt gewoonlijk een verbod, aanwijzing of inlichting tot uiting gebracht. Pictogrammen hebben het voordeel dat ze minder plaats in beslag nemen dan stukken tekst met dezelfde inhoud. Bovendien kunnen ze worden begrepen door mensen die niet kunnen lezen en zijn ze taalonafhankelijk.

pijplijnproduct
Fase in de ontwikkeling van een nieuw product, waarbij het product zich wel al in het distributiekanaal bevindt, maar nog niet verkocht is aan eindgebruikers

pikfunctie
Functie in een interactief ontwerpsysteem waarbij men de cursor naar een nabijgelegen punt kan laten springen.

pijplijnmanagement
Het managen van het ontwikkelingsproces waarbij productstrategie, projectmanagement en functioneel management in onderling verband worden behartigd

pijplijnbesturing
Het totaal van alle activiteiten dat er voor moet zorgen dat de fysieke stroom grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten zo effectief en efficiënt mogelijk door de achtereenvolgende fasen van de pijplijn van start- tot eindpunt beweegt.

pijplijn met stroombesturing
Het traject tussen verschillende opslagplaatsen en/of fysieke processen en/of meetpunten waarop een stroombesturing van toepassing is.

pikken
Het uit voorraad halen van onderdelen en materialen om producten te kunnen fabriceren of om eindproducten af te kunnen leveren.

pijplijn
Informatie, materiaal, producten en diensten in ontwikkeling op hun weg naar voltooiing.

pijplijn managementgereedschap
Managementgereedschap dat bijdraagt aan de beheersbaarheid van het pijplijnproces. Het gaat om gereedschap op het vlak van data-management (gegevensbeheer) en op het vlak van het besluitvormingsproces

ping
Ping is een hulpprogramma dat wordt gebruikt om bereikbaarheid van apparatuur te testen op computernetwerken.

pikorde
Rangorde van personen in de hierarchie.

pioneering advertising
Reclame die er op is gericht het publiek te laten kennismaken met een nieuw product of nieuwe productcategorie

pijplijnvoorraden
Voorraden die onderweg zijn tussen schakels in een bedrijfskolom

planningsrestrictie
(1) Algemeen: knelpunt. (2) Bij projectmanagement: Elke factor die een beperking inhoudt ten aanzien van de mogelijkheid de start- of einddatum van een bepaalde activiteit zelf te kiezen. De beperkingen kunnen worden bepaald door de projectomgeving, opdrachtgevers, tijd, kwaliteit, beschikbaarheid van bronnen, e.d. Er zijn acht typen planningsrestricties denkbaar bij een activiteit (zie hiervoor: planningsrestrictie, typen).

platform
(1) Overlegorgaan, waarin vertegenwoordigers van belanghebbende partijen met elkaar van gedachten wisselen en initiatieven nemen; (2) De hard- en software die beschikbaar moet zijn om een bepaald applicatieprogramma te laten functioneren.

planningalgoritme
Berekeningswijze die wordt toegepast bij het maken van plannen van activiteiten.

planeconomie
Centraal (door de overheid) geleide economie.

planningsoftware
Computerprogramma's die het plannen en beheersen van projecten (en bronnen, kosten en tijd) ondersteunen.

planning van de bewerkingen
De actuele toekenning van de begin- en einddata van bewerkingen of bewerkingsgroepen waarin is aangegeven op welke tijdstippen de bewerkingen dienen te worden uitgevoerd om de fabricage-order binnen de gestelde tijd gereed te hebben. Deze data worden in het opstellen van het planningprogramma gebruikt.

pleitreclame
De inzet van reclamemiddelen om een politiek standpunt of een mening over een bepaald maatschappelijk thema te promoten.

planningscyclus
De periodieke herhaling van de verschillende stappen, die telkens leiden tot een plan voor weer een nieuwe periode. Voorbeeld meerjarenplan, jaarplan, kwartaalplan, weekplanning, en dergelijke

planning personeelswerving
De planning van het opvullen van vacatures op zowel de korte als de lange termijn, zodat er voldoende tijd is voor het proces van werving en selectie.

planperiode
De tijdseenheid waarop de planning betrekking bijvoorbeeld vijf jaar, kwartaal, week.

planningshorizon
De toekomstige tijdsduur waarop een bepaald plan betrekking heeft uitgedrukt in overeengekomen tijdseenheden.

planningmodel
Een afbeelding van een beslissingssituatie bij onzekerheid waarin de samenhang tussen mogelijk te nemen beslissingen en de daarbij behorende gevolgen wordt weergegeven.

plan b
Een alternatief plan dat gemaakt wordt voor het geval de toekomst anders uitpakt dan vooraf was ingeschat.

ploeg
Een groep medewerkers die als een geheel optreedt.

plan
Een ontwerp waarin is opgenomen een gemotiveerde doelstelling, alsmede de manier waarop en de omstandigheden waaronder men deze doelstelling verwacht te realiseren.

platte organisatie
Een organisatie met relatief weinig hiërarchieke niveaus. De communicatielijnen zijn kort en beslissingen kunnen snel worden genomen.

plus/min-stuklijst
Een planningstuklijst die wordt gebruikt bij het voorspellen van de behoefte aan varianten. In deze stuklijst kan een standaardproduct door een ander product worden vervangen.

plannen in blokken
Een planningtechniek voor bewerkingen waarbij iedere bewerking als een blok tijd (dag, week enz.) wordt beschouwd.

planningstadium
Een punt tussen bewerkings- of verwerkingsstadia waarbij items in partijen worden verzameld voordat deze items naar het volgende be- of verwerkingsstadium worden overgeheveld. In de traditionele productiesystemen werden de planningstadia gewoonlijk door bestuurde magazijnen bepaald

planogram
Een schematische of grafische weergave van de gunstigste rangschikking van producten in een winkelschap met het oog op maximale verkoopkansen.

planningserie
Een seriegrootte die wordt gebruikt in de planning en die is afgeleid van een verzendhoeveelheid en/of productieserie.

planningshek
Een tijdstip in de nabije toekomst dat de periode in de planning afbakent waarvoor geen wijzigingen meer mogen worden aangebracht. Voor die periode ligt de planning dus vast, voor de periode na het planningshek geldt dat niet. Een planningshek wordt aangebracht om een zekere mate van stabiliteit te bereiken in de uitvoering.

ploegendienst
Een vorm van werken waarbij een dag van 24 uur wordt ingedeeld in werkperiodes. Ploegendienst wordt gebruikt om produktiemiddelen optimaal te benutten en in openbare diensten, zoals brandweer, politie, ziekenhuizen,en dergelijke, zodat de dienstverlening altijd beschikbaar is.

planningsmethode
Elke methode die kan worden toegepast om het verloop van een project of proces vooraf in tijd en kosten te ramen.

planning en control
Het geheel van activiteiten die uitgevoerd moeten worden om duidelijk te maken wat er in een bepaalde periode moet gebeuren als uitkomst van een bestuurlijk proces (planning), de rapportage daarover en de benodigde bijsturing en uiteindelijke verantwoording over de behaalde resultaten aan het bestuur (control).