Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
participatief leiderschap
Een stijl van leidinggeven waarbij aan medewerkers de gelegenheid wordt geboden voor inspraak en overleg. Zie ook: democratisch leiderschap.
Pareto-analyse
Een strokendiagram, waarbij de stroken qua grootte aflopend zijn gesorteerd, waardoor inzichtelijk wordt wat de voornaamste defecten zijn.
partij-identificatiecode
Een uniek identificatienummer of -code dat aan een homogene hoeveelheid materiaal wordt toegekend.
parameter
Een variabele die een eigenschap karakteriseert.
pad ontvankelijk maken
Een verzameling invoerwaarden zo kiezen dat de uitvoering van een bepaald pad wordt afgedwongen.
paradigma
Een visie op een bepaald onderwerp die weergeeft hoe men de met het onderwerp verband houdende feiten, gebeurtenissen, relaties en ideeen ziet.
partijnummer
Een volgnummer dat bestemd is om een serie producten te kunnen identificeren.
Pareto-analyse
Een vorm van classificatie van items op belangrijkheid, waarbij de A-items het belangrijkste zijn en de meeste aandacht vragen. De analyse kan breed worden toegepast, zoals op klanten, leveranciers, probleemveroorzakers, enzovoort.
pand
Een vorm van zekerheid die een schuldenaar aan zijn schuldeiser verschaft, waarbij een goed aan de schuldeiser in bewaring wordt gegeven, totdat de schuld is voldaan. Bij niet-nakoming wordt het onderpand verkocht en krijgt de pandhouder het eerste uit de opbrengst betaald
panacee
Een wondermiddeltje dat geacht worden te helpen tegen alle kwaaltjes. Het instellen van een commissie of een werkgroep of het doorvoeren van een reorganisatie is daarom vaak populair als oplossing.
pay adjustment
Elke aanpassing in het beloningsniveau van medewerkers.
paper-and-pencil test
Elke test waarbij de antwoorden op papier gezet moeten worden.
pariteit
Gelijke beloning van individuen of groepen medewerkers.
partnering
Het aangaan van een samenwerkingsverband met een andere organisatie.
package to order
Het aanleveren van onverpakte producten zodat de afnemers ze zelf kunnen verpakken naar eigen wens.
partijgrootte van een inkooporder
Het aantal door een leverancier af te leveren onderdelen in een partij. Eén en ander is in een inkooporder vastgelegd.
pacing
Het bepalen van de snelheid van een lopende band, oftewel de periode waarbinnen een bepaalde productiehandeling of -fase normaalgesproken kan zijn voltooid.
paradigmaverschuiving
Het moment waarop men als gevolg van gewijzigde (wetenschappelijke) inzichten fundamenteel anders gaat denken over een bepaald onderwerp.
parallelplanning
Het op elkaar afstemmen van plannen van afdelingen waar activiteiten worden verricht die op eenzelfde tijdstip gereed moeten zijn.
paddekking
Het percentage paden dat door een testset is uitgevoerd. Een paddekking van 100% impliceert een LCSAJ-dekking van 100%.
pareto principe
Het principe is ontleend aan Wilfredo Pareto, die bij de bestudering van de verdeling van rijkdom in verschillende landen vaststelde dat 80% van de rijkdom in handen is van 20% van de mensen. Deze 80-20 verdeling kan men ook op andere terreinen waarnemen (pareto-principe). In het kader van kwaliteitszorg betekent dit principe dat 80% van te fouten te wijten is aan 20% van alle oorzaken.
passieve merkbekendheid
Hiervan is sprake als een consument het merk alleen uit eigen geheugen kan oproepen en beschrijven als hij daartoe wordt gestimuleerd.
passieve desinformatie
Hiervan is sprake als opzettelijk wordt voorbijgegaan aan de mogelijke valsheid van bepaalde informatie.
pay equity
Hiervan is sprake als vergelijkbare medewerkers hetzelfde betaald krijgen voor hetzelfde werk.
passiefhuis
'Huis' - woning of utiliteitsgebouw - met een zeer laag energiegebruik en een goed binnenklimaat, zowel in de winter als in de zomer, zonder traditioneel verwarmings- of koelsysteem. - totale energievraag voor ruimteverwarming en koeling 15 kWh/m2 gebruiksoppervlakte; - totale energievraag voor alle huishoudelijke toepassingen, warm tapwater, ruimteverwarming en koeling 120 kWh/m2
passief huis
In een passiefhuis worden de warmte verliezen tot een minimum gereduceerd door een optimalisatie van de isolatie, grote luchtdichtheid en warmteterugwinning via het ventilatiesysteem. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van passieve warmtewinsten uit de bodem en via de zon. Een passiefhuis heeft geen conventioneel verwarmingssysteem nodig en toch heerst er een aangenaam binnenklimaat. De energiebehoefte ligt ongeveer vier keer lager dan een gemiddelde woning.
PAEI-model
In het PAEI-Model van Adizes worden vier rollen beschreven die een managementteam moet beheersen wil het succesvol zijn: (1) de rol van producent; (2) de rol van beheerder; (3) de rol van ondernemer; (4) de rol van integrator. Het is is dus zaak - volgens Adizes - om een zodanig team samen te stellen dat al deze rollen evenwichtig worden vervuld.
passive rfid tags
Labels zonder krachtbron, die door scanners op korte afstand gelezen kunnen worden.
Parfitt en Collins-model
Model om in na de introductie van een product in de markt een schatting te maken van het uiteindelijk te behalen marktaandeel.
passend onderwijs
Onderwijsaanbod dat aansluit bij leerlingen, die vanwege een handicap, stoornis of andere beperking (zorgleerlingen) binnen het regulier onderwijs niet voldoende mogelijkheid hebben om zich maximaal te ontwikkelen..
panelonderzoek
Onderzoeksmethode waarbij een groep deelnemers op gezette tijden naar hun mening of ervaringen wordt gevraagd.
parallelimport
Ook wel 'grijze import' genoemd: invoer van waren die niet plaatsvindt door tussenkomst van de door de fabrikant aangewezen importeur.
padafhankelijkheid
Padafhankelijkheid betekent dat de keuzes die gemaakt zijn in het verleden, de keuzes in het heden mede bepalen. Anders gezegd houdt padafhankelijkheid in dat in het verleden gemaakte keuzes andere keuzemogelijkheden in het heden uitsluiten.
pandbrief
Pandbrieven zijn obligaties uitgegeven door een (hypotheek)bank om de verstrekking van hypothecaire leningen mee te financieren. Er is sprake van doorlopende uitgifte en de pandbrieven zijn ook doorlopend verhandelbaar. Een variant zijn rente-indexpandbrieven waarbij de rentevergoeding meebeweegt met een rente-indexcijfer.
passieve conservering
Preventieve conserveringsmaatregelen gericht op de omgeving waarin een goed wordt bewaard of opgeslagen.
paspoort
Reisdocument dat de houder identificeert als burger van een bepaald land.
partnerschap tussen klant en leverancier
Samenwerking tussen klanten en leveranciers gericht op wederzijds voordeel van uiteenlopende aard.
paraplustrategie
Strategiebeleid van een organisatie, waarbij de leiding de algemene lijnen uitzet, waarmee een kader wordt gegeven dat de organisatorische eenheden vervolgens kunnen invullen.
path goal theorie
Theorie ontwikkeld door Robert House, die er van uitgaat, dat een leider de motivatie, prestaties en bevrediging van medewerkers kan bevorderen door het stellen van heldere doelen, het verzorgen van goede randvoorwaarden en het hanteren van vormen van prestatiebeloning.
paarsgewijs testen
Twee personen (b.v. twee testers, ontwikkelaar / tester of gebruiker / tester) werken samen aan het opsporen van fouten. Meestal delen ze één computer die ze afwisselend bedienen terwijl ze testen.
parallellisatiestrategie
Uitbreiding met activiteiten uit een andere branche, maar wel op hetzelfde niveau in de bedrijfskolom.
Pareto optimum
Verdeling van schaarse middelen, waarbij geen enkele partij een groter deel kan krijgen zonder dat dit ten koste gaat van het deel van een of meer andere partijen.
parttimer
Een werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft voor een gedeelte van de normale werktijd. Arbeidsvoorwaarden, zoals loon, vakantiedagen enz. worden voor parttimers naar rato van hun arbeidsomvang vastgesteld.
PDSA
Cyclisch verbeteringsproces in vier stappen: Plan - do - study - action, waarbij de verbetering uit de derde stap moet ontstaan.
pdm-blokkendiagrammethode
Een relatiediagramtechniek, waarbij activiteiten worden voorgesteld door middel van blokjes. De blokjes (nodes) worden verbonden door lijnen om de relaties (de onderlinge volgorde)tussen activiteiten aan te geven. Binnen de blokjes zelf kunnen gegevens omtrent de activiteit zijn opgenomen (bijvoorbeeld activiteiten ID, verantwoordelijk persoon, geplande begin- en eindtijd)
Persoonscultuur
Een organisatiecultuur waarin de persoon centraal staat. Zijn capaciteiten, behoeften en vaardigheden vormen het uitgangspunt voor de organisatie.
personeelplanning
De planning van het benodigde personeel voor een bepaalde activiteit of groep van activiteiten in een bepaalde periode, rekening houdend met o.a. het huidige personeelsbestand, vacatures, promoties, ziekte, opleiding en technische en organisatorische veranderingen.
persoonlijke doelstelling
(1) Doelstelling voor een individuele medewerker als uitwerking van de doelstellingen van de organisatie. (2) Prive-doelstelling van een medewerkers
personeel
(1) De personeelsleden van een organisatie; (2) De functie binnen een organisatie die de personeelsaangelegenheden behartigt;
personalisation
(1) Het persoonlijk maken van allerlei communicatie-uitingen, zoals direct mail met de naam van de geadresseerde op diverse plaatsen in de tekst; (2) Het persoonlijk maken van content door deze op maat te maken overeenkomstig het profiel van de informatievrager; (3) Het bij de productie al rekening houden met de wensen en keuzes van de toekomstige eigenaar.
perceptie
(1) Het proces van waarnemen en verwerken van indrukken. (2) Het beeld wat iemand zich van zijn omgeving heeft gevormd.
perceel
(1) Onderdeel van een uitbestedingsopdracht. (2) Een grondstuk.
periode
(1) Tijdsinterval. (2) De tijdsduur van een cyclus van elkaar regelmatig opvolgende verschijnselen of gebeurtenissen.
petabyte
1024 terabytes.
permanente opslag
Afdeling in een magazijn waar goederen worden opgeslagen voor een periode van 90 dagen of langer.
personeelswerk
Al de werkzaamheden verband houdend met werving, selectie, begeleiding en het vertrek van medewerkers met inbegrip van alle hieraan verwante ondersteunende activiteiten
personeelsbeleid
Beleid van een organisatie met betrekking tot personele aangelegenheden, zoals werving en selectie, arbeidsorganisatie, arbeidsvoorwaarden, personeelsontwikkeling, inspraak, administratie, enzovoort.
personeelsmanagement
De functie binnen een organisatie die verantwoordelijk is voor personeelsaangelegenheden.
persoonsmacht
De invoed die iemand heeft op grond van zijn persoonlijkheid (en dus niet op grond van de functie die hij bekleedt)
persoonlijkheid
De karakteristieken van een persoon die bepalend zijn voor de manier waarop iemand op signalen uit zijn omgeving reageert. Datgene wat een individu uniek maakt.
persitentie
De mate waarin iemand grondig en geconcentreerd doorzet op een taak.
person-job fit
De mate waarin iemands persoonlijkheid past bij zijn of haar baan.
Peter principle
De neiging die er bestaat dat medewerkers binnen een organisatie regelmatig promotie maken en stijgen binnen de hiërarchie tot ze uiteindelijk op een functie zitten die ze niet niet aan kunnen.
personele structuur
De personele bezetting van de functies in een organisatie.
personeelsafname
De terugloop van het aantal medewerkers door ontslag, dood, pensionering, waardoor de uitvoeringscapaciteit op de werkvloer afneemt.
penetratiegraad
De totale hoeveelheid van een product dat op een bepaald tijdstip in gebruik is bij afnemers, uitgedrukt in procenten van het aantal potentiële gebruikers op dat tijdstip.
perishability
De typische eigenschap van diensten dat ze niet bewaard en in voorraad kunnen worden gehouwen
personeelsdossier
De verzameling informatie over een medewerker die door de werkgever wordt aangelegd ter uitvoering van het personeelsbeleid.
pensioengrondslag
Dit is het pensioengevend salaris minus de franchise.
pensioenregeling
Een - meestal via een collectieve arbeidsovereenkomst - getroffen regeling op grond waarvan iemand pensioenrechten opbouwt
percentagedstuklijst
Een aanvulling op de familiestuklijst en modulaire stuklijst die het percentage van de verschillende uitvoeringen van een bepaalde productgroep, resp. varianten aangeeft. Dat wil zeggen de waarschijnlijkheid dat zulke uitvoeringen of varianten in een klantenorder voor een product of systeem worden opgenomen.
performanceattributie
Een analyse van verschillen tussen de performance van de beleggingsportefeuille en de gehanteerde benchmark.
petri netwerk
Een analysetechniek om kennis aan het licht te brengen waarbij de interviewer een expert ondervraagt (in deze techniek met de bedoeling meer te weten te komen over Petri-netwerken (= matematische beschrijving van gedistribueerde systemen)).
peer appraisal
Een beoordelingsmethode waarbij de prestatie van een medewerker wordt beoordeeld door zijn vakcollega's.
periodiek bestelsysteem
Een bestelsysteem waarbij op vaste tijdstippen wordt bepaald of een bestelling moet worden geplaatst en wat de bestelhoeveelheid dient te zijn.
persoonlijk identificatienummer
Een code die aan een individu wordt toegekend, zodat hij er zich mee kan identificeren. Bekend zijn de viercijferige codes van gsm's en bankpasjes.
pensioenfonds
Een fonds waarin voor de veiligstelling van de pensioenaanspraken, die voortvloeien uit een pensioenregeling, gelden worden bijeengebracht.
periodieke voorraad
Een fysieke voorraad die op vast terugkerende tijdstippen wordt opgenomen (bijvoorbeeld: maandelijks, per kwartaal of jaarlijks).
personeelsbeoordelingssysteem
Een geheel van regels en hulpmiddelen dat, met betrekking tot de beoordeling van een gegeven categorie personeelsleden, is vastgelegd. Het betreft enerzijds de procedure voor het beoordelen en rapporteren v an de resultaten en anderzijds de formulieren en andere hulpmiddelen waarvan gebruikt wordt gemaakt.
penetratiestrategie
Een groeistrategie die er op is gericht een grotere hoeveelheid van de bestaande producten af te zetten in de bestaande markt.
peripheral group
Een groep medewerkers binnen de organisatie die de relaties met de leveranciers en klanten verzorgen en zorgen voor de ondersteunende functies zonder strategisch belangrijke kennis. De kennis van deze groep kan in grote mate organisatie-specifiek zijn, maar is over het algemeen weinig gespecialiseerd van aard
performance testtool
Een hulpmiddel dat performancetesten ondersteunt en dat meestal twee belangrijke faciliteiten biedt: het genereren van belasting en het meten van de duur van een testtransactie. Bij het genereren van de belasting kunnen talloze gebruikers of hoge aantallen invoergegevens gesimuleerd worden. Tijdens de uitvoering worden de reactietijden van geselecteerde transacties gemeten en vastgelegd. De meeste performancetest-tools bieden rapportages op basis van een testlogboek, en grafieken waarin belasting en responstijd tegen elkaar zijn afgezet.
personality types
Een indeling van mensen op basis van hun persoonlijkheidskenmerken.
personeelstevredenheidsindicator
Een indicator die aangeeft hoe een medewerker oordeelt over de organisatie waar hij werkt en zijn baan daarbinnen.
personeelskwaliteitsindicator
Een indicator die aangeeft hoe waardevol een medewerker is voor de organisatie.
percentage direct uitgeleverd
Een maatstaf voor de effectiviteit waarmee het voorraadbeheerssysteem op de werkelijke vraag reageert. Het percentage uitgevoerde klantenorders vanuit de voorraad kan worden gemeten òf in eenheden òf in geld.
percentage compleet
Een manier om de voortgang van taken te meten en daardoor te kunnen inschatten hoe lang een bepaalde activiteit nog gaat duren. Bij deze methode wordt aan degene die verantwoordelijk is voor de activiteit gevraagd een schatting in procenten te geven. Bij projectsoftware kan dit percentage ook worden berekend.
periode-planningsysteem
Een materiaalbehoefteplanningsysteem waarbij alle tijdgefaseerde gegevens in perioden worden weergegeven.
periodieke bevoorrading
Een methode om behoeften bijeen te voegen teneinde wisselende hoeveelheden met gelijkmatige tussenpozen in plaats van vaste hoeveelheden met ongelijkmatige tussenpozen af te leveren.
persoonlijke balanced scorecard
Een methode om de persoonlijke prestaties te verbeteren door doelen te bepalen, prestatie-indicatoren te definiëren om vervolgens op deze indicatoren te gaan sturen (beleid maken, acties doorvoeren, meten, analyseren, bijstellen, enz.)
periodieke telling
Een methode van inventaris- en/of voorraadcontrole, waarbij op gezette tijden gerichte controles worden doorgevoerd. De controles zijn zodanig ingericht dat er ook enig zicht ontstaat op de oorzaken van afwijkingen.
periodegerichte partijbesturing
Een methode waarin de orderverwerking van gerede onderdelen op de explosie van een serie kortlopende programma's is gebaseerd en voor zover mogelijk de opleveringen van ingekochte materialen en onderdelen op afroepdocumenten zijn gebaseerd die door dezelfde explosie worden gegenereerd. De periodegerichte partijbesturing is een uitbreiding van de flexibele programmering; het is een op de stroombesturing gebaseerd orderverwerkingssysteem met een enkelvoudige cyclus waarin de stuwmethodiek wordt gehanteerd.
perceptual mapping
Een middel voor kwantitatief marktonderzoek dat gebruikt wordt om te leren begrijpen hoe klanten gewoon zijn tegen bestaande en nieuwe producten aan te kijken.
perpetuele lening
Een obligatielening die nooit aflost; de uitgevende instelling keert alleen rente uit. Op de effectenbeurs van Euronext Amsterdam staan nog enkele oude eeuwigdurende leningen genoteerd, zoals een Belgische staatslening uit 1842. Ook de Grootboekleningen van de Staat der Nederlanden (die dateren uit 1814!) zijn eeuwigdurende leningen.
personencultuur
Een organisatiecultuur, met het individu als het meest kenmerkende cultuurelement. De organisatie is sterk gedecentraliseerd en er is sprake van een relatief geringe mate van samenwerking. Voorbeeld: ziekenhuis waar elke specialist zijn eigen praktijk uitoefent
personeelsbestand
Een overzicht van het gemiddeld aantal gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon werkzame werknemers, ingedeeld op een wijze die is afgestemd op de inrichting van de organisatie
persoonlijk opleidings- en ontwikkelingsplan
Een persoonlijk ontwikkelplan (POP) is de uitkomst van een gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende. In dit ontwikkelplan heeft de medewerker beschreven aan welke concrete ontwikkelpunten hij of zij in de komende periode (verder) gaat werken. Het werken met ontwikkelplannen is met name zinvol als managers medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid willen geven voor hun eigen ontwikkeling.
penetratieprijs
Een prijspolitiek waarbij een verkoper een lage prijs hanteert om zich een plaats op de markt te veroveren
penetratieprijsstrategie
Een prijsstrategie waarbij de prijs aanvankelijk laag wordt gesteld en daarna hoger, zodra men eenmaal een marktaandeel heeft verworven.
perceptiewaarde prijsstelling
Een prijsstrategie waarbij de prijs wordt gebaseerd op de gevoelswaarde die consumenten hebben ten aanzien van een product of merk.