Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


plangroep
Het laagste aggregatieniveau van een verzameling productiemiddelen die een zo grote mate van uitwisselbaarheid hebben dat geen verdere detaillering voor de desbetreffende planning nodig is.

planningsniveau
Het niveau waarop de planning betrekking heeft in de planninghiërarchie: strategie (bedrijfsplan), beleid (hoofdplan) en beheer (hoofdproductieplan).

planvorming
Het ontwikkelen van plannen.

plannen
Het opstellen en vastleggen van een plan.

plakkerigheid van kennis
Het probleem dat kennis moeilijk los te maken is van de bron waaruit ze komt, bijvoorbeeld omdat ze erg context-specifiek is, of omdat er een cultuur is die delen van kennis ernstig belemmert

plaatsing
Het proces waarbij iemand in een passende functie wordt geplaatst.

plannen met overlappingen
Het starten van een volgende bewerking terwijl de actuele bewerking nog niet gereed is.

plan stability
Het verschil tussen de werkelijke productie en de productie die gepland was.

planning
Het voorbereiden van de weg waarlangs en het tijdpad waarin een bepaalde doelstelling in de praktijk zal worden nagestreefd met het oogmerk de realisatie van de doelstelling beheersbaar te krijgen.

platter maken van de organisatie
Het weghalen van een complete laag van medewerkers bij een hiërarchische organisatie.

pleitbezorger
Iemand die ergens een voorstander van is en het in woord en gebaar verdedigt of bevordert.

plan van aanpak
In het projectplan (plan van aanpak) wordt globaal aangegeven welke producten (resultaten) in het kader van het project zullen worden gemaakt en hoe en binnen welke kader van geld, tijd en kwaliteit, dit zal gebeuren. Het plan omvat ondermeer visie, werkwijze, planningen en instructies. Zie verder projectplan.

planningslijst
In numerieke besturing: een lijst die alle bewerkingen bevat die voor de fabricage van een product moeten worden uitgevoerd. De lijst wordt voorafgaande aan het opstellen van het werkstukprogramma geprepareerd.

plain vanilla
Letterlijk: gewoon vanille. Een Amerikaans-Engelse uitdrukking voor de meest simpele variant van een (beleggings)product. Net zoals een plain vanilla ijsje een heel gewoon ijsje is, zo is bijvoorbeeld een plain vanilla optie een standaard call- of putoptie.

planned earned
Planned earned is een indicator omtrent de efficiency van een project. Planned earned wordt als volgt berekend: EV/BAC (earned value gedeeld door budget at completion). De uitkomst geeft aan hoe het staat met de voltooiing van het project (% compleet) in relatie tot de (financiele) planning

plannen op activiteitenbasis
Planning op basis van de activiteiten die nodig zijn voor de levering van goederen en diensten aan klanten.

Plato
Plato (Oudgrieks: Πλάτων, Plátōn) - (Athene, ca. 427 v. Chr. – aldaar, 347 v.Chr.) was een Grieks filosoof en schrijver. Plato, leerling van Socrates en leraar van Aristoteles, is een van de meest invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was ook de stichter van de Atheense Academie, het eerste instituut voor hoger onderwijs in het westen. Hij schreef een aantal dialogen over zeer diverse onderwerpen en werd met zijn ideeënleer de aartsvader van het filosofisch idealisme.

plukken
Producten uit het magazijn halen in het kader van de uitvoering van een bestelling door een klant.

planningssysteem
Systeem dat de planningactiviteiten ondersteunt. Dit kan ook een handmatig uit te voeren systeem zijn.

platformtechnologie
Technologieën die kunnen worden toegepast in nieuwe producten.

planningsschool
Theoretische stroming met betrekking tot strategievorming, die er van uitgaat dat men slechts tot een goede strategie kan komen via een formeel proces van strategieplanning. De stroming vindt haar oorsprong in het werk van Ansoff: 'Corporate Strategy' (1965)

plan voor ieder onderdeel
Voor elk onderdeel (partnummer) dat gebruikt wordt binnen de organisatie wordt alle relevante informatie vastgelegd en opgeslagen in één totaal-database.

Pmbok
een gestandaardiseerd, modelmatig overzicht van algemeen geaccepteerde projectmanagement-kennis, zoals uitgegeven door het Projectmanagement institute (PMI)

PMI-analyse
Een simpel gereedschapje van Edward de Bono om voors en tegens van een besluit af te wegen.

point-to-point protocol
Protocol waarmee een computer communiceert met een internet service provider.

portefeuille
(1) Doos of map waarin een verzameling documenten bewaard wordt; (2) Datgene waar de verzameling voor staat, b.v. een aantal accounts, diploma's, studiepunten, en dergelijke. (3) Een verzameling strategisch belangrijke projecten of producten van een onderneming.

portaal
(1) Een website die met betrekking tot een bepaald onderwerp/thema een ingang biedt naar het internet door middel van links naar thema-gerelateerde sites. (2) Een ingang op het internet of op een intranet, waarvandaan een grote hoeveelheid informatie kan worden benaderd.

poortwachter
(1) Iemand die de inkomende en uitgaande informatiestroom van een organisatie bewaakt en reguleert; (2) Een groep managers die optreden als adviseur, beslisser en investeerder in productontwikkelingsprocessen. (worden ook wel aangeduid met de term portfolio managementteam).

point
(1) meeteenheid voor grootte van lettertypes; (2) meeteenheid voor dikte van papier.

point-of-use delivery
Aflevering van bestelde goederen niet bij een magazijn of opslagplaats, maar direct op de plaats waar ze gebruikt moeten worden.

post-transactiekosten
Alle kosten die verbonden zijn aan het gebruik en uiteindelijk het buiten gebruik stellen van een goed of dienst.

portfolioanalyse
Analyse van de portfolio's van de verschillende bedrijfsonderdelen (business units) om te komen tot een samenhangende investeringsstrategie, die zowel rekening houdt met de strategieen van de afzonderlijke bedrijfsonderdelen als met de beschikbare investeringsruimte.

positieve actiebeleid
Beleid met betrekking tot het werven en laten doorstromen van personeel uit minderheidsgroeperingen met de bedoeling bestaande ingelijkheden in het personeelsbestand te verkleinen.

portfolio criteria
Criteria die een organisatie gebruikt bij de selectie van bestaande en te ontwikkelen producten, waarop ingezet gaat worden, als zijnde producten die de beste vooruitzichten bieden voor de organisatie.

polychrone cultuuur
Culturen waarin men de tijd niet ziet als lineair en waarbij werkzaamheden niet perse volgens planning of chronologisch worden afgehandeld.

positionele macht
De invloed die iemand heeft op grond van functie die hij bekleedt. Synoniem aan: legitieme macht.

positieve speling
De mate waarin de start van een activiteit kan worden vertraagd, zonder dat de projecteinddatum wordt aangetast.

potentiële vraag
De maximaal mogelijke vraag verminderd met de actuele vraag in dezelfde periode in dezelfde plaats.

politieke omgeving
De omgeving van een organisatie die bepaald wordt door de staatsinrichting van een land, de politieke stabiliteit, de wijze waarop en de richting waarin de overheid beleid maakt en dit handhaaft en de invloed die de overheid uitoefent op de markt.

potentiële omzet
De omzet die een onderneming maximaal kan bereiken, rekening houdend met realistische inschattingen van marktvraag en concurrentieverhoudingen.

portfolioplanning
De portfolioplanning (ook 'productenplan' genoemd) omvat een lange termijn-plan voor zowel de huidige als de te ontwikkelen product(groep)en in de productportfolio van de onderneming. Dit in termen van de te produceren hoeveelheden en daarmee samenhangende omzetten en investeringen.

POR-doorlooptijd
De tijd die verloopt tussen het moment dat een bestelling wordt geplaatst bij een leverancier (ordervrijgavedatum) en het moment van aankomst van de goederen bij de ontvangstorganisatie. (POR is de afkorting van purchasing ordering and receiving).

politiek besluitvormingsproces
Deze vorm van besluitvorming houdt rekening met veel partijen met verschillende belangen. De besluitvorming vindt plaats door onderhandelingen en wisselwerking tussen de diverse partijen.Het voordeel is dat iedereen invloed kan uitoefenen, maar dat kost wel veel energie of tijd.

post-concurrente vordering
Dit zijn vorderingen die pas voor betaling in aanmerking komen als eerst een reeks andere vorderingen (vorderingen met een hogere rang) zijn afgewikkeld. De volgorde speelt vooral bij insolventie

Porter's waardeketen
Door Porter ontwikkeld denkschema voor de strategische doorontwikkeling van een organisatie.

postorderbedrijf
Een bedrijf dat op basis van catalogi verkoopt en orders per post ontvangt en verstuurd.

politieke besturing
Een besturingstype voor gevallen waarin geen eenduidige doelstellingen zijn geformuleerd.Toepassing van een regelkring is dan niet mogelijk. Besturing krijgt dan het karakter van politieke besturing. In een dergelijke situatie bepalen machtsverhoudingen wat er gebeurt en hoe dat gebeurt.

polychrone cultuur
Een cultuur waar zaken parallel kunnen verlopen in plaats van in strikte volgordes.

pointer
Een data item dat de locatie van een ander data item specificeert; bijvoorbeeld, een data item dat het adres aangeeft van het volgende medewerkersrecord dat verwerkt moet worden. [IEEE610].

polis
Een document waarmee kan worden aangetoond dat een verzekeringsovereenkomst is afgesloten.

postmortem review
Een eindreview van een project dat tussentijds is beëindigd.

post projectevaluatie
Een evaluatie na afloop van het project om te bekijken of op het gebied van projectmanagement verbeteringen kunnen worden aangebracht. Tevens bedoeld om in het project opgedane kennis te verzamelen en te borgen.

podcast
Een geluidsopname die men kan downloaden en afspelen.

positiediagram
Een instrument dat kan worden gebruikt om producten van verschillende fabrikanten met elkaar te vergelijken, door ze worden op basis van voor consumenten belangrijke eigenschappen in een matrix te positioneren.

portfoliomatrix
Een instrument om resources toe te kennen aan bedrijfseenheden of producten op basis van hun marktaandeel en hun groeikansen

positive discipline
Een manier van gedragsbeïnvloeding waarbij meer wordt gewerkt met beloning voor gewenst gedrag dan met bestraffing van gedrag dat ongewenst wordt geacht.

polyopsonie
Een markt met veel vragende partijen.

potentiële concurrentie
Een marktpartij die zich in de toekomst mogelijk zal manifesteren als concurrent.

polypolie
Een marktvorm met veel aanbieders en veel vragers

ponstypist
Een medewerker die zorgt voor invoer van data in een computer.

positieve norm
Een norm die gewenst gedrag stimuleert. Ze sturen aan op positieve effecten, zoals op tijd komen, je best doen, kwaliteit proberen te leveren, betrouwbaar, vriendelijk, collegiaal zijn en dergelijke.

post implementatie onderzoek
Een onderzoek dat wordt ingesteld nadat de projectresultaten in gebruik zijn genomen om te bekijken of het resultaat voldoet in de praktijk (of met het resutaat de projectdoelstelling wordt verwezenlijkt).

point-of-purchase display
Een opstelling waarin producten bij een verkooppunt extra onder de aandacht kunnen worden gebracht

potentiële afnemer
Een potentiële klant die belangstelling heeft voor een product of dienst.

poison pill strategy
Een strategie om een organisatie te beschermen tegen vijandige overnames, door de aandelen flink onaantrekkelijk te maken voor de kandidaat overnemer.

politieke organisatie
Een van de zeven organisatiemodellen van Mintzberg. Politieke organisaties zijn slecht functionerende organisatie, waarbij machtsspelletje en onbetrouwbaarheid een goede gang van zaken onmogelijk maken.

post-decision dissonance
Een vorm van cognitieve dissonantie waarbij een persoon zich onbehaaglijk voelt nadat hij een keuze heeft gemaakt tussen enkele zeer op elkaar gelijkende alternatieven. Om het onbehagen weg te werken zal de persoon de positieve kanten benadrukken van het alternatief van zijn keuze, terwijl hij bij de niet gekozen alternatieven vooral de mindere punten zal accentueren.

postorder
Een vorm van handel waarbij de levering via de post worden verzorgd.

pop-under
Een webpagina die achter de huidige pagina zit en die zichtbaar wordt zodra de huidige pagina wordt gesloten.

pop-up
Een webpagina die plotseling voor de huidige pagina opduikt.

portfoliomanagement
Het beheer over de uiteenlopende strategische business units van een organisatie en hun middelen.

post register
het bestand waarin persoonsgegevens zijn opgenomen van personen die niet willen worden benaderd via Direct Mail.

portabiliteit
Het gemak waarmee een softwareproduct van de ene hardware- of software omgeving naar de andere kan worden overgezet. [ISO 9126].

pooling
Het groeperen of samenvoegen van werkzaamheden, mensen, middelen, machines enz. met de bedoeling om mogelijkheden te vergroten, risico's te verkleinen of rendementen te verbeteren.Pooling komt op tal van plaatsen en in vele vormen voor.

policy network mapping
Het in kaart brengen van personen en partijen buiten de kring der direct belanghebbenden, die een project, plan, activiteit of voorstel (politiek) kunnen beïnvloeden.

positieve versterking
Het ondernemen van acties om gedrag met gewenste consequenties voor te toekomst te bevorderen. Bij positive reinforcement (versterking) wordt gedrag 'beloond' door positieve feedback te geven.

positieve actie
Het scheppen of vergroten van kansen op de arbeidsmarkt voor groepen die daar ondervertegenwoordigd of ondergewaardeerd zijn.

post-accident testing
Het testen van betrokkenen bij een ongeval op het gebruik van alcohol en drugs.

portabiliteitstest
Het testproces om te bepalen hoe goed een softwareproduct overdraagbaar is naar een andere omgeving.

populatie
Het totaal aantal eenheden waaruit een steekproef wordt genomen bij een statistisch onderzoek.

positieve sanctie
Het verbinden van aangename consequenties aan de naleving van normen.

portfolio-investering
Het verwerven van eigendomsrechten in een onderneming in het buitenland zonder dat er sprake is van het verwerven van zeggenschap in het management.

positionering
Het zoeken naar het meest geschikte marktsegment voor een product/dienst en het ontwikkelen van de juiste marketingmix om het daar succesvol neer te zetten.

positief begrotingsverschil
Hiervan is sprake als: (1) de gerealiseerde inkomsten groter zijn dan de begrote inkomsten; (2) de gerealiseerde uitgaven lager zijn dan de begrote uitgaven.

post
Inkomend en uitgaand documentenverkeer.

poka yoke
Japanse benadering om fouten te verminderen. Uitvoerende medewerkers hebben in dit kader dan de bevoegdheid veranderingen aan te brengen in hun werkzaamheden ter bevordering van de veiligheid, de effectiviteit en de efficiency.

positiemacht
Macht van een persoon die is gebaseerd op zijn positie en/of rang binnen de organisatie.

postconditie
Omgevings- en toestandscondities waaraan voldaan moet zijn na uitvoering van een test of testprocedure.

potentiële markt
Personen die nog geen kopers zijn, maar die wel belangstelling hebben voor een bepaald product en waarvan dus niet uit te sluiten is dat zij het product in de toekomst zullen kopen.

polca
Polca staat voor: Paired-cell Overlapping Loops of Cards with Authorization. Het Polca systeem is een signaleringssysteem met kaarten waarmee de productie wordt gestuurd. Polca wordt aangewend binnen Quick Response Manufacturing.

Porter's drie typen afstemming tussen activiteiten
Porter gaat er van uit dat het van strategisch belang is voor een organisatie, dat er op verschillende niveaus afstemming (fit) bestaat tussen activiteiten. Porter onderscheidt hierbij drie niveaus: (1) Eerste orde fit: hierbij gaat het om de opgave alle activiteiten binnen de organisatie af te stemmen op de strategie; (2) Tweede orde fit: hierbij gaat het om de opgave alle activiteiten binnen de organisatie onderling af te stemmen; (3) Derde orde fit: hierbij gaat het om de opgave gecoördineerde informatie-uitwisseling omtrent activiteiten tot stand te brengen.

postprojectevaluatie
Projectevaluatie waarbij de ervaring die is opgedaan door projectbetrokkenen uitgangspunt zijn. Door hen, na het afronden van een project, te laten deelnemen aan de evaluatie kunnen zij aangeven waar zij problemen hebben gezien en hoe deze zijn opgelost.

point-of-sale advertising
Reclamemateriaal dat wordt gebruikt op de locatie waar de verkoop plaatsvindt (b.v. de winkel).

postindustriele samenleving
Samenleving waarbij de dienstensector de economische motor is die zorgt voor het tot stand brengen van groei en welvaart.

portfoliostrategie
Strategie waarbij men risico's spreidt door in meerdere marktsegmenten en/of met meerdere productlijnen actief te zijn.

positioneringsschool
Theoretische stroming met betrekking tot strategievorming die stelt dat het er bij strategievorming om draait een geschikte positie te kiezen in een concurrentiegevoelige omgeving.

politieke school
Theoretische stroming met betrekking tot strategievorming, waarbij ervan wordt uitgegaan dat strategievorming een onderhandelingsproces is tussen partijen van binnen en van buiten de organisatie.

post-uitvoeringsvergelijking
Vergelijking van feitelijke en verwachte resultaten, nadat de uitvoering van de software gestopt is.

point of sale data
Verkoopgegevens die bij het verkooppunt worden gegenereerd en verzameld. Ze worden gebruikt ten behoeve van het op peil houden van de voorraad

pop-up shops
Verkooppunten die tijdelijk worden ingericht voor een betere dekking zonder het oogmerk ze permanent te maken