Orthodontistenpraktijk Almelo

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > Orthodontistie
Datum & Land: 29/08/2022, NL
Woorden: 1808


Brachycefaal
Antropologische aanduiding voor een brede schedel.

Bracket
Slotje van een vastzittende beugel.

Bracket height gauge, bracket positioning gauge
Meetinstrument voor het bepalen van de afstand van een bracket tot de incisale rand of top van een knobbel bij het plaatsen van een slotje van een vastzittende beugel.

Bracketpincet
Pincet waarmee een bracket bij het plaatsen van een vastzittende beugel kan worden vastgehouden.

Bracket slot
Inkeping in bracket voor de boog.

Bracket tweezer
Pincet waarmee een bracket bij het plaatsen van een vastzittende beugel kan worden vastgehouden. In tegenstelling tot een bracketpincet openen bij een tweezer de beide helften van het instrument door in het handvatgedeelte te knijpen. Wordt ook tweezer genoemd.

Bracket verwijder tang, bracket remover
Instrument om een bracket van een gebitselement te verwijderen.

BRMO
Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Bacteriën die ongevoelig (resistent) zijn voor de meest gebruikte antibiotica.

Broadbent
Birdsall Holly Broadbent (1894-1977) was een Amerikaanse orthodontist die in 1931 een methode om met behulp van een cefalostaat gestandaardiseerde schedelröntgenfoto’s te maken beschreef. In hetzelfde jaar introduceerde de Duitse kaakchirurg Hofrath onafhankelijk van hem eenzelfde methode, die hij gebruikte voor vooronderzoek bij operatieve correcties van de kaakstand. Broadbent paste de apparatuur toe voor lange termijn studies van de schedel- en kaakgroei en gebitsontwikkeling en publiceerde op basis daarvan de bekende ‘Bolton Standards’. Dat deed hij onder meer met zijn zoon, Birdsall Holly Broadbent jr., ook een orthodontist. Met behulp van de Bolton Standards kunnen afwijkingen in de groei van de schedel en kaken en de ontwikkeling van het gebit met standaardwaarden worden vergeleken. Er zijn verder talloze cefalometrische analyses ontwikkeld die door orthodontist bij het diagnosticeren van orthodontische afwijkingen worden gebruikt, zoals die van Steiner en Downs in de Verenigde Staten en die van Schwarz in Europa.

Brodie
Professor Alan G. Brodie (1897-1976). Bekende Amerikaanse hoogleraar orthodontie die een veel geciteerde, lange termijn studie naar de groei van de schedel en kaken en de ontwikkeling van het gebit van kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot 8 jaar heeft uitgevoerd. Er is ook een bepaald type gebitsafwijking naar hem vernoemd (Brodie bite of Brodie syndroom). Brodie was opgeleid door Edward H. Angle, die beschouwd als de ‘vader van de moderne orthodontie’.

Brodie bite
(Brodie syndroom) Gebitssituatie waarbij alle gebitselementen van de ondertandboog zich bij dichtbijten volledig binnen die van de boventandboog bevinden. De term is geïntroduceerd door de Amerikaanse hoogleraar orthodontie Alan G. Brodie. De gebitsafwijking wordt ook telescoopbeet genoemd.

Brug
Vervanging van afwezige gebitselement(en) door middel van gegoten voorzieningen die aan naburige gebitselementen bevestigd zijn. Er worden twee hoofdtypen bruggen onderscheiden: conventionele brug of etsbrug. Bij de conventionele brug zit de vervangende voorziening (pontic) vast aan kronen die op de aangrenzende gebitselementen zijn gemaakt. Bij een etsbrug wordt het vervangende gedeelte met een hechtmiddel via vleugelvormige uitsteeksels aan het glazuur aan de achterzijde van deze elementen bevestigd.

Brugnaald
Plastic naald om (tand)floss onder een spalk (of brug) te leiden. Wordt ook wel flossnaald genoemd.

Brush
Borsteltje voor het aanbrengen van ets, bonding of fluoridelak.

Bruistablet
Tablet die in een beker of bakje water kan worden gedaan om een uitneembare beugel te reinigen. Wordt ook wel reinigingstablet genoemd.

Bruxisme
Tandenknarsen.

Buccale corticotomie
Chirurgische ingreep de bovenkaak ten behoeve van sutuurexpansie door middel van het aanbrengen van horizontale zaagsnedes in de compacte botlaag aan de wangzijde van de kaak wordt verzwakt. De ingreep maakt deel uit van Surgically Assisted Rapid Maxillary Expansion (SARME), waarbij tevens een voor-achterwaartse zaagsnede in het midden van het gehemelte wordt aangebracht.

Bucca
Wang.

Buccaal
Aan de wangzijde.

Buis
Buis op een kies waarin de boog van een vastzittende beugel kan worden bevestigd. Een buis kan op een band om de kies zijn gelast of op de kies geplakt zijn (plakbuis). Wordt ook tube genoemd.

Buis van Eustachius
Tuba auditiva.

Buitenbeet
Bovenkies bijt te ver naar buiten ten opzichte van onderkiezen. Wordt ook exo-occlusie genoemd.

Buitenbeugel
Uitneembare beugel met een petje op het hoofd of een band in de nek.

Burlington groei-onderzoek
Een door de Amerikaanse orthodontist professor Robert E. Moyers (1919-1996) aan de universiteit van Toronto opgezet lange termijn onderzoek naar de groei van de schedel en kaken en de ontwikkeling van het gebit van 1258 witte kinderen uit de vlakbij Toronto gelegen stad Burlington. Op basis van dit onderzoek zijn standaardwaarden ontwikkeld waarmee afwijkingen in de groei van de schedel en kaken en de ontwikkeling van het gebit van kinderen kunnen worden vergeleken.

Burstone
Professor Charles Burstone (1928–2015) was een Amerikaanse hoogleraar orthodontie, die een veelgebruikte modificatie van de straightwire bracket van Andrews en een hieraan gerelateerde behandelingstechniek heeft geïntroduceerd. Hij heeft zich tevens intensief beziggehouden met onderzoek naar de biomechanica van vastzittende beugels en op basis hiervan een behandeltechniek ontwikkeld.

Button
Knopje dat op een tand of kies wordt bevestigd om er een elastiekje aan vast te kunnen maken.

Calcificatie
Afzetting van kalkzouten in weefsel. Tevens de vorming van glazuur tijdens de ontwikkeling van een gebitselement in de kaak.

Calibrated force module
Een vastzittende beugel die bestaat uit een buis die met een scharnier aan de boog van vastzittende apparatuur vlakbij de ondermolaar vastzit. In de buis zit een trekveer die ter plaatse van de bovenhoektanden aan de bovenboog wordt bevestigd. De veer produceert een kracht van 150 tot 200 gram.

Canalis mandibularis
Kanaal in het horizontale deel van de onderkaak voor de nervus alveolaris inferior. Het kanaal loopt van het foramen mandibulae onder de wortels van de gebitselementen door tot aan het foramen mentale. De structuur wordt gebruikt bij locale superposities van de onderkaak. Naar verhouding vindt er ter plaatse van de canalis mandibularis weinig groei plaats.

Cantilever bite jumper
Een vastzittend functioneel apparaat dat bestaat uit stalen kronen om de eerste blijvende molaren. Boven zijn aan de labiale zijde van de kronen Herbst-achtig telescopische buisjes bevestigd. Deze zijn onder via scharnieren verbonden aan de voorzijde van staafjes die vanaf de stalen kronen om de eerste ondermolaren langs de premolaren naar voren lopen. De scharnieren houden de onderkaak in een voorwaartse stand.

Caplin hook
Klein oogje dat op een tand of kies wordt bevestigd om er een ligatuur aan vast te kunnen maken.

Capsule
Capsule met een poeder en vloeistof die met behulp van een mechanisch mengapparaat (capsuleschudder) met elkaar vermengd kunnen worden.

Capsuleschudder
Mechanisch mengapparaat voor het mengen van een poeder en vloeistof in een capsule.

Caput mandibulae
Kaakkopje. Wordt ook condylus genoemd.

CARA
Chronische niet-specifieke respiratoire aandoening.

Carborundum
Siliciumcarbide. Een zeer hard materiaal dat wordt gebruikt voor slijpen en polijsten.

Cariës
Gaatje in gebitselement veroorzaakt door plaque.

Carriere Motion appliance
Vastzittende beugel die bestaat uit metalen deelbogen tussen de blijvende bovenhoektanden en de eerste grote blijvende bovenkiezen en brackets op de eerste of tweede grote blijvende onderkiezen. Daarnaast wordt er een uitneembare dieptrekplaat over het ondergebit of een metalen boog langs de binnenzijde van het gebit tussen de eerste grote onderkiezen gedragen. Er worden elastiekjes tussen haakjes op de deelbogen ter plaatse van de bovenhoektanden en de brackets op de onderkiezen bevestigd. De beugel is ontworpen door de Spaanse orthodontist Luis Carrière.

Case
De Amerkaanse orthodontist professor Calvin S. Case (1847-1923) was een van de grondleggers van de moderne orthodontie.

Casus
Beschrijving van patiëntenbehandeling.

Caudaal
Aan de onderzijde of naar beneden gericht.

Cavum oris
Mond.

CBT
Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. Behandelcentrum voor patiënten bij wie om medische, tandheelkundige of psychologische redenen behandeling in een normale praktijk niet mogelijk is.

CBCT
CBCT staat voor cone beam computer tomogram. Het is een driedimensionale röntgenfoto van het hoofd, het gezicht of de kaken. CBCT wordt ook wel meerdimensionale kaakfoto genoemd.

CE-markering
Conformité Européenne-markering, ofwel markering in overeenstemming met de Europese regelgeving.

Cefalogram
Gestandaardiseerde röntgenfoto van het hoofd. Wordt ook röntgencefalogram genoemd.

Cefalometrie, cefalometrische analyse
Analyse van de stand van de gebitselementen en de kaken aan de hand van metingen op een gestandaardiseerde röntgenfoto van het profiel van het gezicht (laterale schedelröntgenfoto). De termen ook wel röntgencefalometrie en röntgencefalometrische analyse genoemd.

Cefalometrisch meetpunt
Meetpunt op een gestandaardiseerde röntgenfoto van het profiel van het gezicht (laterale schedelröntgenfoto) die gebruikt wordt voor de analyse van de stand van de gebitselementen en de kaken.

Cefalometrisch referentievlak
Verbindingslijn tussen twee meetpunten op een gestandaardiseerde röntgenfoto van het profiel van het gezicht (laterale schedelröntgenfoto) die gebruikt wordt voor de analyse van de stand van de gebitselementen en de kaken.

Cefalostaat
Apparaat om het hoofd in een bepaalde positie te fixeren zodat er op gestandaardiseerde wijze reproduceerbare röntgenfoto’s gemaakt kunnen worden. In 1931 is de cefalostaat door de Amerikaan Broadbent en de Duitser Hofrath onafhankelijk van elkaar tegelijkertijd in de orthodontie geïntroduceerd.

Cement
Hechtmiddel waarmee banden om kiezen worden vastgezet. Cement is ook de weefsellaag die de wortel van een gebitselement bedekt.

Cementoblast
Cel die de weefsellaag die de wortel van een gebitselement bedekt (cement) maakt.

Centraal College
(C.C.) Instantie voor erkenning en registratie van tandheelkundige specialisten.

Centraal diasteem
Ruimte (spleet) tussen de middelste snijtanden.

Centrale incisief
Middelste snijtand.

Centrale occlusie
(CO) De occlusie waarbij de onderkaak zich in centrale relatie ten opzichte van de schedel bevindt. Wordt ook retruded contact position (RCP) genoemd.

Centrale maximale occlusie
De occlusie in de centrale relatie (CO) waarbij de onderkaak zich tevens in de maximale occlusie (MO) bevindt.

Centrale relatie
(CR) Relatie van de onderkaak ten opzichte van de schedel waarbij de Frankfurter Horizontale horizontaal verloopt en de beide kaakkopjes zich in de meest ongedwongen stand in de fossae articulares bevinden.

Centre of resistance
Het punt van een gebitselement waar de kracht doorheen moet gaan om een tandverplaatsing te verkrijgen zodat er geen kipping optreedt. Het gebitselement zal in dat geval evenwijdig aan zichzelf (‘bodily’) verplaatsen. Wordt ook weerstandscentrum genoemd.

Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde
(CBT) Centrum waarin tandartsen zich bezighouden met de diagnostiek en behandeling van patiënten met ernstige aandoeningen aan aangezicht, mond, kaken of gebit. Deze specifieke tandheelkundige zorg wordt bijzondere tandheelkunde genoemd.

Certificering
Onderdeel van het verplichte kwaliteitsprogramma van orthodontisten, waarbij elke praktijk gecertificeerd dient te zijn en minimaal aan de ISO 9001 norm moet voldoen. Bij de certificering wordt de praktijkorganisatie onder de loep genomen. Iedere gecertificeerde orthodontistenpraktijk ontvangt het branchecertificaat van de Nederlandse Vereniging van Orthodontisten (NVvO).

Cervera beugel
Een in 1985 door de Spaanse orthodontist Cervera geïntroduceerd uitneembaar functioneel apparaat met een metalen plaat als voorbeet.

Cervicaal
Aan de tandhalszijde van een gebitselement.

Cervicale headgear
Buitenbeugel met een band in de nek. Wordt ook wel Kloehn headgear genoemd, naar de Amerikaanse orthodontist die de beugel geïntroduceerd heeft. Een andere benaming is low-pull headgear of nekbeugel.

Cervical vertebral maturation
(CVM) Methode voor het bepalen van de resterende hoeveelheid (kaak)groei op basis van de met de groei samenhangende vormveranderingen van de halswervels zoals die op een laterale schedelröntgenfoto kan worden waargenomen.

Chain
Ketting van elastiekjes. Wordt ook wel power chain genoemd.

Cheiloschisis
Lipspleet.

Chemisch uithardend composiet
Hechtmiddel voor het plakken van een bracket, buis, attachment of spalk dat na mengen uit zichzelf uithardt.

Chip
Met behulp van een in een uitneembare beugel ingebouwde electronische chip kan de draagtijd worden geregistreerd. Deze kan door de behandelaar met een apparaat, dat de door de chip geregistreerde draagtijd gegevens uitleest, worden gemeten.

Chirurgische orthodontie
Orthodontische behandeling in combinatie met kaakoperatie.

Chloorhexidine digluconaat, chloorhexidine
Middel dat in de tandheelkunde wordt gebruikt om het ontstaan van plaque tegen te gaan. Chloorhexidine digluconaatoplossingen worden vaak in mondspoelmiddelen en lepels met gels gebruikt.

Choana
Overgang tussen neusholte en neus-keelholte.

Chondrocranium
Botten van de schedelbasis die merendeels uit kraakbeen zijn ontstaan (enchondrale verbening). Het chondrocranium bestaat uit de volgende zes schedelbeenderen of aan de onderzijde van de schedel gelegen delen daarvan: os frontale, os sphenoidale, os ethmoidale, os temporale (2), os occipitale. Het chondrocranium wordt ook wel de schedelbasis genoemd.

Churro jumper
Een staaldraad met in de vorm van een veer gebogen windingen en oogjes die om de bogen van een vastzittende beugel kunnen worden geplaatst. Aan de bovenzijde is het oogje aan de eerste molaar bevestigd. Onder ligt het oogje distaal tegen de bracket van de hoektand aan. Het scharnier houdt de onderkaak in een voorwaartse stand.

Cinch back tang
Tand voor het aan de achterzijde ombuigen van een boog bij een vastzittende beugel.

Cinching
Aan de achterzijde ombuigen van een boog bij een vastzittende beugel. De verbuiging wordt cinching bend, distal-end bend of distal-end stop genoemd.

Circle
Lusje in de boog van een vastzittende beugel waar elastiekjes aan kunnen worden vast gemaakt.

Clear aligner
Dun, doorzichtig plastic hoesje waarmee het gebit rechter kan worden gemaakt. Het hoesje is uitneembaar en past op het boven- en/of ondergebit. Het is vrijwel niet te zien. Bij de behandeling wordt een serie hoesjes gebruikt, die allemaal net een klein beetje van elkaar verschillen. Door een hoesje tijdens de behandeling telkens te vervangen door een nieuwe wordt het gebit geleidelijk steeds rechter gezet. Een clear aligner wordt ook wel aligner of onzichtbare beugel genoemd.

Clear retainer
Dun, doorzichtig plastic hoesje om het gebit na een orthodontische behandeling recht te houden. Het hoesje is uitneembaar en past op het boven- en/of ondergebit. Het is vrijwel niet te zien. Een clear retainer wordt ook invisable retainer genoemd.

Cleat
Vlinderdasvormig haakje dat op een gebitselement wordt bevestigd om er elastiekjes aan vast te kunnen maken.

Cleft Palate-Craniofacial Journal
Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift voor schisis (hazenlip) en ernstige groeistoornissen van de schedel en het gelaat (craniofaciale afwijkingen). Het tijdschrift wordt door de American Cleft-Palate-Craniofacial Association uitgegeven.

Clin check
Een door een computerprogramma opgesteld digitaal, driedimensionaal behandelplan dat bij de behandeling met (clear) aligners of onzichtbare beugels wordt gebruikt.

Clip
Klein verschuifbaar metalen buisje dat bij een vastzittende beugel met een tang om een boog kan worden bevestigd.

Clivus
Het achterste deel van de schedelbasis. Het gebied tussen sella (Se) en basion (Ba).

Closing loop
Lus in boog van een vastzittende beugel om een diasteem te verkleinen.

CMD
(craniomandibulaire dysfunctie) Kaakgewrichtklachten. Wordt ook wel TMD (temporomandibulaire dysfunctie) genoemd.

CMV-analyse
(cervicale vertebrale maturatie-analyse) Methode voor het bepalen van de resterende hoeveelheid kaakgroei aan de hand van de mate van verbening van de halswervels (cervicale vertebrae) zoals deze op laterale schedelröntgenfoto’s te zien zijn.

Collageen
Bindweefsel.

Coaxial wire
Een uit meerdere in elkaar gevlochten kleine draadjes samengestelde flexibele metalen draad.

Cobalt-chroom
Metaallegering die in de orthodontie onder de merknaam Elgiloy op de markt wordt gebracht. De legering bestaat uit 40% cobalt, 20% chroom, 15% nikkel, 7% molybdeen, 2% mangaan, 0,04% beryllium, 0,15% koolstof en 15,81% ijzer. Draden van cobalt-chroom kunnen gemakkelijker vervormd worden dan roestvrij staal, maar hebben een hogere wrijvingsweerstand. Cobalt-chroom draden kunnen door verhitting verhard worden. Bogen van cobalt-chroom worden in de eindfase van behandelingen met vastzittende orthodontische beugels gebruikt. Er bestaan ook cobalt-chroom brackets.

Coffin veer
Bepaald type metalen draad die twee helften van een uitneembare beugel met elkaar verbindt. De veer werd in 1869 voor het eerst door de Engelse tandarts Coffin toegepast.

Coil
Klein veertje om bij een vaste beugel tanden en kiezen naar elkaar toe te trekken (closed coil) of van elkaar af te duwen (push coil of open coil). Wordt ook wel coil spring genoemd.

Combi-pull headgear
Buitenbeugel met een band in de nek en een petje op het hoofd. Een andere benaming is straight-pull headgear.

Composiet
Kunststof hechtmiddel dat wordt gebruikt bij het plakken van een bracket, buis, attachment of spalk. Composiet wordt ook gebruikt voor tandkleurige vullingen.

Composiet
Instrument voor het aanbrengen en modelleren van composiet.

Compressie
Het versmallen van kaak en gebit.

Compromisbehandeling
Een behandeling waarbij een afwijking ten dele behandeld wordt.

Concha nasalis
Neusschelp. Van beneden naar boven zijn er vier conchae: concha nasalis inferior (onderste), media (middelste), superior (bovenste) en suprema (rudimentaire allerbovenste).

Condylaire groei
Kraakbenige groei van de condylus.

Condylar shave
Chirurgische verwijdering van het oppervlakkige artrotische deel van het kaakkopje.