Orthodontistenpraktijk Almelo

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > Orthodontistie
Datum & Land: 29/08/2022, NL
Woorden: 1808


Kinplastiek
Kaakchirurgische verplaatsing van de kin.

Klachtencommissie
Een door iedere zorgorganisatie in het kader van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector verplicht samen te stellen externe commissie die klachten van patiënten over zorgverleners behandelt.

Klachtenfunctionaris
Bemiddelaar bij een klacht van een patiënt in het kader van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ). Deze functionaris kan onafhankelijke deskundigen raadplegen.

Klammer
Metalen draad waarmee een uitneembare beugel aan het gebit wordt vastgehouden. Wordt ook wel anker genoemd.

Klapper super spring
Een in 1999 door Lewis Klapper geïntroduceerde veerkrachtige kabel die bij een vastzittende beugel aan de eerste bovenmolaar bevestigd is en onder om de boog distaal tegen de bracket van de onderhoektand aanligt. De kabel houdt de onderkaak in een voorwaartse stand.

Klasse II-elastiek
Elastiekje dat bij een vastzittende beugel tussen de voorzijde van de bovenbeugel en de achterzijde van de onderbeugel wordt geplaatst.

Klasse III-elastiek
Elastiekje dat bij een vastzittende beugel tussen de achtervoorzijde van de bovenbeugel en de achterzijde van de onderbeugel wordt geplaatst.

Klasse I-malocclusie
Gebitsafwijking waarbij het ondergebit en bovengebit in voor-achterwaarste zin goed ten opzichte van elkaar staan.

Klasse II/1-malocclusie
Gebitsafwijking waarbij het ondergebit ten opzichte van het bovengebit in voor-achterwaarste zin te ver naar achteren ligt.

Klasse II/2-malocclusie
Gebitsafwijking waarbij het ondergebit ten opzichte van het bovengebit in voor-achterwaarste zin te ver naar achteren ligt en waarbij de centrale bovenincisieven naar binnen gekipt staan. De gebitsafwijking wordt ook wel dekbeet genoemd.

Klasse II/2-malocclusie Type A
Klasse II/2-maloccusie met voldoende ruimte in het voorste deel van de boventandboog. Alle bovensnijtanden staan naar binnen gekipt.

Klasse II/2-malocclusie Type B
Klasse II/2-maloccusie met ruimtegebrek in het voorste deel van de boventandboog. De centrale bovenincisieven staan naar binnen gekipt. De laterale bovenincisieven staan naar buiten gekipt.

Klasse II/2-malocclusie Type C
Klasse II/2-maloccusie met ernstig ruimtegebrek in het voorste deel van de boventandboog. Alle bovensnijtanden staan naar binnen gekipt, terwijl de bovenhoektanden te ver naar buiten en naar voren staan.

Klasse III-malocclusie
Gebitsafwijking waarbij het ondergebit ten opzichte van het bovengebit in voor-achterwaarste zin te ver naar voren ligt.

Klasse I-occlusie
Onder- en bovengebitselementen staan in voor-achterwaarste zin goed ten opzichte van elkaar. Wordt ook neutro-occlusie genoemd.

Klasse II-occlusie
Het ondergebit staat ten opzichte van het bovengebit in voor-achterwaarste zin te ver naar achteren. Wordt ook disto-occlusie genoemd.

Klasse III-occlusie
Het ondergebit staat ten opzichte van het bovengebit in voor-achterwaarste zin te ver naar voren. Wordt ook mesio-occlusie genoemd.

Kleurtablet
Tablet om plaque in de mond mee zichtbaar te maken. Wordt ook disclosing tablet genoemd. Er wordt ook wel kleurvloeistof of disclosing liquid gebruikt.

Klinische kroon
Het in de mondholte zichtbare gedeelte van de kroon van een gebitselement.

Klinisch onderzoek
Onderzoek van de patiënt in de behandelstoel zonder röntgenolische of andere extra onderzoekhulpmiddelen.

Klinische visitatie
Onderdeel van het verplichte kwaliteitsprogramma van orthodontisten, waarbij de praktijk van een orthodontist een keer in de 5 jaar door een groep collega’s wordt bezocht. Tijdens een visitatie wordt de kwaliteit van behandelingsprocedures beoordeeld. Gekeken wordt naar de mate van tevredenheid van patiënten, de kwaliteit van behandelingen, het oordeel van verwijzende tandartsen en kaakchirurgen. Tevens worden lopende behandelingen van patiënten ter plekke geëvalueerd. Klinische visitatie wordt ook vaak visitatie genoemd.

Klinisch orthodontisch onderzoek
Onderzoek zonder analyse van gebitsmodellen, röntgenfoto’s en foto’s.

Kloehn headgear
Buitenbeugel met een band in de nek. Vernoemd naar de Amerikaanse orthodontist Silas J. Kloehn (1902-1985) die de beugel in 1947 geïntroduceerd heeft. Wordt ook wel cervicale headgear, low-pull headgear of nekbeugel genoemd.

Klokfase
Stadium in de tandontwikkeling die ontstaat door groei van de tandkap tot de vorm van een klok.

KNMT
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde, de grootste landelijke beroepsvereniging van tandartsen en tandartsspecialisten.

Knobbel
Verhevenheid op het kauwvlak van een kies.

Knopanker
Metalen draadje met een uiteinde waarmee een uitneembare beugel aan het gebit wordt vastgehouden. Het uiteinde kan bolvormig gegoten (ball-ended) of een klein gebogen lusje zijn.

Knopfase
Stadium in de tandontwikkeling die bestaat uit een knopvormige uitstulpsel uit de tandlijst. Door groei van de tandknop ontstaat er een tandkap.

Kobayashi hook, Kobayashi tie, Koby
Haakje om een bracket, gebogen van een dun getwijnd metalen draadje bij een vastzittende beugel.

Koper ligatuur
Metaaldraad die getwijnd wordt om gebitselementen van elkaar te scheiden (separeren). De draad wordt in getwijnde vorm ook wel gebruikt om slotjes op gebitselementen die in de kaak liggen met een beugel te verbinden.

Koppel
Twee gelijk grote krachten die in een tegengestelde richting parallel aan elkaar op een gebitselement werken.

Korkhaus-bestek
Een setje met instrumenten voor het opmeten van gebitsmodellen bestaande uit een plastic symmetrieplaatje, een passer en een draaischijfje voor het bepalen van afmetingen van de tandbogen. Het setje is ontwikkeld door de Duitse orthodontist professor dr. dr. Gustav Korkhaus.

Krachtmeter
Instrument om de kracht van orthodontische veertjes, elastiekjes en chain te meten. Wordt ook force gauge dynamometer genoemd.

Krimpkous
Dun plastic laagje dat om een lipbumper kan worden geschoven en hier na verwarming strak omheen vastzit.

Kroon
Het gedeelte van een gebitselement dat zich buiten het tandvlees bevindt. Ook wel de naam voor een tandheelkundige voorziening die na het beslijpen van de kroon van een gebitselement hierop wordt geplaatst.

KROSS-retainer
Retentiespalk die van hoektand tot hoektand achter de voortanden wordt geplakt. De spalk wordt van tevoren op een gebitsmodel gemaakt. Bij het plaatsen van de spalk wordt gebruik gemaakt van een plastic plaat die op hetzelfde model is gemaakt en die de spalk in een zo goed mogelijke positie tegen de tanden houdt. De spalk is distaal van de hoektanden in de plaat bevestigd. Tijdens het vastzetten van de spalk bij de patiënt is er volledig zicht op de spalk ter plaatse van alle voortanden. Na vastzetten van de spalk op de snijtanden met composiet wordt de spalk halverwege de hoektanden doorgeknipt en wordt de plaat verwijderd. Hierna worden de hoektanden met composiet aan de spalk vastgezet. De KROSS-retainer is ontwikkeld door de Amsterdamse orthodontist Rolf Koning.

Kruisbeet
Situatie waarbij kiezen van het bovengebit ten opzichte van kiezen van het ondergebit bij dichtbijten te ver naar binnen staan.

Kruisbeetelastiek
Elastiekje om de stand van kiezen van het ondergebit ten opzichte van het bovengebit bij een kruisbeet te verbeteren.

Krulstaartveer
Metalen draad in uitneembare beugel om gebitselementen in de tandboog te verplaatsen. Wordt ook posthoorn- of varkensstaartveer genoemd.

Kuijpers-Jagtman
Professor dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman is een bekende Nijmeegse hoogleraar orthodontie. Zij heeft op landelijk en internationaal niveau veel voor het onderwijs en onderzoek op het gebied van de orthodontie betekend. Haar aandachtsgebied gaat in het bijzonder uit naar de diagnostiek en behandeling van patiënten met schisis (hazenlip), craniofaciale afwijkingen, driedimensionale beeldvorming en evidence based orthodontie.

Kunstfout
Fout van een arts, tandarts of paramedicus bij de diagnostiek of behandeling.

Kunsthars
Het plastic van een uitneembare beugel.

Kunsthars element
Kunststof gebitselement dat aan een beugel kan worden bevestigd om een afwezig gebitselement te vervangen. Wordt ook wel prothese element genoemd.

Kunstharsmodel
Gebitsmodel van plastic. Meestal wordt het met behulp van driedimensionale scans van het gebit of gebitsmodel vervaardigd. Bij een kunstharsmodel treden in vergelijking met gebitsmodellen van gips minder snel beschadigingen op.

Kwadrant
Een vierde gedeelte van het gebit. 1e kwadrant: rechtsboven, 2e kwadrant: linksboven, 3e kwadrant: linksonder, 4e kwadrant rechtsonder.

Kwaliteitsprogramma
Programma om de kwaliteit van de zorgverlening te waarborgen en waar orthodontisten verplicht aan mee moeten doen om als orthodontist in het BIG-register ingeschreven te kunnen blijven. Het programma omvat (klinische) visitatie, bij- en nascholing en certificering.

Kwastje
Instrument voor het aanbrengen van vloeibare ets en adhesief op gebitselementen of de basis van brackets of buizen.

Labiaal
Aan de lipzijde.

Labiale boog
Metalen draad van een uitneembare beugel die voor de tanden langs loopt. Een doorlopende labiale boog loopt helemaal van de linker- naar de rechterzijde van het gebit. Een gedeelde labiale boog loopt alleen vanaf een kant van het gebit langs de voortanden.

Labio-inclinatie, labioversie
Naar voren gekipte stand van voortanden. Wordt ook eversie, labioversie of proclinatie genoemd.

Labiopositie
Voortanden staan naar voren. Wordt ook propositie genoemd.

Labium
Lip.

Lachlijn
Verticale positie van de boventanden ten opzichte van de onderzijde van de bovenlip.

Laceback
(ligatuur) Roestvrij stalen draadje dat bij een vastzittende beugel van eerste molaar naar hoektand loopt. Lacebacks worden vooral bij de MBT behandelmethode van McLaughlin, Bennett en Trevisi toegepast.

Lamina cribrosa
Mediaan gelegen, horizontale verlopend deel van het os ethmoidale dat deel van de voorste schedelbasis uitmaakt. Het bevat veel kleine gaatjes waarin reukzenuwvezeltjes (nervi olfactorii) lopen. Het endocraniale oppervlak van de lamina cribrosa wordt gebruikt bij de totale superpositie (cranial base registration). Omstreeks de leeftijd van 1 jaar vindt er geen groei meer plaats.

Lamina dentalis
Tandlijst. Een band van epitheelweefsel waaruit kiemen onstaan die de aanleg vormen van het ectodermale gedeelte van tanden (tandglazuur). Eerste aanleg van de gebitselementen in de zesde week na de conceptie.

Lamina dura
Compacte botlaag van de tandkas die tegen het wortelvliesl van een gebitselement aanligt.

Landkaarttong
Onschuldige, niet-besmettelijke aandoening, die wordt gekenmerkt door scherp begrensde witte en rode plekken op de tong. De vlekken kunnen in de loop van de tijd voortdurend van aspect en grootte veranderen en soms branderig of pijnlijk aanvoelen. Het is een onschuldige, niet-besmettelijke aandoening, die officieel lingua geographica of benigne migrerende glossitis wordt genoemd.

Larynx
Strottenhoofd.

Laserlassen
Een lastechniek waarbij metalen delen van een beugel met elkaar worden verbonden door ze met elkaar te versmelten door verhitting met een coherente bundel licht.

Lassen
Procedure waarmee door verhitting buizen en andere attachments op banden worden vastgezet.

Lateraal
Naar opzij of aan een zijde.

Laterale dwangbeet
Dwangbeet waarbij de onderkaak zijwaarts afglijdt.

Laterale incisief
Zijsnijtand.

Laterale schedelröntgenfoto
(LS) Röntgenfoto van het profiel van het gezicht, ook wel röntgenschedelprofielfoto (RSP) genoemd.

Laterognathie
Afwijkende positie van de kaak naar links of naar rechts.

Latex
Veelgebruikt natuurlijk rubber materiaal van elastiekjes bij vastzittende beugels. Ook de handschoenen van de behandelaar en medewerkers zijn vaak van latex gemaakt.

LC
Light-cured, lichtuithardend.

LCGIC
Light‐cured glass ionomer cement, lichtuithardend glasionomeercement.

LED
(uithardings) Lamp met licht-emitterende (LED) diodes voor het snel uitharden van composiet. Wordt ook wel uithardingslamp genoemd.

Leeway space
Verschil in voor-achterwaarste kroonafmetingen van de melkhoektanden en melkmolaren en die van de blijvende opvolgers.

Le Fort osteotomie
Chirurgische operatie waarbij (een deel van) de bovenkaak wordt verplaatst.

Lege artis
Naar de regels van de kunst.

Lehman activator
Activator bedacht door de Nederlandse orthodontist dr. Ruud Lehman. De beugel kan ook met een high-pull headgear worden gecombineerd.

Leidraad Mondzorg Corona
Een onder auspiciën van de mondzorgkoepels KNMT, ANT, NVM-mondhygiënisten en ONT tot stand gekomen landelijke richtlijn van de Commissie Leidraad Mondzorg Corona. Met de erin opgenomen extra beschermingsmaatregelen tegen het besmettingsgevaar van het coronavirus kunnen mondzorgverleners, zoals orthodontisten, op verantwoorde en gepaste wijze zorg verlenen. De richtlijn is door het ministerie van VWS, het RIVM en de IGJ goedgekeurd.

Levelling
Tandverplaatsingen die er op gericht zijn om de snijranden en knobbels van alle tanden en kiezen van een gebitsboog in één verticaal vlak te laten komen liggen.

Licht schild
Oranje schild ter bescherming van de ogen tegen het licht van een uithardingslamp.

Licht uithardend composiet
Hechtmiddel voor het plakken van een bracket, buis, attachment of spalk dat uit onder de invloed van licht uithardt.

Licht uithardende lamp, lichtapparaat, uithardingslamp
Lamp om het hechtmiddel bij het plakken van een bracket, buis, attachment of spalk uit te harden.

Ligature tang
Tang waarmee dunne metalen draden (ligaturen) kunnen worden getwijnd. Wordt ook wel naaldvoerder of naaldhouder genoemd.

Ligature cutter
Tang voor het doorknippen van dunne metalen draadjes (ligaturen).

Ligature director, ligature tucker
Penvormig instrument met uiteinden waarmee dunne metalen draadjes (ligaturen) kunnen worden weggebogen.

Ligatuur
Dun metalen draadje.

Ligeren
Voorzien van een dun metalen draadje (ligatuur).

Lightwire
Vastzittende beugel waarbij kleine krachten gebruikt. De techniek maakt gebruik van Australisch draad en is gebaseerd op de beugel die in 1956 door de Australische orthodontist Begg geïntroduceerd is.

Lijm
Kleefmateriaal om brackets, buizen en attachments (slotjes) op tanden en kiezen te plakken. De officiële termen zijn: adhesief of bonding en composiet.

Linguaal
Aan de tongzijde.

Lingua geografica
Landkaarttong. Onschuldige, niet-besmettelijke aandoening, die wordt gekenmerkt door scherp begrensde witte en rode plekken op de tong. De vlekken kunnen in de loop van de tijd voortdurend van aspect en grootte veranderen en soms branderig of pijnlijk aanvoelen. De aandoening wordt ook benigne migrerende glossitis genoemd.

Lingua villosa
Haartong. Verkleurde tong als gevolg van te lange of brede tongpapillen. De verkleuring kan van witgeel tot bruinzwart variëren en het kan lijken of er een laagje haar op de tong zit. Het is een pijnloze, onschuldige, niet-besmettelijke aandoening.

Linguale apparatuur
Vastzittende beugel aan de binnenzijde van het gebit.

Linguale boog
Vastzittende beugel waarbij aan de binnenzijde van het ondergebit een metalen draad loopt.

Linguo-inclinatie, linguoversie
Naar binnen gekipte stand van voortanden. Wordt ook wel inversie, palatoversie, retroversie, palato-inclinatie of retroclinatie genoemd.

Linguopositie
Gebitselementen staan naar achteren. Wordt ook wel retropositie of palatopositie genoemd.

Lipbumper
Metalen draad die tussen de onderlip en het ondergebit loopt. Soms is de draad bedekt met een kunststof schild (pelotte) of dun plastic laagje (krimpkous).

Liphouder, lipretractor
Hulpmiddel voor het weghouden van de lippen bij het maken van foto’s van het gebit.

Lipinterpositie
Onderlip bevindt zich in rust tussen de onder- boventanden. Wordt ook wel onderlipinterpositie genoemd.

Liplijn
Verticale positie van de onderrand van de bovenlip ten opzichte van de boventanden.

Lipprotector
Plastic beschermstripje dat op een vastzittende beugel kan worden aangebracht om de lippen tijdens het gebruik van blaasinstrumenten te beschermen.

Liptrap
Omschrijving van de onderlinge relatie tussen de onder- en bovenlip. Bij een positieve liptrap bevindt de onderlip zich achter de bovenlip. Wanneer de onderlip voor de bovenlip ligt is er sprake van een negatieve liptrap. Bij een normaal liprelatie is de liptrap licht positief.

Lingua
Tong.