8 letters |
naneming ∙ naspring ∙ nasprong ∙ neergang ∙ neerging ∙ neerhang ∙ neerhing ∙ nestjong ∙ neusgang ∙ neusring ∙ neustong ∙ neveling ∙ niettang ∙ nijptang ∙ nodiging ∙ noodgang ∙ notering ∙ oefening ∙ oerslang ∙ oliegang ∙ omarming ∙ omdoping omgeving ∙ omhaling ∙ omheiing ∙ omkading ∙ omkering ∙ omkoping ∙ ommegang ∙ Ommering ∙ ommuring ∙ ompaling ∙ omspring ∙ omsprong ∙ omzoming ∙ ontering ∙ ontwring ∙ ontwrong ∙ oogsting ∙ opboming ∙ opdeling ∙ opeising ∙ openging ∙ openhing ∙ ophaling ophoging ∙ ophoping ∙ oplading ∙ opleving ∙ oploding ∙ opmaking ∙ opmaling ∙ opmaning ∙ opmeting ∙ opneming ∙ opruiing ∙ opspring ∙ opsprong ∙ ordening ∙ ovengang ∙ overgang ∙ overging ∙ overhang ∙ overhing ∙ overlang ∙ overring ∙ overzing ∙ overzong ∙ paalring ∙ paaszang ∙ pandgang ∙ pershing ∙ Pharming ∙ Phishing ∙ piepjong ∙ piercing ∙ pijptang ∙ pingping ∙ pingpong ∙ pinkring ∙ pitching ∙ pitstang ∙ planking ∙ planning ∙ planting ∙ platging ∙ platting ∙ plenging ∙ Plooiing ∙ plugging ∙ Ponstang ∙ poteling ∙ preiring ∙ pressing ∙ prulding ∙ punkzang ∙ puntring ∙ Punttang ∙ quisling ∙ rafeling ∙ railtang ∙ rapeling ∙ rasptong ∙ rateling ∙ raveling ∙ refacing regeling ∙ regering ∙ rekening ∙ remstang ∙ rentjong ∙ reveling ∙ richting ∙ riemtong ∙ riesling ∙ riettang ∙ ringtang ∙ roadsong ∙ rocksong ∙ rockzang ∙ rolslang ∙ rondgang ∙ rondging ∙ rondhang ∙ rondhing ∙ rondzang ∙ rondzong ∙ ronggeng ∙ roodwang ∙ rookgang ∙ rooktong ∙ rookvang ∙ roteling ∙ rouwzang ∙ royering ∙ sampling ∙ sanering ∙ Scanning ∙ scatzang ∙ schaking ∙ schaving ∙ schering ∙ scholing ∙ schoring ∙ scouting ∙ scuffing ∙ seedling ∙ shilling ∙ shirting ∙ shocking ∙ shopping ∙ sierring ∙ sjorring ∙ skegging ∙ slagring ∙ slapping ∙ slashing ∙ slatting ∙ slendang ∙ slijping ∙ slijting ∙ slinking sliptong ∙ slotgang ∙ slotzang ∙ sluiting ∙ smarting ∙ smashing ∙ smeetang ∙ smelting ∙ smijting ∙ snijding ∙ snijtang ∙ snoeiing ∙ snuiving ∙ solozang ∙ soulsong ∙ soulzang ∙ sourcing ∙ spalking spalling ∙ spanking ∙ spanling ∙ spanning ∙ spanring ∙ spantang ∙ spatting ∙ spelling ∙ spiering ∙ spinning ∙ spitsing ∙ spoeling ∙ sponning ∙ spoofing ∙ stalking ∙ stalling ∙ stamping ∙ standing ∙ starring ∙ stelling ∙ stelring ∙ stemming ∙ sterking ∙ stijging ∙ stijving ∙ stilling ∙ stoflong ∙ stolling ∙ stopgang ∙ Stopping ∙ storting ∙ straling ∙ streling ∙ streving ∙ striping ∙ stroking ∙ stroming ∙ stuiting ∙ stukging ∙ stutting stutvang ∙ swapping ∙ sweating ∙ swinging ∙ taailing ∙ takeling ∙ takslang ∙ tandring ∙ tandtang ∙ tangring ∙ tapstang ∙ teengang ∙ teerling ∙ tekening ∙ teldwang ∙ tienling ∙ tienring ∙ tijdlang ∙ tijdzang ∙ tingtang ∙ titeling ∙ tjanting ∙ toebreng ∙ toeprang ∙ toetsing ∙ toewring ∙ toewrong ∙ tongtang ∙ tongtong ∙ topkring ∙ touwring ∙ tracking ∙ training ∙ trapgang ∙ trapwang ∙ trapzang ∙ tregging ∙ trekking ∙ trektang ∙ trending ∙ triftong ∙ trilling ∙ tripping ∙ tumbling ∙ twedding ∙ tweeling ∙ tweezang ∙ twinning ∙ twirling ∙ typening ∙ typering ∙ uienring ∙ uitbreng ∙ uitdring ∙ uitdrong ∙ uitwring ∙ uitwrong ∙ updating ∙ urenlang ∙ uurkring ∙ vaatring ∙ vakkring ∙ vangtang ∙ veelling ∙ veerring ∙ veinzing ∙ veldzang ∙ velgring ∙ verdring ∙ verdrong ∙ verering ∙ verwring ∙ verwrong ∙ vezeling ∙ vierling ∙ vierring ∙ vijfling ∙ vijfring ∙ vijsring ∙ viltring ∙ visering visslang ∙ vlakgang ∙ vlamtong ∙ vliering ∙ vlijming ∙ Vloeiing ∙ vloering ∙ voergang ∙ Voetring ∙ vogueing ∙ volbreng ∙ voorgang ∙ voorging ∙ voorhang ∙ voorhing ∙ voorlang ∙ voorrang ∙ voorzang ∙ voorzing ∙ voorzong ∙ vouwhang ∙ vrijding ∙ vrijdong ∙ vuiltong ∙ vulslang ∙ vuurbang ∙ vuurgang ∙ vuurtang ∙ vuurtong ∙ walegang ∙ wapeling ∙ Wapening ∙ wasdwang ∙ watering ∙ Weergang ∙ weerzang ∙ wegbreng ∙ wegdring ∙ wegdrong ∙ wegeling ∙ Wegering ∙ wekeling ∙ wemeling ∙ werkgang Werpgang ∙ westring ∙ wetering ∙ weveling ∙ wildling ∙ wildvang ∙ wildzang ∙ windgong ∙ windring ∙ windvang ∙ wondtang ∙ woudzang ∙ wrijving ∙ wringing ∙ wroeging ∙ zaadling ∙ zaailing ∙ zageling ∙ zaliging zalmwang ∙ zandtong ∙ Zandvang ∙ zeeslang ∙ zegeling zegening ∙ zegezang ∙ zekering ∙ zetdwang ∙ zienling ∙ zingzang ∙ zinkring ∙ zitslang ∙ zitstang ∙ zonering ∙ zoolgang ∙ zouttong ∙ zuchting ∙ zuidgang ∙ zuurling ∙ zuurtang ∙ zwaaiing ∙ zwarting ∙ zwelling ∙ zwenking ∙ zwieping ∙ zwiktang ∙ |
9 letters |
| aanhaking ∙ aanhuwing ∙ aanmeting ∙ aansprong ∙ aantoning abdijgang ∙ afboening ∙ afdakking ∙ afdijking ∙ afdinging ∙ afdroging afhakking ∙ afhelling ∙ afhouding ∙ afhouwing ∙ afkapping ∙ aflegging ∙ afluiding ∙ afluiving ∙ afmenning ∙ afpakking ∙ afpanding ∙ afpeiling afpomping afpunting ∙ afrolling ∙ afruiming ∙ afrukking ∙ afsleping ∙ afsloving ∙ afsteking ∙ aftapping ∙ |