Zie ook:
coach

coachen werkw. Uitspraak: [ ˈkotʃə(n) ] Afbreekpatroon: coa·chen Vervoegingen: coachte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecoacht (volt.deelw.) 1) (een sportclub) trainen en stimuleren tot goede prestaties sport Voorbeeld: 'Ze coacht het team van haar dochter.' 2) (iemand) begeleiden en adviseren
Gevonden op
https://woorden.org/woord/coachen

1) Harden 2) Opleiden 3) Helpen 4) Trainen 5) Oefenen voor een wedstrijd 6) Oefenen 7) Bekwamen 8) Begeleiden
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Coachen/1

Iemand helpen om tot betere prestaties te komen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10628

Coachen is een specifieke manier van begeleiden waarbij bepaalde doelen gemakkelijker en sneller gerealiseerd zullen worden. Dit gebeurt meestal onder leiding van een coach. De coach ondersteunt het leerproces van de coachee (de leerling). Dit houdt in dat de coach helpt bij het stellen van doelen en het behalen ervan. De coach gebruikt hierbij tec...
Gevonden op
https://ensie.nl/definitie/Coachen

Stimuleren van het bereiken van persoonlijke doelen door de ontwikkeling van kennis, competenties en talenten.
Als leidinggevende: stimuleren van het bereiken van functiedoelen door...
Gevonden op
https://managementplatform.nl/competenties-op-alfabet/31/05/2017
Geen exacte overeenkomst gevonden.