de iezegrim zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ie·ze·grim Verbuigingen: iezegrims<br>iezegrimmen (meerv.) Verbuigingen: iezegrimmetje (verkleinwoord) iemand die neigt tot mopperen Voorbeeld: 'Wat een iezegrim is dat, zeg!' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/iezegrim
1) Brombeer 2) Brompot 3) Figuur uit van den vos reinaarde 4) Gemelijk iemand 5) Gemelijk persoon 6) Iemand met een grimmig gezicht 7) IJzebijter 8) IJzerbijter 9) Kniesoor 10) Knorrepot 11) Knorrig mens 12) Neetoor 13) Nijdas 14) Nijdig persoon 15) Nors persoon 16) Nurk 17) Nurks 18) Nurks mens 19) Onvriendelijk mens Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Iezegrim/1
Spreekwoorden: (1914) Een ijzegrim (of iezegrim) d.w.z. een knorrig, verdrietig, norsch mensch, een ieder afschrikkende grompot (eig. iemand met een ijzeren (helm)masker<sup>2<-sup>); in de 17<sup>de<-sup> eeuw ook iemand met een schrikwekkend gelaat; hd. dial. isegrimm. Het is de naam van den wolf... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778