kapotgaan werkw. Uitspraak: [ ka'pɔtxan ] Afbreekpatroon: ka·pot·gaan Vervoegingen: ging kapot (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is kapotgegaan (volt.deelw.)
beschadigd raken of ophouden met functioneren Voorbeeld: 'Mijn mobieltje is kapotgegaan toen ik het liet vallen.' Synoniemen: doodgaan omkomen onklaar raken overlijden sterven stuk...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/kapotgaan
1) Sterven 2) Stukgaan 3) Overlijden 4) Doodgaan 5) Het begeven 6) Sneuvelen 7) De geest geven 8) Omkomen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kapotgaan/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.
