kletteren werkw. Afbreekpatroon: 'klet - te - ren Vervoegingen: kletterde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gekletterd (volt.deelw.) het teweegbrengen van snel opeenvolgende korte harde geluiden algemeen Voorbeelden: 'De regen klettert tegen het raam.' , 'Ik heb het bestek op de plavuizen laten kletteren.' Synoniemen: : klateren, ...
1) Flikkeren 2) Heldere geluiden geven 3) Ketsen 4) Klakken 5) Klappen 6) Klateren 7) Kletsen 8) Klikken 9) Klingelen 10) Knetteren 11) Met veel lawaai vallen 12) Rammelen 13) Regenen 14) Rinkelen 15) Slingeren 16) Smakken 17) Snorren 18) Tingelen 1) Klakken 2) Klappen 3) Klateren 4) Kletsen 5) Klikken 6) Klingelen 7) Knetteren 8) Rammelen 9) Rinkelen 10) Slingeren 11) Smakken 12) Snorren 13) Tingelen 
scherpe geluiden maken (toon de herkomst via de etymologiebank)
met harde, scherpe geluiden tegen iets aan komen vb: de regen klettert tegen de ruiten
1.weerklinken, galmen Voorbeeld: ‘Sommige woorden werden met een kletterende gil omhoog geslingerd’ in de uitdr.: Voorbeeld: ‘zingen dat het klettert’: flink, hevig, terdege (VD, Te) Voorbeeld: ‘En Riene en Tielde, ze zongen heel de week dat 't kletterde’ 2.gezegd van een fel stralend licht en van al wat de ogen be...
scherpe geluiden maken