knoeien werkw. Uitspraak: [ ˈknujə(n) ] Afbreekpatroon: knoei·en Vervoegingen: knoeide (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geknoeid (volt.deelw.) 1) alles om je heen vies maken Voorbeeld: 'knoeien met eten' Synoniem: morsen 2) (werk) slecht uitvoeren Voorbeeld: 'Dat schilderwerk is niet goed. Je zit te knoeien... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knoeien
door onhandigheid druppels of kruimels laten vallen vb: Jan knoeit zo als hij kookt Synoniemen: kliederen morsen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=knoeien