Zie ook:
misleid

misleiden werkw. Uitspraak: [ mɪsˈlɛidə(n) ] Afbreekpatroon: mis·lei·den Vervoegingen: misleidde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft misleid (volt.deelw.)
(iemand) opzettelijk iets laten geloven dat niet klopt Voorbeeld: 'De samenvatting geeft een misleidend beeld van het rapport.' Synoniemen: afzetten bedonderen bedriegen beduvel...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/misleiden

1) Abuseren 2) Afzetten 3) Bedonderen 4) Bedotten 5) Bedriegen 6) Beduvelen 7) Beetnemen 8) Begoochelen 9) Belazeren 10) Benadelen 11) Besodemieteren 12) Blinddoeken 13) Droelen 14) Duperen 15) Een loopje nemen 16) Folen 17) Foppen 18) Kokeren 19) Misbruik maken 20) Mystificeren 21) Neppen 22) Op een verkeerd spoor zetten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Misleiden/1
niet eerlijk zijn vb: hij heeft mij misleid met zijn verhaal
Synoniemen: bedriegen belazeren bedonderen
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=misleiden

•"iemand ~" iemand in de waan van iets brengen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/misleiden
Geen exacte overeenkomst gevonden.