Schokken definities

Zoek op
Zie ook: schok

schokken

schokken logo #1000schokken werkw. Uitspraak: [ ˈsxɔkə(n) ] Afbreekpatroon: schok·ken Vervoegingen: schokte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschokt (volt.deelw.) 1) plotselinge, korte bewegingen maken Voorbeeld: 'Het beeld schokt als je pc niet krachtig genoeg is voor dit spel.' 2) een onverwachte hevige emotie teweegbrengen
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/schokken

Schokken

Schokken logo #10101) Aandoen 2) Aangrijpen 3) Aanstoot verwekken 4) Aantasten 5) Betalen 6) Betalen (volkstaal) 7) Bewegen 8) Botsen 9) Choqueren 10) Denderen 11) Dreunen 12) Hobbelen 13) Horten 14) Klutsen 15) Lichaamswerking 16) Onthutsen 17) Rammelen 18) Schokkend 19) Schuiven 20) Shockeren 21) Stampen 22) Stoten
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Schokken/1

Schokken

Schokken logo #10101) Aangrijpen 2) Betalen 3) Botsen 4) Choqueren 5) Denderen 6) Dreunen 7) Epateren 8) Geven 9) Hobbelen 10) Horten 11) Hossen 12) Lenen 13) Ondergraven 14) Onthutsen 15) Schrokken 16) Schudden 17) Shockeren 18) Stoten 19) Stuiten 20) Wankelen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Schokken/1

schokken

schokken logo #11306betalen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/schokken

schokken

schokken logo #11619stoten, schudden
Gevonden op https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

Schokken

Schokken logo #116181.stoten Voorbeeld: ‘Voor hen zat Doorke, lijk een zwart schreefke, alleen op de kar, te wippen op mate van 't schokken der wielen, en lutste stillekes voort’ 2.duwen, stoten, schieten Voorbeeld: ‘Gedreven nu door grote nieuwsgierigheid, schokten ze beiden de handen diep in de schortezakken en staken met brede stappen de straat over...
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php

schokken

schokken logo #11344stoten, schudden
Jaar van herkomst: 1562 (Dict. Tetraglotton )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

Schokken

Schokken logo #11631[Bargoens, boeventaal] betalen; ook geven. Schok je een potje bier? Schok dien vrijer een paar spieën. Wat schok je voor dat pijtje? Hij schokt geen morig. (Hij is niet bang).
Gevonden op https://www.gutenberg.org/cache/epub/28715/pg28715-images.html
Geen exacte overeenkomst gevonden.