uitdrogen werkw. Uitspraak: [ 'œydroxə(n) ] Afbreekpatroon: uit·dro·gen Vervoegingen: droogde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is uitgedroogd (volt.deelw.) droog worden Voorbeelden: 'Mijn huid is door de vrieskou helemaal uitgedroogd.' , 'Ik heb erge dorst. Ik ben uitgedroogd.' Synoniemen: indrogen opdrogen verdorren verdrogen 2 de... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitdrogen