
voorwenden werkw. Uitspraak: [ 'vorwɛndə(n) ] Afbreekpatroon: voor·wen·den Vervoegingen: wendde voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft voorgewend (volt.deelw.)
als echt voorstellen door te doen alsof of te liegen Voorbeelden: 'Hij wendde voor dat hij gek was.' , 'Zijn baas dacht dat hij de ziekte voorwendde.' , 'Ze wendde voor dat...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/voorwenden

1) Affecteren 2) Bedenken 3) Fantaseren 4) Fingeren 5) Huichelen 6) Pretenderen 7) Pretexteren 8) Simuleren 9) Spelen 10) Toneelspelen 11) Uitdenken 12) Veinzen 13) Verdichten 14) Verzinnen 15) Voorgeven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Voorwenden/1

1) Bedenken 2) Beweren 3) Doen alsof 4) Fantaseren 5) Fingeren 6) Huichelen 7) Pretenderen 8) Pretexteren 9) Simuleren 10) Spelen 11) Toneelspelen 12) Uitdenken 13) Veinzen 14) Verdichten 15) Verzinnen 16) Voorgeven
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Voorwenden/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.