de aanstelling zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈanstɛlɪŋ ] Afbreekpatroon: aan·stel·ling Verbuigingen: aanstellingen (meerv.) benoeming in een functie Voorbeeld: 'Na een tijdelijke aanstelling krijg je soms een vaste aanstelling.' Synoniemen: benoeming betrekking installatie
1) Betrekking 2) Benoeming 3) Plaatsing 4) Nominatie 5) Kennisgeving van benoeming 6) Installatie 7) Baan
Benoeming in een functie.
Een aanstelling is de benoeming, voor bijvoorbeeld een baan. ( De sollicitant kreeg de aanstelling voor de baan. Hij werkt nu bij het bedrijf. ) [basiswoordenlijst groep 7]