gunnen werkw. Uitspraak: [ ˈxʏnə(n) ] Afbreekpatroon: gun·nen Vervoegingen: gunde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gegund (volt.deelw.) vinden dat iemand iets prettigs mag ondervinden Voorbeelden: 'Ik gun je deze meevaller van harte.' , 'zich de tijd gunnen om van het mooie weer te genieten' Synoniemen: dulden duren goedkeuren g... Gevonden op https://woorden.org/woord/gunnen
zonder jaloezie toestaan dat iemand anders iets heeft vb: hij gunt mij die dure auto wel iets aan jezelf toestaan vb: ze gunt zich geen moment rust Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/