inlaten werkw. refl 'zich ~ met' bemoeienis hebben met iets of iemand
Voorbeeld: `Hij liet zich daar niet mee in.
`iemand verwelkomen bij de deur
Voorbeeld: `Wil jij onze gasten even inlaten?
`toegang verschaffen aan iets
Voorbeeld: `Er werd water van het ...
1) Afgeven 2) Bemoeien 3) Betrekkingen aanknopen 4) Binnenlaten 5) Doen binnengaan 6) In laten stromen 7) Indiepen 8) Ingereren 9) Mengen 10) Moeien 11) Ophouden 
Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 twee stukken hout aaneenvoegen door een keep of sponning.
1> een inlaat (1, 2 of 4) maken. 2> water van een gebied met hoge waterstand naar een gebied met lage waterstand laten vloeien
je bezighouden met iets waar je niets mee te maken hebt vb: je kunt je beter niet met die mensen inlaten Synoniem: bemoeien