Exotische Muziekinstrumenten-Encyclopedie
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Kunst, muziek & cultuur > Muziekinstrumenten
Datum & Land: 15/02/2007, BE
Woorden: 1475
Goedjer
Mongoolse 2-snarige vedel, gelijkend op de er-hu
Goeloe
contrabasxylofoon uit Mozambique
Goele
spleettrom van de Kwi uit Ivoorkust, bedoeld om de menselijke stem te imiteren
Godeye
muziekboog van de Baule uit Ivoorkust
Grantang
Balinese bamboe xylofoon, waarbij de bamboe kokers in een houten raamwerk hangen, en met rubberen hamers worden bespeeld. Ook wel tingklik genoemd
Grizansi
duimpiano met 8 lamellen uit Zambia, zie ook gizansi
Grna
reusachtig grote Tibetaanse trommel
Guru
ongeveer 20 cm. lang fluitje van de Bariba uit Benin
Gusle
1#) vedel uit Servië en Albanië, met een sierlijk uitgesneden krul, een met huid bedekte, houten klankkast en een enkele snaar die gemaakt is van gedraaid paardenhaar 2#) plankciter uit de Belorus, de Oekraïne, de Oeral-republieken en Georgië. Soms ook kusle genoemd
Guitaron
kleine gitaar uit Latijns-Amerika met een grote klankkast. Het instrument is bespannen met 5 paar dubbele snaren
Guluy
grote, met een stok geslagen Ghanese trommel
Guntang
Javaanse spleettrom
Guiro
houten rasp uit de Cariben ook bekend als ‘berenlul’
Guitarillo
kleine, 5-snarige gitaar uit Latijns-Amerika, met een halve kalebas als klankkast
Guengari
Koreaanse gong, die met de linkerhand wordt vastgehouden en met de rechterhand met een vilten stok wordt bespeeld
Guimbri
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De guimbri zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen hajhouj, guembri, gombri en sintir
Guira
metalen rasp uit de Cariben
Guedra
Marokkaanse aardewerken vaastrommel die aan één zijde met geitenhuid is bespannen en met de hand wordt bespeeld
Guembri
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De guembri zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen hajhouj, guimbri, gombri en sintir
Guacharaca
rieten schraper uit Colombia en veel gebruikt in de Vallenato-muziek
Guan-zi
Chinese schalmei met een prachtige expressieve toon, die lijkt op die van de duduk, zijn Armeense familielid. De guan-zi, vroeger bili genaamd, deed zijn intrede in China rond de Sui-dynastie. Het instrument wordt vooral gebruikt in de volks- en blaasmuziek, maar heeft ook een plaats in boeddhistische en taoïstische religieuze muziek
Gubah
1-snarige vedel van de Bauls, de rondtrekkende troubadours uit Bengalen, beter bekend als ‘de gekken van God’
Gu-cheng
Chinese plankciter, bespannen met 18 a 21 snaren over even zovele verplaatsbare kammen. Vibrato wordt verkregen door de snaren aan een kant van de kam in te drukken, terwijl aan de andere kant van de kam de snaren worden getokkeld
Gwal
middelgrote, dubbelzijdige, met stokken geslagen trom uit Marokko
Gyümang
Tibetaans hakkebord, vrijwel identiek aan de Chinese yang-qin. De naam gyümang of gyued mang betekent letterlijk ‘veel snaren’
Gyamadudu
dubbelvellige cilindrische houten bastrommel van de Yehi uit Ghana. Het linkervel wordt met de hand bespeeld, terwijl het rechtervel met een stok wordt aangeslagen
Gyil
Ghanese balafoon met 18 houten klankstaven
Harpaparaguayana
grote harp uit Paraguay met 36 nylon snaren
Hasapi
2-snarige mandoline van de Toba-Batak uit Sumatra
Hazolahy
dubbelzijdige trommel uit Madagaskar
Harpacreolla
29-snarige Creoolse harp uit Latijns-Amerika
Harmonium
toetsinstrument dat werkt met een blaasbalg. Het harmonium is een draagbare uitvoering van het westerse trapharmonium en werd door de Portugezen in de 16de eeuw meegenomen naar India. Daar is het inmiddels razend populair geworden en het heeft zich over het hele land verspreidt, zelfs tot in Nepal, Pakistan en Afghanistan. Het instrument is gereduceerd tot een rechthoekige kist met daarop een toetsenbord, dat met de rechterhand wordt bespeeld, terwijl het wordt gevoed door een blaasbalg, welke met de linkerhand moet worden bediend. Doordat maar één hand voor het bespelen kan worden gebruikt, worden er dus maar weinig akkoorden gespeeld en het instrument dient dan ook voornamelijk om de zang te ondersteunen. Het herhaalt de melodie en breit er omheen. Het harmonium wordt zowel in klassi...
Harpa
Indiaanse harp uit Mexico
Hajhouj
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De hajhouj zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen guimbri, guembri, gombri en sintir
Hardangerfele
Noorse vedel in de vorm van een viool, maar met een rijk versierde romp en hals. De hardangerfele heeft 4 melodiesnaren en 4 meetrillende resonantiesnaren en wordt op dezelfde manier vastgehouden als de viool
Hackbrett
hakkebord uit Beieren, Oostenrijk en Zwitserland met 135 snaren welke óver en onder lange kammen lopen. De snaren worden met hamertjes aangeslagen
Hai-sung
set bestaande uit vijf, verschillend gestemde, keramieken potten bespannen met rubberen vellen, afkomstig uit Noord-Thailand
Heo
viool van de Meto uit Timor
Heratidutar
3-snarige langhalsluit uit West-Afghanistan. Alhoewel dit instrument pas omstreeks 1950 werd ontworpen en korte tijd geliefd was, raakte het na 10 jaar alweer uit de mode. Het was een soort tussenvorm van de 2- en 14-snarige types
Heru
geribbelde ijzeren plaat, waarover - vaak met veel overgave - met een metalen staaf wordt geraspt. De heru produceert een schelle klank en draagt zorg voor de ritmische begeleiding in de tambú-orkesten op de Nederlandse Antillen
Hindewhu
kleine, slechts één enkele toon producerende, fluit van de Babanzele-pygmeeën uit Centraal-Afrika
Highlandpipes
Schotse doedelzak
Hne
Birmaans dubbelriet blaasinstrument met een kegelvormig boorgat, 7 vingergaten en een grote metalen beker aan het uiteinde. Soms ook als hnae geschreven
Hnae
zie hne
Hoddu
een met dierenhuid bespannen 4-snarige luit van de Djelgobe uit Burkina Faso, ook populair bij de nomadische Sahel-Fulani. Het instrument is bootvormig, uit één stuk hout gesneden en aan het eind van de hals zitten een paar kleine, blikken schellen, die tijdens het spelen meetrillen. Met de rechterhand worden bepaalde ritmes op de houten klankkast geslagen
Hojak
conisch geboorde houten blaaspijp met één enkel riet uit Korea
Holak
dubbelvellige trommel uit Baluchistan
HoonToung
mondharp van de Akha uit Noord-Thailand
Hosho
maracas uit Zimbabwe
Hsiao-ku
kleine Chinese bolvormige trommel die met stokken wordt bespeeld
Hungu
1-snarige boogharp uit Angola, ook bekend onder de naam mbulumbumba. De hungu is de voorloper van de Braziliaanse berimbau en waarschijnlijk door Bantoe slaven meegenomen naar Brazilië
Hurdy-gurdy
de hurdy-gurdy is een draailier en sedert de middeleeuwen bekend in Europa. De snaren, die door de rotatie van een wiel tot vibreren worden gebracht, worden afgestopt d.m.v. een toetsenbord. De meeste exemplaren van deze gemechaniseerde viool hebben een of meer bassnaren die voortdurend doorklinken. Om het wiel te laten bewegen wordt het door een slinger aan het draaien gebracht. Dit gebeurt met de ene hand, terwijl de andere hand de toetsen indrukt, wat tangenten omhoog doet komen die de snaren afstoppen, waardoor de toonhoogte wordt bepaald
Huduk
2-vellig handtrommeltje uit Uttar Pradesh (Noord-India)
Hukhar
grote trom van de Ede uit Vietnam
Hulaipu
grote Hawaiiaanse slagpot, bestaande uit twee aan elkaar bevestigde kalebassen. De speler knielt naast de slagpot en bespeelt het instrument met beide handen
Hun
bamboe mondharp uit Thailand
Humuxi
Chinese blokfluit met een vibrerend, metalen membraan
Hummel
peervormige Zweedse plankciter. Sommige snaren lopen over frets, andere niet
Hu-chin
Chinese spikevedel met 4 zijden snaren en een kleine blikvormige romp en een tussen de snaren gevlochten strijkstok van paardenhaar
Ibirandi
kleine kalebasratels van de Kuriya uit Kenia
Ighil
2-snarige paardenkopvedel met lange hals uit Tuva
Igba
grote, eenvellige trommel uit Nigeria
Ikembe
duimpiano uit Ruanda en Burundi. De klankkast van deze metallofoon wordt van een zachte houtsoort gemaakt en daarin worden zaden of kleine steentjes gelegd die bij het spelen een zoemend geluid voortbrengen. De ikembe komt van oorsprong uit Congo-Zaire en werd in 1916 door Belgische militairen naar het op de Duitsers veroverde Ruanda en Burundi gebracht
Ikoro
Nigeriaanse spleettrom
Ilattalam
set van twee bronzen bekkens uit Kerala (Zuid-India)
Imbiti
2-snarige muziekboog van de Aka uit de Centraal Afrikaanse Republiek
Indingidi
1-snarige vedel uit Oeganda, Ruanda en Burundi met een klankkast van hoorn, welke is bedekt met de huid van een kalf. Zie ook n'dingidi
Inangga
rechthoekige schaalciter met 6 tot 8 snaren uit het noorden van de Kongo en het Grote Merengebied in Oost-Afrika. De inangga is gemaakt van een lichte harde houtsoort en aan de uiteinden ervan zijn 8 tot 12 inkepingen gesneden waaraan de snaren zijn bevestigd. De snaren zijn vaak gemaakt van dierendarmen of plantenvezels. Ringen van hagedissenhuid worden op zo’n manier aan de nek van het instrument bevestigd dat ze de snaren raken als die worden bespeeld. Zo ontstaat er een quasi vervormd, zoemend geluid. De inangga, ook wel ennangga of nangga genaamd, is een zeer oud instrument en afbeeldingen ervan komen al voor in de grafkamers van de Egyptische piramiden
Ingaraba
eenvellige trommel uit Ruanda
Ingirimba
basxylofoon met 9 toetsen van de M’Baka uit de Centraal Afrikaanse Republiek
Ingungu
Zuid-Afrikaanse wrijftrom met een wrijfstok door een gat in het vel
Inuitkuchina
snorrebot van de Inuit uit de Beringstraat tussen Alaska en Siberië. De inuitkuchina bestaat uit een kleine houten stok die aan een koord wordt rondgedraaid. De snelheid waarmee de houten stok wordt rondgedraaid bepaalt de toonhoogte van het zoemende, angstaanjagende geluid
Irikembe
duimpiano van de Nande uit Congo-Zaire
Iritunggu
lier van de Guzii uit Kenia
Isigubu
Zuid-Afrikaanse trommel met twee aan elkaar geregen vellen en gemaakt van een uitgehold blok hout. De isigubu wordt rondom de nek gedragen en beide vellen worden geslagen met omwikkelde stokken
Itolele
middelgrote Cubaanse bata, ook wel omele genoemd
Iya
grote Cubaanse bata
Jatong utang
houten xylofoon van de Iban uit Sarawak
Japanesebanjo
langwerpige houten klankkast, bespannen met een aantal in akkoord gestemde, metalen snaren. Door typemachine toetsen in te drukken duwt men een staaf op de snaren waardoor de stemming verandert. Dit kinderinstrument wordt met een plectrum getokkeld. In Japan wordt het instrument taishokoto genoemd, maar ook in India en Pakistan is het populair onder de namen bulbul tarang en benju
Jantar
stokciter met twee kleine resonators uit Rajasthan
Jalra
kleine handcimbaaltjes uit Zuid-India, identiek aan de manjira in de rest van India
Jaltarang
set van 18, met verschillende hoeveelheden water gevulde, porseleinen kommen, die met bamboestokjes, voorzien van een kurk of een vilttop, worden bespeeld. De waterstand in de kommen bepaalt de toonhoogte en draagt bij tot het handhaven van de klank. Dit instrument, dat meestal solo gepeeld wordt, maar ook samen met viool en mridangam, is voornamelijk populair in het zuiden van India, waar het de status van concertinstrument heeft verworven
Jenglong
set van 6 kleine liggende gongs uit Java, zie ook djenglong
Jegogan
soort xylofoon gemaakt van enorme bamboe's, die alleen in het district Negara op West-Bali voorkomen. 8 Bamboe's, sommigen wel zo groot als 3 meter!, worden naast elkaar op een fraai besneden houten frame gelegd en met rubberen hamers bespeeld. De bespelers zitten vaak op de bamboe's en moeten hard slaan om enig geluid te produceren. Het geluid van de jegogan ervaart men niet zozeer via de oren, maar men voelt het meer in de buik! Een gamelan jegog-orkest kan wel uit 20 bespelers bestaan, opgedeeld in twee groepen. Ieder instrument heeft 8 toonhoogtes en omvat twee oktaven (in een systeem van 4 tonen per oktaaf). Dit enorme instrument is uniek in Indonesië en wordt alleen in enkele dorpen in het westen van Bali bespeeld
Jejyvoatavo
dubbelzijdige harp met een kalebas als klankkast uit Madagaskar
Jhanj
30 cm. grote handbekkens uit Rajasthan (India), identiek aan de brahmatalam uit Zuid-India
Jhyali
bekkens van de Newari uit Nepal
Ji-cheng
7-snarige Chinese luit
Jinggong
mondharp van de Bidaya uit Sarawak (Borneo)
Jortsjen
Mongools hakkebord
Jouhikko
Finse gestreken lier met 3 snaren
Jun-jun
Nigeriaanse 'talking drum'
Kayakeum
andere benaming voor de Koreaanse kayagum
Kazoe
eenvoudige speelgoed mirliton die wordt bespeeld door in het mondgat aan het ene uiteinde van de buis te zingen. Het membraan is halverwege de buis over een gat in de zijkant aangebracht
Kayrak
getokkelde luit uit Uzbekistan
Kawala
Ethiopische ceremoniële fluit
Kayagum
lange Koreaanse plankciter met 18 zijden snaren die aan de onderkant van het klankbord zijn bevestigd. Het instrument heeft verplaatsbare kammen en is de Koreaanse tegenhanger van de Japanse koto en de Chinese gu-cheng
Kaval
lange herdersfluit uit Bulgarije, Roemenië en Moldavië
Kaung-wong-yai
Thai gongspel, bestaande uit 18 bronzen gongketels, die, rustend op een rotan raamwerk, in een halve cirkel staan opgesteld. De speler zit binnen in het instrument en gebruikt stokken met schijven aan het uiteinde. De laagst gestemde gong bevindt zich links van de speler, die met de hoogste toon rechts
Katsa
ratelaar uit Madagaskar, zie ook kacha