Exotische Muziekinstrumenten-Encyclopedie

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Kunst, muziek & cultuur > Muziekinstrumenten
Datum & Land: 15/02/2007, BE
Woorden: 1475


Qitra
Tunesische luit

Qin
lange Chinese plankciter zonder kammen en met 7 zijden snaren in de stemming C-D-F-G-A-C-D. De plaats waar de snaren moeten worden afgestopt zijn aangegeven met ingelegde ivoren schijfjes op het klankbord. De linkerhand wordt gebruikt om de snaren af te stoppen, de rechter om te tokkelen. De qin is een van de oudste instrumenten uit de Chinese klassieke muziek en stamt uit ca.1000 BC. De laatste jaren neemt de belangstelling voor de qin weer sterk toe

Qraqeb
metalen castagnetten uit Marokko

Quinto
hoog gestemde, Cubaanse conga

Qulkobuz
2-snarige vedel uit Kazakstan

Quena
korte, rechte fluit van de Inca en tegenwoordig nog in gebruik in Peru, Bolivia, Ecuador en Colombia. Zie kena en qena

Quica
Braziliaanse wrijftrom, waarmee men geluiden van wilde dieren kan nabootsen

Queixada
ongewoon Braziliaans instrument, in wezen niets anders dan een ezelskaak, die als klepper wordt gebruikt

Quatro
kleine, 4-snarige gitaar uit Latijns-Amerika, welke meer weg heeft van een grote ukelele. De quatro stamt al uit de 12de eeuw en deze voorloper van de gitaar werd door de Spanjaarden in de 16de eeuw in Latijns-Amerika geintroduceerd

Rayong
Balinese gongketels, zie ook ryong en reong

Rapai
tamboerijn van geitenhuid uit Aceh (Noord-Sumatra)

Raspa
Cubaanse kalebas met inkepingen, die met een houten stokje worden geschraapt. De kalebas verschaft het instrument zijn eigen resonator

Ravanhatho
2-snarige vedel uit Rajasthan en Gujarat (West-India). De klankkast is gemaakt van een halve kokosnoot en met huid afgedekt. De hals bestaat uit een 60 cm. lange bamboe stok. Eén van de melodiesnaren is van paardenhaar gemaakt, terwijl de ander van staal is. Soms is het instrument toegerust met 12 resonantiesnaren. De strijkstok is een simpele stok met paardenhaar, waaraan kleine belletjes (ghungurus) zijn bevestigd die tijdens het spelen mee rinkelen

Ranket
vreemd dubbelriet renaissance blaasinstrument dat op het eerste gezicht veel weg heeft van een waterpijp! Binnenin, doch onzichtbaar voor het oog, bevindt zich een lang, opgevouwen luchtkanaal zodat een zeer diepe klank wordt verkregen. De ranket wordt door een roerpijp aangeblazen

Rantang
Balinese bamboe xylofoon, waarbij hele bamboesegmenten van verschillende lengte en dikte - ieder met zijn eigen vaste toonhoogte - in een frame zijn gehangen. De rantang wordt met twee vilten of rubberen hamers bespeeld

Randador
Ecuadoraanse pansfluit

Ranad-ek
Thaise bamboe xylofoon met 21 toetsen en een klankkast in de vorm van een boot

Ranad-thum
Thaise houten xylofoon, in vorm gelijkend op de ranad-ek

Ranasringa
grote, S-vormige koperen hoorn uit India en Nepal. Ze komen met zowel enkele als dubbele bekers voor

Ramkie
primitieve, zelfgemaakte volksgitaar uit Zuid-Afrika. Oorspronkelijk werd de klankkast gemaakt van een, met huid bedekte kalebas, doch tegenwoordig worden daarvoor vaak lege blikken gebruikt

Rajnengibana
primitieve, 2-snarige vedel uit Madhya Pradesh (Centraal-India)

Rabé
een in kwinten gestemde 3-snarige vedel van de Maya uit Mexico en Guatemala

Rabelito
kleine, 2-snarige vedel van de Maya uit Mexico en Guatemala

Raganella
een soort Italiaans snorrebot, bestaande uit een stok met daaraan bevestigd een ronddraaiend tandwiel aan een touw

Rababa
1-snarige vedel uit Iraq

Rabab
1#) langhalsluit uit Centraal-Azië en Kashmir. Zie ook rebab en rubab 2#) 4-snarige, Indiase getokkelde luit met een dubbele klankkast, de ene afgedekt met perkament en de ander met hout. Onder de melodiesnaren door lopen nog een aantal metalen resonantiesnaren, die het geluid verrijken. Het instrument heeft 4 à 5 frets, wordt met een plectrum bespeeld en de klank lijkt op die van de banjo 3#) eenvoudige, 1-snarige vedel uit het noorden van India. Deze rabab heeft een rechthoekige houten klankkast die zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde is bedekt met leer. De hals bestaat uit een rechte stok

Rag-dung
uitschuifbare rechte koperen hoorn van zo'n twee meter lengte uit Nepal en Tibet

Rai-metsia
Vietnamese bamboe fluit

Rajao
5-snarige gitaar uit Portugal. Door vroege zeevaarders naar Indonesië gebracht en daar de voorloper geworden van de krontjong, een instrument dat nu zelf bijna uitgestorven is, en op zijn beurt weer vervangen werd door de 4-snarige ukelele

Rewab
5-snarige luit uit Centraal-Azië

Reshoto
zeer ondiepe Russische lijsttrommel met metalen rinkelschijven. De reshoto wordt vastgehouden aan een handvat en bespeeld met de vingers of met een stok

Repinique
Braziliaanse trommel met een hoge, heldere toon. De repinique wordt veel gebruikt in sambagroepen waar het door de leider gebruikt wordt om de verschillende breaks aan te geven. Het instrument wordt zowel van hout als van aluminium gemaakt

Reong
set bestaande uit 12 Balinese gongketels, die door vier mannen wordt bespeeld. Zie ook ryong

Repicador
kleine Panamese handtrommel die tussen de knieën geklemd wordt bespeeld

Renda
grote opgehangen trommel uit Tibet

Reco-reco
Braziliaanse bamboestok met ingekerfde gleuven. Het instrument wordt geschraapt met een klein stokje. Er bestaan tegenwoordig ook moderne, metalen uitvoeringen van dit instrument

Rebolo
Braziliaanse cilindertrommel, iets groter en dieper dan de repique de mão

Rebec
1#) Bulgaarse vedel, identiek aan de gadulka 2#) primitieve, 1-snarige spikevedel uit Syrië en Iraq 3#) 4-snarige middeleeuwse vedel met een kleine peervormige romp met een rond achterblad, gemaakt van een enkel stuk hout. De hals was kort, de stemschroeven zaten aan de zijkant van de krul en vaak had de rebec een decoratief klankgat

Rebab
1#) langhalsluit uit Centraal-Azië met 2 tot 7 melodiesnaren van geitendarm en 3 tot 15 metalen resonantiesnaren, die met een plectrum worden getokkeld. De kleine bolvormige klankkast is bedekt met pythonhuid en het instrument is erg populair in Afghanistan, Tadzjikistan en Sinkiang, ook bekend onder de naam rubab en rabab 2#) Arabische vedel met 2 snaren, komt voor van Marokko tot in Indonesië, waar het deel is gaan uitmaken van het gamelanorkest. De klankkast van deze houten vedel is 15 cm. lang en met huid bedekt en de strijkstok is gemaakt van paardenhaar, doch in tegenstelling tot westerse strijkstokken is het haar nooit strak bespannen 3#) Kasjmiri langhalsluit met 6 darmsnaren en 17 resonantiesnaren. Deze Kashmiri variant van dit met een plectrum getokkelde instrument werd zo’n 4...

Rebana
heel grote Malay drum van de Ubi-Besar uit Sarawak

Rgya-kling
Tibetaanse shenai van zo’n 60 cm. lengte, maar met een koperen beker en verfraaid met koperen ringen tussen de vingergaten

Riti
vedel van de nomadische Fulani uit West-Afrika

Rihe
bamboe pansfluit van de Solomon Eilanden

Rika
tamboerijn gebruikt in de Taarab-muziek van Tanzania en Zanzibar

Rikaloo
Servische natuurhoorn, gemaakt van lindeboombast

Rinchik
kleine Balinese, op een standaard gemonteerde, bekkens, die van boven worden aangeslagen met de bekkens die de speler in zijn handen houdt

Riq
tamboerijnachtige lijsttrom uit Egypte. De riq heeft 5 paar metalen schellen en is populair in de hele Arabische wereld

Rinini
vedel uit Baltistan

Rkan-dung
primitieve zilveren Mongoolse trompet

Rkan-ling
rijk versierde koperen hoorn uit Tibet

Rote
Angelsaksische lier uit de vroege middeleeuwen. De rote had 6 snaren die werden getokkeld, en het gehele instrument was uit een stuk hout gesneden

Romo
Tibetaanse bekkens

Rumkula
3-snarige bascello uit Sicilië

Rubab
1#) 2-snarige Uzbeekse vedel 2#) andere benaming voor de rebab en rabab, zie aldaar

Ruharaga
Ruandese trommel

Ryong
set van 12 Balinese gongketels die door vier mannen wordt bespeeld. Zie ook reong

Saz-i-kashmir
Kasjmiri variant van de Turkse saz

Saz
populaire langhalsluit uit Turkije en Azerbaijan. De smalle, doch opvallend diepe klankkast van de saz is meestal gemaakt van walnoothout, rozenhout of moerbeiboomhout. De lange hals daarentegen wordt vaak uit coniferenhout vervaardigd. De saz heeft 6 tot 8 snaren, die over 10 tot 19 nylon frets lopen. De snaren worden óf met de vingers van de rechterhand aangeslagen, óf met een plastic plectrum getokkeld. De stemming van het instrument hangt af van de plaats in Turkije waar men zich bevindt en de soort maqam dat men speelt. De meeste saz-spelers passen de stemming van hun instrument zodanig aan dat die goed harmoniseert met hun eigen zangstem

Saw-thai
3-snarige, Thaise spikevedel met een ondiepe, ovale romp

Sauragh
getokkelde korthalsluit uit Bangladesh en de Indiase deelstaat West-Bengalen

Sauruba
lange, smalle dubbelvellige handtrommel uit Senegal en een voorloper van de sabar

Sasando
buisciter met resonator uit Timor (Indonesië)

Satara
dubbele herdersfluit uit Rajasthan (India)

Saung-kauk
rijkelijk versierde, 14-snarige Birmaanse harp in de vorm van een boot. De saung-kauk rust op een standaard en wordt gestemd met een zijden koord, dat aan de snaren is bevestigd en om de hals van de harp is vastgebonden. Het instrument heeft zijn wortels in India maar komt tegenwoordig alleen nog in Birma voor en is uniek in Azië. De saung-kauk wordt als solo-instrument gebruikt maar ook om de simpele 'cho' liederen en de esoterische 'yodaya' liederen te begeleiden, vaak samen met de si en de wa-let-kyong, die voor het ritme zorgen

Sasabagan
anderhalve meter lange houten balk hangende in een standaard van hout of bamboe. De Batak uit Palawan (Filippijnen) bespelen dit instrument met 5 personen die met 10 houten stokjes van zo'n 25 cm. tegen de balk tikken. Dit curieuze instrument heeft wel iets weg van de bekendere Baskische txalaparta

Saruneetek
kleine klarinet van de Toba-Batak uit Noord-Sumatra

Sarunebolon
hobo met een afneembaar uiteinde, bespeeld door de Toba-Batak uit Noord-Sumatra

Saroze
Pakistaanse vedel met 4 melodiesnaren en 8 resonantie-snaren

Sarune
schalmei van de Karo-Batak uit Noord-Sumatra

Saronpeking
kleinere uitvoering van de Indonesische saron ricik

Saronricik
Indonesische metallofoon met 6 bronzen of ijzeren toetsen, die door de rechterhand met een houten hamer worden bespeeld terwijl de linkerhand de toetsen dempt. De saron is een vast onderdeel van een gamelanorkest en volgt daarin de basismelodie

Saronpanerus
Indonesische metallofoon, identiek aan de saron peking

Sarondemung
grotere uitvoering van de Indonesische saron ricik, met 14 bronzen toetsen

Sarod
getokkelde luit uit Afghanistan, Pakistan en Noord-India. Het instrument is geheel van hout gemaakt en meet tussen de 1 en 1½ meter. De geronde klankkast is zo'n 30 cm. diep en afgedekt met perkament. De sarod telt 6 metalen snaren voor de melodie en de drone, en nog eens 11 à 12 resonantiesnaren, maar er worden tegenwoordig ook exemplaren gemaakt met 8 snaren en wel 17 resonantiesnaren. Het instrument wordt met een plectrum bespeeld en het kent geen frets. De snaren worden daarentegen met de vingers van de linkerhand afgestopt om de juiste tonen te kunnen produceren. Om het glijden van de vingers tijdens het spelen te vergemakkelijken is er op het vingerbord - de bovenkant van de hals - een dunne plaat gepolijst metaal aangebracht. De sarod wordt meestal als solo-instrument gebruikt. ...

Sarinda
4-snarige vedel uit Baluchistan. Dit strijkinstrument, dat identiek is aan de sorud en de qeychak, heeft ook nog 6 tot 8 resonantie snaren die over een met gazellen- of geitenleer afgedekte klankkast lopen

Sarangi
Noord-Indiase vedel waarvan wel wordt beweerd dat, van alle instrumenten, zijn klank het meest op die van de menselijke stem lijkt. De sarangi is ongeveer 60 cm. lang en is vervaardigd uit één enkel stuk uitgehold hout, waarvan de klankkast is afgedekt met perkament. Het instrument heeft 3 darmsnaren voor de melodie en heel soms een vierde snaar van messing die voor de drone kan worden gebruikt. De snaren lopen over een kam die zich midden op de buik van het instrument bevindt. Aan beide zijden van de klankkast zijn grote boogvormige inkepingen aangebracht om het strijken te vergemakkelijken. 35 tot 40 metalen resonantiesnaren, bevestigd aan de zijkant van de hals en aan de kop van het instrument, lopen onder de melodiesnaren door en verfraaien de klank. De sarangi is zowel als solo-in...

Sa-phi-ku
hardhouten blokje van 13 cm. lengte uit China, gemonteerd op een voetstuk en bespeeld met een dunne houten stok

Sarang
vereenvoudigde uitvoering van de Indiase sarangi uit Kashmir. Deze vedel heeft 4 snaren en 13 resonantiesnaren met een bereik van anderhalf octaaf en is uitermate geschikt voor de Kashmiri volksmuziek

Sapé
2 a 3-snarige langhalsluit van de Dayak uit Borneo. Het instrument wordt uit een stuk hout gesneden en is rijkelijk versierd met kleurvolle motieven

Sao-oi
spleetfluit van de Muang uit Vietnam

Santoor
trapeziumvormige kistciter met 76 tot 87 snaren, die met vilten hamertjes of met hamertjes van walnootdoppen worden aangeslagen. De snaren omvatten zo’n anderhalf octaaf. 12 van de tonen hebben 8 snaren, 4 van metaal en 4 van koper die als resonantiesnaren dienen. De kammen zijn vervaardigd uit rozehout. Het instrument kent een 6000 jaar oude geschiedenis en heeft zijn oorsprong in Mesopotania, van waaruit het zich heeft verspreidt over Iran, Kasjmir en Noord-India

Sansoapido
duimpiano met 20 lamellen van de Bira uit Congo-Zaire

Santar
met 4 stalen snaren bespannen, primitieve luit uit Gujarat (West-India), die alleen gebruikt wordt voor de ritmische begeleiding van een zanger

Santir
1#) Perzisch hakkebord met ondiepe klankkast en verplaatsbare kammen 2#) 76-snarig, Iraaks hakkebord met een diepe resonansdoos met daarin drie klankgaten. De metalen trippelsnaren zijn bevestigd aan stemschroeven in de zijkant van de kast. Het oudste teruggevonden exemplaar in Mesopotania dateert van zo’n 4000 BC

Sansa
de sansa is een getokkeld instrument dat bestaat uit een aantal tongen van metaal of gespleten riet op een houten bord of resonansdoos. De tongen worden op hun plaats gehouden door een dwarsstaaf, en iedere tong heeft een vrij uiteinde dat wordt getokkeld. Het tokkelen geschiedt gewoonlijk met de duimen, vandaar de bijnaam ‘duimpiano’. Het instrument komt in vele vormen en maten, en onder vele namen voor in geheel Afrika beneden de Sahara

Sanshin
3-snarige Japanse luit

Sansoababo
duimpiano met 24 lamellen van de Bira uit Congo-Zaire. De sanso ababo wordt meestal gebruikt als bas-likembe in samenspel met de hoger gestemde sanso apido

Sangwa
5-snarige lier van de Gumusj uit Soedan, met een met koeienhuid bespannen houten klankkast. De snaren zijn van hennep gemaakt en het plectrum waarmee de snaren getokkeld worden is van gedroogde koeienhuid gemaakt

Sanga
schraper van de Nogoendo uit Congo-Zaire

Sange
alto-xylofoon uit Mozambique

Sangualtap
3-snarige luit van de Mansi uit Siberië

Sanitsa
kleine, hooggestemde luit uit Kroatië

San-hsien
3-snarige Chinese langhalsluit die met een plectrum wordt bespeeld. De san-hsien heeft een opvallend kleine, rechthoekige klankkast die aan beide zijden met slangenhuid is bespannen

Sampona
Peruaanse bamboe pansfluit met een geschiedenis van ca. 3500 jaar. Ook wel ziku genoemd

Samica
4-snarige korthalsluit uit Kroatië

Samisen
Japanse langhalsluit met 3 snaren en een met huid beklede romp. Het instrument wordt met een breed benen plectrum bespeeld

Sampek
3-snarige korthalsluit van de Kenyah uit Borneo. Op de klankkast van dit instrument, dat uit een stuk hout gesneden is, zijn een aantal verplaatsbare bruggen aangebracht, waarmee de bespeler de stemming kan aanpassen

Salung
primitieve rechte , open fluit van de Minang op West-Sumatra, gemaakt uit bamboe of riet, of van een rijststengel

Sabar
Senegalese trommel

Sablo
Thaise vedel