Vego`s encyclopedie van de elektronica

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Electronica
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 768


Lease lijn
Een telecommunicatielijn die voor permanent en exclusief gebruik wordt gehuurd van een maatschappij, bijvoorbeeld van PTT Telecom.

Leakage
Engels voor `lek`, zie aldaar.

Leadless Chip Carrier
Zie `LCC`.

Leading ghost
Een spookbeeld, dat op het scherm van een TV verschijnt en dat iets vóór het eigenlijke beeld staat. Dergelijke spookbeelden ontstaan doordat het signaal van de zender via verschillende wegen de antenne bereikt. Als een van deze wegen korter of langer is dan de andere, ontstaan spookbeelden of ghost`s op het scherm.

Leading edge
De voorflank van een puls. In onderstaande figuur is de `leading edge` van een puls weergegeven tussen de twee cursors van een oscilloscoop.

Leader
Opnametechniek: het ongemagnetiseerde gedeelte aan het begin van een opnameband. Computertechniek: een record dat vooraf gaat aan een groep records en dat deze groep identificeert.

Lead-out
Het ongebruikte deel aan het einde van de spiraal op een CD of DVD. De lead-out bevindt zich aan de buitenzijde van de spiraal! Bij CD`s wordt immers met de opname begonnen aan de binnenkant van het plaatje.

Lead-in
Zendtechniek: de meestal afgeschermde kabel die een antenne verbindt met een zender of een ontvanger. Opnametechniek: het ongebruikt deel aan het begin van de spiraal op een CD of DVD.

LF
Letterwoord voor `Laag Frequent`, in het algemeen de lettercombinatie waarmee alles wordt aangeduid dat iets te maken heeft met het verwerken van audio. Een LF-versterker is dus een versterker, die signalen met frequenties tussen 20 Hz en 20 kHz versterkt. Bij radiotoepassingen alle frequenties tussen 30 kHz en 300 kHz, overeen komend met golflengten tussen 104 m en 103 m.

Lithium-ce
Een moderne knoopcel, op basis van lithium en mangaan. De belangrijkste eigenschap van dit soort cellen is de lange houdbaarheid: tien jaar en langer. Vanwege deze eigenschap zijn Lith-cellen ideale voedingsbronnen voor apparaten die slechts af en toe gebruikt worden, maar ook na jaren zonder problemen moeten werken. Lith-cellen worden tegenwoordig dan ook bij voorkeur gebruikt als `stand-by`-cel in bijvoorbeeld computers, draagbare telefoons, draagbare elektronische agenda`s, etc. Lith-cellen leveren een onbelaste spanning van ongeveer 3,2 V en zijn leverbaar met capaciteiten tussen 400 mAh en 2.000 mAh. De zelfontlading is kleiner dan 1 % per jaar, de bedrijfstemperatuur gaat van -30 °C tot +75 °C. De samenstelling van een bepaald soort Li-cel is getekend in onderstaande figuur.
Met opzet wordt geschreven `bepaald soort`, omdat er heel wat verschillende technologieën zijn ontwikkeld om het tamelijk explosieve metaal lithium op een veilige manier in een cel op te nemen. Zo kan men geen gebruik maken van elektrolyten op waterbasis, omdat lithium zeer hevig chemisch reageert op water. Meestal gebruikt men een organisch oplosmiddel (aceton-nitril), waarin het zout van een alkalimetaal wordt opgelost om het elektrolyt de noodzakelijke elektrische geleidbaarheid te geven. Als kathode wordt gebruik gemaakt van vaste, vloeibare of gasvormige substanties, zoals MnO2, SO2, SOCl2 of (CF)n (polykoolmonofluoride).

ListServ
Een programma voor het beheren van discussiegroepen of forums op het Internet. Met dit programma kunnen bijdragen voor een groep of een forum automatisch gedistribueerd, toegevoegd of verwijderd worden. ListServ is een vrij beschikbaar programma dat lijsten aanlegt. Sommige lijsten zijn open, hetgeen betekent dat iedereen die op een lijst voorkomt een bericht kan versturen naar alle deelnemers aan de lijst. Andere lijsten zijn gesloten, hetgeen betekent dat alleen bepaalde gebruikers-sters informatie op de lijst kunnen plaatsen.

Listing
Een afgedrukte lijst van een in een hogere taal geschreven computerprogramma.

Listener
Op een IEC-bus een apparaat dat gegevens ontvangt.

Lissajous-figuren
Figuren die op het scherm van een oscilloscoop ontstaan als men de tijdbasis uitschakelt en de horizontale en verticale ingangen verbindt met sinusoidale spanningen met verschillende frequenties. Voor bepaalde frequentieverhoudingen ontstaan typische Lissajous-figuren, waardoor het mogelijk wordt de verhouding tussen de twee frequenties te interpreteren. Omdat alleen stilstaande plaatjes op het scherm verschijnen als de frequentieverhoudingen exact wiskundig gelijk zijn 2-1, 3-2, 4-3, etc., kan men met behulp van deze figuren twee frequenties heel nauwkeurig ten opzichte van elkaar afregelen. In onderstaande figuur zijn twee typische Lissajous-figuren voorgesteld, die stilstaand op het scherm verschijnen bij frequentieverhoudingen van 2-1 (links) en van 3-2 (rechts).

LISP
Letterwoord voor `LISt Processor`. Een computertaal die gespecialiseerd is in de verwerking van lange lijsten met data.

Liquid Crystal Display
Zie LCD.

Linkwitz filter
Linkwitz filters zijn in feite gewone actieve laag- en hoogdoorlaat filters, waarvan de eigenschappen echter zijn geoptimaliseerd voor toepassing in scheidingsfilters van luidsprekers. Zoals bekend kan het gehele audiogebied van 20 Hz tot 20 kHz niet goed met één luidspreker worden weergegeven. Het komt er op aan het totale audiobereik door middel van actieve filters op te splitsen in twee of drie deelbereiken die ieder een luidspreker van signaal voorzien. Het zal duidelijk zijn dat men de afsnijfrequenties van twee of drie filters heel precies op elkaar moet afstemmen. Het aktieve scheidingsfilter voor luidsprekers werd in 1976 grondig wiskundig onderzocht door S. H. Linkwitz. Linkwitz vond een nieuwe berekeningsmanier uit, waarbij zowel het laagdoorlaat als het hoogdoorlaat filter bij het kantelpunt een verzwakking van 6 dB konden vertonen, met als gevolg dat de karakteristieken van een scheidingfilter volgens het Linkwitz-concept, getekend in onderstaande figuur, het ideaal bijna perfect benaderen.
De schema`s van de laag-, band- en hoogdoorlaat filters volgens Linkwitch zijn identiek aan deze van bijvoorbeeld Bessel. Het enige dat anders is zijn de formules waarmee men de filtercomponenten moet berekenen. Ook nu worden de berekeningen ingeluid door of eerst een weerstandswaarde, of eerst een condensatorwaarde voorop te stellen en aan de hand daarvan de overige condensatoren of weerstanden te berekenen. In onderstaande figuur is een praktische driewegs Linkwitz-schakeling getekend, met scheidingsfrequenties van 70 Hz en 3 kHz.

Link-koppeling
Een zeer lage impedantie koppeling via een klein spoeltje (meestal bestaande uit slechts één winding), waarmee HF-energie wordt overgedragen van een schakeling op een kabel of van een kabel op een schakeling. In onderstaande figuur is een voorbeeld van een dubbele link-koppeling getekend: van een schakeling naar een kabel en van de kabel weer naar een schakeling.

Link
Engels voor `koppeling`. Elektro-techniek: In de elektro-techniek wordt het begrip `link` in verschillende betekenissen gebruikt. In de eerste betekenis is een link een klein koppelspoeltje, waarmee men HF-energie in een systeem injecteert. In de tweede betekenis is een link een verbinding tussen twee communicatiesystemen in de breedste betekenis des woords, bijvoorbeeld tussen een locatiestudio en de vaste studio, tussen de ene computer en de andere computer, tussen een draagbare draadloze microfoon en een mengtafel, etc. Automatisering: In de automatisering is een link een verwijzing in een WWW-pagina naar een ander deel van de pagina, naar een figuur, naar een bestand, naar een andere pagina in dezelfde WWW-site of naar een andere Internet-server. Deze link`s worden in de meeste WWW-browsers in een andere kleur op het scherm gezet en onderstreept. Het volstaat één maal met de muis op de link te klikken om de link te activeren. In de tweede betekenis is een link een adres in een branch-instructie, waarin het retouradres van een subroutine wordt opgenomen.

Lineariteit
Een term waarmee wordt aangegeven dat een grootheid recht evenredig en gelijkvormig verandert met de variatie van een tweede grootheid. Een analoge versterker met een versterkingsfactor A zal lineair werken, als een variatie van n V aan de ingang een variatie van A*n V aan de uitgang tot gevolg heeft. Lees ook `Lineair`.

Lineaire versterker
Zie `Lineaire schakeling`

Lineaire vervorming
Een vervorming op een analoog signaal, waarvan de absolute waarde onafhankelijk is van de grootte van het signaal. De beruchte cross-over vervorming van transistor eindversterkers is een typisch voorbeeld van een lineaire vervorming. De grootte van deze vervorming wordt immers alleen bepaald door de instelling van de twee eindtransistoren en is niet afhankelijk van de grootte van het signaal.

Lineaire sweep
Een afbuiging van de elektronenspot over het scherm van een beeldbuis, waarbij de spot per tijdseenheid een constante afstand aflegt. Voor deze techniek heeft men een zaagtandspanning als afbuigspanning nodig.

Lineaire schakeling
Een schakeling, waarbij er een lineair of rechtevenredig verband bestaat tussen de grootheid aan de ingang en de grootheid aan de uitgang. Zie ook `Lineair`.

Lineaire PCM
Een vorm van puls code modulatie waarbij géén compressie wordt toegepast. Bij PCM wordt een analoog signaal omgezet in een serie digitale codes. Iedere code representeert de grootte van een sample (monster) van het analoog signaal. Nu kan men bij dit digitaliseren in principe wiskundige algoritmen toepassen, waardoor er geen lineair verband bestaat tussen de amplitude van het sample en de digitale code. Bij telefonie wordt bijvoorbeeld met A-law en µ-law niet-lineaire PCM gewerkt, met als voordeel dat de verstaanbaarheid toeneemt. Bij PCM zal het `digitaal gewicht` van iedere code rechtevenredig zijn met de analoge amplitude van het sample. Een typisch voorbeeld van lineaire PCM is de manier waarop Audio-CD`s werken. Lees ook `kwantiseren`.

Lineaire motor
Een aandrijfeenheid in een harde schijf, waarmee de koppen gepositioneerd kunnen worden. Het systeem bestaat uit een met de koppen verbonden permanente magneet die heen en weer kan bewegen in een spoel. De stroom door de spoel wordt door een regelkring gestuurd, zodat de permanente magneet lineair heen en weer kan bewegen en de koppen heel nauwkeurig boven het magnetisch oppervlak van de schijven geplaatst kunnen worden, zie onderstaande figuur.

Lineaire kwantisering
Een ander woord voor `lineaire PCM`.

Lineair
Men noemt een schakeling of systeem lineair, als er een rechtevenredig verband bestaat tussen de grootheid aan de ingang en de grootheid aan de uitgang. Hetgeen wil zeggen dat, als de ingangsgrootheid verdubbelt, ook de uitgangsgrootheid zal verdubbelen. Een vervormingsarme analoge versterker voor een audiosignaal is een typisch voorbeeld van een lineaire schakeling. De transfer-karakteristiek van een lineair systeem kan wiskundig worden beschreven met de uitdrukking: Uuit=k*Uin waarbij k een constant getal is.

Line printer
Engels voor lijnprinter, zie aldaar.

Line feed
Een ASCII-code, die er voor zorgt dat een printer die deze code ontvangt het papier over één regelafstand zal transporteren.

Line
Engels voor `lijn`, zie aldaar.

Line conditioning
Een techniek die bij analoge datacommunicatie (telefonie!) wordt gebruikt en die er op neer komt dat door het opnemen van seriespoelen de kwaliteit van de analoge datacommunicatie verbetert. De spoelen zorgen voor het recht trekken van de doorlaatband en het compenseren van faseverschuivingen.

Lindemann elektrometer
Een zeer gevoelige elektrometer met bovendien een zeer lage eigen capaciteit. Het gevoelige onderdeel is een zeer dunne kwarts-naald, voorzien van een opgedampte metaallaag. Deze zeer lichte naald is opgehangen aan een gemetaliseerde kwartsdraad en kan uitwijken ten opzichte van een metalen plaat die de andere elektrode vormt.

Lin/log omzetter
Een schakeling die een analoge spanning omzet in een spanning, waarvan de grootte een logaritmisch verband heeft met de grootte van het ingangssignaal. De transferkarakteristiek van een dergelijke schakeling is getekend in onderstaande figuur. Lin-log-omzetters worden bijvoorbeeld gebruikt voor het sturen van dB-meters met een lineaire schaal. Omdat de dB zélf een logaritmische grootheid is, moet men het te meten signaal omzetten in zijn logaritme, als men prijs stelt op een lineaire schaal.
De basisschakeling van een lin-log-omzetter is getekend in onderstaande figuur. Deze allereenvoudigste, maar ook minst nauwkeurige lin-log-omzetter maakt gebruik van zenerdioden in de terugkoppeling van een operationele versterker. Door de zenerdioden in de terugkoppeling op te nemen wordt de versterkingsfactor van de schakeling afhankelijk van de grootte van de uitgangsspanning en dus ook van de ingangsspanning.
Is de uitgangsspanning lager dan de doorslagspanning van de zeners, dan wordt de versterking van de schakeling bepaald door de verhouding tussen de weerstanden R2 en R3. De versterking is dan vrij hoog, zodat de transferkarakteristiek steil verloopt. Stijgt de uitgangsspanning, dan gaat de zener D1 doorslaan, met als gevolg dat de weerstand R4 parallel komt te staan aan de weerstand R3. De versterkingsfactor gaat dalen, zodat de transferkarakteristiek iets vlakker gaat verlopen. Stijgt de uitgangsspanning nog meer, dan gaat ook de zener D2 doorslaan en komt R5 parallel te staan aan R3 en R4.

Limiter
Engels voor `begrenzer`. Een schakeling waarmee men het niveau van een signaal op een maximale waarde kan begrenzen. Limiters hebben heel veel toepassingen in de elektronica. Bekend is de limiter, waarmee men het uitgangsvermogen van de geluidsinstallatie in een discotheek wettelijk op een bepaald aantal dB moet begrenzen. Limiters werken met niet-lineaire versterkers, bijvoorbeeld logaritmische versterkers, of met spanningsgestuurde versterkers (VCA`s). In dit laatste geval wordt een terugkoppeling ingebouwd van de uitgang naar de stuur-ingang van de VCA. Hoe hoger het uitgangsniveau, hoe minder de VCA gaat versterken, waardoor het uitgangsniveau weer gaat dalen en het limiter-effect ontstaat.

Limiet
Grenswaarde, een waarde waar een grootheid naar streeft, maar die nooit voor 100,0 % bereikt wordt. Een mooi voorbeeld van een limiet treft men aan bij het opladen van een condensator. Als een condensator via een weerstand wordt opgeladen uit een batterij, dan zal de spanning over de condensator eerst snel stijgen, zie onderstaande figuur, maar nadien steeds trager.
Hoewel het voor de hand ligt te veronderstellen dat de condensatorspanning na een bepaalde tijd gelijk wordt aan de spanning van de batterij, is dit niet zo. De batterijspanning is een limiet-waarde, waar de spanning over de condensator naar streeft, maar zuiver wiskundig bekeken alleen na een oneindige tijd kan bereiken.

Lijntransformator
De speciale trafo die in iedere TV en monitor aanwezig is en die wordt gebruikt voor het genereren van de extra hoge spanning (EHT) voor het versnellen van de elektronen naar het scherm. Lees ook Lijnafbuigtrap en afbuiging.

Lijnterugslag
Het verschijnsel dat de elektronenspot van een beeldbuis bij het bereiken van de rechter beeldrand terug springt naar de linker beeldrand. Om dit verschijnsel onzichtbaar te maken wordt de elektronenstraal tijdens de terugslag onderdrukt, zodat er géén beeld op het scherm geschreven wordt. Zie ook `afbuiging`.

Lijnsynchronisatie
Het systeem waarmee er voor gezorgd wordt dat het schrijven van de lijnen van een TV-beeld in de camera en in de ontvanger volledig synchroon verloopt. Om dit te verwezenlijken wordt na ieder lijnsignaal een zogenoemde lijnsynchronisatie-puls uitgezonden, zie onderstaande figuur.
Deze puls wordt in de TV-ontvanger gebruikt voor het naar de linker rand van het beeldscherm sturen van de elektronenspot. De breedte van de lijn-sync is gestandaardiseerd op 9 % van de breedte van een lijn, dus op 5,57 µs. De pulsen steken boven de zwartwaarde van het beeld uit. Als de totale modulatie-diepte van een lijn 100% bedraagt, dan gaan de lijn-sync`s van 75 % tot 100 %. Lees ook `afbuiging`.

Lijnstroom
De stroom die door een lijn vloeit, vaak gebruikt in combinatie met de netspanning om het maximaal op te nemen vermogen te definiëren. Is in een installatie de maximale lijnstroom 16 A, dan betekent dit dat deze lijn afgezekerd is met zekeringen van 16 A en bij een spanning van 230 V maximaal 16 A maal 230 V is gelijk aan 3.680 W vermogen kan leveren.

Lijnselector
Een apparaatje, waarmee men één welbepaalde lijn kan selecteren uit de 625 die per seconde worden verzonden door een TV-zender of videocamera. Lijnselectoren zijn in feite onmisbare apparaatjes voor iedereen die op een serieuze manier TV`s wil repareren. Dank zij een lijnselector kan men bijvoorbeeld een van de EBU-VIT testlijnen selecteren en op het scherm van een oscilloscoop zichtbaar maken. Ook is het mogelijk de lijnen die gebruikt worden voor het coderen van Teletext een voor een op het scherm te zetten.

Lijnprinter
Een uitvoerapparaat voor computersystemen, waarbij de gegevens lijn na lijn van de computer naar de printer worden gestuurd en de gegevens lijn na lijn op het papier worden geprint. Oude matrix-printers zijn typische voorbeelden van lijnprinters, maar ook de meeste moderne inkjet-printers werken volgens dit procédé.

Lijnfrequentie
De frequentie waarmee één lijn op het scherm van een TV of monitor wordt geschreven. Bij Europese TV is de lijnfrequentie gelijk aan 15.625 Hz, zodat één lijn in 64 µs wordt geschreven. Bij monitoren voor computersystemen is er in feite geen standaardfrequentie, maar wordt tegenwoordig met lijnfrequenties van meer dan 70 kHz

Lijnflikkering
Het verschijnsel dat het beeld van een `gewone` analoog werkende TV niet stabiel is, maar iets flikkert. Een gevolg van de lage herhalingsfrequentie van 25 hele beelden per seconde, lees ook Lijn. Lijnflikkering kan worden opgeheven door de moderne `100 Hz technologie`. Hierbij worden alle halfbeelden gedigitaliseerd en opgeslagen in een geheugen. Dit geheugen wordt op de dubbele snelheid van 100 Hz uitgelezen, zodat ieder halfbeeld twee keer op het scherm wordt geschreven en er in totaal 100 halve beelden of 50 volle beelden per seconde worden geschreven.

Lijndriver
In het algemeen een geïntegreerde schakeling die speciaal ontworpen is voor het aansturen van analoge of digitale lijnen, bijvoorbeeld RS232 lijnen. RS232 lijndriver Als voorbeeld wordt de werking van een RS232 driver besproken. Sinds de jaren zestig werken zowat alle digitale apparaten met TTL-schakelingen en de standaard TTL-signalen zijn volledig ongeschikt om betrouwbaar over lange leidingen verstuurd te worden. Op de eerste plaats liggen de toelaatbare drempels voor eenduidige herkenning van hoge of lage signalen erg dicht bij elkaar. Zelfs kleine stoorpulsen die in de lijn geïnduceerd kunnen worden, zouden tot gevolg hebben dat een TTL-signaal tot boven de +2,4 V drempel van `H` stijgt. Op de tweede plaats zijn TTL-signalen veel te snel om over de parallel lopende aders van een lange kabel verstuurd te worden. Tussen aders van een kabel bevindt zich immers een onzichtbare maar wel degelijk aanwezige paracitaire capaciteit en de zeer hoge harmonische frequenties die ontstaan door het snel heen en weer schakelen van TTL-signalen kunnen via deze capacitieve impedanties van de ene naar de andere ader lekken. Dit kan zelfs al een probleem zijn bij het ontwerpen van printen voor TTL-schake- lingen! Omdat het bij communicatie tussen apparatuur de bedoeling is dat ieder tot communicatie bereid apparaat zonder problemen kan samenwerken met ieder ander communicatief apparaat bestond op een gegeven moment grote behoefte aan een internationale standaard. Deze standaard is in de zestiger jaren uitgewerkt en staat bekend onder de naam RS232 of V-24.

Lijnafbuigtrap
De schakeling in een TV of monitor die verantwoordelijk is voor de horizontale afbuiging van de elektronenspot en die de EHT (extra hoge spanning) genereert die de elektronen naar het scherm van de beeldbuis versnelt. De lijnafbuigtrap wordt gestuurd uit de horizontale synchronisatie-pulsen, die worden gegenereerd in de sync-scheider, zie onderstaande figuur.
Na enige voorbereidende bewerkingen, die tot doel hebben de lijnafbuiging te lineariseren, worden via een eindtransistor de horizontale afbuigtrafo en de horizontale afbuigspoelen aangestuurd. Uit de trafo wordt een spanning van 10 kV tot 25 kV gegenereerd voor de naversnelling van de elektronen. Daarnaast verzorgt deze trafo nog een paar hoge voedingsspanningen voor de verticale afbuiging en voor het instellen van de beeldbuis.

Lijn
Heeft verschillende betekenissen in de elektronica. In de eerste betekenis is een lijn een elektrische of optische verbinding tussen twee apparaten. Deze betekenis kent men uit de telefoontechniek, onder andere in het begrip `de lijn is bezet`. In de tweede betekenis is een lijn een onderdeel van de veldtheorie. Met een veldlijn worden alle punten van een elektrisch of magnetisch veld gedefinieerd, waarop de plaatselijke veldsterkte identiek van grootte is. Lees bijvoorbeeld magnetisch veld. In de derde betekenis van het woord is een lijn het basisonderdeel waaruit één beeld op een TV- of monitor-scherm wordt opgebouwd: één enkele afbuiging van de elektronenstraal van de linker naar de rechter kant van de beeldbuis. Bij TV wordt interliniëring toegepast: eerst worden de even lijnen geschreven, nadien de oneven. Eén compleet TV-beeld is dus opgebouwd uit twee halve beelden. Een en ander heeft te maken met de beperkte bandbreedte die ter beschikking stond toen het TV-principe werd ontwikkeld. In onderstaande figuur is het principe van de lijn-interliniëring geschetst.

Light emitting diode
Zie LED.

Light dependent resistor
Zie LDR.

LIFO
Letterwoord van `Last In, First Out`. Een schuifregister, waarbij de gegevens die het laatst worden ingelezen het eerst worden uitgelezen. Een andere toepassing van het LIFO-principe is de stack van een computergeheugen. In deze stack worden bijvoorbeeld de terugkeer-adressen van subroutine-call`s opgeslagen. Het adres van de subroutine die het laatst werd aangeroepen (Last In) moet weer het eerst uit de stack worden uitgelezen (First Out).

Lichtvlek meter
Een zeer gevoelige analoge meter, waarbij de uitlezing wordt verkregen door een lichtvlek die over een schaal glijdt. Zoals uit onderstaande figuur blijkt, wordt een dunne straal licht van een lichtbron door een of meerdere draaibare spiegeltjes afgebogen.
In de meeste gevallen worden de spiegeltjes aangedreven door magneetvelden die worden gegenereerd door de te meten grootheid. Het afgebogen licht wordt op de schaal geprojecteerd. Men kan het systeem zo gevoelig maken dat een draaiing van de spiegels over een paar graden al een grote verplaatsing van de lichtvlek over de schaal tot gevolg heeft.

Lichtsluis
Een uit een gebundelde lichtbron en een lichtgevoelige detector bestaande opstelling, waarmee men voorwerpen contactloos kan tellen of deuren en vensters kan bewaken, zie onderstaande figuur.
Als lichtbron wordt meestal een infrarood stralende LED toegepast, voorzien van een lensje. Als detector wordt meestal een PIN-diode gebruikt. De LED wordt op de PIN-diode gericht. De infrarode lichtstraal wekt in de schakeling na de PIN-diode een spanning op. Als de lichtstraal wordt onderbroken zal de spanning wegvallen, hetgeen op een eenvoudige manier gedetecteerd kan worden.

Lichtpen
Een lichtgevoelige detector onder de vorm van een pen, waarmee men op een beeldscherm `iets` (bijvoorbeeld de positie van een pictogram) kan aanwijzen. Wanneer de elektronenstraal langs de punt van de pen komt, zal er in de foto-detector een puls worden gegenereerd. De computer bewaart de coördinaten van de lichtstraal op dat moment en `weet` aan de hand van deze coördinaten en de bitmap van de video-pagina in het geheugen wat er aangewezen werd. Er kan nu een actie worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het tekenen van een lijn of het openen van een applicatie.

Lichtorgel
Een schakeling die de intensiteit van gekleurde lampen varieert op het ritme van de amplitude en de frequentie van een audiosignaal. Het blokschema van een lichtorgel is getekend in onderstaande figuur.
De ingang van een lichtorgel wordt meestal verbonden met één van de luidsprekeruitgangen van een LF-eindversterker. Na een scheidingstrap, die de rechtstreeks met het lichtnet verbonden schakelingen in het lichtorgel galvanisch scheidt van de versterkerelektronica, volgen meestal drie scheidingsfilters, die het frequentie-spectrum splitsen in laag, midden en hoog. Nadien worden drie triac-schakelingen aangestuurd, die een rode (laag), gele (midden) en blauwe (hoog) lamp aansturen.

Lichtmodulatie
Het omzetten van een elektrisch signaal in licht, bijvoorbeeld door de intensiteit van het licht te variëren op het ritme van het signaal of door het toepassen van pulsbreedte modulatie. Lichtmodulatoren worden voornamelijk toegepast bij glasvezel-communicatie. Als bron wordt gebruikt gemaakt van een LASER-diode die meestal in het infrarood gedeelte van het spectrum uitzendt. Het elektrisch signaal wordt omgezet in een pulstrein, deze pulsen sturen de LASER-diode aan en uit. De lichtpulsen, die dus het signaal onder de vorm van modulatie bevatten, worden in een glasvezel ingestraald en aan de andere kant van de kabel weer omgezet in een elektrisch signaal via een lichtdemodulator, zie aldaar. Lees bijvoorbeeld ook: monomodus step index glasvezelkabel en multimodus glasvezelkabel.

Lichtgevende diode
Zie LED.

Lichtgeleider
Een ander woord voor glasvezelkabel, lees bijvoorbeeld monomodus step index glasvezelkabel en multimodus glasvezelkabel.

Lichtdemodulator
Een lichtgevoelige ontvanger, die de gegevens uit het licht haalt dat met deze gegevens werd gemoduleerd. In de meeste gevallen worden lichtdemodulatoren toegepast om het licht, dat via een glasvezelkabel wordt verstuurd, weer om te zetten in een elektrisch signaal. Lichtdemodulatoren werken met als basis een PIN-diode of een Avalanche-diode. Het grote voordeel van dit laatste onderdeel is dat het een interne versterking biedt, waardoor de diode veel gevoeliger is dan een PIN-diode. Avalanche-demodulatoren worden dan ook vaak gebruikt voor het afsluiten van een lange glasvezelverbinding. In onderstaande figuur is als voorbeeld het intern blokschema van de HFD3026-002 getekend, een lichtdemodulator met als basis een PIN-diode.

Licht
Elektromagnetische golven waarvan de golflengten door het menselijk oog waargenomen kunnen worden. Het zichtbare spectrum gaat van violet (golflengte ongeveer 400 nm) tot donker rood (golflengte ongeveer 800 nm). De officiële golflengten voor een paar bekende kleuren zijn: - donker rood: 760,8 nm; - helder rood: 686,7 nm; - oranje: 656,3 nm; - geel: 589,0 nm; - groen: 527,0 nm; - helder blauw: 486,1 nm; - donker blauw: 430,8 nm; - violet: 396,8 nm. Lees ook `kleur` en ` kleurendriehoek`.

Library
Engels voor `bibliotheek`. In de computertechniek gebruikt om verzamelingen van data, instructies of functies aan te duiden.

Litze-draad
Een uit heel veel zeer dunne geïsoleerde draadjes samengestelde wikkeldraad, die wordt gebruikt voor het wikkelen van spoelen in de HF-techniek. De draadjes worden op een bepaalde manier geweven, waardoor ieder draadje regelmatig aan het oppervlak van de wikkeldraad komt te liggen. Litze-draad heeft als voordeel dat het Skin-effect wordt gecompenseerd, omdat het totale oppervlak van de wikkeldraad nu veel groter is geworden. Litze-draad heeft dus een zeer lage impedantie voor HF-stromen, zeker als men gebruik maakt van verzilverde of vergulde draadjes. Het nadeel van Litze-draad is dat het heel moeilijk te solderen is, omdat men ieder uiterst dun draadje eerst van zijn isolerende laklaag moet bevrijden, ieder draadje afzonderlijk vertinnen, nadien alle vertinde draadjes twisten en maar eerst dan de soldering tot stand kan brengen.

Little-Endian formaat
Een formaat voor het opslaan van getallen in meer dan een byte. Bij het Little-Endian formaat worden de hogere bytes van een grootheid opgeslagen in de hogere adressen en de lagere bytes in de lagere adressen. De 80x86-familie microprocessoren van Intel gebruikt dit formaat. Bij de gebruikelijke notatie van grootheden die uit meerdere bytes bestaan, met het hoogste bit links en het laagste bit rechts, lijkt de volgorde in het geheugen dus spiegelverkeerd ten opzichte van het LE-formaat.

LNB
Letterwoord voor `Low Noise Block`. De LNB is de eigenlijke antenne van een schotelinstallatie. Het door de schotel weerkaatste signaal wordt door het `feedhorn`-gedeelte van de LNB opgevangen en door de LNB zelf omgezet in een lager frequentie, zodat het signaal door een kabel aan de satellietontvanger kan worden gevoerd. De LNB staat in het brandpunt van de schotel en vangt het gebundelde elektrische signaal op. Het satellietfrequentiegebied kan dubbel gebruikt worden door de signalen in twee vlakken uit te zenden, horizontaal en verticaal. De digitale signalen komen dus horizontaal of verticaal bij een LNB aan. Een LNB moet nauwkeurig afgestemd worden om horizontale en verticale signalen van elkaar te kunnen scheiden. De kwaliteit van een LNB is van groot belang voor een goede ontvangst. Het ruisgetal van de LNB moet zo laag mogelijk zijn, bij voorkeur kleiner dan 1dB. Om de satellietsignalen vanaf de LNB verder te transporteren naar de ontvanger (decoder) moeten deze in frequentie verlaagd worden. De frequentie van de LO (local oscillator) wordt van de ontvangstfrequentie afgetrokken en de resulterende lage frequentie kan via een coaxkabel naar de decoder gevoerd worden. De `single` LNB is bedoeld voor de ontvangst van de signalen van één welbepaalde satelliet, zie onderstaande figuur.
Een `LNBF` bevat alle eigenschappen van een LNB, maar heeft daarbij een aangebouwde feedhorn en polarisatiekeuze. In een LNBF zitten twee antennes die elektrisch omschakelen tussen Horizontaal en Verticaal.

Low power Schottky
Een sub-familie van de 7400 TTL-logica, met als codering 74LSxxx. Vergeleken met standaard TTL is het stroomverbruik van de Low Power Schottky familie ongeveer vijf maal lager, terwijl de snelheid veel hoger is. Door het toepassen van Schottky-dioden tussen de basis- en collector-junctie van de transistor komt deze nooit volledig in verzadiging, waardoor de aanwezige lading bij onderbreking van de aansturing snel wegvloeit. Bij de LS-familie worden geen multi-emitter ingangen gebruikt, maar diode-transistor ingangen die sneller zijn en een hogere spanning kunnen verdragen, zie onderstaande figuur.
Een andere veel gebruikte ingang is de verticale substraat PNP-transistor. De uitgang is voorzien van een darlington-transistor-paar voor verhoging van de snelheid en verbetering van de aansturingsmogelijkheden. Bovendien is een actieve neertrek-transistor (Q3) opgenomen. Deze familie verbruikt ongeveer 2 mW per poort en heeft gemiddelde vertragingstijden van 10 ns. De 74LS-serie kan goed worden gecombineerd met microprocessoren, interfaces en andere TTL-families en wordt reeds lange tijd steeds meer als vervanger van standaard TTL gebruikt. Op dit moment maken voor nieuwe ontwerpen echter veel LS-typen weer plaats voor de 74HC(T)xx-familie. Door AMD wordt een vrijwel identieke familie gemaakt: de 25LSxx-typen. De Low Power Schottky TTL-families hebben de volgende algemene eigenschappen. 74LS (Low power Schottky TTL) Aanbevolen voedingsspanning +5 V Gemiddeld vertragingstijd poort 9,5 ns Gemiddelde impulsstijgtijd aan de uitgang 8 ns Gemiddeld vermogen van een poort 2 mW Typische klokfrequentie van een flip-flop 33 MHz Looptijd-vermogensproduct van een poort 19 pJ Maximale ingangsstroom bij `H` -20 µA Maximale ingangsstroom bij `L` 0,4 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `H` -0,4 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `L` 8 mA Fan-out van een standaard-uitgang voor dezelfde familie 20 Fan-out van een standaard-uitgang voor LS-belastingen 20 74ALS (Advanced Low power Schottky TTL) Aanbevolen voedingsspanning +5 V Gemiddeld vertragingstijd poort 4,5 ns Gemiddelde impulsstijgtijd aan de uitgang 5 ns Gemiddeld vermogen van een poort 1,2 mW Typische klokfrequentie van een flip-flop 60 MHz Looptijd-vermogensproduct van een poort 5,4 pJ Maximale ingangsstroom bij `H` -20 µA Maximale ingangsstroom bij `L` 0,2 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `H` -0,4 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `L` 8 mA Fan-out van een standaard-uitgang voor dezelfde familie 20 Fan-out van een standaard-uitgang voor LS-belastingen 20 74AS (Advanced Schottky TTL) Aanbevolen voedingsspanning +5 V Gemiddeld vertragingstijd poort 1,5 ns Gemiddelde impulsstijgtijd aan de uitgang 2 ns Gemiddeld vermogen van een poort 8,5 mW Typische klokfrequentie van een flip-flop 160 MHz Looptijd-vermogensproduct van een poort 13 pJ Maximale ingangsstroom bij `H` -20 µA Maximale ingangsstroom bij `L` 1 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `H` -2 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `L` 20 mA Fan-out van een standaard-uitgang bij dezelfde familie 40 Fan-out van een standaard-uitgang voor LS-belastingen 50 74S (Schottky TTL) Aanbevolen voedingsspanning +5 V Gemiddeld vertragingstijd poort 3 ns Gemiddelde impulsstijgtijd aan de uitgang 2,3 ns Gemiddeld vermogen van een poort 19 mW Typische klokfrequentie van een flip-flop 100 MHz Looptijd-vermogensproduct van een poort 57 pJ Maximale ingangsstroom bij `H` -50 µA Maximale ingangsstroom bij `L` 2 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `H` -1 mA Maximale poort-uitgangsstroom bij `L` 20 mA Fan-out van een standaard-uitgang bij dezelfde familie 10 Fan-out van een standaard-uitgang voor LS-belastingen 50

Loudness-filter
Een filter, waarmee men de weeergavekarakteristiek van een audiosysteem kan aanpassen aan de vreemdsoortige karakteristiek van het menselijk gehoor. Het blijkt, zie onderstaande figuur, dat het menselijk gehoor frequentie-gevoeliger wordt naarmate het volume van een audio-signaal afneemt.
Bij een groot vermogen loopt de gevoeligheidscurve vrij vlak, bij een laag vermogen neemt de gevoeligheid voor de frequenties rond 1 kHz duidelijk af. Om dit te compenseren kan men een `loudness-filter` in een audiosysteem opnemen. In de meest eenvoudige uitvoering bestaat een dergelijk frequentie-afhankelijk filter uit een speciale volumepotentiometer met aftakkingen, zie onderstaande figuur, waarmee een RC-filter is samengesteld.
Dit filter zorgt ervoor dat de gevoeligheidscurve van het menselijk gehoor wordt gecompenseerd. Bij lage volumes wordt het frequentiegebied rond 1 kHz meer versterkt dan de rest van het frequentiespectrum. Bij hoge volumes werkt het filter lineair.

Loudness
Een Engelse term, waarmee `luidheid van geluid` wordt omschreven. Lees ook Loudness-filter.

Lossy compressie
Lees Lossless compressie.

Lossless compressie
Een techniek om de omvang van elektronische gegevens te reduceren, waarbij er niets verandert aan de kwaliteit van de gegevens. De begrippen `lossless compressie` en `lossy compressie` zijn voornamelijk van belang bij het comprimeren van grafische gegevens. Bij het digitaliseren van beeldmateriaal wordt men al snel geconfronteerd met de omvang van de databestanden. Stel dat men een kleurenfoto van 10,16 bij 7,62 cm2 wil digitaliseren met een kleurendiepte van 24 bit (meer dan 16 miljoen kleuren). In eerste instantie komt het er op aan een scanresolutie in te stellen. Omdat moderne kleurenprinters werken met een resolutie van 600 dpi (dots per inch) zal men snel geneigd zijn de foto met dezelfde resolutie te scannen. De foto heeft echter een oppervlak van 3 * 4 = 12 inch2.Scant men deze foto met 600 dpi, dan worden er in totaal 4.320.000 samples genomen. Ieder sample bestaat uit 24 bit, zodat de omvang van de gedigitaliseerde foto gelijk wordt aan 4.320.000 * 24 = 103.680.000 bit oftewel 12,96 MB! Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke foto nauwelijks te versturen of te verwerken is. Om dit probleem op te lossen heeft men talrijke compressie-algoritmen ontwikkeld, die tot taak hebben de omvang van het bestand te reduceren. De eerste techniek maakt gebruik van lossless compressie. De omvang van het bestand wordt gereduceerd, als men nadien de compressie weer ongedaan maakt verschijnt, bit na bit, hetzelfde bestand als voor de compressie. Er gaat dus geen bit verloren. Nadeel van deze compressie-technieken is dat de mate van compressie beperkt is.

Lorentz-kracht
Is de kracht die door een magnetisch veld op een elektrische stroomvoerende geleider of op een bewegende elektrische lading wordt uitgeoefend. Hoewel reeds Ampère rond 1820 vaststelde dat twee stroomvoerende geleiders elkaar aantrekken of afstoten (zie onderstaande figuur), was het de Nederlander Lorentz die dit verschijnsel verklaarde en wiskundig beschreef.
De Lorentz-kracht die op een geladen elektrisch deeltje wordt uitgeoefend, staat altijd loodrecht op de bewegingsrichting van het deeltje. Een en ander heeft tot gevolg dat het geladen deeltje wordt afgebogen door de kracht. Dit verschijnsel wordt onder andere gebruikt bij de elektrostatische afbuiging van de elektronenstraal in de kathodestraalbuis van een oscilloscoop en in elektronische lenzen, die in elektronenmicroscopen worden toegepast.

Loopwerk
In het algemeen een elektromechanisch systeem dat verantwoordelijk is voor de nauwkeurige aandrijving van een diskette, een harde schijf, een magnetische band, een CD of een DVD.

Looptijd kabel
Een speciaal soort kabel, met als voornaamste eigenschap dat de looptijd ervan groot is. In onderstaande figuur is de doorsnede door een looptijd kabel getekend.
(1) is een magnetisch buigzame kern, (2) een gewikkelde binnengeleider, (3) vormt het diëlectricum, (4) is de buitengeleider en (5) is de mantel. De looptijd kabel kan voorgesteld worden als een oneindig herhaald LC-netwerk, waarbij de spoel in serie met het signaal staat en de condensator parallel tussen het signaal en de massa geschakeld is. Signalen die in de ingang gestuurd worden, moeten zich `een weg banen` door de inductanties, waardoor de looptijd van het signaal groot wordt. Looptijd kabels worden bijvoorbeeld in TV- en RADAR-ontvangers toegepast om signaalvertragingen te introduceren.

Looptijd
De tijd die een elektrisch signaal er over doet om van de ingang naar de uitgang door een schakeling te `lopen`. Het verschijnsel `looptijd` ontstaat door het natuurkundig gegeven dat niets traagheidsloos verloopt. Als men dus aan de ingang van een schakeling een puls aanlegt, dan zal het een bepaalde tijd t duren alvorens deze puls aan de uitgang verschijnt, zie onderstaande figuur.
De looptijd is, hoe vreemd dit ook mag klinken, onder andere afhankelijk van de bandbreedte van de schakeling. Hoe groter de bandbreedte hoe geringer de looptijd. Looptijden kunnen aanleiding geven tot grote problemen. Stel een logische schakeling, waarin een ingangspuls via verschillende paden uiteindelijk toch terecht komt op de uitgang. Als de paden verschillende looptijden hebben, zullen er ongewenste verschijnselen aan de uitgang optreden. Pulsen, die volgens de theorie gelijktijdig aan de uitgang aankomen, doen dit vanwege het verschil in looptijd niet. Worden deze pulsen nu aan een poortschakeling aangeboden, dan kunnen er zeer smalle, ongewenste pulsjes ontstaan als gevolg van het verschil in looptijd tussen de pulsen op de ingang van de poort.

Looplicht
Een elektronische schakeling waarmee een aantal lampen een na een wordt aangestuurd. De meeste looplichten hebben vier kanalen, maar daar men op ieder kanaal een groot aantal lampen kan aansluiten kan men, door deze lampen op een bepaalde manier op te stellen, de indruk wekken alsof een lichtpuntje over de door de lampjes gevormde `lichtslang` loopt. Lichtlopers, ook wel `running lights` of `licht slangen` genoemd, worden vaak gebruikt in lichtreclames, etalages en discotheken. Alle commercieel verkrijgbare lichtlopers werken volgens het principe dat geschetst is in onderstaande figuur.
Een oscillator wekt pulsen op met een regelbare frequentie. Deze pulsen worden geteld in een digitale teller. De uitgangscodes van deze teller worden door een decoder omgezet in een aantal sequentiële stuursignalen waarmee de triac`s van de verschillende uitgangen worden aangestuurd. De uitgangssignalen van de decoder worden een voor een `H`. Als het systeem drie uitgangen heeft dan zullen de drie lampen die op deze uitgangen worden aangesloten een na een oplichten. Het lichtlopereffect ontstaat doordat er niet drie, maar een heleboel kleine lamp jes op de drie uitgangen worden aangesloten. Deze lampjes zijn in groepen van drie op de drie uitgangen van de lichtloper aangesloten. Omdat de drie lampjes van iedere groep om de beurt oplichten lijkt het net alsof er lichtvlekjes door de lichtloper vloeien. De beschreven schakeling heeft als voordeel dat er weinig elektronica voor nodig is. Nadeel is echter wel dat de omloopsnelheid van de lichtspot alleen regelbaar is door de frequentie van de oscillator te variëren.

Loop-antenne
Een kleine draagbare antenne, onder de vorm van een spoeltje of een lusvormig draadje.

Loop
Automatisering Een zonder voorwaarden of onder bepaalde voorwaarden meerdere malen uit te voeren groep computerinstructies. Als er voorwaarden aan de uitvoering gekoppeld worden kan dat bijvoorbeeld onder de vorm van `ALS dit of dat het geval is, DAN voer de instructies uit TOT aan de volgende voorwaarde voldaan is`. Elektronica Een gesloten lus, waardoor een stroom kan vloeien. Een loop zit bijvoorbeeld in ieder teruggekoppeld systeem. De uitgang van het systeem wordt teruggekoppeld naar de ingang, zodat er van een gesloten lus sprake is.

Loodaccu
Een accumulator waarbij de positieve platen bestaan uit loodoxide (PbO2) en de negatieve platen uit sponsachtig lood (Pb). Als elektrolyt wordt verdund zwavelzuur gebruikt. De samenstelling van een loodaccu is geschetst in onderstaande figuur.
Lood-accu`s hebben het voordeel van een vrij hoge spanning per cel (ongeveer 2,0 V), een zeer hoge capaciteit en een hoog rendement. Nadelen zijn het zeer hoge gewicht, het agressieve elektrolyt en het feit dat zij in ongeladen toestand niet te bewaren zijn. Lood-accu`s zijn nog steeds dé basis voor de energievoorziening van alle auto`s ter wereld. Een auto-accu is samengesteld uit zes elementen die bestaan uit platen van zuiver lood en platen van loodperoxyde. Deze platen hangen in een geleidende oplossing van gedestilleerd water en zwavelzuur. Het laden en ontladen van een auto-accu is een vrij ingewikkeld tysisch proces. In het kort komt het er op neer dat bij het laden of ontladen de celspanning over een groot gebied vrij constant blijft, maar vrij snel stijgt op het einde van het laadproces en ook vrij snel daalt bij het einde van het ontlaadproces. De spanning over een accu in functie van het tijdsverloop van laden en ontladen is geschetst in onderstaande figuur.
Dank zij deze eigenschappen heeft men dus een zeer eenvoudige indicatie van de ladingsconditie van een accu. Het volstaat de spanning over de accu te vergelijken met twee referentiespanningen, die de grenzen van het toelaatbare gebied definiëren. Zolang de spanning tussen deze grenzen blijft is alles in orde.

Longplay
Afgekort tot LP. Een grammofoonplaat met een diameter van 30 cm en een omwentelingssnelheid van 33,33 toeren per minuut. Op een LP kon ongeveer één uur audio geregistreerd worden.

Longitudinale recording
Het opnemen van gegevens op magnetische media, waarbij de gegevens in de lengterichting van het medium achter elkaar op één spoor worden geschreven. Dit in tegenstelling tot laterale recording, waarbij de gegevens in de breedterichting van de band worden opgenomen. Het opnemen van audio op een cassettebandje is een typisch voorbeeld van longitudinale recording.

Longitudinale golf
Een golf, waarbij de richting waarin het medium samengeperst of uitgerokken wordt dezelfde is als de richting waarin de golf zich voortbeweegt. Geluidsgolven zijn typische vertegenwoordigers van longitudinale golven.

Long-tailed pair
Een schakeling die gebruikt wordt om de fase van een signaal over 180 ° te verdraaien en die opgebouwd is uit twee transistoren met gemeenschappelijke emitterweerstand en twee identieke collectorweerstanden, zie onderstaande figuur.
Het ingangssignaal wordt aan de basis van één transistor aangeboden, de basis van de tweede transistor is op wisselspanningsgebied verbonden met de massa, bijvoorbeeld via een grote condensator. Op de collectoren staan twee even grote signalen, die echter een fasedraaiing van 180° ten opzichte van elkaar vertonen.

Logische tester
Een eenvoudig, in de hand te houden apparaatje met een meetstift, waarmee men de logische niveaus `laag` en `hoog` op de punten van een logische schakeling kan opmeten. De tester is voorzien van een LED die gedoofd blijft als de meetstift verbonden wordt met een punt waar `L` op staat en die gaat branden als de stift verbonden wordt met een punt waar `H` op staat.

Logische schakeling
Een elektronische schakeling, bestaande uit logische operatoren zoals NOT-, AND-, NAND-, OR- en-of NOR-poorten, waarmee het verband tussen de in- en uitgangsgrootheden ondubbelzinnig bepaald kan worden.

Logische operator
Zie `Logica`

Logische analyser
Een op een oscilloscoop lijkend meetappararaat, waarmee het logisch verband tussen verschillende grootheden in beeld gebracht kan worden. In onderstaande figuur is het scherm van een dergelijk apparaat weergegeven.
Acht logische signalen D0 tot en met D7 zijn onder elkaar weergegeven, zodat onmiddellijk de logische relatie tussen de diverse signalen opgespoord kan worden.

Logisch niveau
Een van de twee spanningswaarden, die in logische schakelingen kunnen optreden. Bij TTL-logica is het `lage` logisch niveau kleiner dan +0,4 V en het `hoge` logisch niveau groter dan +2,4 V.

Logica
Een techniek voor het oplossen van vraagstukken, waarbij gebruik wordt gemaakt van zeer strenge, ondubbelzinnige regels. De logica beschrijft de verbanden tussen de ingangsgrootheden van een systeem en de uitgangsgrootheden van dat systeem. Basis van de logica is dat de in- en uitgangsgrootheden slechts twee niveaus kunnen hebben: `waar` of `niet waar`, `laag` of `hoog`, `0` of `1`, 0 V of 5 V. Het verband tussen de in- en uitgangsgrootheden wordt vastgelegd door middel van logische operatoren, zoals: - NIET (NOT); - EN (AND); - OF (OR); - niet-EN (NAND); - niet-OF (NOR). De symbolen voor deze vijf basisfuncties van de logica zijn in onderstaande figuur samengevat.
Aan de hand van deze operatoren wordt het op te lossen systeem beschreven door beslissingsregels als: Als ingangsgrootheid A EN ingangsgrootheid B `1` zijn, dan en alleen dan mag uitgangsgrootheid X `H` worden. De logische operatoren kunnen op een vrij eenvoudige manier opgelost worden door elektronische schakelingen, zodat de beslissingsregels vrij gemakkelijk vertaald kunnen worden naar elektronische systemen. De toestanden van de ingangsgrootheden kunnen dan bijvoorbeeld gegenereerd worden door omschakelaars, die de grootheden ofwel met de massa `L` ofwel met de voeding `H` verbinden. De toestanden van de uitgangsgrootheden kunnen worden voorgesteld door LED`s die doven als de uitgangsgrootheid `L` is en gaan branden als de uitgangsgrootheid `H` is.

Logaritmische potentiometer
Een potentiometer waarbij de weerstand tussen een van de uiteinden van de potentiometer en de loper een logaritmische functie is van de loperverdraaiing of -verplaatsing. De weerstand in functie van verplaatsing karakteristiek van een dergelijk onderdeel is getekend in onderstaande figuur.
Logaritmische potentiometers worden gebruikt voor het instellen van geluidsvolumes. Het menselijk gehoor werkt namelijk ook logaritmisch en het gevolg van dit verschijnsel is dat logaritmische potentiometers een meer `natuurlijke` volume-instelling geven dan lineaire potentiometers.

Logaritmische versterker
Zie Lin-log-omzetter en Log.

Logaritmische hoorn
Een luidsprekerhoorn, waarvan de diameter volgens een logaritmische wet varieert met de lengte van de hoorn.

Logaritmische condensator
Een draaibare condensator, waarbij de stator- en rotorplaten een dusdanige vorm hebben, dat bij het afstemmen van een oscillator de relatieve frequentie-variatie constant is per hoek verdraaiing. Voor iedere graad verdraaiing van de rotor neemt de frequentie dus met een constant bedrag toe. De vorm van een dergelijke condensator is geschetst in onderstaande figuur.

Logaritme
Zie `Log`.

Log
Afkorting van `Logaritme`. Een wiskundige techniek om te rekenen aan en met zeer grote en zeer kleine getallen. Het begrip `logaritme` stamt uit de wiskunde. De logaritme van een bepaald getal x met grondtal a is de exponent van de macht waartoe men a moet verheffen om het getal x te krijgen. Een cryptische omschrijving, die ongetwijfeld toelichting behoeft. Stel men heeft het getal 4. Men wil hiervan het logaritme bepalen met grondtal 2. Tot welke macht moet men dit grondtal verheffen om weer het oorspronkelijke getal 4 te krijgen? Het antwoord is in dit eenvoudig voorbeeldje duidelijk: 2. Het getal 2 tot de tweede macht (22) is immers weer gelijk aan 4, het oorspronkelijke getal. Het getal 2 is dus de logaritme van het getal 4 met grondtal 2. De algemene uitdrukking voor een logaritme luidt: alog x = b waarin: - a: het grondtal is; - x: het getal is waarvan men het logaritme moet berekenen; - b: het logaritme is van het getal x met als grondtal a. Zuiver theoretisch kan men gelijk welk grondtal kiezen. In de dagelijkse praktijk werkt men met 10 en e. Grondtal 10: Dergelijke logaritmen noemt men `Brigse` logaritmen, het symbool is dan log. Log 100 is gelijk aan 2, omdat 102 gelijk is aan 100. Grondtal e: Dergelijke logaritmen worden `natuurlijke` of `Neperiaanse` logaritmen genoemd en werken met het grondtal e = 2,71828... , het symbool is dan ln. Ln 100 is dan het getal tot hetwelke men het getal e moet verheffen om 100 als antwoord te krijgen. Logaritmen zijn handige hulpmiddelen als men met zeer grote of zeer kleine getallen moet rekenen: het zal duidelijk zijn dat het logaritme van een getal veel minder snel stijgt dan het getal zélf.

LOCMOS
Een speciale versie van de standaard CMOS-familie 40xxx, met een typische vertragingstijd van 15 tot 40 ns per poort, een vermogensopname van 10 nW per poort, een grensfrequentie van 8 tot 20 MHz en een voedingsspanningsbereik van +3,0 V tot +15,0 V. Deze familie wordt onder meer door Philips op de markt gebracht onder de codering HEF4xxx. De LOCMOS-technologie levert bij alle IC`s volledig symmetrisch opgebouwde uitgangen, zie onderstaande figuur.
Met het sterretje wordt de plaats aangegeven waar bij normale CMOS de uitgang wordt afgenomen.

Lock-out
Het tegengestelde van lock-in. Men spreekt van lock-out als twee signalen, die eerst in een lock-in situatie verkeren, om wat voor reden dat ook hun frequentie- en-of fasegelijkheid verliezen.

Lock-in
Een vorm van synchronisatie, waarbij de frequentie en-of de fase van twee signalen precies aan elkaar gelijk zijn. Lock-in is de basis van PLL Phase Locked Loop, waarbij een locale oscillator wordt gedwongen de frequentie en de fase van een ingangssignaal over te nemen.

Locale oscillator
De HF-oscillator in een superheterodyne radio-ontvanger, waarvan de frequentie gemengd wordt de frequentie van het van de antenne afkomstige signaal. Het verschil tussen beide frequenties levert het middenfrequent (MF) signaal op, dat verder versterkt wordt in de MF-versterker. Door dit systeem kan men één frequentie uit het totale aanbod dat via de antenne binnenkomt selecteren. Er is immers maar één frequentie, waarbij het verschil met de frequentie van de locale oscillator precies gelijk is aan de middenfrequentie. Alleen die zenderfrequentie zal dus verder versterkt, gedemoduleerd en hoorbaar gemaakt worden. De plaats van de locale oscillator in het blokschema van een superheterodyne ontvanger is getekend in onderstaande figuur.

Locale bus
Een fundamentele computer-architectuur, meestal afgekort tot LB. Inleiding In 1992 werd een nieuwe moederbordarchitectuur gelanceerd onder de naam `Local Bus`, afgekort tot `LB`. Een LB-systeem is in principe nog steeds gebaseerd op een gewoon ISA-systeem, dat is uitgebreid met één of meer insteekplaatsen voor uitbreidingskaarten die rechtstreeks op de zeer snelle interne bus zijn aangesloten. Op zo`n interne (locale) insteekplaats staan niet alleen alle 32 datalijnen ter beschikking, zij wordt ook met dezelfde frequentie geklokt als de processor, bij een 100 MHz systeem dus een met de verhoudingsgewijs hoge bus klokfrequentie van eveneens 100 MHz. Daardoor worden via deze speciale insteekplaatsen tot voorheen niet voor mogelijk gehouden overdrachtsnelheden bereikt die theoretisch kunnen oplopen tot ongeveer 100 MB-s. In hardware specifieke tests kwamen dergelijke snelheden tenminste binnen bereik. In de praktijk van alledag zal men zich toch met veel lagere snelheden tevreden moeten stellen. Bij een niet-locale bus worden de slot`s via de I-O-interface met het systeem verbonden en de klokfrequentie wordt hier gereduceerd tot maximaal 10 MHz. Bij een LB-systeem is de enige uitbreiding dat er nu een aantal LB-slot`s aanwezig zijn, die rechtstreeks zijn aangesloten op de interne bus van het systeem en dus geklokt worden met dezelfde frequentie als de processor. De voordelen van een LB-systeem zijn: - directe aansluiting op de processor; - 32 bit gegevensoverdracht; - hoge klokfrequentie.

Local area network
Afgekort tot LAN. Een computernetwerk dat computers en perifere apparatuur met elkaar verbindt. De maximale reikwijdte van een LAN bedraagt meestal 500 m. De meeste LAN`s zijn opgebouwd met Ethernet- of Token-Ring technologieën. Ethernet is een LAN-technologie die in 1976 door Xerox werd ontwikkeld en een netwerkverbinding met coaxiale kabels voorop stelt. De overdrachtsnelheid bedraagt 10 Mbit-s. Er bestaan twee uitvoeringen van Ethernet, namelijk Thin Ethernet en Thick Ethernet. Het opvallendste verschil zit in de dikte en impedantie van de noodzakelijke kabelverbindingen. In de basisuitvoering kan men 100 stations op een Ethernetnetwerk aansluiten. Token-Ring werd ontwikkeld door IBM en wordt gekenmerkt door een logische ringstructuur. In deze ring kan men echter locaal een ster samenstellen. Het voornaamste kenmerk van een LAN is de topologie. Een topologie van een netwerk geeft de fysische en logische plaatsing van de stations ten opzichte van elkaar aan en de afhandeling van het berichtenverkeer tussen die stations. Netwerken kunnen in het algemeen uitgevoerd worden met een van de onderstaande topologieën: - ster; - bus; - maas; - ring; - boom. Deze vijf principiële systemen worden grafisch met elkaar vergeleken in onderstaande figuur.
Als een station op een LAN zendt, nemen alle andere stations die op het medium zijn aangesloten deze activiteit waar. Dit houdt in dat door het delen van het medium er op een bepaald moment maar één station kan zenden op één en hetzelfde kanaal, dit betekent dat er zogenaamde half-duplex transmissie plaatsvindt.

Lob
Een speciale, meestal ellipsvormige vorm van de gevoeligheidskarakteristiek van een antenne of een microfoon. In onderstaande figuur is de lob-vormige karakteristiek van een horizontale halve-golflengte antenne weergegeven.

Load
Computer-techniek: een commando voor het inlezen van programma`s of gegevens in een computergeheugen. Algemene elektronica: Engelse term waarmee `belasting` wordt bedoeld.