Vego`s encyclopedie van de elektronica
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Electronica
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 768
Machine vergelijkingen
De wiskundige vergelijkingen die het verband definiëren tussen de ingangsspanningen en de uitgangsspanningen van een analoge computer. Deze vergelijkingen moeten zo worden opgesteld, dat zij identiek zijn aan de wiskundige vergelijkingen die het te simuleren natuurkundig proces beheersen.
Machine variabelen
De zeer nauwkeurig instelbare gelijkspanningen die bij analoge computers worden gebruikt om de waarde van de natuurkundige ingangsgrootheden te definiëren. Men kan de meeste natuurkundige processen voorstellen door een elektronisch analogon: een elektronische schakeling samengesteld uit versterkers, verzwakkers, optellers, aftrekkers, mengers, differentiatoren en integratoren. Een dergelijke schakeling kan zo opgebouwd worden dat de wiskundige formule, die het verband geeft tussen ingangsspanningen en uitgangsspanningen, in wezen identiek is aan de wiskundige formule die het te simuleren natuurkundig verschijnsel beschrijft. Natuurlijk moeten dan de natuurkundige grootheden (snelheid, versnelling, etc.) die een rol spelen bij het proces vertaald worden naar elektrische grootheden, die door de analoge schakeling verwerkt kunnen worden. Dat zijn de machine variabelen, die geijkt worden zodat er een gemakkelijk te interpreteren verband ontstaat tussen de mechanische grootheden en de elektrische grootheden van de simulatie. Men kan bijvoorbeeld stellen dat een snelheid van 1 m-s wordt voorgesteld door een spanning van 1 V, zodat als er op een uitgang van de schakeling een spanning meet van 1,25 V men onmiddellijk weet dat dit overeen komt met een snelheid van 1,25 m-s.
Machine opdracht
Een opdracht aan een microprocessor die zonder verdere hulp van hard- of software gedecodeerd en geïnterpreteerd kan worden. Machine opdrachten bestaan uit een reeks bits, die het soort handeling, de adresseringswijze, de betreffende registers, etc. definiëren. Machine opdrachten vormen het laagste niveau van opdrachten aan de microprocessor die een programmeur kan geven en zijn de enige opdrachten die een processor werkelijk `verstaat`. Opdrachten uit hogere talen worden door een assembler, interpreter of compiler vertaald naar machine opdrachten.
Mach
Een getal waarmee de verhouding wordt aangegeven tussen de snelheid van een voorwerp in een medium (bijvoorbeeld lucht) en de snelheid van het geluid in datzelfde medium. Een vliegtuig dat met mach-2 vliegt, heeft een snelheid die twee keer groter is dan die van het geluid.
Maas
Wordt in de informatietechnologie gebruikt voor het aangeven van een netwerktopologie. Zoals in onderstaande figuur is getekend, worden bij een dergelijk netwerk zoveel mogelijk rechtstreekse verbindingen gelegd tussen de verschillende nodes van het netwerk. Het is niet per sé noodzakelijk dat alle nodes rechtstreeks met elkaar verbonden zijn, maar de netwerkontwerper zal er naar streven dat de nodes die het intensiefst met elkaar communiceren in ieder geval wél rechtstreeks gekoppeld zijn. Voorbeelden van mazenvormige netwerken zijn de landelijke PTT-netwerken en het ARPANET.
Mazenvormig netwerk
Een netwerk van telecommunicatieverbindingen waarbij van elke deelnemer rechtstreekse verbindingen worden gelegd naar de andere deelnemers, zie ook maas.
Maxwell-brug
Een brugschakeling waarmee men op een zeer nauwkeurige manier inductanties kan meten door deze te vergelijken met standaard geijkte capaciteiten. De brug, voorgesteld in onderstaande figuur, wordt gevoed met wisselspanning en wordt met R1 en R3 afgeregeld op evenwicht, waarbij de detector in de tweede diagonaal geen signaal meer aanduidt.
De vergelijkingen voor het berekenen van de waarde van de inductantie: Lx = C * R1 * R2 Rx = R2 * (R2-R2 + R3)
Maxwell`s vergelijkingen
Een doorbraak in de natuurkunde! In de tweede helft van de negentiende eeuw (1864 tot en met 1873) formuleerde de Engelse wiskundige James Clerk Maxwell vier uiterst ingewikkelde wiskundige vergelijkingen, waarmee in één klap alle magnetische en elektrische basisgrootheden werden verenigd tot één uniforme theorie, deze van het elektromagnetisch veld. De vier vergelijkingen van Maxwell zijn voorgesteld in onderstaande figuur en geven het wiskundig en natuurkundig verband tussen de magnetische veldsterkte, de elektrische veldsterkte, de magnetische inductie, de elektrische stroom en een aantal natuurkundige constanten zoals de elektrische permeabiliteit Mhu en de permittiviteit Epsillon.
De eerste wet van de vier wordt de wet van Gauss voor elektriciteit genoemd. Deze geeft het verband tussen de elektrische flux en de omsloten lading. De tweede wet wordt de wet van Gauss voor magnetische flux genoemd en is steeds nul omdat er geen magnetische monopolen bestaan (althans deze zijn nog niet ontdekt). De derde wet wordt de wet van Faraday genoemd en stelt dat een veranderlijk magnetisch veld een elektromotorische kracht veroorzaakt. De laatste van de vier wetten word de wet van Maxwell-Ampère genoemd en stelt dat een circulerend magnetisch veld wordt veroorzaakt door een stroom of een veranderende elektrische flux. De theorie van Maxwell was niet alleen een doorbraak omdat voor het eerst in de natuurkunde een zogenoemde unificatie werd bereikt (twee in eerste instantie verschillende verschijnselen als magnetisme en elektriciteit blijken uitingen van één onderliggend fundament te zijn), maar omdat deze theorie onrechtstreeks maar ondubbelzinnig Einstein de weg heeft gewezen naar zijn relativiteitstheorie.
Maxwell
Eenheid van de magnetische flux in het verouderde cgs-eenhedenstelsel, met als symbool Mx en als eenheid de Mx. In het hedendaagse mks-eemhedenstelsel wordt de magnetische flux voorgesteld door de eenheid Wb (Weber). 1 Mx = 10-8 Wb.
Maximum vermogen theorema
Een basiswet uit de elektriciteitsleer, die stelt dat er sprake is van maximale energie-overdracht tussen een zender en een ontvanger als de inwendige weerstand (of impedantie) van de zender Ri precies gelijk is aan de ingangsweerstand (of impedantie) van de ontvanger RL. Dit theorema vindt men overal terug. De 75 Ohm antenne-ingang van een FM-tuner moet via een 75 Ohm kabel worden verbonden met een antenne met een impedantie van 75 Ohm. Een microfoonversterker met een uitgangsimpedantie van 47 kOhm moet verbonden worden met de 47 kOhm ingang van een mengpaneel. Men kan wiskundig aantonen dat de maximale energie-overdracht vrij snel verloren gaat als de impedanties niet aan elkaar gelijk zijn. In onderstaande figuur is het resultaat van deze wiskunde overzichtelijk in een grafiekje samengevat.
MAX-PROD inferentie
Een begrip uit de `fuzzy logic` of `vage logica`. De inferentie is de techniek waarmee de fuzzy-processor uit de opgestelde beslissingsregels tussen in- en uitgangsgrootheden een bepaalde uitgangsfunctie afleidt. Deze functie hangt bovendien af van de momentele waarden van de µ`s van de ingangen, maar is nog steeds een vage verzameling die men een fuzzy-functie noemt. Er zijn verschillende algoritmen ontwikkeld voor het opstellen van fuzzy-functies door middel van inferentie. De meest toegepaste zijn: - MIN-MAX inferentie; - MAX-PROD inferentie. De verschillen worden toegelicht aan de hand van onderstaande figuur.
De bovenste tekening geeft het resultaat van een MIN-MAX inferentie. De actieve LF van de uitgang wordt begrensd door de actieve waarde van de µ van de ingangen. De onderste tekening toont wat er gebeurt als wordt gewerkt volgens het MAX-PROD schema. Nu wordt de actieve LF van de uitgang niet begrensd, maar verkleint in hoogte, tot de top samenvalt met de actieve waarde van µ. Er is geen sprake van een `goede` inferentie-strategie. Voor sommige toepassingen kan men het best gebruik maken van de MIN-MAX algoritmen, andere toepassingen geven de beste resultaten als men volgens MAX-PROD werkt.
MAX strategie
Een begrip uit de `fuzzy logic` of `vage logica`. De uitgangsfunctie die uit de ingangsvariabelen wordt afgeleid bepaalt volledig de reactie van de uitgang op de momentele ingangswaarden. Natuurlijk moet uit deze functie een expliciete waarde van de uitgangsvariabele worden afgeleid. Dit proces noemt men de defuzzificatie. Hiervoor zijn verschillende strategieën ontwikkeld, waarvan de voornaamste zijn: - de center of gravity strategie COG; - de maximum strategie MAX; - de mean of maximum strategie MOM. Bij de MAX-strategie wordt het punt van de uitgangsfunctie bepaald dat de hoogste waarde op de µ-as heeft. Vanuit dit punt wordt weer een verticale lijn naar de horizontale as getrokken, waar de numerieke waarde van de uitgangsvariabele afgelezen kan worden. In onderstaande figuur wordt dit toegelicht aan de hand van een voorbeeldje.
Voordeel van de MAX-strategie is dat het bepalen van het maximum van een curve wiskundig heel snel gaat en dat de processor dus weinig rekentijd nodig heeft voor de defuzzificatie.
MAU
Letterwoord van `Media Access Unit`. Een onderdeel in een Token-Ring netwerk, dat er voor zorgt dat externe netwerken kunnen worden aangesloten op het intern stervormig netwerk.
Matrix printer
Een printer die werkt met naalden en die letters afdrukt in een matrix van wél of niet te printen puntjes. Hoewel naaldmatrix printers verouderd zijn, wordt hier toch aandacht besteed aan hun constructie, werking en eigenschappen. De naaldmatrix printers zijn immers het model, waarnaar moderne printers als de thermo transfer printer en zelfs de inkjet printer zijn vormgegeven. Hoewel in principe alle printers volgens het matrix principe werken, verstaat men onder het begrip `naaldmatrix printer` een printer waarbij het drukbeeld tot stand komt door een aantal naaldjes via een inktlint op het papier te laten slaan. Het papier wordt getransporteerd middels een rubber rol, die er voor zorgt dat de naaldjes goed contact maken met het papier. Het zal dus onmiddellijk duidelijk zijn dat matrix printers impact printers zijn. De naaldjes zitten in een printkop en zij worden elektromagnetisch aangedreven. Matrixprinters met naalden heten officieel SIDM-printers, afkorting van `Serial Impact Dot Matrix`. In het alledaagse spraakgebruik laat men het woordje `naald` weg en spreekt men van matrixprinters. Een naaldmatrix printer is een regeldrukker. De naaldjes zitten in een printkop, die door middel van een geleidingsmechanisme van links naar rechts of van rechts naar links over het papier wordt verplaatst. Tezelfdertijd wordt de informatie van deze regel op het papier geprint. Nadien zorgt de rubber transportrol ervoor dat het papier over één regel wordt verplaatst. Ook bij het afdrukken van grafische afbeeldingen wordt op deze manier gewerkt.
Matrix
In zijn algemeenheid een twee-dimensionaal stelsel dat een belangrijk wiskundig hulpmiddel is voor het oplossen van stelsels van vergelijkingen. In de elektronica wordt dit begrip gebruikt voor het aanduiden van een schakeling, die bestaat uit x horizontale lijnen en y verticale lijnen en waartussen op bepaalde kruispunten verbindingen worden aangebracht of onderdelen gesoldeerd. Met een dergelijke matrix kan men eenvoudige logische vergelijkingen oplossen van het type `als de ingangen A en C en D en G gelijk zijn aan `H`, dan moeten de uitgangen W, Y en Z ook `H` zijn`. De eenvoudigste uitvoering van een elektronische matrix is getekend in onderstaande figuur.
Ook in de computertechnologie wordt vaak gebruik gemaakt van matrixen, bijvoorbeeld voor het geordend opslaan van gegevens in een geheugenarray. De manier waarop letters op een beeldscherm of een printer verschijnen is ook opgeslagen in een matrix. In onderstaande figuur is bijvoorbeeld aangegeven hoe de letter A wordt gevormd in een matrix van 8 kolommen en 10 rijen. Deze informatie wordt in een array opgeborgen en gebruikt om de letter op het beeldscherm (of op de printer) af te beelden.
MBB
Afkorting van `Make Before Break`. Een specificatie van een omschakelaar, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat bij het omschakelen éérst het nieuwe contact wordt gemaakt alvorens het oude verbroken wordt. Dit in tegenstelling tot BBM, waarbij het oude contact eerst wordt verbroken alvorens het nieuwe gemaakt wordt.
Mb
Afkorting van Megabit, oftewel 1.048.576 bit.
MB
Afkorting voor Mega-byte, oftewel 1.048.576 byte.
MCT
Letterwoord voor `MOS Controlled Thyristor`. Een schakelelement voor het schakelen van wisselspanningen dat de eigenschappen van een MOS-transistor combineert met de eigenschappen van een thyristor. De ingang is dus hoogohmig en vereist extreem weinig aansturingsvermogen.
MCGA
Letterwoord van `Multi Color Graphic Adapter`. Een van de vele video-standaarden die zijn ontwikkeld voor het aansturen van de monitor van een PC. De MCGA was een verbetering van de oude CGA-standaard. Deze standaard bezit naast de vereiste videohardware nog een 16 kB grote, in statische RAM uitgevoerde, tekengenerator en een beeldschermbuffer van 64 kB. Ondanks deze extra toeters en bellen kon men ook niet meer dan 320 x 200 pixels op het beeldscherm aansturen maar dan wel in 256 kleuren. Neemt men echter genoegen met 16 kleuren uit een palet van 256 kleuren dan brengt de MCGA-kaart 640 x 400 pixels op het beeldscherm. Een MCGA-kaart kon gebruikt worden in combinatie met een groot aantal monitoren. De meest gebruikte monitor bij de MCGA-kaart was een RGB-monitor. Bij een RGB-monitor worden de signalen voor de drie basiskleuren rood, groen en blauw ieder apart door een kabeltje naar de monitor gestuurd. Een andere veel voorkomende MCGA-monitor was de monochroom-RGB-monitor, hierbij worden de kleuren omgezet door op het beeldscherm verschillende gradaties grijs te tonen.
MCA
Afkorting van `Micro Channel Architecture`. Een door IBM ingevoerde architectuur voor PC`s, die gebruik maakte van de eigenschappen van 32 bit processoren. De bestaande standaard 16 bit ISA-bus was eenvoudigweg niet meer te rijmen met de mogelijkheden van snelle 32 bit processoren. IBM kwam in 1987 met een volstrekt nieuwe architectuur op de proppen, de zogenoemde `Micro Channel Architecture`, afgekort MCA. De MCA-architectuur werd in eerste instantie voor de 80286-processor met een 16 bit brede bus en in een uitgebreide vorm voor 80386- en 80486-processoren met een 32 bit bus gerealiseerd. Enige rol van betekenis heeft echter alleen de 32 bit variant van dit alternatief voor de ISA-architectuur gespeeld. Kenmerkend voor de MCA-architectuur waren een verbeterde moederbord architectuur, aanzienlijke verhoging van de geheugencapaciteit en rekenprestaties alsmede een optimalisering van de systeemcomponenten. Tegelijk met de invoering van het MCA-concept werd door IBM eveneens een nieuwe grafische standaard voor beelschermen in het leven geroepen, de (intussen alweer verbeterde) VGA-standaard (Video Graphics Array). Hoewel de MCA-architectuur tegenover de oude ISA-standaard een keur van voordelen biedt, is deze architectuur altijd onderwerp van diskussie geweest. Het is dan ook geen internationaal geaccepteerde standaard geworden! Voornaamste redenen daarvoor zijn vermoedelijk de incompatibiliteit en de totale breuk met de ISA-architectuur, waardoor de talloze in gebruik zijnde ISA-uitbreidingskaarten voor een MCA-PC volledig onbruikbaar waren.
MDR-weerstand
Weerstand, waarvan de waarde afhankelijk is van een magnetisch veld. De werking van deze onderdelen berust op het Gauss-effect. Als men een stroomvoerende geleider loodrecht in een magnetisch veld brengt, dan zal dit veld proberen de ladingsdragers te laten afwijken van hun baan door de geleider. Daardoor ontstaat een verschuiving van het stroompad door de geleider, waardoor de geleidende doorsnede kleiner wordt en de weerstand toeneemt. Een heel bruikbare grondstof voor de fabricage van MDR`s is InSb-NiSb, indiumantimonide-nikkelantimonide, een halfgeleidend materiaal. Het genoemde materiaal wordt onder de vorm van een meander op een ceramisch substraat aangebracht, zie onderstaande figuur.
Philips maakt echter gebruik van permalloy (een legering van ijzer en nikkel) dat op een siliciumsubstraat wordt aangebracht. Er worden goudbanen tussen de permalloy-stroken aangebracht. Omdat goud veel minder last heeft van het Gauss-effect dan permalloy wordt de stroomrichting nog meer afgebogen. De stroom loopt als het ware zigzag door de geleider. Philips brengt MDR`s op de markt, waarin vier identieke weerstanden op één substraat zijn opgenomen en geschakeld als brug van Wheatstone. Hierdoor wordt niet alleen een grotere gevoeligheid bereikt, maar wordt de MDR ook minder gevoelig voor invloeden van de omgevingstemperatuur en verloopt de karakteristiek meer lineair. Een in de praktijk vaak toegepaste MDR als de FP17-D500E heeft een basisweerstand van 500 Ohm. De maximale weerstandsvariatie bedraagt een factor 15, de maximaal toelaatbare spanning over het onderdeel is 100 V.
MDA
Letterwoord van `Monochrome Display Adapter`. Een grafische kaart die in de oudheid in gebruik was voor het aansturen van de monitor van een PC. De allereerste PC`s werden met deze door IBM ontwikkelde standaard uitgerust. Kenmerk van de MDA is dat hij alleen in staat is tot het weergeven van karakters. Grafische afbeeldingen weergeven was er dus niet bij! Wel was de kwaliteit van de karakters uitstekend, omdat voor ieder karakter een matrix van 9 bij 14 pixels ter beschikking stond. Daarnaast kon de MDA alleen monochromatisch werken, er konden dus geen kleuren worden gegenereerd. De MDA had een eigen geheugen van 4 kB nodig voor het bewaren van de gegevens van een scherm. Dit geheugen werd geleend van het systeemgeheugen en wel op segment B000hex. Een eigen BIOS was niet aanwezig, de routines voor het aansturen van de beeldscherm elektronica waren vastgelegd in het hoofd-BIOS van de PC zélf. Als videocontroller werd gebruik gemaakt van de 6845, die via de poortadressen 3B0hex tot en met 3BFhex werd aangesproken. De resolutie bedroeg 350 lijnen van ieder 720 pixels. Er werden 50 beelden per seconde geschreven, waaruit men kan berekenen dat de horizontale sync-frequentie gelijk was aan 18.432 kHz. Om een en ander zonder vervorming op het beeldscherm te krijgen moest de videoversterker van de monitor een bandbreedte van 16,257 MHz hebben. Vergeleken met de standaard bandbreedte van 5 MHz van een TV was dat dus al een hele uitdaging voor de monitorontwerpers!
MD-kern
Een speciale uitvoering van de M-kern voor transformatoren, waarbij de ene luchtspleet van het M-blik vervangen is door twee schuine luchtspleten, zie onderstaande figuur.
Ook bij deze kernen worden de blikken om en om gestapeld, zodat er geen volledig vrije luchtspleet ontstaat. De MD-kern is niet geheel vierkantvormig, de lengte is iets groter dan de breedte. Voor de codering wordt gebruik gemaakt van de breedte en de hoogte in mm: MD 74-32 betekent dus een blikpakket met een breedte van 74 mm en een hoogte van 32 mm.
Metaalzoek apparaat
Een apparaat waarmee men in de grond verborgen metalen voorwerpen kan opsporen. De werking berust op het feit dat een metalen voorwerp, aangebracht in de omgeving van een afgestemde LC-kring, de resonantiefrequentie van deze kring wijzigt. Vandaar dat een metaalzoek apparaat bestaat uit een soort `stofzuiger`-mond, waarin een grote spoel aanwezig is die deel uit maakt van een resonantie-kring, zie onderstaande figuur.
De frequentie die deze kring genereert wordt vergeleken met de frequentie van een tweede LC-oscillator. Het apparaat wordt zo afgeregeld dat in rust beide frequenties identiek zijn. Beide frequenties worden gemengd, zodat er géén verschilfrequentie ontstaat. Beweegt men de mond van het apparaat over de grond en komt men in de buurt van een metalen voorwerp, dan zal de frequentie van de ene LC-kring iets afwijken. Bij het mengen van de beide frequenties ontstaan er hoorbare som- en verschilfrequenties. Deze worden versterkt en weergegeven in een hoofdtelefoon. Het gebruik van slechts één zoekspoel heeft als nadeel dat de LC-kring ook wordt verstemd door vochtige aarde, waardoor er altijd een fluittoontje in de hoofdtelefoon hoorbaar is. Dit probleem kan opgelost worden door de mond van het apparaat te voorzien van twee ver uit elkaar gelegen identieke spoelen. Als men met de mond `schone` aarde afzoekt zullen beide kringen even veel verstemd worden en is er geen verschilfrequentie. Als een van de spoelen echter boven een metalen voorwerp wordt gehouden zal deze kring meer verstemmen dan de andere, waardoor de verschilfrequentie ontstaat.
Metaalpapier condensator
Een speciale uitvoering van de opgerolde condensator, waarbij de capaciteit gevormd wordt door op een zeer dunne papieren folie aan weerszijden een dunne metalen laag aan te brengen, zie onderstaande figuur.
Hierdoor wordt het mogelijk grote capaciteitswaarden in kleine volumes onder te brengen. Een tweede voordeel van dergelijke condensatoren is dat zij zelfdovend zijn. Mocht ergens de papieren isolator doorslaan door een te hoge spanning over de condensator, dan zal de opgewekte warmte de metalen lagen aan weerszijden van het doorslaggat verdampen, waardoor de condensator toch verder gebruikt kan worden.
Metaalfilm weerstand
Een weerstand die wordt gevormd door op een isolerende ceramische drager een dunne laag metaal op te dampen. Als metaal gebruikt men goud, platina, paladium en chroom. Om op een kleine oppervlak een grote weerstandswaarde te verkrijgen wordt vaak met een zig-zag patroon gewerkt, zie onderstaande.
Metaalfilm weerstanden hebben uitstekende eigenschappen en zijn zeer stabiel, reden waarom deze technologie word toegepast voor het vervaardigen van nauwkeurige weerstanden met toleranties van 2 %, 1 % en 0,5 % in de gestandaardiseerde reeksen E-48 E-96 en E-192. Vanwege hun extreem lage eigen ruis worden deze weerstanden aanbevolen voor toepassingen in audio-schakelingen.
Metaal
Chemische elementen, die als gemeenschappelijke eigenschappen hebben dat zij elektrische stroom goed geleiden en in staat zijn elektronen uit te zenden. Deze eigenschappen ontstaan doordat de atomen van metalen maar een paar elektronen op de buitenste elektronenschil hebben en die als gevolg daarvan zwak gebonden zijn aan de kern. Deze elektronen kunnen het atoom verlaten en als `vrije elektronen` gaan rondzwerven van het ene atoom naar het ander. Door over het metaal een elektrisch veld aan te leggen zullen de vrije elektronen worden aangetrokken door de positieve elektrode van het veld: er ontstaat een elektrische stroom door het metaal. In de elektronica worden onder andere de volgende metalen toegepast: ijzer, aluminium, koper, lood, tin, kwik, zilver en goud.
Meson
Een onstabiel nucleair deeltje, dat wordt aangetroffen in cosmische straling. De lading kan positief of negatief zijn, maar er bestaan ook neutrale mesonen. De massa van een meson ligt tussen deze van een elektron en deze van een proton. De geladen mesonen die in de aarde atmosfeer terecht komen kunnen vanwege hun lading elektromagnetische communicatie beïnvloeden.
Mesny-oscillator
Een triode-oscillator voor het genereren van zeer hoge frequenties waarbij de afgestemde kring wordt gevormd door twee parallel lopende geleiders, die rechtstreeks met de roosters van de buizen zijn verbonden en die worden kortgesloten door een glijcontact. Ook de uitgangskring in de twee anoden bestaat uit twee parallel lopende geleiders die worden kortgesloten door een glijcontact. De oscillatie-frequentie kan worden ingesteld door het verplaatsen van de glijcontacten. Dergelijke oscillatoren worden in de moderne halfgeleidertijd toch nog toegepast, waarbij de trioden aanwezig zijn onder de vorm van `Nuvistors`: zeer kleine buizen die niet veel groter zijn dan een eerste generatie transistor. Het schema van een Mesny-oscillator is getekend in onderstaande figuur.
MESI-protocol
Letterwoord van `Modified, Exclusive, Shared, Invalid`. Een protocol dat bij Pentium-processoren wordt gebruikt om cache ingangen op een cache line basis te beheren. Het protocol kent aan iedere cache lijn een van de vier genoemde statussen toe. De overgang van de ene naar de andere status wordt door de schrijf- en leesprocedures naar de cache geactiveerd.
MESFET
Afkorting van MEtal Semiconductor FET. Een FET waarbij het kanaal rechtstreeks onder de een metalen gate wordt gevormd. De gate staat in innig contact met de halfgeleider. Dit in tegenstelling tot de situatie bij een MOSFET, waarbij de gate door middel van een zeer dunne laag oxyde is geïsoleerd van de halfgeleider. De MESFET-technologie wordt gebruikt bij GaAs-halfgeleiders, omdat de oxydelaag die daar gevormd wordt te slechte eigenschappen heeft voor de constructie van MOSFET`s. Bij een MESFET wordt de drain aangesloten op een positieve spanning, terwijl de source aan de massa ligt. De MESFET word gestuurd door het aanleggen van een spanning op de gate. Hierdoor wijzigt de diepte van de verarmingslaag onder de gate, waardoor een regelbare stroomversperring in het kanaal wordt gevormd. Het gebruik van GaAs heeft als voordeel dat de elektronen snel door het materiaal kunnen migreren. Dit snelheidsvoordeel wordt maximaal uitgebuit door de gate zo klein mogelijk te maken. Afmetingen van 1 m tot 0,25 µm zijn tegenwoordig realiseerbaar, waardoor een MESFET uitstekende HF-eigenschappen en snelle schakeltijden krijgt. Vandaar dat dit onderdeel steeds vaker wordt aangetroffen als schakelbasis in snelle digitale IC`s.
MESA-transistor
Een transistor waarbij een germanium of silicium plaatje in fasen wordt geëtst, waardoor de basis- en emittergebieden als een soort `heuveltjes` (mesa`s) boven de lager gelegen collectorzône uitsteken, zie onderstaande figuur. Het voordeel hiervan is dat de basiscollector capaciteit verkleint, waardoor de transistor tot zeer hoge frequenties bruikbaar is.
Menu
Een lijst met items op het beeldscherm van een computer, waaruit men een keuze kan maken. Bij de moderne grafische gebruikersinterfaces zoals Windows staan de menu`s naast elkaar in de bovenste balk van een geopend programma en kan men een dergelijk menu openen door er met de muis op te klikken. Nadien kan men op dezelfde manier een selectie uit de menulijst maken.
Menger
Een schakeling waarin verschillende ingangssignalen worden gemengd tot één uitgangssignaal. Een van de bekendste vormen van menger is de schakeling die in een audio mengtafel zit en het geluidssignaal van verschillende geluidsbronnen (microfoon, CD, etc) mengt. Hierbij is sprake van additieve menging: de signalen worden bij elkaar opgeteld, zodat de momentele waarde van het uitgangssignaal op ieder moment gelijk is aan de som van de momentele waarden van de ingangssignalen. In de meeste gevallen wordt hierbij gebruik gemaakt van een techniek die men `virtuele massa` noemt en die wordt voorgesteld in onderstaande figuur.
De drie ingangssignalen komen via volumepotentiometers en bufferversterkers naar de mengtrap. De drie signalen gaan ieder via een eigen mengweerstand R15, R18 en R21 naar de inverterende ingang van de op-amp IC8. De niet-inverterende ingang van deze op-amp staat via de condensator C15 op massapotentiaal voor signalen: men noemt dit `virtuele massa`. Vanwege de werking van een op-amp zal ook de inverterende ingang op signaalniveau naar massa gaan. Dat wil zeggen dat er géén signaalspanning aanwezig is en de drie ingangssignalen stromen leveren via hun mengweerstanden. Op deze manier wordt onderlinge beïnvloeding van de ingangen uitgesloten. De totale stroom, die op ieder moment gelijk is aan de som van de mengstromen, vloeit af naar de uitgang via de weerstand R24 en wekt over deze weerstand een spanning op. De linker aansluiting ligt virtueel aan de massa, op de rechter aansluiting ontstaat dus een vrij grote spanning, de uitgangsspanning van de menger.
Memory mapped I/O
Een PC-techniek, waarbij de registers van perifere schakelingen in de normale geheugenadressen worden opgenomen en deze via normale geheugenopdrachten zoals MOV kunnen worden aangesproken.
Memory
Engels voor geheugen. Deel van een schakeling waarin gegevens tijdelijk of permanent kunnen worden opgeslagen. Men onderscheidt volatile (vluchtig) en non-volatile (niet vluchtige) geheugens. Bij volatile geheugens gaat de inhoud verloren bij het wegvallen van de voedingsspanning. De meeste lees- en schrijfbare halfgeleidergeheugens behoren tot deze categorie. Tot de categorie niet vluchtige geheugens behoren de `oude` ringkerngeheugens en bubble memories, waarin de data magnetisch is opgeslagen. Ook de moderne flash-geheugens zijn niet-vluchtig. Lees- en schrijfbare geheugens, die willekeurig (via adressering) toegankelijk zijn worden vaak aangeduid met de engelse term RAM. Een aparte categorie geheugens vormen de geheugens, die bij normaal gebruik alleen gelezen kunnen worden. Zij worden aangeduid met de engelse term ROM. In de loop der tijd zijn diverse procédés en procedures ontwikkeld om deze ROM`s door de gebruiker te laten (her-)programmeren. Afhankelijk van op mogelijkheden worden deze geheugens aangeduid met PROM, EPROM, EEPROM en Flash. Geheugens uitgevoerd in de CMOS-techniek kunnen soms schijnbaar niet vluchtig zijn. Dit komt omdat aan een geheugen een oplaadbare batterij wordt toegevoegd, die de voeding van de CMOS-geheugens dank zij de zeer geringe stroomopname gedurende langere tijd kan overnemen. Zoals getekend in onderstaande figuur wordt een geheugen gestuurd door middel van twee bussen. De databus bevat de informatie die in het geheugen moet worden ingelezen of uit het geheugen wordt gehaald.
Membraan
Een vlies of dunne huid. In de elektrotechniek kent men diverse uitvoeringsvormen en toepassingen van membranen. Bij microfoon bestaat het membraan uit een dun metaalplaatje dat onder invloed van uitwendige krachten (opgewekt door de geluidsdruk) in trilling geraakt en daardoor een magnetisch veld beïnvloedt. Bij membraanschakelaars bestaat het membraan uit een dun, gebogen en veerkrachtig plaatje dat door het indrukken van de toets van de schakelaar twee contacten met elkaar verbindt, zie onderstaande figuur.
In een nog goedkopere uitvoering bestaat een dergelijke schakelaar uit een geleidend membraantje, dat bij het indrukken van de toets twee koperen spoortjes op een printplaat met elkaar in contact brengt. De meeste goedkope computer toetsenborden zijn uitgerust met dergelijke goedkoop te fabriceren membraanschakelaars.
MELF
Letterwoord van `Metal Electrode Leadless Face`. Cilindervormige behuizingen voor Surface Mounted Devices, zie onderstaande figuur.
In MELF treft men weerstanden, dioden en condensatoren aan. De standaard MELF is 5,9 m lang en heeft een diameter van 2,2 mm. Daarnaast kent men ook de MINIMELF, met een lengte van 3,6 mm en een diameter van 1,4 mm en de MIKROMELF met een lengte van 2,0 mm en een diameter van 1,3 mm.
Meißner-effect
Het natuurkundig verschijnsel dat een supergeleider geen magnetische flux heeft. Koelt men een stof met supergeleidende eigenschappen af tot zijn supergeleidende temperatuur, dan verliest de stof opeens zijn magnetische eigenschappen.
Meißner-oscillator
Een HF-oscillator waarbij het teruggekoppelde signaal, dat de oscillatie in stand moet houden, naar de basis wordt gevoerd. In onderstaande figuur is het basisschema van een dergelijke oscillator getekend. Met de potentiometer R2 kan men het werkpunt van de transistor instellen. De waarde van de trimmer R4 bepaalt de mate van terugkoppeling.
De condensator C1 zorgt ervoor dat de gelijkspanning niet via de spoel L1 kortgesloten kan worden. De terugkoppelspoel L1 heeft, vanwege de zeer lage ingangsimpedantie van de transistor, niet meer dan een paar windingen. De demping van de kring door de collector-belasting kan aanmerkelijk worden gereduceerd als men de collector aansluit op een aftakking van de primaire spoel L2. Bovendien wordt door deze aftakking de uitgangsimpedantie van de schakeling omhoog getransformeerd.
Megger
Een analoog meetinstrument voor het meten van zeer grote weerstanden. Een megger bevat een hoogspanningsbron en een gevoelige µA-meter. De meter meet in feite de kleine stroom, die onder invloed van de hoge spanning door de te meten weerstand gaat vloeien. Meggers worden gebruikt voor het meten van lekweerstanden, isolatieweerstanden, etc. In de meeste gevallen is een megger voorzien van een met de hand te bedienen dynamo, die de gemiddeld 500 V hoogspanning genereert die als meetspanning wordt gebruikt.
Megafoon
Een in de hand te houden combinatie van batterijvoeding, microfoon, laagfrequent versterker en hoornluidspreker, zie onderstaande figuur. Wordt gebruikt voor het versterken van de menselijke stem bij demonstraties, etc.
Megabyte
Ongeveer één miljoen byte, om precies te zijn 1.048.576 byte.
Megabit
Ongeveer één miljoen bit, of om precies te zijn 1.048.576 bit. Wordt afgekort tot Mb en niet tot MB, want dit staat voor Megabyte.
Mega
Voorvoorsel dat de waarde van een grootheid vermenigvuldigd met 106, oftewel met 1.000.000. Een MOhm is dus 1.000.000 Ohm. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van alle voorvoegsels. VERMENIGVULDIGINGSFACTOR NAAM SYMBOOL 1.000.000.000.000.000.000 = 1018 exa E 1.000.000.000.000.000 = 1015 peta P 1.000.000.000.000 = 1012 tera T 1.000.000.000 = 109 giga G 1.000.000 = 106 mega M 1.000 = 103 kilo k 100 = 102 hecto h 10 = 101 deca da 0,1 = 10-1 deci d 0,01 = 10-2 centi c 0,001 = 10-3 milli m 0,000 001 = 10-6 micro µ 0,000.000.001 = 10-9 nano n 0,000.000.000.001 = 10-12 pico p 0,000.000.000.000.001 = 10-15 femto f 0,000.000.000.000.000.001 = 10-18 atto a 0,000.000.000.000.000.000.001 = 10-21 bronto b
Meetweerstand
Een nauwkeurige weerstand met een tolerantie van +--0,1 %, die wordt toegepast bij het samenstellen van spanningsdeler, die in digitale universeelmeters en oscilloscopen worden gebruikt voor het instellen van het meetbereik. De eigenlijke meetmodule van een digitale voltmeter heeft meestal een meetbereik van +--199,9(9) mV. Digitale universeelmeters moeten uiteraard heel wat grotere spanningen kunnen meten, zodat er tussen de ingangen van de meter en deze van de module een spanningsverzwakker moet worden opgenomen. Alle digitale meters werken met een decadische bereikenschakelaar. Dat wil zeggen dat de verhouding tussen de verschillende meetbereiken gelijk is aan tien. Bij het meten van spanningen werkt men dus met vier of vijf meetbereiken, namelijk: - +--199,9 mV; - +--1,999 V; - +--19,99 V; - +--199,9 V; - +--1,999 kV. De algemeen gebruikelijke schakeling van de spanningsdeler met meetweerstanden is getekend in onderstaande figuur.
In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een meter met vijf meetbereiken. De spanningsdeler is samengesteld uit vijf in serie geschakelde meetweerstanden, met de respectievelijke waarden van 9 MOhm, 900 kOhm, 90 kOhm, 9 kOhm en 1 kOhm. De totale weerstand die tussen de ingangen van de meter staat is bijgevolg gelijk aan 10 MOhm, dé standaard ingangsweerstand van digitale meters geschakeld op spanningsmeting. De knooppunten tussen de weerstanden gaan naar de bereikenschakelaar. Afhankelijk van de stand van deze schakelaar zal er een weerstandsdeler worden gevormd met een verhouding tussen beide weerstanden van 1-1, 1-9, 1-99, 1-999 en 1-9.
Meetfout
Het verschil, uitgedrukt in procenten, tussen de échte waarde van een gemeten grootheid en de door de meter aangeduide waarde. Ieder meetinstrument heeft een bepaalde meetfout. Meet men met een digitale universeelmeter een referentiespanning van 10,000 V en geeft de meter 10,025 aan, dan heeft de meter een absolute meetfout van 0,025 V en een procentuele meetfout van 0,25 %. Zie ook Klasse.
Meetapparaat
Een elektronisch apparaat, waarmee men elektrische grootheden kan meten. Meetapparaten kunnen onderverdeeld worden in de onderstaande categorieën: universeelmeters: meten de basisgrootheden spanning, stroom en weerstand. impedantiemeters: meten de wisselstroomweerstand van weerstanden, spoelen en condensatoren. oscilloscopen: zetten het amplitudeverloop van een spanning of een stroom in functie van de tijd op het scherm van een beeldbuis. spectrum analysers: zetten de frequentiesamenstelling van een signaal in functie van de frequentie op het scherm van een beeldbuis. logic analysers: zetten de bit volgorde van diverse logische signalen onder elkaar op het scherm en dit in functie van de tijd. vervormingsmeters: meten de harmonische vervorming die aanwezig is in een signaal.
Meerslagen potentiometer
Een nauwkeurig in te stellen potentiometer, waarbij men de as over veel meer dan 360 ° kan verdraaiën. In de meeste gevallen heeft een dergelijk onderdeel tien slagen, oftewel een hoekverdraaiing van 3.600 ° en vandaar dat men deze potentiometers ook wel een `tien slagen potentiometers` noemt. Meerslagen potentiometers zijn er in talrijke uitvoeringen, zowel voor eenmalige instelling op een print als voor knopbediening op een frontplaat. In onderstaande figuur is als eerste voorbeeld een zogenoemde bloktrimmer voor printmontage getekend. Deze trimmers, die ook wel eens `Cermet` worden genoemd hebben een instelbereik van 15 omwentelingen, een belastbaarheid van 0,75 W en een tolerantie van +--1 %.
In onderstaande figuur is een dure, professionele meerslagen potentiometer voor frontmontage weergegeven. Deze onderdelen zijn uitgerust met een numerieke schaal (de dial), die in een schaalverdeling van 000 tot 999 een indicatie geeft van de totale verdraaiing van de as. Op deze manier kan men de potentiometer heel nauwkeurig instellen in een bepaalde stand.
Meerderheidsladingsdragers
De elektronen in een type-N halfgeleider en de gaten in een type-P halfgeleider. De meerderheids-minderheidsladingsdragers ontstaan doordat men zuiver silicium dopeert met stoffen, waardoor er in de silicium atomen ofwel een overschot aan elektronen ontstaat, ofwel een tekort aan elektronen.
Meeluister versterker
Een laagfrequent versterkertje met luidspreker, dat gebruikt wordt om een analoge lijn af te luisteren. Meeluisterversterkers zijn bijvoorbeeld te koop als aanvulling op een analoge telefoon, zodat het geluid versterkt in een kamer te horen is en meerdere mensen de conversatie kunnen volgen.
Medium
Het voorwerp waarop gegevens worden opgeslagen. Typische media zijn ponskaarten, entree-kaartjes met magnetische strip, magnetische banden, diskettes, harde schijven, etc.
Mediaan
De gemiddelde waarde van een meetkundige of wiskundige reeks. De mediaan van de reeks 1,2,3,4,5,6,7 is 4. 1+2+3+4+5+6+7=28 28-7=4
Mechanisch analogon
Er bestaat een merkwaardige gelijkheid tussen zuiver mechanische en zuiver elektrische verschijnselen. Zo kan men een inductantie (spoel) mechanisch voorstellen door een vliegwiel of een massa. Dank zij deze analogie, die zover gaat dat men elektrische systemen wiskundig bekeken volledig door mechanische systemen kan vervangen en vice versa, kan men soms ingewikkelde mechanische systemen vervangen door een elektrische schakeling, zoals gebeurt in analoge computers. Aan deze schakelingen kan men dan spanningen toevoeren, analogieën van mechanische grootheden zoals massa of kracht, en de uitgangsspanningen van de schakeling meten. Deze kunnen dan weer omgerekend worden in mechanische analogieën. Het is veel gemakkelijker om wijzigingen aan te brengen in een elektrisch analogon dan een mechanisch prototype opnieuw te bouwen.
Mechanica
De wetenschap die zich bezig houdt met de bestudering van bewegende voorwerpen. Omdat beweging alleen ontstaat als er een kracht op een voorwerp wordt uitgeoefend is de mechanica de leer der krachten. Ook de elektriciteitsleer is een onderdeel van de mechanica, omdat de elektriciteitsleer zich bezig houdt met bewegende ladingen en elektronen. In onderstaand diagram is de relatie tussen de mechanica en de elektronica overzichtelijk weergegeven.
Mean of maximum strategie
Een begrip uit de `fuzzy logic` of `vage logica`, ook MOM-strategie genoemd. Deze strategie is een methode om de uitgangsfunctie van een proces, die een fuzzyfunctie is, om te zetten in praktisch bruikbare waarden. Hiervoor zijn verschillende strategieën ontwikkeld, waarvan de voornaamste zijn: - de center of gravity strategie COG; - de maximum strategie MAX; - de mean of maximum strategie MOM. De MOM-defuzzificatie werkt volgens een heel eigen principe. Er wordt namelijk géén compositie toegepast. Iedere regel uit het redeneer mechanisme wekt, zoals bekend, een specifieke functie op voor de uitgang. Bij de MOM-strategie wordt van iedere uitgangsfunctie het maximum bepaald en de bijbehorende µmax berekend. Nadien wordt het gemiddelde van al deze waarde berekend en dit getal wordt gebruikt om de reële waarde van de uitgangsvariabele te bepalen. Het voordeel van deze strategie is dat de fuzzyprocessor veel minder hoeft te rekenen en daardoor veel sneller kan werken.
Mean
De gemiddelde waarde van twee of meer meetresultaten. Door te werken met de gemiddelde waarde neemt de meetfout af. Op iedere meting zit immers een meetfout, veroorzaakt door allerlei invloeden. Bij de ene meting zal de meetfout positief zijn, bij een volgende negatief. Door nu de metingen te middelen is de waarschijnlijkheid groot dat de individuele meetfouten elkaar compenseren.
Meacham-oscillator
Een zeer stabiele HF-oscillator, volgens onderstaande figuur samengesteld uit een versterker met een terugkoppeling onder de vorm van een brug. In één arm van de brug staat een kristal, in een andere arm een speciale tungsten-lamp die dient als niet-lineaire weerstand.
MeV
Afkorting van `Mega elektron Volt`, een energie van 1.000.000 elektron Volt. Een eV is de energietoename van een elektron als dit versneld wordt door een spanning van 1 V.
MFM-codering
Afkorting van `Modified Frequency Modulation`. Een systeem dat wordt gebruikt bij de data-opslag op floppy en harde schijf. Bij het MFM-systeem wordt een hogere opslagcapaciteit verkregen doordat men de in feite overbodige informatie van de klokpulsen niet op de schijf zet. Het principe wordt toegelicht aan de hand van de grafieken in onderstaande figuur.
MFM werkt met een klokperiode van slechts 2 µs. Het kloksignaal wordt in een fasecomparator vergeleken met de gesynchroniseerde seriële datastroom die door de interface wordt aangeleverd. De uitgang van de fasecomparator levert een signaal dat in fase is met de klok als de datastroom `H` is en in tegenfase is met de klok als de datastroom `L` is. Dat heeft tot gevolg dat de richting van de flanken van het uitgangssignaal gelijk is aan de richting van de flanken van het kloksignaal bij hoge informatie en tegengesteld bij lage informatie. Dit fasegemoduleerde signaal stuurt de spanning naar een stroomomzetter die de stroompulsen voor het opwekken van het magnetisch veld rond de kopspoel genereert. Bij het terug lezen van de informatie van de schijf wordt gebruik gemaakt van een PLL-systeem. Een oscillator wordt fasegekoppeld aan de referentiebits in de `gaten` op de schijf. Het van de schijf herwonnen elektrische signaal wordt in een fasevergelijker met dit oscillatorsignaal vergeleken. Deze schakeling vergelijkt de richting van de achterflanken van de twee signalen en kan op deze vrij eenvoudige manier besluiten of er een hoog dan wel een laag signaal gegenereerd moet worden.
MF II toetsenbord
Tegenwoordig hét standaard toetsenbord van iedere PC. Het AT-toetsenbord werd opgevolgd door het zogenoemde MF II toetsenbord. Dit toetsenbord werd uitgebreid met de functietoetsen F11 en F12 (die helaas nauwelijks door software worden gebruikt) en bovendien werden de besturingstoetsen opgenomen in een extra toetsenblokje. De 12 functietoetsen werden boven aan het toetsenbord op een rijtje geplaatst. Bovendien werden de vier cursortoetsen ook nog eens gegroepeerd en werden er dubbele `Alt`-, `Ctrl`- en `Shift`-toetsen opgenomen. Ook de toetsen `Print Screen` en `Pause` zijn kenmerkend voor een MF II toetsenbord. Ook de drie LED`s, waarmee de status van `Caps Lock`, `Num Lock` en `Scroll Lock` wordt aangegeven, werden ingevoerd bij de introductie van het MF II toetsenbord. Elektronisch bekeken zijn er weinig verschillen tussen dit toetsenbord en zijn voorganger AT.
MF
Afkorting van `Midden Frequentie`. De verschilfrequentie die ontstaat als men de ontvangst-frequentie van een radio, TV of radar mengt met de frequentie van de locale oscillator. De MF blijft constant bij het afstemmen van de ontvanger op een andere zender. De meeste apparaten maken gebruik van onderstaande gestandaardiseerde MF`s: - AM-ontvangers: 455 kHz; - FM-ontvangers: 10,7 MHz; - TV-beeld: 38,9 MHz; - TV-geluid: 33,4 MHz; - TV-hulpdraaggolf: 34,47 MHz; - Radar: 30 MHz of 60 MHz; - Breedband-ontvangers: 70 MHz.
MHTL
Letterwoord van `Micro House Technical Library`. Een ondertussen beroemde Engelstalige technische referentie-bijbel die op CD-ROM bij Novell NetWare geleverd wordt en die bestaat uit de volgende onderdelen: - de encyclopedie van de moederborden; - de encyclopedie van de harde schijven; - de netwerk interface technische handleiding; - de encyclopedie van I-O-kaarten. Iedere publicatie bevat een groot aantal achtergrond artikelen, referentielijsten en uitgebreide technische specificaties van honderden moederborden, harde schijven en uitbreidingskaarten.
Mho
Een verouderde eenheid voor de elektrische grootheid geleidbaarheid. Tegenwoordig wordt hiervoor de Siemens gebruikt. De geleidbaarheid is het omgekeerde van de weerstand: geleidbaarheid = 1-weerstand.
MHEG-5
Letterwoord voor `Multimedia and Hypermedia information coding Expert Group`. Een open standaard voor het versturen van hypermedia-informatie (tekst, geluid, beeld, etc.) tussen low-cost platformen.
Mismatch
Engels voor `slechte aanpassing`. Mismatch treed op als men twee schakelingen met elkaar verbindt, en de uitgangsimpedantie van de eerste schakeling sterk afwijkt van de ingangsimpedantie van de tweede. Als men bijvoorbeeld een voorversterker met een uitgangsimpedantie van 1 kOhm aansluit op een mengpaneel met een ingangsimpedantie van slechts 75 Ohm, dan zal het grootste deel van het uitgangssignaal van de voorversterker verloren gaan in de uitgangsimpedantie van die schakeling en zal er nauwelijks signaal op de ingang van de mengversterker verschijnen.
Mirrorsite
Een Internetsite die een exacte kopie is van een andere Internetsite. Mirrorsite`s worden ingericht als de originele site zoveel bezoekers trekt dat de server overbelast raakt en bezoekers-sters eeuwen moeten wachten.
MIPS (2)
Afkorting van `Microprocessor without Interlocked Pipeline Stages`. Is een bepaald soort RISC-architectuur, waarbij geen interlocks in de pijplijn niveaus kunnen optreden. Bekende processoren die volgens deze architectuur werken zijn de R2000- tot en met R4000-serie van Siemens.
MIPS
Afkorting van `Million Instructions Per Second`. MIPS geeft het aantal bewerkingen weer dat een processor per seconde uitvoert. Wordt vaak, ten onrechte, gebruikt als maatstaf voor de kracht van een processor. Hier komen echter nog een heleboel andere factoren bij kijken.
MINIMELF
Zie MELF.
Minifloppy
Een andere benaming voor de 5.25 inch diskettes. Deze naam was ooit een handelsmerk van Shugart Associates voor hun SA-400 opslagsysteem.
MiniDisc
Een medium voor de opslag van digitale audiogegevens, ontwikkeld door Sony. Het MiniDisk systeem heeft de concurrentieslag met Philips` DCC (Digital Compact Cassette) glansrijk gewonnen. Beide systemen waren bedoeld als digitale opvolger van de aloude Musi-kassette. Het systeem van Philips is een zachte dood gestorven, het Sony systeem is, na een trage start, toch doorgebroken. Het MiniDisk systeem is re-writable, men kan dus zélf nummers opnemen, een groot voordeel vergeleken met Audio-CD. De voordelen van het systeem: - perfecte digitale opnamekwaliteit; - geen verouderingseffecten; - bestand tegen hitte en stof; - supersnel nummers zoeken; - ongekende edit-mogelijkheden. Elke MiniDisc bestaat uit een plastic schijfje met een reflecterende en een beschermende laag. Een recordable MiniDisc heeft bovendien nog een tussen twee diëlektrische lagen geplaatste magnetische laag, zie onderstaande figuur.
De beschermlaag is extreem glad, om de hier vlak boven bewegende magneetkop en de MiniDisc tegen beschadigingen te behoeden. Bij een voorbespeelde MiniDisc is de muziek in de reflecterende laag geschreven, terwijl bij een recordable MiniDisc deze laag enkel een sporenpatroon bevat. Hierbij wordt het signaal namelijk in de magnetische laag opgeslagen. De diëlektrische lagen maken het lezen van deze informatie mogelijk. De magnetische laag speelt, samen met de diëlektrische lagen, bij het opnemen de hoofdrol. Tijdens het opnemen verwarmt een laserstraal de magnetische laag tot 180 °C, om deze magnetisch `zacht` te maken.
Minicomputer
Een tamelijk onduidelijk te definiëren begrip. In het algemeen noemt men apparaten minicomputers, als deze wat meer mogelijkheden en een grote verwerkingscapaciteit hebben dan de meeste microcomputers. In feite is dit een verouderd begrip, want de typische taken van minicomputers, zoals multi-tasking en multi-user, kunnen tegenwoordig door iedere standaard PC, voorzien van een goed besturingssysteem, uitgevoerd worden. Bekende minicomputers waren de PDP-1, de PDP-11 en de VAX van DEC.
Minderheidsladingdragers
De gaten in een type-N halfgeleider en de elektronen in een type-P halfgeleider. De meerderheids-minderheidsladingsdragers ontstaan doordat men zuiver silicium dopeert met stoffen, waardoor er in de siliciumatomen ofwel een overschot aan elektronen ontstaat, ofwel een tekort aan elektronen.
Miller-oscillator
Een kristaloscillator waarbij het kristal is geschakeld tussen de basis en de massa. Het afgestemde circuit staat in de collector. Zo te zien bestaat er geen terugkoppeling, hetgeen zoals bekend een absolute voorwaarde is voor het in stand houden en stabiliseren van de oscillatie. Het is echter het onzichtbare maar wél aanwezige Miller-effect dat verantwoordelijk is voor een capacitieve terugkoppeling tussen de collector en de basis.
Miller-effect
Het verschijnsel dat de ingangscapaciteit van een systeem (bijvoorbeeld een versterker) wordt vergroot door interne terugkoppeling in het systeem. De reële ingangscapaciteit is dus altijd groter dan deze die men aan de hand van de ingangsconfiguratie van het systeem zou verwachten.
Mil
Een Amerikaanse lengte-eenheid die de basis vormt van de lay-out van printplaten. 1 mil = 10-3 inch = 0,0254 mm. De onderlinge afstand tussen de pootjes van een IC bedraagt 100 mil, dus 2,54 mm.
Mignon cel
Een NiCad-cel met een capaciteit van 1,5 Ah en een klemspanning van 1,5 V. Gaat ook door het leven met de codering LR6. De diameter bedraagt 14 mm, de lengte 50 mm. Lees ook Monocel, Ladycel en Microcel.
MIFI
Een vierpolige behuizing voor SMD-onderdelen, gebruikt voor het onderbrengen van spoeltjes, trafootjes, speciale opto-koppelaars, etc. De uitvoering van de MIFI-behuizing is getekend in onderstaande figuur.
MIDI
Letterwoord van `Music Instrument Digital Interface`. Een op de RS-232 gebaseerde seriële bus, waarmee men gegevens naar en van computergestuurde muziekinstrumenten kan versturen. Het is een reeds in 1983 afgesproken internationale standaard, waarmee elektronische muziekinstrumenten met elkaar kunnen communiceren. Het woord `communiceren` doet denken aan `netwerk`. De MIDI-standaard is inderdaad zo opgezet dat er gemakkelijk een muzikaal netwerk mee opgebouwd kan worden. Het systeem is gebaseerd op het vanouds bekende RS-232C protocol, waar tegenwoordig iedere computer via zijn seriële poort mee communiceert. Er zijn echter belangrijke hardware- en softwarematige verschillen tussen de RS-232C standaard en de MIDI-standaard. De oorspronkelijke standaard heeft versienummer 1.0 en is zeer transparant en eenvoudig te begrijpen. Deze standaard biedt de mogelijkheid maximaal zestien apparaten aan de MIDI-bus aan te sluiten. Eerst kan men een MODE-instructie versturen, waarmee men: - de gegevens naar alle apparaten kan versturen; - de gegevens naar één specifiek apparaat kan versturen; - de gegevens naar één stem van een meerstemmig apparaat kan versturen. Nadien volgt een DATA-instructie, waarmee men: - de toonhoogte van een noot kan bepalen; - de tijdsduur van een noot kan vaststellen; - de aanslagsterkte van een klaviertoets kan definiëren. Helaas werd deze eenvoudige standaard snel ingehaald door de technologische ontwikkelingen. Vele apparaten kwamen op de markt die veel meer mogelijkheden hadden dan de 1.
Middenfrequent
Afkorting MF, zie aldaar.
Microstrip
Een speciale manier van het aanleggen van sporen op een printbaan onder de vorm van transmissielijnen. Dit is van belang als zeer hoogfrequente signalen of snelle pulsvormige verschijnselen over een print gedistribueerd moeten worden. Men krijgt dan te maken met looptijden van de signalen door de sporen, specifieke impedanties en alle andere effecten die ook optreden bij de studie van transmissielijnen. Als voorbeeld is in onderstaande figuur het verloop van de golfimpedantie van een microstrip getekend, die bestaat uit twee even brede koperen geleiders aan weerszijden van een printplaat geëtst. De verhouding tussen de breedte van de microstrip`s en de onderlinge afstand is van grote invloed op de waarde van de golfimpedantie.
Microsoft
De grootste leverancier van besturingssystemen en software voor de IBM-PC. Belangrijkste producten zij MS-DOS (MicroSoft Disk Operating System), MS Windows, Windows NT en tal van applicatieprogramma`s. Microsoft werd in 1975 opgericht door Bill Gates en Paul Allen. De eerste commerciële ontwikkeling was een BASIC-versie voor de Altair-computer. De grote doorbraak kwam toen IBM in 1980 Microsoft de opdracht gaf een besturingssysteem voor haar `Personal Computer` (PC) te ontwikkelen: MS-DOS. Door de open architectuur van de IBM-PC kwamen er snel ontelbare clone-makers op de markt, die in de meeste gevallen Microsoft`s MS-DOS als operating system inhuurden. Bij de (zeer late) ontwikkeling van een grafische besturingsschil voor de IBM-PC leek in eerste instantie Microsoft aan het kortste eind te trekken. Het concurrerende GEM van Digital Research was veel beter en stabieler dan de allereerste versies van MS-Windows. Onder GEM werden prachtige grafische programma`s als Ventura op de markt gebracht, die van de `achterlijke` IBM-PC een systeem maakten dat te vergelijken was met de Macintosh-computers. Echter, het marktoverwicht van Microsoft was zo groot dat de meeste software-ontwikkelaars, systeembouwers en gebruikers er toch voor kozen Microsoft trouw te blijven. De ontwikkeling van GEM werd gestopt, MS-Windows kon zijn glorieuze evolutie naar hét grafische besturingssysteem voor de IBM-PC beginnen.
Microschakelaar
Een kleine, zeer gevoelige schakelaar, die reageert op zeer kleine krachten en vaak gebruikt wordt voor het detecteren van de eindpositie van een beweging in een apparaat. Sommige microschakelaars vergroten hun gevoeligheid door gebruik te maken van hefboompjes, zie onderstaande figuur.
Microschakelaars worden tegenwoordig meer en meer vervangen door contactloze optische lichtsluizen. Deze bestaan uit een LED en een fotogevoelige diode, het al dan niet onderbreken van de infrarode lichtstraal tussen LED en diode kan elektronisch worden gedetecteerd.
Microprocessor
Een schakeling die de volgende taken kan uitvoeren: - interpreteren van instructies; - uitvoeren van wiskundige basisberekeningen; - maken van logische beslissingen; - manipuleren van bitstromen; - adresseren van geheugens; - in- en uitlezen van geheugens; - genereren van timing- en besturingssignalen. De voornaamste specificaties van een microprocessor zijn de breedte van de interne en externe adres- en databussen, zijn clocksnelheid en zijn instructieset. Microprocessoren worden meestal ingedeeld in de groepen RISC en CISC, afkortingen die staan voor `Reduced Instruction Set Code` en voor `Complex Instruction Set Computer`. Bij RISC-processoren poogt men de verwerkingssnelheid op te voeren door uit te gaan van een zeer compacte instructieset, terwijl bij CISC processoren met een uitgebreide instructieset wordt gewerkt. De eerste schakeling die `microprocessor` genoemd kon worden werd in 1971 door Intel op de markt gebracht onder het typenummer 4004. Dit IC was in feite in opdracht ontwikkeld voor gebruik in een elektronisch rekenmachine, waar werd ook vrij op de markt gebracht als een `programmable controller for logic replacement`. Een programmeerbare schakeling, die in staat was logische schakelingen te vervangen. Dit was een 4 bit schakeling, hetgeen betekent dat dit IC vier bits data per keer kon verwerken. Het was Altair die deze schakeling inbouwde in de eerste als zelfbouwpakket op de markt gebrachte computer en de aanzet gaf tot de stormachtige ontwikkeling die tot de moderne Pentium-gebaseerde `Personal Computer` (PC) geleid heeft.
Micropack
Een behuizing die wordt toegepast bij complexe SMD-onderdelen, die tot honderden aansluitingen hebben, zoals moderne videoprocessoren op grafische kaarten. Deze behuizing bestaat in wezen slechts uit de chip, die is gemonteerd op een uiterst dun plaatje ceramisch materiaal, waarop het aansluitingspatroon is opgedampt, zie onderstaande figuur.
MicroMicron
Een voornamelijk in Amerika gebruikt alternatief voor de officiële ISO-eenheid pm, oftewel picometer, symbool µµ. Eén µµF is dus gelijk aan een pF.
MICROMELF
Zie MELF.
Microgroove
Een Amerikaanse benaming voor de oude langspeel plaat met zijn snelheid van 33,3 toeren per minuut. De naam is ontstaan doordat de groef in het oppervlak, waarin de geluidsinformatie is gemoduleerd, een breedte heeft die het makkelijkst uit te drukken is in µm.
Microgolven
Elektromagnetische straling met golflengte tussen 1 µm (infrarood) tot ongeveer 120 µm (radio golven). Deze golven worden bijvoorbeeld gebruikt in magnetrons voor het opwarmen van voedsel en voor datacommunicatie over korte afstanden via golfgeleiders.
Microgate
Een poortschakeling die slechts één functie (AND, NOR, INVERT, etc.) bevat en is ondergebracht in een SMD-behuizing met slechts vijf pennetjes. Deze microgates worden zowel TTL- als CMOS-compatibel op de markt gebracht en zijn erg handig als men in een bepaalde schakeling maar één poortje nodig heeft. In onderstaande figuur zijn een paar TTL-compatibele Microgates voorgesteld.
Microfloppy
De officiële benaming voor 3.5 inch floppies, in tegenstelling tot de minifloppies van 5.25 inch.
Microfoon
Een elektronisch onderdeel dat geluidstrillingen van spraak en muziek omzet in een analoog signaal. Het amplitudeverloop van dit signaal is recht evenredig met de variaties in geluidsdruk, die het gevoelig oppervlak van de microfoon treffen. Officieel kan men een microfoon onderbrengen bij de categorie `elektro-acoustische transducers`. Er zijn diverse soorten microfoons ontwikkeld, zoals: - kool microfoon; - kristal microfoon; - condensator microfoon; - elektromagnetische microfoon; - elektret microfoon; - microfoon met bewegende spoel; - band microfoon. Toch kan men deze typen in drie categorieën verdelen. De eerste categorie werkt elektromagnetisch, waarbij de geluidsdruk de grootte van een magnetisch veld verstoort. Dit wisselend veld wekt in een spoeltje een spanning op. Het algemeen principe is geschetst in onderstaande figuur. Het membraan vangt de geluidstrillingen op en is verend opgehangen Het membraan is star gekoppeld aan een spoeltje dat tussen de polen van een permanente ringvormige magneet is opgehangen.
De drukverschillen in de lucht wekken krachten op het membraan op, zodat dit heen en weer gaat bewegen. Het spoeltje volgt uiteraard deze beweging. In een spoeltje, dat in een magneetveld beweegt, wordt echter een inductiespanning gegenereerd. Deze spanning is recht evenredig met de snelheidsvariatie. In het spoeltje ontstaat dus een wisselspanning, waarvan de amplitude een recht evenredig verband heeft met de drukvariaties in de lucht. De tweede categorie wekt volgens het piëzoelektrisch effect.
Microcontroller
Een IC dat minstens de volgende functies heeft: CPU, timer, geheugen, periferiedriver. De meeste microcontrollers hebben een data- en adresbus met een breedte van 4, 8 of 16 bit en beschikken over 1 tot 4 kB programmageheugen en 32 tot 256 B datageheugen. Microcontrollers hebben meestal echter de mogelijkheid om extern geheugen te adresseren en te benaderen. Microcontrollers zijn in staat eenvoudige besturingstaken uit te voeren en vormen het hart van moderne consumentenapparaten als auto`s, draagbare telefoons, magnetrons, `intelligente` thermostaten en wasmachines. Van de meeste microcontrollers zijn masker-geprogrammeerde versies leverbaar. Bij deze IC`s kan een deel van het geheugen tijdens de fabricage van de chip eenmalig met gegevens beschreven worden, zodat het mogelijk is een eenvoudig besturingssysteem in de chip onder te brengen. Als voorbeeld van de toepassing van microcontrollers is in onderstaande figuur het blokschema getekend van een maskergeprogrammeerde CB83C552 (Philips) die als microcontroller wordt gebruikt voor het regelen van de primaire functies van een benzinemotor in een bepaald automodel.
De grenzen tussen een microcomputer en een microcontroller zijn moeilijk te trekken. In het algemeen kan men stellen dat microcomputers veel `intelligenter` zijn dan microcontrollers en over een uitgebreider besturingssysteem beschikken.
Microcomputer
Een IC dat alle functies in zich verenigt die noodzakelijk zijn voor het samenstellen van een rudimentair computersysteem: CPU, bedrijfssysteem in ROM of EEPROM, datageheugen in RAM, programmageheugen in RAM, in- en uitgangspoorten. Dergelijke IC`s treft men tegenwoordig in elektronisch apparaten zoals TV`s, DVD-spelers en videorecorders aan, waar zij de bediening op een `gebruikersvriendelijke` manier regelen: - menu`s in diverse talen op het beeldscherm; - opslag van zendergegevens; - automatische zenderzoeksystemen: - integratie van Videotex en zenderzoeksystemen; - intelligente programma-selectie; - etc.
Microchannel
Een computer-architectuur, ontwikkeld door IBM en bekend onder de benaming MCA.
Microcel
Een ronde spanningscel met als code LR03, een klemspanning van 1,5 V, een capaciteit van 750 mA-h en een gewicht van ongeveer 13 gram. Deze cel heeft een lengte van 44 m en een diameter van 10,5 m. Lees ook Monocel, Ladycel en Mignoncel.
Micro-instructie
Een instructie, die direct door een processor kan worden uitgevoerd, omdat deze deel uit maakt van de instructieset van de processor. Alle instructies van hogere talen moeten uiteindelijk op de een of andere manier vertaald worden naar dergelijke micro-instructies.
Micro
Voorvoegsel, dat de waarde van een eenheid vermenigvuldigd met 0,000.001 en wordt voorgesteld door de Griekse letter µ (mhu). 1 µF is dus gelijk aan een-miljoenste Farad. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van alle voorvoegsels. VERMENIGVULDIGINGSFACTOR NAAM SYMBOOL 1.000.000.000.000.000.000 = 1018 exa E 1.000.000.000.000.000 = 1015 peta P 1.000.000.000.000 = 1012 tera T 1.000.000.000 = 109 giga G 1.000.000 = 106 mega M 1.000 = 103 kilo k 100 = 102 hecto h 10 = 101 deca da 0,1 = 10-1 deci d 0,01 = 10-2 centi c 0,001 = 10-3 milli m 0,000 001 = 10-6 micro µ 0,000.000.001 = 10-9 nano n 0,000.000.000.001 = 10-12 pico p 0,000.000.000.000.001 = 10-15 femto f 0,000.000.000.000.000.001 = 10-18 atto a 0,000.000.000.000.000.000.001 = 10-21 bronto b