Vego`s encyclopedie van de elektronica
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Electronica
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 768
Mickey
Een eenheid die de gevoeligheid van een muis definieert. Deze eenheid bepaalt het aantal bewegingsimpulsen dat de muis naar de PC stuurt als men de muis één inch in horizontale of verticale richting verplaatst. De Amerikanen, nooit wars van een grapje, hebben deze parameter de eenheid `Mickey` gegeven. Typische waarden voor de meeste muizen liggen tussen 200 en 400 Mickey`s per inch. Dit is de hardware gevoeligheid. Deze gevoeligheid kan softwarematig opgevoerd worden tot meer dan 10.000 Mickey`s per inch. Aan de gevoeligheid van een muis worden tegenstrijdige eisen gesteld. Enerzijds moet de muis heel gevoelig zijn, om bijvoorbeeld met één beweging de muiscursor van de onderkant van het scherm te verplaatsen naar de menubalk aan de bovenzijde. Maar anderzijds moet de muis vaak extreem laaggevoelig zijn, als men bijvoorbeeld in een CAD-programma het begin van een lijntje heel precies wil laten aansluiten op het eindpunt van een ander lijntje. Vergeet niet dat bij een schermresolutie van 600 bij 800 de muiscursor in principe zonder problemen naar ieder van de in totaal 480.000 pixels op het scherm gestuurd moet kunnen worden! Het zou dus handig zijn als een muis was voorzien van een gevoeligheidsschakelaar, waarmee men de gevoeligheid kan omschakelen tussen bijvoorbeeld 200 en 5.000 Mickey`s per inch. Toch zal men maar weinig muizen aantreffen die een dergelijke handige voorziening hebben. In de meeste gevallen wordt deze omschakeling van de gevoeligheid dynamisch geregeld door de bij de muis geleverde software.
Mica
Een mineraal met diëlektrische eigenschappen dat vrij gemakkelijk gespleten kan worden in zeer dunne laagjes. Het werd vroeger gebruikt als diëlektricum in mica-condensatoren. Groot voordeel van mica is dat het zeer goed bestand is tegen hoge temperaturen. Om die reden wordt dit mineraal toch nog toegepast als isolator in apparatuur die bestand moeten zijn tegen hoge temperaturen.
Mica-condensator
Een nauwkeurige en zeer stabiele condensator, waarbij het diëlektricum bestaat uit dunne plaatjes mica. Deze zijn aan beide zijden gedeeltelijk verzilverd. De plaatjes worden gestapeld onder tussenvoeging van dunne metaalfolies, die contact maken met de verzilverde delen van het mica en dienen ter aansluiting. De mica-plaatjes worden samengeperst en ingegoten in een kunsthars om het geheel vochtbestendig te maken. In onderstaande figuur is een doorsnede door een mica-condensator voorgesteld.
MIC
Letterwoord van `Microwave Integrated Circuit`. Een IC dat speciaal ontworpen is voor het functioneren bij zeer hoge frequenties.
Mic
Afkorting van `Microphone`, microfoon. Vaak toegepast als kreet op mengpanelen en overige audio-apparatuur.
Mixer
Engelse term voor menger.
MixedMode CD
Een CD-ROM, die zowel audio-track`s als data-track`s bevat. Moderne Audio-CD spelers kunnen MixedMode CD`s verwerken. Oude spelers kunnen dit niet, omdat zij de data-track`s ook willen uitlezen als ware het audio-track`s.
MJPEG
Afkorting van `Moving JPEG`. Een compressietechniek die werd toegepast bij video. Ieder frame van de videosequentie werd volgens de normen van JPEG gecomprimeerd en in de datastroom gevoegd. MJPEG werd vaak gebruikt in video-grabbers, PC-kaarten waarop men een videocamera kon aansluiten en die de beelden in real time bewerkten. MJPEG is echter nooit gestandaardiseerd, hetgeen de verspreiding van het systeem niet ten goede kwam. Bovendien is MJPEG nu achterhaald, omdat men tegenwoordig met MPEG-compressie werkt.
MKS
Afkorting van `Meter, Kilogram, Seconde`. Een eenhedenstelsel, waarin alle eenheden worden uitgedrukt in de drie fundamentele grootheden van de natuurkunde: lengte (meter), massa (kilogram) en tijd (seconde). Verder gebruikt men de afgeleide grootheden elektrische stroom (Ampère) en temperatuur (graden Kelvin). In het MKS-stelsel wordt de eenheid van elektrisch potentiaal, de Volt, uitgedrukt als kg.m2-A.s3. Lees ook Absoluut eenhedensysteem.
MMX
Afkorting van `MultiMedia eXtensions`. en technologie die geïntroduceerd werd bij de Pentium-processoren en tot doel heeft het versnellen van Multimedia-applicaties op de PC. De MMX-technologie is een uitbreiding op de bestaande Intel Architecture (IA) instructieset. Deze technologie maakt gebruik van een single-instruction, multiple-data techniek, waardoor meerdere data-elementen parallel worden verwerkt. De MMX-instructieset bevat 57 nieuwe opcodes, terwijl een nieuw 64 bit quadword data-type wordt gebruikt (zie onderstaande figuur). De MMX-instructies kunnen werken met groepen van acht bytes, vier woorden en twee dubbelwoorden. Deze groepen van 64 bit worden gepakte data genoemd. Dezelfde 64 bit data kan worden behandeld als één van de gepakte data-typen, waarbij de soort berekening afhankelijk is van de instructie. De PADDB (Add Packed Bytes) instructie telt bijvoorbeeld twee groepen van acht gepakte bytes bij elkaar op. De PADDW (Add Packed Words) instructie, die gepakte woorden optelt, zou met dezelfde 64 bit als de PADDB instructie kunnen werken, waarbij de 64 bit worden behandeld als vier 16 bit brede woorden.
Daarnaast zijn er acht nieuwe 64 bit MMX-registers, die stuk voor stuk direkt geadresseerd kunnen worden en genummerd zijn van MM0 tot en met MM7. De inhoud van deze registers wordt door het bedrijfssysteem op dezelfde manier behandeld als floating-point data. De MMX-registers worden gebruikt voor berekeningen aan data. Ze kunnen niet worden gebruikt om geheugen te adresseren; het adresseren gebeurt door de integer-registers en standaard IA adresseermodes toe te passen.
MMU
Afkorting van `Memory Management Unit`, een schakeling die virtueel geheugen en mapping naar dit geheugen ondersteunt en uitvoert. De voornaamste taak van een MMU is het vertalen van virtuele geheugenlocaties van de processor naar fysisch locaties die in het `echte` geheugen bestaan.
MMP
Afkorting van `MultiMedia Protection Protocol`. Een code, die in de datastroom van MP3-audio wordt verweven en die copyrightinformatie bevat. De voorspelde groei in de verspreiding van MP3-gecodeerde audio-informatie via algemeen toegankelijke kanalen als het Internet heeft auteursrechtelijke consequenties. Muziek valt onder de auteurswet en mag niet zomaar gratis verspreid worden. Om dit probleem te ondervangen hebben de ontwerpers van MP3 MMP ingevoerd. Dit protocol heeft de onderstaande opties: Unlocking playback: MP3-files kunnen zonder enige beperking worden afgespeeld op de eigen PC-configuratie. Copyright Protection: De audiodata kunnen voorzien worden van een bepaalde code, waardoor zij alleen in `real time` van een server naar een client kunnen worden gestuurd voor weergave in een WWW-browser, maar waarbij het onmogelijk is de datastroom op te slaan op de harde schijf van de client. Title Associated Data: De MP3-code wordt voorzien van gegevens over componist, uitvoerende(n) en auteursrechten. Deze gegevens worden in het venster van de MP3-player zichtbaar. Expire Date: Een uiterste gebruiksdatum kan in de MP3-data verweven worden. Nadien kan de file niet meer afgespeeld worden. Opticom heeft een zogenoemde `MMP-tagger` ontwikkeld, die de MMP-gegevens in een MP3-stroom kan verwerken.
Mnemonic
Een woord dat een ander begrip vervangt en dat beter onthouden kan worden dan het oorspronkelijke begrip. Zo hebben de meeste machinecode instructies een mnemonic. Maar ook de niet-te-printen karakters van ASCII maken gebruik van mnemonic`s: NAK, ESC en DEL zijn mnemonic`s voor de moeilijker te onthouden numerieke ASCII- codes.
Motorboating
Een zeer laagfrequente storing die ontstaat in versterkers en nog het meest lijkt op het geluid van een motorboot. Dit verschijnsel ontstaat door slechte ontkoppeling van de voeding. Stel dat voor- en eindversterker uit dezelfde voedingsspanning gevoed worden. Als er een signaalpiek verwerkt wordt, zal de eindtrap een forse stroom uit de voeding trekken. Hierdoor daalt deze spanning. Deze daling komt echter ook terecht op de gevoelige eerste trap van de voorversterker. Door de daling van de voedingsspanning zal de trap iets anders worden ingesteld, met als gevolg dat de daling van de voedingsspanning terug te vinden is op de uitgangsspanning van deze trap. Dit signaal wordt versterkt door de eindtrap en zorgt ervoor dat de voedingsspanningswaarde weer gaat variëren. Er ontstaat dus een terugkoppeling van de eindtrap naar de voorversterker via de voedingsspanning. Als deze terugkoppeling een meekoppeling is ontstaat een oscillatie, die het typische motorboating geluid produceert. Oplossing is het goed ontkoppelen van de voeding voor de voorversterker(s) met behulp van RC- netwerkjes en zenerdioden, zoals getekend in onderstaande figuur.
De condensatoren worden opgeladen uit de voedingsspanning tot de zenerspanning en houden de voedingsspanning voor de trappen van de voorversterker vast, ook als de voeding van de eindtrap even in elkaar stort. Hierdoor wordt de terugkoppeling onderdrukt.
Motor
Een elektrisch apparaat dat elektrische energie omzet in een draaiende beweging. Er bestaan ontelbare uitvoeringen van elektrische motoren. Basis van iedere motor is echter de wisselwerking tussen twee magnetische velden. In de eenvoudigste uitvoering bestaan een motor, zie onderstaande figuur, uit een permanente magneet met de polen N en Z, waartussen een anker met straal r draait. Op dit anker is een spoel gewikkeld. Deze spoel wordt aangesloten op een gelijkspanning. Door een ingenieuze constructie, commutator genoemd, zal de spoel omgepoold worden als het anker gaat draaien. In de figuur is de spoel zo met de spanning verbonden dat de noordpool van het magnetisch veld van de spoel aan de noordpool zijde van de permanente magneet staat.
Uiteraard staat de zuidpool dan tegen de zuidpool van de permanente magneet. De gelijke polen oefenen een afstotende kracht K op elkaar uit. Deze kracht zorgt ervoor dat het anker gaat draaien. Door deze draaiing komt de noordpool van de spoel dichter bij de zuidpool van de permanente magneet. Er ontstaat nu een extra aantrekkende kracht, waardoor het anker in draaiende beweging blijft. Als de noordpool van de spoel tegen de zuidpool van de permanente magneet staat, zorgt de commutator er voor dat de stroomrichting door de spoel wordt omgepoold. Het gevolg is dat de noordpool opeens een zuidpool wordt. Nu staan er twee zuidpolen tegen elkaar, de afstotende kracht houdt de draaiende beweging in stand. De zuidpool van de spoel draait nu naar de noordpool van de permanente magneet, de aantrekkende kracht houdt het anker draaiende.
Motion Adaptive ColourPlus
Zie MACP.
Most Significant Digit
In een getal het meest linkse cijfer dat niet nul is. In het getal 00374 is het cijfer 3 dus het MSD.
MOSFET
Afkorting van `Metal Oxide Semiconductor Field Effect Transistor`. Een N- of P-kanaal FET die is gefabriceerd in MOS-technologie. Het symbool van een MOSFET is getekend in onderstaande figuur. Tussen de gate en het geleidend kanaal is een uiterst dunne isolerende laag aangebracht, gefabriceerd van een metaaloxyde. De extra aansluiting B is in de meeste gevallen met de Source verbonden.
Vanwege de isolerende laag worden MOSFET`s soms ook IGFET`s genoemd, afkorting van `Insulated Gate Field Effect Transistor`. De samenstelling van een MOSFET is getekend in onderstaande figuur.
MOSFET`s hebben de volgende voordelen ten opzichte van normale FET`s: - hogere grensfrequentie; - kleinere terugwerkings capaciteit; - betere ontkoppeling tussen in- en uitgang; - hogere ingangsimpedantie; - kleinere gate lekstroom; - gate bestuurbaar met positieve en negatieve spanningen. Een nadeel is echter dat de zeer dunne oxydelaag erg snel vernield kan worden door statische spanningen. Moderne MOSFET`s hebben echter ingebouwde beveiligingsdioden, zodat deze onderdelen zonder speciale maatregelen in een schakeling ingezet kunnen worden. Van de MOSFET zijn zogenoemde `dual gate` exemplaren ontwikkeld, die twee gate-aansluitingen hebben. Deze worden toegepast in de HF-techniek in oscillator, meng- en versterker-schakelingen. In onderstaande figuur is het symbool van een dergelijk onderdeel getekend.
Als voorbeeld van het gebruik van dergelijke onderdelen is in onderstaande figuur het schema getekend van een 200 MHz versterker, waarvan de versterking regelbaar is door het aanleggen van een stuurspanning UAVR op één van de gate`s.
Mosaic
Benaming van het allereerste programma waarmee via een grafische gebruikersinterface WWW-pagina`s van het Internet geladen en bekeken konden worden. De eerste versie werd in april 1993 geopenbaard, maar de eerste versies die geschikt waren voor Windows en MAC-OS kwamen in december 1993 op de markt. Mosaic vormt niet alleen de basis van de `NetScape Navigator` maar ook van het bedrijf dat deze WWW- browser op de markt brengt.
MOS
Afkorting van `Metal Oxyde Semiconductor`. Een halfgeleider waarbij een extra isolerende laag onder de vorm van een metaaloxyde aanwezig is tussen de eigenlijke gate-elektrode en het geleidend kanaal. Het besturende elektrisch veld ontstaat door een spanning op de gate aan te leggen. De MOS-technologie wordt tegenwoordig gebruikt voor het fabriceren van MOSFET`s, FET`s met superieure schakeleigenschappen.
Morse
De uitvinder van het Morse-apparaat en de daarbij horende Morse-code. Dit apparaat, dat in 1832 werd ontwikkeld, is in feite de basis van de datacommunicatie. In 1843 werd immers een op het Morse-principe gebaseerde datacommunicatie verbinding tot stand gebracht tussen Washington en Baltimore. Het Morse-apparaat werkt, zie onderstaande figuur, met een elektromagneet, die op afstand via een seinschakelaar wordt verbonden met een gelijkspanning. De elektromagneet trekt een anker aan, dit anker duwt een schrijfstift tegen een rol papier. Op het papier verschijnt dus een streepje, waarvan de lengte afhankelijk is van de tijd die men de seinsleutel heeft ingedrukt.
De Morse-code waarmee het apparaat werkt, heeft twee symbolen: een punt en een streep, die door de zender gecodeerd worden door de seinsleutel kort of lang in te drukken en die bij de ontvanger op de papierstrook verschijnen. De streep is drie keer langer dan de punt. In onderstaande figuur is de volledige Morse-code voorgesteld.
Behalve voor het verzenden van teksten naar een Morse-apparaat werd en wordt de Morse-code ook gebruikt voor draadloze communicatie, bijvoorbeeld van schepen naar de kust. De moderne telecommunicatietechnieken zullen echter deze code zeer binnenkort volledig verdrongen hebben.
Moores wet
Een wet die in 1965 geponeerd werd door Gordon Moore (een van de oprichters van Intel) en die stelt dat een verdubbeling van de opslagcapaciteit van geheugenchip`s precies 18 tot 24 maanden duurt. Het gevolg van deze wet is dat de opslagcapaciteit van geheugenchip`s exponentieel met de tijd stijgt. Deze wet kan ook toegepast worden op andere innovaties, zoals de ontwikkeling van nieuwe processoren. Ondanks de algemene oppervlakkige geldigheid van deze wet is het uiteraard geen wiskundige wet, maar eerder een uit de praktijk afgeleide wet, waarvan de geldigheid op lange termijn zal moeten blijken.
Moog-synthesizer
Een synthesizer die gebruikt kan worden voor het nabootsen van niet alleen ieder muziekinstrument, maar ook van de menselijke stem.
Monostabiele multivibrator
Een monostabiele schakeling, die één uitgangspuls genereert als er op de ingang een triggerpuls wordt aangelegd. De funktie van de schakeling kan het eenvoudigst uitgelegd worden aan de hand van onderstaande. Een monostabiele multivibrator (ook monoflop of one shot genoemd) is een schakeling die aan de uitgang een puls opwekt met in te stellen breedte, als aan de ingang van de schakeling een startpuls wordt aangebracht. Daarbij bestaat er geen verband tussen de breedte van de ingangspuls en die van de puls aan de uitgang. Deze laatste wordt door de opbouw van de schakeling bepaald.
De monoflop is een schakeling die gebruikt kan worden om de breedte van een puls te vergroten of te verkleinen. Het praktische belang van een dergelijke schakeling zal waarschijnlijk niet zo dadelijk duidelijk zijn. Toch worden one shot`s vaak gebruikt. Een voorbeeldje. Stel, men wil een schakeling ontwerpen, die een belletje laat gaan als de postbode een brief in de buitenbus gooit. Men zou door middel van een lampje en een fotogevoelige weerstand een lichtsluis kunnen ontwerpen. Als een brief tussen de lamp en de fotoweerstand wordt gestoken, dan zal de weerstand van de LDR veranderen en deze verandering kan gebruikt worden om een bel te activeren. Nu zal een brief maar ongeveer één seconde tussen de lamp en de LDR zitten. De bel zou dus maar één seconde klinken, wat erg onopvallend is. Door middel van het tussen schakelen van een monoflop kan men de smalle puls van de LDR omvormen in een puls met een duur van bijvoorbeeld tien seconde (de tijdsduur van een puls wordt vaak de pulsbreedte genoemd), zodat men dan wél een opvallend belgerinkel kan verwachten.
Monostabiel
Een schakeling heet monostabiel als zij één stabiele toestand heeft. Dat wil zeggen dat er, na het aanleggen van een triggerpuls op de schakeling, eenmalig een bepaalde actie door de schakeling wordt uitgevoerd. Nadien keert de schakeling terug in de ruststand. Bovendien heeft iedere triggerpuls dezelfde actie tot gevolg. Het bekendste voorbeeld van een monostabiele schakeling is de monostabiele multivibrator.
Monomodus step index glasvezel
De diameter van de core (kern) van een glasvezelkabel speelt een grote rol bij de kwalitatieve eigenschappen van de kabel. Hoe dunner de core, hoe minder modi het licht heeft om zich door de kabel voort te planten en hoe minder looptijdverschillen er ontstaan. Ideaal zou natuurlijk een kabel zijn waar er maar één modus is: die waarbij het licht zich alleen in de lengte-as van de vezel kan voortplanten. Er ontstaan dan helemaal geen looptijdverschillen, met als gevolg dat men geweldige bandbreedtes mag verwachten. Hoe dik zou de core van een dergelijke ideale glasvezel moeten zijn? Het valt, ook zonder ingewikkelde fysica, wel zonder meer aan te nemen dat deze ideale situatie zich voordoet als de diameter van de kern gelijk is aan de golflengte van het licht. Nu ligt de gebruikte golflengte van het licht tussen 800 en 1.600 nm. Omgerekend naar de schaal waarin men de diameter van glasvezels meet komt dit dus overeen met diameters tussen 0,8 en 1,6 µm! Minder dan een duizendste millimeter! Het zal duidelijk zijn dat het fabriceren van een glasvezel met een kern die dunner is dan de geleidende sporen in een IC geen sinecure is. Bovendien wordt het dan natuurlijk heel problematisch om kabels aan elkaar te bevestigen. De minste of geringste afwijking in de positie van beide kernen heeft tot gevolg dat de kernen niet meer in elkaars verlengde liggen en de kabel zichzelf volledig blokkeert voor het geleiden van licht. Ondanks de immense problemen die opdoemen bij de fabricage, de aanleg en het onderhoud van dergelijke dunne vezels zijn de meeste landelijke PPT`s begonnen met het aanleggen van glasvezelnetten met als basis monomodus step index kabels! Nu moet daarbij wél aangetekend worden dat men er nog niet in slaagt echte golflengte dunne vezels te fabriceren.
Monolytisch
Een schakeling die volledig is ondergebracht op één plaatje halfgeleidend materiaal. De meeste IC`s zijn bijgevolg monolytische schakelingen.
Monolayer
Een halfgeleidende structuur die uit slechts één laag is opgebouwd.
Monokristallijne cel
Een zonnecel die is samengesteld uit een plaatje dat geslepen is uit één kristal silicium. Deze cellen bestaan uit een plakje van 200 á 400 µm dikte, dat uit een zeer zuiver en groot gegroeid kristal van silicium is geslepen. Na het doteren van de plakjes met donor- en acceptor-materialen wordt er, zie onderstaande figuur, aan weerszijden een metalen elektrode op opgedampt. De twee elektroden kunnen worden aangesloten op een verbruiker.
Omdat het uiteraard de bedoeling is dat de fotonen zo ongehinderd mogelijk in het silicium kunnen invallen, bestaat de bovenste elektrode uit een kam- of rastervormige structuur van uiterst dunne baantjes opgedampt metaal. De onderste elektrode zorgt voor de reflecterende eigenschappen van de cel. Dat is noodzakelijk voor het verhogen van het rendement. Energierijke fotonen dringen door tot deze onderste elektrode en worden teruggekaatst naar de silicium chip. Zonder de hoogreflecterende eigenschappen van de onderste elektrode zouden deze fotonen niet worden teruggekaatst, maar worden geabsorbeerd door de elektrode. Het gevolg zou zijn dat de zonnecel zeer warm wordt, hetgeen niet gunstig is. Om de een of andere fysische reden neemt namelijk het rendement van zonnecellen met 0,5 % af per graad temperatuursverhoging! Zonnecellen moeten dus zo koel mogelijk toegepast worden. Zonnecellen uit monokristallijn silicium hebben een zeer hoog rendement van rond de 15 %, maar zijn zeer duur en kwetsbaar. De hoge prijs is een gevolg van het feit dat het nog steeds zeer moeilijk is zeer zuivere en grote monokristallijne kristallen te trekken uit vloeibaar silicium.
Monochromatisch licht
Licht dat bestaat uit elektromagnetische straling met een beperkte bandbreedte. LASER`s zijn apparaten die typisch monochromatisch licht uitstralen. Hoewel de term `mono` doet vermoeden dat er slechts één golflengte in het licht aanwezig is en dit ook vaak zo gesteld wordt, is dit principieel onjuist. Het is nog steeds onmogelijk om absoluut zuiver monochromatisch licht te genereren. Ook LASER`s hebben dus een kleine bandbreedte, zie onderstaande figuur.
Monocel
Een alkali-mangaan cel met een gewicht van 96 g, een spanning van 1,5 V en een capaciteit van 6 of 10 Ah, met de afmetingen die in onderstaande figuur zijn weergegeven.
Lees ook Microcel, Ladycel en Mignoncel.
Monitor versterker
Een versterkertje dat wordt gebruikt voor het afluisteren van geluid ergens in een mengpaneel. Met de monitorschakelaar kan men de ingang van de versterker `inprikken` op iedere ingang, op een menguitgang, op de uitgang van een galm, etc.
Monitor uitgang
De uitgang op een videorecorder, videocamera, computer, etc, waarop de monitor aangesloten moet worden. Het eerste soort apparatuur heeft tegenwoordig meestal een gestandaardiseerde SCART-connector, computers een al even gestandaardiseerde 15- pens Sub-D connector.
Monitor
Een hulpprogramma, waarmee men de werking van een ander programma op de voet kan volgen. Wordt gebruikt voor het opsporen van fouten in software.
Monitor
Een beeldscherm waarmee videobeelden van op afstand geplaatste camera`s worden weergegeven of het apparaat waarmee de uitvoer van een computer zichtbaar wordt gemaakt. Het wezenlijke verschil tussen een monitor en een TV is dat in het eerstgenoemde apparaat géén afstemeenheid zit en dus ook geen HF-, MF- schakelingen en demodulatoren. Een monitor verwacht aan de ingang een of meerdere videosignalen en eventueel afzonderlijke synchronisatiesignalen. De monitor-elektronica haalt hieruit de signalen voor het synchroniseren van de afbuiging en voor het besturen van de drie elektronenkanonnen in de beeldbuis. Er bestaan twee categorieën monitoren. De digitale of TTL-monitoren hebben drie ingangen, waarop de kleursignalen onder de vorm van TTL-compatibele signalen ter beschikking staan. Deze monitoren werden vroeger bij computers gebruikt, die digitale video leverden. Deze monitoren kunnen slechts acht kleuren tonen. De gestandaardiseerde aansluitgegevens van deze monitoren zijn getekend in onderstaande figuur.
De moderne analoge monitoren hebben analoge ingangen. Dat wil zeggen dat de R-, G- en B-signalen analoge spanningen leveren en in principe iedere kleurtint weergegeven kan worden. Dergelijke monitoren hebben aansluitingen zoals weergegeven in onderstaande figuur. Moderne grafische kaarten leveren altijd analoge signalen en moeten dus op analoge monitoren worden aangesloten.
Monaural
Een begrip uit de medische wetenschap, waarmee wordt aangeduid `horen met slechts één oor`. Deze term wordt in de elektronica gebruikt om een monofoon audiosignaal aan te duiden, dit in tegenstelling tot binaural of stereofoon.
Momentele waarde
De grootte van een wisselspanning op een welbepaald moment. In onderstaande figuur is een sinusspanning getekend. Op tijdstip t1 heeft de spanning een bepaalde positieve momentele waarde. Op tijdstip t2 is de momentele waarde gelijk aan de grootste spanning die de sinus kan hebben. Deze grootste momentele waarde noemt men de amplitude.
MOM-strategie
Een begrip uit de vage logica, afkorting van `Mean Of Maximum`, gemiddelde van het maximum. Deze strategie is een van de bekende strategieën die worden toegepast bij de defuzzificatie. Hier worden weer numerieke waarden berekend voor de verschillende uitgangsvariabelen. Iedere regel uit het redeneer mechanisme wekt een specifieke functie op voor de uitgang. Bij de MOM-strategie wordt van iedere uitgangsfunctie de maximale waarde berekend en de bijhorende maximale µ berekend. Nadien wordt het gemiddelde van al deze waarden berekend en dit getal word gebruikt om de reële waarde van de uitgangsvariabele te bepalen. Het voordeel van deze strategie is dat de fuzzy-processor veel minder hoeft te rekenen en daardoor sneller kan werken. Lees ook MAX-PROD inferentie.
Moiré-effect
Het ongewenste effect dat ontstaat als men een laser of inkjet printer twee rasters over elkaar heen afdrukt onder een bepaalde hoek. Een printer, of het nu een laser of een inkjet is, kan alleen zwarte toner of inkt op het papier aanbrengen. Om grijze tinten van zwart-wit foto`s weer te geven moet men dus naar een hulpmiddel grijpen dat `rasteren` heet. Grijze tinten worden weergegeven door een raster van kleine zwarte puntjes op het papier te zetten. De puntjes hebben een vaste onderlinge afstand. De indruk van verschillende grijstinten ontstaat door de puntjes groter of kleiner te maken. Op afstand vloeien de kleine zwarte puntjes samen tot een optische indruk van een grijze tint. In onderstaande figuur is een sterk vergroot raster weergegeven.
Bij printen in kleur wordt gebruik gemaakt van vier rasters, zwart, magenta, geel en cyaan, die door elkaar geprint worden. Als men dat niet onder de juiste hoeken doet, ontstaat er in de afdruk storende geometrische patronen, die Moiré-effect worden genoemd. Deze patronen, waarvan in onderstaande figuur een voorbeeld is gegeven, ontstaan doordat de rasterpuntjes van de rasters elkaar gedeeltelijk overlappen. Om dit effect te minimaliseren bestaan er optimale hoeken tussen de vier rasters: het gele raster wordt loodrecht op het papier geprint, nadien wordt het cyaan raster onder een hoek van 15 °, het magenta raster onder een hoek van 75 ° en tot slot het zwart raster onder een hoek van 45 °. Het gevolg is dat kleine `kleur-rozetjes` ontstaan, de basiscellen waaruit de kleurindruk ontstaat.
Moederbord
De basisprint van een computer, waarop in ieder geval aanwezig zijn: de processor en zijn besturing, de bussen en hun besturing, de perifere schakelingen (zoals timer, etc) en het basisgeheugen waarin de opstartprocedure zit vastgelegd. Via de bus-connectoren kan men het moederbord uitbreiden tot een werkend systeem door er uitbreidingskaarten en extra geheugen in de pluggen. Moderne moederborden bevatten echter veel meer schakelingen, zoals geïntegreerde video-aansturing, geluidskaart, modem, floppy en hard disk controller en besturing van de parallelle, seriële en USB-poorten.
Moeder
De meestal via optisch-chemische weg verkregen `stempel` waarmee men CD`s perst. De moeder bestaat uit een glazen plaatje, waarin de nokjes en putjes die de digitale gegevens bevatten geëtst zijn. Met deze matrijs worden de gegevens in het materiaal van de CD`s geperst.
Moduvox
Een in opdracht van de Nederlandse PTT ontwikkeld apparaatje, waarmee men analoge apparatuur kan blijven gebruiken op een ISDN-aansluiting. De Moduvox is dus een zogenoemde `A-B-adapter` met een standaard ISDN-connector (type RJ-45) als ingang en twee standaard telefoonconnectoren (type RJ-11) als uitgang.
Module
Benaming voor een afgerond onderdeel van een groter systeem, waarmee met `afgerond` wordt bedoeld dat het onderdeel zelfstandig een bepaalde deeltaak kan uitvoeren.
Modulator
Een schakeling die het proces van moduleren uitvoert. Bij FM-modulatoren wordt meestal gewerkt met varicap-dioden, die de afgestemde kring(en) van een HF-oscillator verstemmen op het ritme van het LF-signaal. Het principe is geschetst in onderstaande figuur. Uit een vrij hoge voedingsspanning (ongeveer 50 V) wordt een zeer stabiele spanning van ongeveer -30 V afgeleid. Op deze spanning wordt de LF-informatie US gemoduleerd. De gemengde spanning wordt via hoog-ohmige weerstanden RV met de anoden van de varicap-dioden verbonden.
Deze dioden staan parallel aan de twee afgestemde kringen van de HF-oscillator. De weerstanden zorgen voor een goede ontkoppeling tussen de verschillende kringen onderling en verhinderen dat de kringen worden belast door de vrij lage impedantie van de stuurspanning. De dioden worden dus in sper gestuurd, hetgeen noodzakelijk is omdat immers de spercapaciteit van de dioden wordt gebruikt om de kringen af te stemmen. Bij varicap-dioden is deze spercapaciteit in hoge mate afhankelijk van de grootte van de sperspanning tussen anode en kathode. Om te verhinderen dat de stuurspanning via de zeer lage gelijkstroomweerstanden van de spoelen afvloeit naar de massa, moeten de varicap-dioden steeds via een seriecondensator over de spoel geschakeld worden. Deze condensatoren hebben een hoge waarde, zodat zij in feite te verwaarlozen zijn ten opzichte van de veel en veel lagere waarde van de spercapaciteit van de varicap`s. Bij serieschakeling van condensatoren wordt immers de vervangingswaarde bepaald door de kleinste condensator! Het afstemmen met één varicap per afgestemde kring heeft een groot nadeel.
Modulatie spectrum
De totale frequentieband die een gemoduleerd signaal in beslag neemt, zie Modulatie.
Modulatie coëfficiënt
De eenheid waarmee men de mate van modulatie uitdrukt met als symbool m, zie Modulatie.
Modulatie
In de muziek betekent modulatie het veranderen van de toonhoogte, zoals in een melodie het veranderen van de klank van de tonen. Dit effect ontstaat door variatie van de boven harmonischen of door het veranderen van de toonsoort. Dit resulteert in een verandering van de vorm van de geluidstrillingen. Men kan dus in het algemeen stellen dat modulatie het veranderen van een trilling of golfbeeld is.
Modulatie
Als omschreven in (1) is het begrip modulatie overgedragen op de radiotechniek, waar men niet met zich voortplantende geluidsgolven te doen heeft, maar met elektromagnetische golven. Modulatie is het proces dat gebruikt wordt om met behulp van een hoogfrequente trilling een signaal, dat in een veel lager frequentiegebied ligt, over te brengen van de ene plaats naar de andere. Dit proces wordt toegepast bij uitzendingen van omroep- en televisieprogramma`s, facsimile, bij draaggolftelefonie enz. Bij draadloze verzending door middel van een antenne is de afstand die overbrugd kan worden met hoogfrequente trillingen in het algemeen zeer veel groter dan bij gebruik van laagfrequente trillingen, omdat de mate van uitstraling van elektromagnetische golven door een antenne evenredig is met het kwadraat van de frequentie. Indien men het gesproken woord of de muziek, waarvan het frequentiespectrum tussen 20 Hz en 20.000 Hz ligt, per radio zou willen uitzenden en deze na versterking aan een antenne had toegevoerd, zou men volgens bovenstaande kwadratische wet niet alleen een zeer ongelijkmatige, maar ook een zeer onvoldoende uitstraling van het over te brengen frequentiespectrum verkrijgen. Men past nu een kunstgreep toe en `ent` de laagfrequente trillingen op een trilling van veel hogere frequentie die de laagfrequente trillingen als het ware op haar reis door de ether meesleept: modulatie. Aan de ontvangstzijde moet men het laagfrequente signaal weer reproduceren. Men moet zich daartoe ontdoen van de hoogfrequente trilling.
MODULA
Afkorting van `MODUlar LAnguage`. Een hogere programmeertaal, afgeleid van PASCAL, werkende op basis van modules. Deze modules bevatten ieder een set van aan elkaar gerelateerde routines en datastructuren, die volledig afgeschermd zijn van het hoofdprogramma.
Modem
Afkorting van `MOdulator-DEModulator`. Een apparaat dat analoge signalen omzet in digitale en vice versa. Modem`s vormen de basis van de moderne telecommunicatie: fax, Internet en ISDN zouden niet mogelijk zijn zonder dergelijke apparaten! Modem`s zijn noodzakelijk omdat het wereldwijde telefonienet uitermate smalbandig is. Net goed genoeg voor het verstaanbaar analoog verzenden van menselijke spraak, maar daar houdt het dan ook mee op. Het basisprincipe van communicatie via modem`s is geschetst in onderstaande figuur. Digitale signalen, `L`-en en `H`-en, worden omgezet in twee analoge signalen met diverse frequenties, die in de doorlaatband van het analoge PTT-netwerk liggen. Aan de ontvangerzijde worden deze toontjes gedecodeerd en weer omgezet in digitale signalen.
Tegenwoordig werken alle modem`s echter full-duplex: communicatie kan tezelfdertijd in twee richtingen gebeuren. Hiervoor is het noodzakelijk dat er vier frequenties gedefinieerd worden: twee voor de ene modem en twee voor de andere modem. Voor het omzetten van de digitale signalen in analoge signalen worden diverse modulatietechnieken toegepast: AM, FSK en DPSK. De fundamentele verschillen tussen deze technieken volgen uit onderstaande figuur. Bij AM (a), amplitude modulatie, varieert de amplitude van de draaggolf met het logisch signaal. De eenvoudigste uitvoering is `on-off-keying`, waarbij bijvoorbeeld de draaggolf wél wordt uitgezonden bij een `H` en niet bij een `L`. Bij FSK (b), frequency shift keying, wordt ieder logisch niveau vertaald naar een eigen frequentie in de doorlaatband van het telefoon netwerk.
Mode bit
Een indicatie-bit dat wordt gebruikt om de mode van een bepaald apparaat of schakeling te definiëren. Door dit bit `L` of `H` te maken kan men een bepaalde eigenschap van het apparaat vastleggen. De inhoud van dit bit kan door software uitgelezen worden om een programma aan te passen aan de status van het apparaat.
MODE
Een krachtige instructie uit MS-DOS, waarmee men de seriële poorten, de parallelle poorten en de beeldscherm uitvoer kan definiëren.
Mode
In het algemeen een term, waarmee men de gekozen instelling van een apparaat of programma aanduidt. Een printer kan men bijvoorbeeld instellen in kleuren-mode of zwart-wit-mode.
MOD-file
Een bestandsformaat voor gedigitaliseerde audio, oorspronkelijk ontwikkeld voor de Commodore Amiga computer. Een MOD-file bestaat uit gedigitaliseerde geluidssamples, die tot patronen worden verzameld en op deze manier een stukje audio vormen.
MOV
Letterwoord van `Metal Oxide Varistor`. Een varistor samengesteld uit gesinterd zinkoxyde met een symmetrische spanning-stroom-karakteristiek. Dergelijke varistors zijn dus ideaal voor het onderdrukken van symmetrische stoorspanningen op een voedingslijn. MOV`s zijn in staat gedurende een zeer korte tijd grote hoeveelheden energie te absorberen, waarden tot 10 kJ zijn geen uitzondering! MOV`s worden bijvoorbeeld toegepast bij het beveiligen van leidingen tegen blikseminslag.
MPEG
Letterwoord van `Moving Picture Expert Group`. Een internationale standaard voor het verwerken van audio- en videogegevens met een hoge compressiegraad. MPEG word gebruikt bij Video-CD en DVD. MPEG borduurt verder op de technologieën van de JPEG-technologie. Het grote verschil tussen JPEG en MPEG is dat JPEG beeldje voor beeldje comprimeert, zonder rekening te houden met de samenstelling van een vorig en-of volgend beeldje. MPEG doet dat wél en bereikt een zeer grote datareductie door alle gegevens die hetzelfde zijn in opeenvolgende beeldjes simpelweg te negeren, of beter uitgedrukt, maar één keer te comprimeren en te verzenden in een zogenoemd referentiebeeld. Nadien worden alleen de verschillen tussen opeenvolgende beeldjes opgezocht en verzonden in verschilbeeldjes. Deze techniek noemt men `motion compensation` en het zal wel duidelijk zijn dat hierdoor een immense datareductie wordt verkregen. Nadat de originele videobeeldjes op deze manier zijn omgezet in weinig (omvangrijke) referentiebeeldjes en veel (minder omvangrijke) verschilbeeldjes worden op sommige beeldjes de JPEG-algoritmen losgelaten. Hierbij heeft men gekozen voor de lossy techniek, omdat het kwaliteitsverlies bij bewegende beelden nog veel minder opvalt dan bij statische beelden. Door een combinatie van de `lossy`-JPEG techniek en de `motion compensation`-MPEG techniek en enige compromissen wat betreft resolutie en kleursamenstelling van het beeld is men in staat video die bestaat uit maximaal 30 beeldjes per seconde te verzenden met een datastroom van maximaal 1,2 Mbit-s.
MP3
Een door het Duitse `Fraunhofer Institut`, in samenwerking met de Universiteit van Erlangen, ontwikkeld compressie-algorite voor digitaal geluid. MP3, met als officiële naam `MPEG Audio Layer-3`, is in staat de omvang van WAV-files met een factor 10 tot 12 te reduceren, zonder merkbaar kwaliteitsverlies. Door WAV-bestanden om te zetten in MP3, daalt de datasnelheid dus tot gemiddeld 117,7 kb-s. Schakelt men twee ISDN-kanalen `parallel` dan ontstaat een doorvoercapaciteit van 128 kb-s en kan men deze MP3-bestanden dus in `real time` transporteren. Neemt men genoegen met mindere kwaliteit of wil men alleen gesproken tekst in telefoonkwaliteit verzenden, dan kan MP3 de gegevensstroom van WAV zelfs met een factor 96 reduceren! Het gevolg is dat men spraak via het zeer trage Internet in `real time` kan versturen en afspelen. Voor de meeste WWW-browsers zijn reeds plug-in`s in de handel, die toelaten deze audio-files in `real time` af te spelen, dus terwijl een WWW-pagina geladen wordt. De compressieschema`s die worden toegepast bij MP3 zijn niet nieuw. In feite wordt gebruik gemaakt van de door Philips ontwikkelde techniek van PASC, toegepast bij het DCC-systeem en van ingewikkelde wiskundige technieken, toegepast bij de video-codering van MPEG. De combinatie van beide technieken is echter uniek en levert spectaculaire resultaten op! De data-reductie volgens MP3 is gebaseerd op de onderstaande principes: - de drempelwaarde van het menselijke gehoor; - invoeren van sub-banden; - het maskeereffect van het menselijke gehoor; - adaptive bit allocation; - middeling van het gemiddelde niveau; - discrete cosinus transformatie; - run length codering; - entropie-codering; - frequentie-begrenzing.
MP-condensator
Afkorting van `Metaal-Papier`-condensator. Een condensator die is samengesteld uit een zeer dun speciaal voorbereide strook papier als diëlektricum, waar aan weerszijden een dunne laag metaal is opgedampt. Deze twee stroken metaal vormen de twee platen van de condensator. MP-condensatoren worden ingebed in een kunststof behuizing, zie onderstaande figuur, en verzonken in een epoxy hars. Dergelijke condensatoren worden voornamelijk gebruikt in hoogspanningsschakelingen, zoals ontstoornetwerken en hebben werkspanningen tot 630 V.
MPU
Afkorting van `Micro Processor Unit`, een alternatieve benaming voor een microprocessor die vaak in Amerikaanse blokschema`s wordt toegepast.
MR-technologie
Een moderne technologie die wordt toegepast bij de fabricage van koppen voor harde schijven. De afkorting MR is afgeleid van het woord `magneto-resitief`. Sommige stoffen hebben de eigenschap dat zij hun soortelijke weerstand veranderen onder invloed van een magnetisch veld. Dit fysische verschijnsel staat ook bekend als `Hall-effect`. Weerstandsvariaties tot 2 % kunnen, zelfs bij de zeer zwakke magnetische velden die bij harde schijven aan de orde zijn, gemakkelijk gegenereerd en nadien gededecteerd worden. MR-koppen die volgens het beschreven principe werken, zijn in feite samengesteld uit twee verschillende systemen. Voor het schrijven van de signalen worden nog steeds inductieve koppen gebruikt, opgebouwd volgens de dunne-film technologie. Voor het lezen wordt echter een magneto-resitieve kop gebruikt. In onderstaande figuur is een schematische voorstelling van de samenstelling van een dergelijke kop getekend.
Het MR-element is slechts 30 nm dik, oftewel 0,000.000.030 meter! Dank zij deze kleine afmeting is het element veel beter in staat de magnetische informatie uit zeer smalle sporen af te lezen dan de traditionele inductieve leeskoppen. Uit natuurkundige overwegingen moet het MR-element op hetzelfde elektrische potentiaal staan als het oppervlak van de schijf. Is dat niet het geval, dan zouden er bij een `headcrash`, het verschijnsel dat de kop te pletter slaat op de schijf, grote stromen gaan lopen tussen schijfoppervlak en kop, hetgeen tot vernietiging van het MR-element zou kunnen voeren.
MSPS
Afkorting van `Million Samples Per Second`. Een eenheid die wordt gebruikt bij analoog naar digitaal omzetters en die beschrijft hoeveel digitale monsters de schakeling per seconde van het analoge ingangssignaal maakt.
MSI
Letterwoord van `Medium Scale Integration`. Men spreekt van MSI als er meer dan tien, maar minder dan 100 poorten worden geïntegreerd of als een geheugenchip tot 1.024 bits kan bevatten.
MS-DOS
Afkorting van `MicroSoft Disk Operating System`. Hét bedrijfssysteem waarmee de PC én MicroSoft groot zijn geworden. De allereerste versie van MS-DOS werd binnen zes weken ontwikkeld en was in grote mate een cloon van het CP-M bedrijfssysteem, omgezet naar Intel`s 8088 processor. MS-DOS is in alle versies in basis een single user bedrijfssysteem dat maar één programma tegelijkertijd kan uitvoeren en dat slechts 1 MB geheugen kan aanspreken. Hiervan staat 640 kB ter beschikking voor de applicatie die op een bepaald moment gestart is. Bij de eerste versies was een aantal MS-DOS commando`s directe aanroepen naar instructies uit het bijgeleverde MS-BASIC. Door het zowel door Intel als MicroSoft gehanteerde compatibliteitsprincipe zijn ook de moderne versies van MS-DOS niet veel beter dan de allereerste. Met het op de markt verschijnen van Windows 95 werd voor het eerst de automatische koppeling `PC-MS-DOS` doorbroken.
MSX
Afkorting van `MicroSoft eXtended`. Een door MicroSoft ontwikkeld bedrijfssysteem voor de MSX-computers. MSX was een poging om tot een internationale standaard te komen voor huiscomputers. De markt werd immers verdeeld tussen volledig incompatibele apparaten als Sinclairs Spectrum, Commodores C64 en de Atari-computers. Onder leiding van Philips en Sony werd een internationaal consortium opgericht met als doel het formuleren van een hardware- en software-standaard voor huiscomputers. MSX lijkt nogal op MS-DOS en werd vergezeld door MSX-BASIC, een uiterst krachtige BASIC programmeertaal. MSX is echter nooit echt doorgebroken op het laatst bracht alleen Philips nog nieuwe apparatuur op de markt, onder andere de MSX-2 computer met 128 B geheugen.
MSW
Afkorting van `Machine Status Woord`. Een stuur- en status-register van de 80286-processor, bestemd voor de protected mode.
MTBF
Afkorting van `Mean Time Between Failures`, de gemiddelde tijdsduur tussen defecten. MTBF geeft de gemiddelde tijd aan tussen twee defecten die leiden tot het uit bedrijf zijn van het betreffende apparaat. MTBF wordt bijvoorbeeld gebruikt als kwaliteitsbeoordeling van harde schijven.
Mutuele inductie
Een grootheid die de mate van koppeling tussen twee magnetische systemen bepaalt. Symbool M, eenheid henry (H). Als, zie onderstaande figuur, men door een spoel L1 een variërende stroom stuurt, dan zal er rond deze spoel een variërend magnetisch veld worden opgewekt. Dit veld wekt in een tweede in de buurt opgestelde spoel L2 een bepaalde inductiespanning op. Het is nu die mate van onderlinge koppeling die door de grootheid `mutuele inductie` wordt gedefinieerd.
Men spreekt van een mutuele inductie van 1 H als een stroomvariatie van 1 A-s in de eerste spoel in de tweede spoel een spanning van 1 V genereert.
Muting
Het automatisch uitschakelen van een ontvanger als er geen of een te zwak antennesignaal wordt ontvangen. Wordt toegepast voor het onderdrukken en-of minimaliseren van ruis bij de ontvangst.
Murphys wetten
Edward A. Murphy Jr. werkte als ingenieur op een Amerikaanse raketbasis. Bij een experiment in 1949 moesten 16 versnellingsmeters op een voorwerp worden gemonteerd. Dat kon op slechts twee manieren, een goede en een foutieve, en iemand slaagde er in alle accelerometers op de verkeerde manier te monteren. Het experiment mislukte uiteraard. Dit voorval bracht Murphy tot zijn beroemde uitspraak `als er twee of meerdere manieren bestaan om iets te doen en een van deze manieren leidt tot een catastrofe, dan kan men er zeker van zijn dat iemand op het idee zal komen om dat iets op deze manier uit te voeren`. Op dit thema zijn in ontelbare technische vakgebieden ontelbare variaties gekomen, die door het leven gaan als de wetten van Murphy. Hoewel ironisch bedoeld, bevatten deze wetten uiteraard een diepe grond van waarheid. Als men de + en de - van een voeding via een tweepolige stekker met een apparaat moet verbinden heeft het absoluut geen zin hiervoor een symmetrische stekker uit te kiezen en aan één kant een sticker `deze kant boven` te plakken. Men kan er zeker van zijn dat de stekker eens een keertje verkeerd om in het chassisdeel zal geduwd worden.
Mumetaal
Een legering van ijzer en nikkel die een zeer hoge permeabiliteit heeft. Hierdoor heeft het metaal een zeer hoge magnetische weerstand en kan worden gebruikt om onderdelen af te schermen tegen externe magnetische velden. Vroeger bracht men rond de beeldbuis in een oscilloscoop een mantel van mumetaal aan, zodat de afbuiging van het apparaat niet beïnvloed kon worden door externe magnetische velden. Ook de gevoelige microfooningangen van goede mengtafels worden afgeschermd tegen de magnetische velden van bijvoorbeeld de voedingstrafo door een mumetalen plaat.
Multivibrator
Iedere schakeling, opgebouwd uit twee transistoren en waarbij de basissen en collectoren kruiselings met elkaar verbonden zijn, wordt algemeen aangeduid met de naam multivibrator. Als beide koppelingen gebeuren door middel van condensatoren, dan is de multivibrator astabiel. Is een der koppelende elementen een condensator en het andere een weerstand, dan heet de multivibrator monostabiel. Als, in het laatste geval, beide koppelingen door middel van weerstanden worden verzorgd, dan noemt men de schakeling een bistabiele multivibrator. In onderstaande figuur is bovenstaand verhaaltje nog eens grafisch voorgesteld.
De astabiele multivibrator vertoont volgend fundamenteel gedrag. De twee transistoren van de astabiele multivibrator zullen met een bepaald ritme open en dicht gaan en dit in tegenfase. Als de ene transistor dus geleidt, dan zal de andere sperren en vice versa. Het gevolg is dat deze schakeling dus bruikbaar is als oscillator en wel als generator van rechthoekvormige spanningen. De frequentie van dit signaal is mede afhankelijk van de waarde van de koppelcondensatoren. De monostabiele multivibrator wekt één puls op met een bepaalde breedte als aan de ingang van de schakeling een triggerpuls wordt aangelegd. De breedte van deze ene puls is weer onder andere afhankelijk van de waarde van de koppelcondensator. De principiële werking van een monostabiele multivibrator volgt uit onderstaande figuur.
De bistabiele multivibrator is een flip-flop, het fundamentele geheugenelement.
Multitester
Een apparaatje, waarmee men elektronische onderdelen kan testen. Het voorvoegsel `multi` duidt er op dat men niet allen weerstanden, maar ook condensatoren, dioden en transistoren kan testen.
Multitasking
De capaciteit van een computer besturingssysteem om meerdere taken schijnbaar gelijktijdig te kunnen uitvoeren. Schijnbaar, omdat de processor uiteraard maar één taak kan uitvoeren. Het besturingssysteem zorgt er echter voor dat de commando`s die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de taken gemengd aan de processor worden aangeboden. Dit gaat zo snel dat het voor de gebruiker lijkt alsof het systeem zowel aan het printen als aan het internetten is. Multitasking is niet iets nieuws. De eerste bedrijfssystemen met deze mogelijkheid werden reeds in de jaren 1960 ontworpen. Zo was er MP-M, Multi-tasking Program for Microcomputers, een door G. Kildal ontworpen uitbreiding van het toenmalige standaard-programma CP-M. Er bestaan diverse systemen. Bij `coöperative multitasking` beslist de taak die op een bepaald moment de processor stuurt wanneer de tweede taak toegang tot de processor krijgt. Bij `preëmptive multitasking` zorgt een bepaalde software, `scheduler` genoemd, voor het verdelen van de processortijd tussen de twee taken.
MultiSync
Een ooit door de monitorfabrikant NEC geïntroduceerd begrip, waarmee wordt aangeduid dat een monitor volledig automatisch in staat is op verschillende lijn- en beeldfrequenties te synchroniseren. Dat wil zeggen dat de oscillatoren die de twee afbuigsystemen besturen zijn voorzien van uitgebreide synchronisatieschakelingen. Tegenwoordig werken alle monitoren volgens dit principe. Om het TradeMark van NEC te omzeilen worden dergelijke monitoren ook wel MultiScan genoemd.
Multistrip SAW
Een begrip uit de `Surface Acoustic Wave`-technologie. Met deze technologie worden vertragingslijnen gerealiseerd, door elektrische golven via een transducer om te zetten in mechanische golven en deze golven over het oppervlak van een speciaal kristal te sturen. Nadien worden de mechanische golven via een tweede transducer weer omgezet in elektrische golven. Omdat de mechanische golven veel trager zijn dan de elektrische, ontstaat er dus een vertraging tussen het in- en uitgangssignaal. De transducers worden meestal `IDT`s` genoemd. De multistrip SAW is een speciale uitvoering van de SAW-vertragingslijn. De algemene eigenschap van multistrip geometrieën is dat de twee transducers niet in elkaars verlengde staan, maar verschoven zijn. Men noemt dit offset-transducers. Tussen beide transducers is dan de multistrip opgenomen. De typische geometrie van een dergelijke SAW is voorgesteld in onderstaande figuur.
Het grote voordeel is dat een dergelijk constructie veel minder last heeft van zogenoemde `bulk waves`, golven die niet langs het oppervlak, maar door het substraat van de ene naar de andere transducer gaan. Natuurlijk zal de oppervlakte golf, die door de zendende transducer wordt uitgestraald, ook niet rechtstreeks op de ontvangende transducer terecht komen. Door het aanbrengen van de multistrip koppelaar tussen beide transducers worden de uitgezonden oppervlakte golven echter afgebogen en komen alsnog op de ontvangende transducer terecht. Een tweede voordeel van deze constructie is dat beide transducers dichter bij elkaar geplaatst kunnen worden, omdat de oppervlakte golven nu een langere weg afleggen.
Multisessie CD-ROM
Een van de voornaamste eigenschappen van moderne CD-ROM`s is dat zij in staat zijn meerdere zogenoemde `sessies` op de spiraal te bevatten. Een sessie kan beschouwd worden als een partitie op een harde schijf. Met MS-DOS is men in staat de fysische harde schijf die in de computer aanwezig is in te delen in een aantal logische schijven. Die krijgen dan de namen C:, D:, E:, etc. Voor het besturingssysteem lijkt het nadien net of er verschillende harde schijven in de computer zijn ingebouwd, die volledig los staan van elkaar en ieder een eigen FAT-tabel hebben. Multisessie CD-ROM werkt met een identiek principe. Iedere sessie kan opgevat worden als een logische CD op de moeder CD. Iedere sessie heeft een eigen `lead-in`, `program area` en `lead-out`. In iedere `lead-in` wordt bovendien een eigen TOC (Table Of Contents) geschreven. Dank zij het multisessie-principe is men in staat de capaciteit van ongeveer 600 MB volledig te benutten. Stel dat men 300 MB aan gegevens wil veilig stellen op een CD-R. In de daarvoor noodzakelijke schrijfactie legt het schrijfapparaat een sessie aan op de CD en schrijft in de TOC van deze sessie welke gegevens op welke sectoren zijn geschreven. Wil men later nog eens 250 MB gegevens veilig stellen, dan kan dat op hetzelfde schijfje. Het systeem maakt dan immers een tweede sessie aan met een eigen TOC, waarin de gegevensstructuur van deze tweede virtuele CD staat vermeld. Het nadeel van het multisessie-formaat is dat oude CD-ROM drives met XA-controller niet in staat zijn multi-sessie CD`s te lezen.
Multiprocessor systemen
Zijn computersystemen waarbij de werking wordt geregeerd door twee of meerdere processoren. Het besturingssysteem moet er voor zorgen dat de taken, die op een bepaald moment uitgevoerd moeten worden, tussen de processoren worden verdeeld.
Multiplier
Engels voor vermenigvuldiger. Analoge vermenigvuldigers zijn schakelingen die in de meest eenvoudige uitvoering het wiskundige product berekenen van twee analoge spanningen Ux en Uy. De spanning op de uitgang, Uo wordt dus gegeven door de wiskundige formule: Uo = C * Ux * Uy De spanning op de uitgang is gelijk aan het product van de twee ingangsspanningen, vermenigvuldigt met een schaalfactor C. Deze factor bepaalt de versterking van de schakeling. Meestal is deze factor kleiner dan 1, zodat men ook het product kan berekenen van spanningen die groter zijn dan 4 V. Zonder deze factor zou het resultaat van twee ingangsspanningen van 4 V een uitgangsspanning van 16 V zijn, hetgeen buiten het voedingsbereik van de meeste vermenigvuldigers valt. Door nu C in te stellen op 0,1 wordt de uitgangsspanning in dit voorbeeld slechts 1,6 V, een spanning die uiteraard goed door de schakeling kan geproduceerd worden. Er bestaan drie soorten vermenigvuldigers: Een-quadrant schakelingen: Hierbij moeten beide ingangsspanningen altijd positief of negatief zijn, zodat de uitgangsspanning altijd positief is. De wiskundige vermenigvuldiging van twee negatieve getallen levert immers een positief resultaat op! Twee-quadrant schakelingen: Hierbij moet één ingangsspanning altijd positief of negatief zijn, maar mag de tweede ingangsspanning bipolair (dus + of -) zijn. De uitgangsspanning kan zowel positief als negatief zijn. Vier-quadrant schakelingen: Bij deze IC`s mogen beide ingangsspanningen bipolair zijn en zal de uitgangsspanning dus zowel positief als negatief kunnen worden.
Multiplicatieve menging
Een mengsysteem waarbij de twee te mengen signalen ieder aan een elektrode van een actief onderdeel worden aangeboden. Vroeger gebruikte men daar meer-rooster buizen voor, tegenwoordig staan uiteraard dual-gate MOSFET`s ter beschikking. In onderstaande figuur is als voorbeeld een multiplicatieve mengtrap getekend, die vaak wordt gebruikt in UHF-tuners. Het ingangssignaal f1 gaat via een afgestemde kring naar de gate G1. Het signaal van de locale oscillator f2 gaat rechtstreeks naar de gate G2. Het gemengde signaal f3 kan via een afgestemde kring van de MOSFET afgetakt worden.
Multiplexing
Een algemene term uit de elektronica waarmee wordt bedoeld dat diverse signalen op de een of andere manier via één medium worden getransporteerd. Men zou het een soort van modulatie kunnen noemen, waarbij de signalen van meerdere datacommunicatie kanalen door of na elkaar over één transmissielijn worden verzonden. Bij multiplexing systemen worden de diverse signalen in de tijd of in de frequentie gestapeld. Dat wil zeggen dat ofwel de beschikbare tijd voor verzenden ofwel de beschikbare frequentieband voor verzenden in een aantal stukken worden verdeeld en dat aan ieder stuk één van de ingangssignalen wordt toegewezen. In onderstaande figuur worden deze twee principes grafisch toegelicht.
Bij frequentie multiplexing van analoge signalen, zoals bijvoorbeeld gebruikt bij telefonie en bij stereo FM, wordt ieder ingangssignaal omgezet in een enkel-zijband signaal EZB. Dat wordt gedaan door het signaal in een balansmodulator te mengen met een eigen draaggolf en nadien via een bandfilter er alleen de onderste zijbanden uit te filteren, zie onderstaande figuur.
Vervolgens worden alle afzonderlijk op een eigen draaggolf gemoduleerde ingangssignalen samengevoegd. Alle gemoduleerde signalen nemen dan een bepaalde bandbreedte in beslag in het samengestelde signaal, zodat men het frequentiespectrum van dit signaal kan voorstellen als getekend in onderstaande figuur.
Bij tijd multiplexing worden door middel van een snelle elektronische schakelaar voortdurend alle ingangssignalen afgescand en, in stukjes gehakt, achter elkaar op één lijn gezet.
Multiple Aspect Ratios
Een term uit de DVD-technologie. Het video-compressie algoritme MPEG-2 dat bij DVD wordt gebruikt, is in staat breedbeeld film (wide screen) is de verhouding 16:9 te verwerken. Iedere DVD-speler kan dan ook zonder meer rechtstreeks aangesloten worden op moderne breedbeeld-TV`s. Maar omdat de industrie natuurlijk maar al te goed weet dat de meerderheid van de consumenten het nog steeds met een 3:4-TV doet, heeft men `Multiple Aspect Ratios` ingebouwd. DVD-spelers worden standaard uitgerust met drie video-modi: Anomorphic: `onveranderd`, hetgeen betekent dat zowel 3:4- als 16:9-materiaal als dusdanig naar de uitgang gaat en de aangesloten TV of monitor moet besluiten hoe dit materiaal verwerkt wordt. Letterbox: er worden, boven en onder het eigenlijke video-beeld, extra zwarte lijnen toegevoegd. Nadien wordt de informatie omgezet naar een 3:4-formaat, zodat het beeld volledig op een 3:4-TV verschijnt, maar met onder en boven een zwarte rand. In feite hetzelfde systeem als hoe PAL-Plus uitzendingen op een 3:4-TV worden weergegeven. Pan&Scan: het 16:9 beeld wordt zo aangepast, dat het in de hoogte op een standaard 3:4-TV past. Links en rechts valt dus informatie weg, men kan de informatie echter door middel van cursors heen en weer over het scherm bewegen.
Multimodus glasvezel
Een glasvezel kabel, waarbij de lichtstralen verschillende zogenoemde `paden` hebben om de kabel te doorlopen. De lichtgeleidende kern is dus vrij dik. E bestaan twee soorten multimodus kabels: - de multimodus step index kabel; - de multimodus gradiënt kabel. De samenstelling van de step index kabel is getekend in onderstaande figuur. Naast de doorsnedetekening staat een grafiekje, dat het verloop van de brekingsindex aangeeft. Er bestaat een duidelijke stap in de brekingsindex, namelijk op het scheidingsvlak van kern en mantel. Vandaar de benaming `step index`.
De core is relatief dik, tussen 50 en 200 µm en vandaar is deze kabel tamelijk eenvoudig te maken. Deze verscheen dan ook als eerste op de markt. De prijs van dit soort kabels is, vanwege de eenvoudige fabricage, laag. Bovendien is het, vanwege de dikte van de core, vrij eenvoudig mogelijk om deze kabels aan elkaar te koppelen of het einde van de kabel te focusseren op de zender en de ontvanger, hetgeen nog eens een belangrijke kostenreductie met zich mee brengt. Het grootste nadeel van deze kabel volgt uit onderstaande figuur. Omdat de kern dik is, kan het licht zich via zeer vele paden of modi door de kabel voortplanten.
Met als gevolg grote dispersie-vervormingen door de looptijdverschillen in de kern. De bandbreedte van dit soort kabels is dan ook tamelijk beperkt! De multimodus step index kabel wordt dan ook voornamelijk gebruikt voor het overbruggen van kleine afstanden, waarbij lage transmissiesnelheden worden toegepast.
Multimeter
Een analoge of digitale meter, die in staat is minstens gelijkspanning, wisselspanning, gelijkstroom, wisselstroom en weerstanden te meten. Vandaar dat dergelijke meters ook wel eens AVO-meters worden genoemd. Tientallen jaren lang was de beroemde AVO- meter (zie onderstaande figuur) van het al even beroemde Engelse bedrijf AVO hét voornaamste meetinstrument van de elektrotechnicus. Deze rubuuste, nauwkeurige en onverwoestbare meters hebben generaties studenten de grondbeginselen van de meettechniek bijgebracht.
Tegenwoordig werken multimeters uiteraard digitaal en zijn, dank zij de toepassing van microprocessorbesturing, uitgegroeid tot ware meesterwerken der meettechniek. Naast de genoemde basisgrootheden meten zijn dB`s, vermogens, capaciteiten, inductanties, temperaturen en geleidbaarheden. Bovendien bevatten zij automatische functies om de minimum en maximum meetwaarden in een geheugen op te slaan, relatieve metingen uit te voeren en de gegevens via een interface naar een computer te sturen. In onderstaande figuur is een voorbeeld van een dergelijke moderne multimeter voorgesteld.
MultiMedia protocol
Afgekort tot MMP, een protocol dat standaard in de MP3 muziekcode is verweven en dat een soort van auteursrechtelijke bescherming moet bieden. De groei in de verspreiding van MP3-gecodeerde audio-informatie via algemeen toegankelijke kanalen als het Internet heeft natuurlijk auteursrechtelijke consequenties. Muziek valt onder de auteurswet en mag niet zomaar gratis verspreid worden. Om dit probleem te ondervangen hebben de ontwerpers van MP3 een soort protectie-protocol gedefinieerd, dat momenteel standaard in de MP3-code is verweven. Dit protocol, `MultiMedia Protection Protocol` genoemd, heeft de onderstaande opties: Unlocking playback: MP3-files kunnen zonder enige beperking worden afgespeeld op de eigen PC-configuratie. Copyright Protection: De audio-data kunnen voorzien worden van een bepaalde code, waardoor zij alleen in `real time` van een server naar een client kunnen worden gestuurd voor weergave in een WWW-browser, maar waarbij het onmogelijk is de datastroom op te slaan op de harde schijf van de client. Title Associated Data: De MP3-code wordt voorzien van gegevens over componist, uitvoerende(n) en auteursrechten. Deze gegevens worden in het venster van de MP3-player zichtbaar. Expire Date: Een uiterste gebruiksdatum kan in de MP3-data verweven worden. Nadien kan de file niet meer afgespeeld worden. Opticom heeft een zogenoemde `MMP-tagger` ontwikkeld, die de MMP-gegevens in een MP3-stroom kan verwerken.
MultiMedia
Een modekreet waarmee wordt bedoeld dat een bepaalde computerapplicatie niet alleen communiceert door middel van tekst, maar ook via illustraties, tekenfilm, video en audio. Een MultiMedia CD-ROM heeft meestal een opstartprogramma dat er voor zorgt dat teksten, illustraties, tekenfilmpjes en videofragmenten in eigen venstertjes op het beeldscherm worden weergegeven en dat de audiogegevens naar de audiokaart van het systeem stuurt.
MultiMAC
Een technologie voor het decoderen van alle gespecificeerde `Digital Broadcast Standard` (DBS) signalenvan de digitale TV. Er zijn drie MAC-standaarden voor digitale TV-transmissie ontwikkeld, namelijk C-MAC, D-MAC en D2-MAC. Om al deze signalen te kunnen decoderen is er door een consortium van elektronica-bedrijven, waaronder Nordic, Plessey en Philips, een reeks van geïntegreerde schakelingen ontwikkeld. Deze IC`s zijn ontwikkeld in 1,5 µm CMOS-technologie onder de vorm van ASIC`s en vormen een chip-set, bestaande uit vier schakelingen: - SAA1720: MAC stuurschakeling; - SAA1710: MAC videoschakeling; - SAA1730: MAC geluidsverwerking; - SAA1750: MAC gegevensverwerking. Deze chip-set wordt door de diverse TV-fabrikanten aangevuld met specifieke schakelingen. Zo heeft Philips MACAN-schakelingen ontwikkeld, afkorting van MAC ANalog. Deze nemen de verdere analoge verwerking van de gedecodeerde signalen voor hun rekening. Het blokschema van de MultiMAC chip-set is getekend in onderstaande figuur.
Multilayer
Een techniek bij het ontwerpen en vervaardigen van printen, waar de kopersporen niet alleen op één zijde van de print staan, maar op meerdere zijden. Het bekendste voorbeeld is uiteraard de dubbelzijdige print, waar een deel van het koperpatroon zich op de componentenzijde bevindt. Verbindingen tussen het koperpatroon op de ene en de andere zijde worden gemaakt door zogenoemde `doormetalisering`. Door het koperspoor op de ene en het koperspoor op de andere zijde wordt een gaatje geboord, waarvan de randen verkoperd worden zodat er een elektrische verbinding doorheen de print tussen beide sporen ontstaat. Voor zeer complexe printen, zoals moederborden van computers, volstaat deze dubbelzijdige techniek echter niet meer. Men werkt dan met meerdere dunne printen, die ieder een deel van het volledige sporenpatroon bevatten en die op elkaar worden gelijmd. Doorverbindingen worden op de beschreven manier door middel van gemetaliseerde gaatjes uitgevoerd.
Multiburst generator
Een (sinus)generator waarvan de uitgang voorzien is van een poort. Die poort laat bijvoorbeeld tien perioden van het signaal door en spert gedurende de eerstvolgende tien perioden. Dergelijke signalen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor het meten van het maximale piekvermogen van een versterker.
Multiband
Een ontvanger wordt multiband genoemd, als hij in staat is verschillende banden te ontvangen, bijvoorbeeld korte golf, midden golf en lange golf.
Multi Color Graphic Adapter
Zie MCGA.
Muis
Het verschijnsel `muis` is voor de PC-gebruiker-ster een vrij nieuw verschijnsel. Terwijl Apple- en Atari-computers al lang standaard werden voorzien van een muis, moest de PC het nog steeds doen met de vier armzalige cursortoetsen. Eerst met het op de markt komen van de zogenoemde `grafische oppervlakteschillen` GEM en Windows (volledig afgekeken van genoemde computers) werd de muis een standaard verschijnsel op de PC. Er bestaan verschillende soorten muizen: - mechanische muizen; - optische muizen; - rugmuizen; - muistableau`s. Daarnaast bestaan ook nog eens draadloze muizen die echter niet wezenlijk anders werken dan de vier eerder genoemde soorten, maar waarbij de draadverbinding tussen muis en computer vervangen is door een draadloze infrarode of hoogfrequente link. De basiswerking van iedere muis is in wezen identiek. Een willekeurige beweging over een tafel of op een speciale muismat wordt door de elektronica in de muis ontleed in twee bewegingen langs de horizontale en langs de verticale as. Uiteraard staan deze twee deelbewegingen loodrecht op elkaar. Hierbij evalueert de hardware niet alleen de snelheid van de beweging maar ook de richting. De muis zendt bij iedere beweging een seriële code, bestaande uit vijf bytes uit. In deze code zit niet alleen informatie over de snelheid en de richting van de muisbeweging, maar ook over het indrukken van een van de muisknoppen. Deze code wordt aangeboden aan de seriële poort van de PC (COM1 of COM2) of via een uitbreidingskaart aan het systeem medegedeeld.
Mu-law
De standaard die in Noord-Amerika wordt toegepast bij het logaritmisch digitaliseren van telefoonsignalen. Door deze niet-lineaire digitalisering neemt de signaal-ruis-afstand toe en daarmee ook het dynamisch bereik. In Europa wordt A-law toegepast.
Muziekvermogen
Een fantasie grootheid, waarmee men het uitgangsvermogen van laagfrequent versterker zo hoog mogelijk probeert op te schroeven. Voor het wetenschappelijk definiëren van het uitgangsvermogen van een versterker bestaat maar één goed systeem. Men legt de maximale sinusvormige spanning die de versterker onvervormd kan leveren aan de minimale belastingsweerstand en berekent met de formule U2-R het maximale sinusvermogen. Omdat men van de sinusvormige spanning per definitie de effectieve waarde meet, spreekt men ook wel eens van het effectieve vermogen. Nu is dat vermogen soms maar erg laag en vandaar dat fabrikanten indrukwekkendere definities hebben verzonnen. `Muziekvermogen` is zo`n verzinsel en dit definieert het piekvermogen dat een versterker gedurende een bepaalde tijd aan de belasting kan leveren. Wat in dit kader `piekvermogen` is en wat in dit kader `gedurende een bepaalde tijd is` wordt niet duidelijk omschreven. Met als gevolg dat een PC speakerset met ingebouwde versterker, die volgens de officiële metingen hooguit 3,4 Weffectief kan leveren, op de doos wordt aangeprezen als een 120 W systeem. En dat uit een stekervoedinkje dat 1 A bij 12 V levert!
MUX
Afkorting van multiplexer, een schakeling waarmee men het principe van multiplexing in de praktijk kan brengen.
M-kern
Een speciale uitvoering van de MD-kern voor voedingstransformatoren. Het M-blik bestaat uit één stuk, waarbij slechts een kleine luchtspleet aanwezig is, zie onderstaande figuur.
De blikken worden om-en-om gestapeld, zodat de luchtspleten afwisselend aan weerszijden van de kern te vinden zijn. De codering zoals M-74, geeft de afmetingen in mm van de langste zijde van het blik.
Natuurlijk logaritme
Logaritme met een grondtal gelijk aan e, oftewel 2,7182818... . Wiskundig gezien is het getal e is de limiet van de reeks 1 + 1 + 1-2! + 1-3! + 1-4! + ... + 1-n! Logaritmen vormen een wiskundige techniek om te rekenen aan en met zeer grote en zeer kleine getallen. De logaritme van een bepaald getal x met grondtal a is de exponent van de macht waartoe men a moet verheffen om het getal x te krijgen. Een cryptische omschrijving, die ongetwijfeld toelichting behoeft. Stel men heeft het getal 4. Men wil hiervan het logaritme bepalen met grondtal 2. Tot welke macht moet men dit grondtal verheffen om weer het oorspronkelijke getal 4 te krijgen? Het antwoord is in dit eenvoudig voorbeeldje duidelijk: 2. Het getal 2 tot de tweede macht (22) is immers weer gelijk aan 4, het oorspronkelijke getal. Het getal 2 is dus de logaritme van het getal 4 met grondtal 2. De algemene uitdrukking voor een logaritme luidt: alog x = b waarin: a: het grondtal is; x: het getal is waarvan men het logaritme moet berekenen; b: het logaritme is van het getal x met als grondtal a. Zuiver theoretisch kan men gelijk welk grondtal kiezen. Bij het natuurlijk logaritme wordt gewerkt met het magische getal e als grondtal. Dergelijke logaritmen worden ook wel `Neperiaanse` logaritmen genoemd, het symbool is dan ln. Ln 100 is dan het getal tot hetwelke men het getal e moet verheffen om 100 als antwoord te krijgen.
Natuurlijk getal
Een geheel getal, gelijk aan of groter dan nul. 1, 32, 104, 129538 zijn voorbeelden van natuurlijke getallen.
Natrium lamp
Een lamp waarbij het licht ontstaat door elektrische ontladingen in natrium dampen. Meestal bestaat een dergelijke lamp uit een U- vormige glazen buis, gevuld met een weinig natrium en een weinig neon. Dit laatste gas is noodzakelijk om de buis te laten ontsteken. De buis wordt opgenomen in het schema van onderstaande figuur
De smoorspoel zorgt voor de hoge spanning die nodig is voor het ontsteken. In eerste instantie wordt de ontsteking onderhouden door het neon-gas. De buis straalt hierdoor een rood-bruin licht uit. De buis gaat bovendien opwarmen waardoor na 10 tot 15 minuten het natrium verdampt en het gasvormige natrium de ontsteking overneemt. De lamp gaat dan een intens geel licht uitstralen met een golflengte van 0,589 micrometer. De lichtopbrengst van natrium lampen is zeer groot, namelijk gemiddeld 96 lm-W. De levensduur is echter beperkt tot gemiddeld 7.500 brand-uur. Natrium lampen worden voornamelijk gebruikt voor het verlichten van wegen en grote industrieterreinen.
Nat-elektrostatische printer
Bij nat-elektrostatische printers wordt gewerkt met vloeibare toners. De kleurstoffen zijn verwerkt in een emulsievloeistof. In een emulsie wordt gebruik gemaakt van een vloeibare drager, waarin de actieve stoffen onder de vorm van zeer kleine druppeltjes als het ware zweven. De bekendste emulsie is zonder enige twijfel mayonaise. Het medium, waarop gedrukt moet worden, wordt elektrostatisch opgeladen, bijvoorbeeld door een laserstraal. Nadien wordt het medium door één bad emulsie (zwartdruk) of door vier baden (kleurendruk) gevoerd. Overal waar op het medium elektrische lading aanwezig is, worden de kleine druppeltjes uit de emulsie naar het papier getrokken. Nadien wordt het papier gedroogd, waarbij meteen de tonerdruppeltjes op het papier worden gefixeerd. Het voordeel van deze technologie is dat men in staat is printers te bouwen die zeer grote papierformaten kunnen bedrukken. De op dit moment haalbare resolutie bedraagt 400 dpi. Nadelen zijn dat vrij veel giftige dampen vrijkomen en dat men de nodige aandacht moet besteden aan het afzuigen van deze dampen. Vandaar dat dit soort printers alleen in gespecialiseerde drukkerijen worden toegepast, waarbij met hoge snelheid grote oplagen van elektronische gegevens moeten worden geprint.
Nat element
Een elektrische cel waarbij het elektrolyt een vloeibare oplossing is, zoals in een auto-accu. Ook de Leclanché-cel is een voorbeeld van een nat element.