Dierenwoordenboek

Categorie: Planten en dieren > Dieren
Datum & Land: Pl/an/ten , NL
Woorden: 3446

Dystokie, dystocia
Abnormaal baringsproces, b.v. door afwijkende ligging van de baarmoeder (= dystocia materna), of de vrucht (= dystocia foetalis)..

Dysrafie
Niet goed sluiten van de embryonale buis, spinale dysrafie: aangeboren afwijking van de wervelkolom (z.o. spina bifida)..

Ecosysteem
Onderling samenhangend leefgebied van dieren en planten, b.v. de Waddenzee of tropisch regenwoud..

Ecologie
Wetenschap die de relatie tussen het dier en zijn omgeving bestudeert..

Echografie
Techniek om m.b.v. ultrageluid o.a. tumoren en zwangerschappen zichtbaar te maken..

Echinococcus
Blaasworm van de (honden-)lintworm; zoönose..

ECG
Elektro-Cardio- Gram, hartfilm; weergave van de elektrische activiteiten van het hart, waarmee o.a. hartfrequentie, regelmaat van het hartritme worden bepaald en hartritmestoornissen worden opgespoord..

Eczema solare
Zonnebrand, gepaard gaande met eczeem, vaak zijn lichte huiddelen aangetast..

Eczeem
Niet besmettelijke huidaandoening, meestal met schilfers en jeuk..

Ectropion
Naar buiten krullen van het ooglid (i.t.t. entropion)..

Ectoparasiet
Parasiet die buiten op het lichaam leeft, b.v. teken, vlooien en luizen (vgl. endoparasiet)..

Ecto-
Buiten-, buitenzijde (i.t.t. endo-)..

EEG
Elektro-EncefaloGram; weergave van de elektrische spanning (activiteit) van de hersenen..

Effectiviteit
Mate van werking, b.v van een medicijn of behandeling..

Eimeria
Bepaald geslacht coccidiën, eencellige darmparasiet bij b.v. de kip..

Eileider
Oviduct, salpinx; buisvormige verbinding tussen eierstok en baarmoeder..

Eierstok
Ovarium; orgaan waar de eicellen rijpen en geslachtshormonen worden gevormd..

Eicel
Vrouwelijke geslachtscel, afkomstig uit de eierstok (z.o. gameet)..

Eiwit
Voor het leven noodzakelijke stof, opgebouwd uit een keten van aminozuren..

Eitand
Tijdelijk uitsteeksel op de snavel van kuikens of jonge reptielen om de eischaal open te breken..

Ejaculatie
Zaadlozing van het mannelijk dier..

ELISA
Enzyme Linked Immuno Sorbent Assay; een test die voornamelijk wordt gebruikt voor het aantonen van antistoffen in bloed of serum, b.v. tegen TBC..

Eliminatie
Dieet met beperkt aantal grondstoffen erin om een voedselallergie op te sporen..

Elektrolyten
Stoffen die, opgelost in water, in ionen worden gesplitst en elektrische stroom geleiden, b.v. zouten, zuren en basen..

Elektrocardiograaf
Toestel waarmee men de met de hartwerking gepaard gaande elektrische stromen kan registreren in de vorm van een ECG..

Elektrocardiogram
ECG, hartfilm..

Empirisch
Op ervaring berustend..

Emfysemateuze vrucht
Vrucht met lucht in de weefsels, meestal a.g.v. rotting..

Emfyseem
Het voorkomen van te veel lucht in de longen door verminderde elasticiteit van de longblaasjes (= longemfyseem), of in ander weefsel waarin normaal geen lucht voorkomt..

Embryo
Vrucht in het eerste deel van de dracht (z.o. foetus)..

Embolie
Het blijven steken van een bloedstolsel, vetdruppel of luchtbel in een bloedvat..

Email
Tandglazuur; zeer hard tandweefsel aan de buitenkant van de tand..

Entomologie
Kennis van insecten..

Enting
Zie vaccineren.

Enteropathie
Ingewandziekte (z.o. PLE)..

Enterocolitis
Ontsteking aan de dikke darm (z.o. enteritis)..

Enterobius vermicularis
Aarsmade; parasitaire worm bij mens en mensapen, levend in de dikke darm..

Enteritis
Ontsteking van de dunne darm (z.o. gastro-enteritis, enterocolitis)..

Enteralis
Op de darmen betrekking hebbend..

Enter
Eenjarig paard-schaap, ook jaarling (paard) genoemd (z.o twenter)..

Enten
Vaccineren; ook inenten..

Entamoeba
Geslacht van eencelligen, soms parasitaire darminfecties veroorzakend, b.v. Entamoeba hystolitica..

Enostosis
Abnormale beengroei in de mergholte, beenweefselgezwel binnen in een bot (z.o. exostose)..

Engelse ziekte
Zie rachitis.

Endotracheaal
In de trachea (z.o. cuffed tube)..

Endotheel
Binnenbekleding van de bloed- en lymfevaten..

Endoscoop
"Kijkbuis"; optisch instrument waarmee inwendige ruimten, zoals buik- en gewrichtsholten bekeken kunnen worden, zonder grote operatieve ingreep, b.v. voor geslachtsbepaling bij vogels..

Endoparasiet
Parasiet die in het lichaam van zijn gastheer leeft, b.v. maagdarmwormen (vgl. ectoparasiet)..

Endometrium
Baarmoederslijmvlies..

Endocrinologie
Wetenschap of specialisme betreffende de klieren met inwendige afscheiding..

Endocriene klier
Een klier waarvan het product naar het bloed (of de lymfe) afgevoerd wordt (z.o. exocriene klier)..

Endocarditis
Ontsteking van de binnenbekleding van het hart en-of de hartkleppen..

Endocard
De bekleding van de hartkleppen en de binnenzijde van het hart, bestaande uit endotheel..

Endo-
Binnen-, binnenzijde (i.t.t. ecto-)..

Endemie
Zie enzoötie.

Endemisch
Alleen voorkomend in een bepaald en vaak beperkt gebied (i.t.t. cosmopolitisch)..

Endeldarm
Zie rectum.

Encefalon, encephalon
Hersenen..

Encefalo-, encephalo-
Voorvoegsel in woordsamenstellingen m.b.t. de hersenen..

Encefalitozoön cuniculi
Protozoaire parasiet bij het konijn die o.a. nierproblemen geeft..

Enzym
Een organische stof die chemische omzettingen in het lichaam versnelt, zonder zelf te worden verbruikt..

Entropion
Naar binnen krullen van het ooglid (i.t.t. ectropion)..

Eosine
Rode kleurstof, veel gebruikt bij het kleuren van histologische preparaten..

Epizoötie
Epidemie; voorkomen van een besmettelijke ziekte bij dieren (mensen), die zich snel uitbreidt over een.

Epithelisatie
Vorming van epitheelcellen, b.v. tijdens de wondgenezing..

Epitheel
Laag cellen die de huid en inwendige holten bekleedt..

Epistropheus
Tweede halswervel (z.o. draaier)..

Epilepsie
Vallende ziekte..

Epiglottis
Strotklepje achter de tong, dat bij zoogdieren de luchtpijp bij het slikken afsluit..

Epifyse, epiphyse
Eindstuk van een pijpbeen (vgl. diafyse)..

Epifysairschijf
Groeischijf; de laag kraakbeen waar naar weerszijden toe de lengtegroei van het bot plaatsvindt..

Epiduraal
Op of buiten het harde hersenvlies (z.o. dura mater)..

Epididymis
Bijbal, gelegen tegen de teelbal (z.o. epididymitis)..

Epidermis
Opperhuid..

Epidemiologie
Leer van de frequentie van het optreden van ziekten en van factoren die de frequentie bepalen..

Epidemie
Zie epizoötie (z.o. enzoötie)..

Epicard
Het binnenblad van het hartzakje (z.o. pericard)..

Epi-
Op-, boven-..

Erosie
Oppervlakkige beschadiging van huid, slijmvlies, of kraakbeen..

Erectie
Verstijving van de penis van het mannelijk dier bij seksuele opwinding..

Eradicatie
Uitroeien, vrijmaken van een bepaald gebied van een bepaalde besmettelijke ziekte, b.v. van varkenspest (z.o. epizoötie)..

Erytrocyt
Rode bloedcel, belangrijk voor het zuurstoftransport (z.o. hemoglobine)..

Erytroblast
Beenmergcel waaruit een rood bloedlichaampje ontstaat..

Erythro-
Rood..

Erytheem
Roodheid van de huid door verwijding van de bloedvaten en verhoogde doorbloeding..

Estrogeen
Zie oestrogeen.

Escherichia coli
Normaal in de darm van de mens en gewervelde dieren voorkomende bacterie, soms pathogene stammen..

Etiologie
Leer der ziekteoorzaken..

ET, E.T.
Embryo Transplantatie..

Ethologie
Gedragswetenschap..

Etherisch
Vluchtig..

Ether
Vluchtig en brandbaar narcosegas..

Euthanasie
"Zachte" (kunstmatige) dood; dood zonder lijden, meestal door gebruik van een injectie met een sterk werkend slaapmiddel..

Eustachius
Zie buis van Eustachius.

Evertebraten
Invertebraten; alle ongewervelde dieren (i.t.t. vertebraten)..

Ever, everzwijn
Mannelijk wild zwijn (z.o. keiler, beer)..

Evolutie
Ontstaan en verdwijnen van soorten door selectie (z.o. darwinisme)..

Extern
Uitwendig..

Extensor
Strekspier; spier die het gewricht strekt (i.t.t. flexor)..

Extensie
Strekken (i.t.t. flexie)..